Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder, houdende regels over de terug- en invordering van bedrijfskapitaal Tozo (Beleidsregel terug- en invordering bedrijfskapitaal Tozo)

Geldend van 06-12-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2022

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder, houdende regels over de terug- en invordering van bedrijfskapitaal Tozo (Beleidsregel terug- en invordering bedrijfskapitaal Tozo)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder;

gelet op de artikelen;

  • -

    artikel 17, 58, 59, 60 en 62f onderdeel b van de Participatiewet (Pw);

  • -

    artikel 16 van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers(Tozo);

  • -

    titel 4.3 en art. 4:81, 4:94 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat:

  • de Tozo een bijzondere, tijdelijke regeling is ten behoeve van zelfstandig ondernemers die financieel getroffen zijn door de coronacrisis;

  • het bedrijfskapitaal Tozo in de vorm van een geldlening wordt verstrekt en daaraan voorwaarden zijn verbonden;

  • het belangrijk is om:

    • °

      de zelfstandige te ondersteunen als dit nodig is;

    • °

      de betalingsverplichtingen te laten nakomen zodra dit vereist en mogelijk is;

    • °

      een betalingsregeling te treffen als dit grotere problemen dan wel faillissement kan voorkomen; en

    • °

      het bedrijfskapitaal Tozo terug te vorderen als niet aan de verplichtingen wordt voldaan;

  • het wenselijk is om in aanvulling op de beleidsregels Terug- en invordering Participatiewet en invordering boetes uniforme regelgeving voor de terugvordering en invordering van het bedrijfskapitaal Tozo vast te leggen;

besluit:

de volgende beleidsregel vast te stellen.

Beleidsregels terug- en invordering bedrijfskapitaal Tozo

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    Pw: Participatiewet;

  • c.

    Tozo: Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder;

  • e.

    bedrijfskapitaal: bijstand in de vorm van een rentedragende geldlening op grond van de Tozo van in totaal maximaal € 10.157,00;

  • f.

    zelfstandige: de rechthebbende volgens artikel 1 van de Tozo.

Artikel 2 Bevoegdheid tot terugvordering bedrijfskapitaal

Het college maakt gebruik van de bevoegdheid tot het terugvorderen van het bedrijfskapitaal op grond van de artikelen 58 lid 2, 59 en 60 van de Pw.

Artikel 3 Opeisbaar stellen bedrijfskapitaal

  • 1. Wanneer de zelfstandige niet aan de rente- en aflossingsverplichtingen voldoet, dan neemt het college eerst contact op met de zelfstandige om te komen tot een nieuwe afspraak.

  • 2. Het college merkt de lening bedrijfskapitaal als direct opeisbaar aan en gaat tot terugvordering van de (nog) openstaande lening plus achterstallige rente over wanneer:

    • a.

      de zelfstandige geen verdere medewerking verleent om aan zijn rente- en aflossingsverplichtingen te voldoen dan wel niet meewerkt aan het gestelde onder het eerste lid;

    • b.

      de zelfstandige zijn bedrijf of beroep geheel of gedeeltelijk overdraagt of beëindigt;

    • c.

      er sprake is van surseance van betaling of faillissement van de zelfstandige, van één van de vennoten of leden, waarmee het bedrijf of zelfstandig beroep in een samenwerkingsverband wordt uitgeoefend, of van de rechtspersoon;

    • d.

      er sprake is van curatele van de zelfstandige, of bij onderbewindstelling van het vermogen van de zelfstandige en/of het bedrijf;

    • e.

      de zelfstandige het bedrijfskapitaal niet besteedt aan de overeengekomen bestemming;

    • f.

      de zelfstandige komt te overlijden.

  • 3.

  • 4. Als sprake is van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de rente,- en aflossingsverplichtingen, betaalt de zelfstandige over de achterstallige rente- en aflossingsbedragen de wettelijke rente.

  • 5. Terug- en invordering vindt plaats bij de zelfstandige en/of diens partner, als deze partner bij de bijstand is inbegrepen.

Hoofdstuk 2 Invordering en betalingsverplichting

Artikel 4 Aflossingscapaciteit en betalingsregeling

Het college geeft de zelfstandige wanneer de vordering, bestaande uit de rentedragende geldlening plus achterstallige rente, direct opeisbaar is geworden, een termijn van 6 weken om het volledige openstaande bedrag te voldoen.

Indien voldoening ineens niet mogelijk is, dan biedt het college de zelfstandige de mogelijkheid om een betalingsregeling te treffen waarbij de rekenmodule beslagvrije voet als leidraad dient.

