Verordening marktgelden Roermond 2024

Geldend van 13-12-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening marktgelden Roermond 2024

De raad van de gemeente Roermond,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 oktober 2023,

gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, onderdelen a en b van de Gemeentewet

besluit vast te stellen:

de ‘verordening op de heffing en invordering van marktgelden Roermond 2024’

(verordening marktgelden Roermond 2024)

Artikel 1 Belastbaar feit

  • a. Onder de naam ‘marktgeld’ wordt een recht geheven voor het gebruik en genot van standplaatsen, met de daarbij behorende voorzieningen, op marktterreinen gedurende de tijden voor de markten bestemd.

  • b. Onder de naam ‘marktpromotiegeld’ worden rechten geheven voor reclame- en promotieactiviteiten in samenwerking met de marktkooplieden.

Artikel 2 Definities

  • a. marktterreinen: pleinen, straten en wegen, die door het college van burgemeester en wethouders zijn aangewezen voor het houden van markten.

  • b. vaste standplaats: een standplaats die door het college van burgemeester en wethouders wordt toegewezen voor een jaar.

  • c. losse standplaats: een standplaats die door het college van burgemeester en wethouders per marktdag wordt toegewezen.

  • d. organisatie zonder winstoogmerk: een organisatie of daarmee gelijk te stellen instelling met ideële motieven, die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale, liefdadige, godsdienstige, politieke, sportieve of culturele aard, of tot bevordering van het algemeen belang waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is degene aan wie een standplaats op een marktterrein is toegewezen, of degene die in zijn plaats optreedt.

Artikel 4 Tarieven

 
 

2024

1.

Het marktgeld bedraagt voor het innemen van een losse standplaats of gedeelte daarvan

€ 1,10 per m²

  • -

    met een minimum van

€ 13,40

2.

Het marktgeld bedraagt voor het innemen van een vaste standplaats op één marktdag of gedeelte daarvan gedurende een tijdvak van:

  • a.

    een kwartaal

€ 14,82 per m²

  • met een minimum van

€ 118,51

  • b.

    een halfjaar

€ 29,61 per m²

  • met een minimum van

€ 237,01

  • c.

    een jaar

€ 59,26 per m²

  • met een minimum van

€ 474,02

3.

Het 'marktpromotiegeld' geldt voor de warenmarkten in Roermond en bedraagt:

3.1.

Per standplaats

€ 35,10* per kwartaal

3.2.

Per standwerkplaats

€ 2,93* per dag

4.

Voor het gebruik van door de gemeente beschikbaar gestelde elektriciteit op de weekmarkt bedraagt het recht per standplaats per dag of gedeelte daarvan:

4.1.

Tot een vermogen van 250 watt

€ 1,29*

4.2.

Tot een vermogen van 251 watt tot 500 watt

€ 1,74*

4.3.

Tot een vermogen van 501 watt tot 750 watt

€ 1,85*

4.4.

Tot een vermogen van 751 watt tot 1.000 watt;

Laatstgenoemd bedrag wordt verhoogd met € 0,25* voor elk gebruik van 250 watt per marktdag of gedeelte daarvan boven een gebruik van 1.000 watt

€ 2,03*

5.

Voor de markt in de wijk Swalmen bedraagt het marktgeld

per marktdag, per strekkende meter in gebruik genomen ruimte:

  • a.

    bij een diepte tot en met drie meter:

€ 1,43

  • b.

    bij een diepte van meer dan drie meter:

€ 2,87

* deze tarieven zijn exclusief verschuldigde omzetbelasting

Artikel 5 Heffingstijdvakken voor vaste standplaatshouders

  • 1. Het marktgeld van de vaste standplaatshouders wordt geheven over een heffingstijdvak van een kwartaal, een halfjaar of een jaar en naar de daarbij in het tweede lid van artikel 4 vermelde tarieven.

  • 2. De keuze van het heffingstijdvak berust bij de belastingplichtige, die deze keuze ten minste drie weken voor de aanvang van het door hem gewenste heffingstijdvak schriftelijk aan de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar moet mededelen.

  • 3. In het geval de mededeling bedoeld in het tweede lid van dit artikel niet of niet tijdig wordt gedaan, wordt het marktgeld over een heffingstijdvak van een kwartaal geheven.

  • 4. Een eerder gekozen heffingstijdvak kan door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar worden gewijzigd in een ander tijdvak, mits de belastingplichtige hiervoor schriftelijk en tenminste drie weken vóór de aanvang van het nieuwe heffingstijdvak een aanvraag indient.

  • 5. Indien de belastingplicht van een vaste standplaatshouder in de loop van een heffingstijdvak aanvangt, wordt in afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel het marktgeld in dat tijdvak geheven naar de tarieven als vermeld in het eerste lid van artikel 4.

  • 6. Het marktgeld voor de markt in de wijk Swalmen wordt geheven over een heffingstijdvak van een kwartaal en naar de daarbij in het derde lid van artikel 4 vermelde tarieven.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. Het marktgeld vermeld in het eerste lid van artikel 4 is verschuldigd op het tijdstip waarop de standplaats wordt ingenomen.

  • 2. Het marktgeld vermeld in het tweede, derde, vierde en vijfde lid van artikel 4 is verschuldigd bij de aanvang van een heffingstijdvak.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. Het marktgeld vermeld in het eerste lid van artikel 4 wordt geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

  • 2. Het marktgeld vermeld in het tweede, derde, vierde en vijfde lid van artikel 4 wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de marktgelden worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 7, eerste lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval an toezending daarvan, binnen 1 maand na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag zoals bedoeld in artikel 7, tweede lid worden betaald in één termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de aanslag is vermeld,.

  • 3. Betaling van de termijn zoals bedoeld in het tweede lid is mogelijk via automatische incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de uitvoeringsregeling automatische incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 9 Ontheffing

Indien de belastingplicht van een vaste standplaatshouder in de loop van een heffingstijdvak eindigt, wordt ontheffing verleend van het voor dat tijdvak berekende marktgeld naar rato van het aantal marktdagen dat na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht in dat tijdvak overblijft en rekening houdend met het totaal aantal marktdagen in dat tijdvak.

Artikel 10 Vrijstellingen

Marktgelden worden niet geheven ter zake van het innemen van een losse standplaats voor het houden van niet commerciële activiteiten door organisatíes zonder winstoogmerk.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend

Artikel 12 Overgangsrecht

De ‘Verordening marktgelden 2023’ van 15 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘verordening marktgelden Roermond 2024’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 november 2023.

De griffier, J. Vervuurt

De voorzitter, Y.F.W. Hoogtanders