Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Asten 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Asten 2024

De raad van de gemeente Asten;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 september 2023;

gehoord het advies van de Commissie Burgers/AZC van 12 oktober 2023;

gelet op artikel 8 eerste lid aanhef en onder b en tweede lid van de Participatiewet;

overwegende dat; het noodzakelijk is het verstrekken van een individuele inkomenstoeslagen aan personen van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd bij verordening te regelen

besluit:

vast te stellen de Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Asten 2024.

Hoofdstuk 1 Voorbeeld

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    inkomen: totaal van het inkomen, bedoeld in artikel 32 van de Participatiewet, en de algemene bijstand;

  • b.

    peildatum: datum waarop een persoon individuele inkomenstoeslag aanvraagt;

  • c.

    referteperiode: periode van één jaar voorafgaand aan de peildatum.

  • d.

    toepasselijke bijstandsnorm: de norm zoals bedoeld in artikel 5, lid c, van de Participatiewet.

  • e.

    Vermogen; toegepast o.b.v. beleidsregels bijzondere bijstand.

  • f.

    wet: Participatiewet.

Artikel 2. Indienen aanvraag

Een aanvraag als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet, wordt ingediend met gebruik van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

Artikel 3. Langdurig laag inkomen

  • 1. Een persoon heeft een langdurig laag inkomen als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm:

  • 2. De toepasselijke bijstandsnorm bedraagt voor toepassing van lid 1;

    • a.

      voor gehuwden de norm genoemd in artikel 21 onder b van de wet (exclusief de vakantietoeslag);

    • b.

      voor alleenstaande ouder 90% van de norm genoemd in artikel 21 onder b van de wet (exclusief de vakantietoeslag);

    • c.

      voor alleenstaande 70% van de norm genoemd in artikel 21 onder b van de wet (exclusief de vakantietoeslag).

  • 3. In afwijking van het eerste lid wordt het percentage verhoogd, gedurende maximaal 24 maanden, naar 130% van de toepasselijke bijstandsnorm indien een persoon met een eerder vastgesteld recht op individuele inkomenstoeslag werk heeft aanvaard waardoor het recht op bijstand is beëindigd. Dit geldt voor PW-gerechtigden en voor inwoners met IOAW en IOAZ.

  • 4. In afwijking van het eerste lid wordt de individuele inkomenstoeslag niet toegekend indien er uitzicht is op inkomensverbetering. Uitzicht op inkomensverbetering wordt in elk geval verondersteld ten aanzien van de belanghebbende die op de peildatum voldoet aan de voorwaarde dat een belanghebbende onderwijs volgt waarvoor aanspraak bestaat op studiefinanciering ontvangt op grond van de WSF of een studiekostenvergoeding op grond van de WTOS, met uitzondering van studenten met minderjarige kinderen.

Artikel 4. Hoogte individuele inkomenstoeslag

  • 1. De individuele inkomenstoeslag wordt gebaseerd op de bijstandsnorm per 1 januari van het betreffende kalenderjaar en bedraagt afgerond op hele euro’s:

    • a.

      Voor gehuwden; 38% van de bijstandsnorm genoemd in artikel 21 onder b van de wet;

    • b.

      Voor een alleenstaande ouder; 38% van 90% van de bijstandsnorm genoemd in artikel 21 onder b van de wet;

    • c.

      Voor een alleenstaande; 38% van 70% van bijstandsnorm genoemd in artikel 21 onder b van de wet:

  • 2. Als één van de gehuwden is uitgesloten van het recht op individuele inkomenstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid, van de Participatiewet, komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

  • 3. Voor toepassing van het eerste en tweede lid is de situatie op de peildatum bepalend.

Artikel 5. Intrekken en terugvorderen

  • 1. Heeft de ontvanger van een bijdrage onjuiste of onvolledige gegevens verstrekt bij zijn aanvraag, en is de individuele inkomenstoeslag hierdoor ten onrechte toegekend, dan kan het college het toekenningsbesluit intrekken.

  • 2. Heeft het college een toekenningsbeschikking ingetrokken, dan kan de bijdrage die op grond van deze beschikking is uitbetaald door het college worden teruggevorderd, tot een jaar na datum van deze beschikking.

Artikel 6. Nadere uitvoeringsregels en aanpassing bedragen

  • 1. Het college kan bij uitvoeringsbesluit nadere regels stellen in het belang van een zorgvuldige uitvoering van deze verordening.

  • 2. Het college kan de bedragen, benoemd in artikel 4, eerste lid, sub d en e, jaarlijks aanpassen.

Artikel 7. Hardheidsclausule

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 8. Intrekking

  • 1. De Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Asten 2015 wordt ingetrokken per datum inwerkingtreding onderhavige verordening.

  • 2. Besluiten, genomen krachtens de eerdere Verordeningen individuele inkomenstoeslag gemeente Asten 2015 en die gelden op het moment van inwerkingtreding van deze Verordening blijven van kracht tot aan het moment dat zij van rechtswege vervallen, worden ingetrokken of beëindigd. Er wordt geen individuele inkomenstoeslag teruggevorderd of nabetaald.

Artikel 9. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024

Artikel 10. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Asten 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Asten

van 31 oktober 2023.

De raad voornoemd,

griffier,

mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans

voorzitter,

A.A.H.C.M van Extel-van Katwijk