Artikel 5 Mogelijkheden tot wijziging van een betalingsverplichting

  • 1. Het college wijzigt op verzoek van de zelfstandige de eerder vastgestelde betalingsverplichting als dit naar het oordeel van het college redelijk is in verband met wijzigingen in de (financiële) situatie van de zelfstandige met als doel dat de zelfstandige de vordering via minnelijke weg blijft betalen.

  • 2. Het college wijzigt de betalingsverplichting wanneer uit een draagkrachtonderzoek blijkt dat de zelfstandige over onvoldoende draagkracht beschikt, of als daarmee wordt bereikt dat de zelfstandige de vordering via minnelijke weg blijft betalen.

  • 3. Het college voert jaarlijks of op basis van signalen onderzoek uit naar mogelijk gewijzigde financiële omstandigheden.

Artikel 6 Uitstel van betaling

  • 1. Het college verleent op schriftelijk verzoek van de zelfstandige uitstel van de betalingsverplichting voor de duur van maximaal 12 maanden, indien de (financiële) omstandigheden daartoe aanleiding geven en de zelfstandige dit onderbouwt met bewijsstukken.

  • 2. Het college stemt zonder onderzoek in met een verzoek tot uitstel van betaling als:

    • a.

      aan de zelfstandige in de periode van 12 maanden voor het verzoek niet eerder een uitstel van betaling is toegekend en het verzoek om uitstel niet meer dan 3 maanden omvat;

    • b.

      Corona-maatregelen op grond van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 dan wel lokale Corona-maatregelen van kracht zijn en deze direct van invloed zijn op de omzet van het bedrijf/beroep van de zelfstandige. Het uitstel wordt dan verleend voor de duur van deze maatregelen.

  • 3. Het college trekt het besluit tot uitstel van betaling in wanneer:

    • a.

      op een later tijdstip blijkt dat de zelfstandige onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en op basis van de juiste of volledige gegevens een ander besluit zou zijn genomen; en/of

    • b.

      de gronden voor verlening van het uitstel als bedoeld in het eerste lid zijn komen te vervallen.

Artikel 7 Niet of niet meer voldoen aan de betalingsverplichting

  • 1. Als de zelfstandige na terugvordering van het bedrijfskapitaal niet bereid is een betalingsregeling te treffen of een eerder opgelegde betalingsverplichting niet meer nakomt, kan het college invorderen bij dwangbevel. Het college beoordeelt of de vordering dan ter verdere incasso wordt overgedragen aan de gerechtsdeurwaarder.

  • 2. Bij inschakeling van een gerechtsdeurwaarder betaalt de zelfstandige de in rekening te brengen incassokosten.

Hoofdstuk 3 Afzien van (verdere) invordering

Artikel 8 Afzien van verdere invordering

  • 1. Het college kan ambtshalve van (verdere) invordering afzien als de zelfstandige:

    • a.

      gedurende 24 achtereenvolgende maanden geen betalingen meer heeft verricht en niet aannemelijk is dat de zelfstandige deze binnen de komende drie jaar zal gaan verrichten;

    • b.

      gedurende 12 achtereenvolgende maanden geen betalingen heeft verricht en de openstaande vordering minder bedraagt dan € 250,00.

  • 2. Als daarvoor dringende redenen aanwezig zijn kan de gemeente, in afwijking van het eerste lid, besluiten geheel of gedeeltelijk van invordering af te zien.

Artikel 9 Kwijtschelding van de vordering in verband met een schuldregeling

  • 1. Het college verleent, onverlet het gestelde in artikel 4:94a Awb, kwijtschelding van de vordering en op de vordering betrekking hebbende invorderingskosten als:

    • a.

      redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening met betrekking tot alle vorderingen van de overige schuldeisers zonder kwijtschelding van de Tozo-vordering niet tot stand zal komen; en

    • b.

      de vordering ten minste zal worden voldaan naar evenredigheid met de vorderingen van de schuldeisers van gelijke rang.

  • 2. De gemeente trekt het besluit om mee te werken aan een schuldregeling in als:

    • a.

      niet binnen 12 maanden nadat dat besluit is bekendgemaakt, een schuldregeling tot stand is gekomen;

    • b.

      de zelfstandige de aan de schuldregeling verbonden verplichtingen ondanks waarschuwing blijft schenden; of

    • c.

      op een later tijdstip blijkt dat onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en op basis van de juiste of volledige gegevens een ander besluit zou zijn genomen.

Hoofstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking in het elektronisch Gemeenteblad en werken terug tot en met 1 januari 2022.

Artikel 11 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als Beleidsregels terug- en invordering bedrijfskapitaal Tozo gemeente Den Helder.

Ondertekening

Aldus besloten in de collegevergadering van 28 november 2023,

burgemeester,

J. (Jan) de Boer

secretaris,

M. (Marc) Pothast