Verordening afvalstoffenheffing Roermond 2024

Geldend van 13-12-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening afvalstoffenheffing Roermond 2024

De raad van de gemeente Roermond,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 oktober 2023,

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

besluit vast te stellen de volgende verordening :

‘Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing Roermond 2024’

(Verordening afvalstoffenheffing Roermond 2024)

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet Milieubeheer.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Voorwerp van de belasting

  • 1. Voorwerp van de belasting is een perceel.

  • 2. Als perceel wordt aangemerkt:

    • a.

      de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;

    • c.

      een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • d.

      een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren.

    • e.

      het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

Artikel 4 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De belasting, bedoeld in hoofdstuk I, artikelen 1.1 tot en met 1.6, van de tarieventabel, wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De belasting, bedoeld in hoofdstuk I, artikelen 1.8 en 1.9 en hoofdstuk II, artikelen 2.1 tot en met 2.6 van de tarieventabel, wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat voor de belasting aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. In afwijking van het gestelde in de voorgaande leden is de belasting, bedoeld in hoofdstuk I artikelen 1.8 en 1.9 en in hoofdstuk II van de tarieventabel, verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

  • 5. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 6. Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

  • 7. Voor de toepassing van het vorige lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat en het bedrag daarvan niet hoger is dan € 20.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste tien bedraagt.

  • 3. De op grond van hoofdstuk I, artikelen 1.8 en 1.9 van de tarieventabel, geheven belastingen moeten worden betaald:

    • a.

      ingeval van uitreiking van de kennisgeving: op het tijdstip van uitreiking

    • b.

      ingeval van de toezending van de kennisgeving: binnen 14 dagen na de dagtekening

  • 4. Betaling van de termijnen zoals bedoeld in de leden 1 en 2 is mogelijk via automatische incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregel automatische incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).

  • 5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van afvalstoffenheffing is kwijtschelding mogelijk. De nadere uitwerking is vastgelegd in de Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen van de gemeente Roermond.

Artikel 11 Overgangsrecht

De ‘verordening afvalstoffenheffing 2023’ van 15 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘verordening afvalstoffenheffing Roermond 2024’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 november 2023.

De griffier, J. Vervuurt

De voorzitter, Y.F.W. Hoogtanders

Tarieventabel behorende bij de ‘verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing Roermond 2024’

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk I. Maatstavenentarievenafvalstoffenheffing

 
 

2024

1.1

Vastrecht voor het in bruikleen hebben van een set afvalcontainers / een set emmers / verzamelcontainer(s)

€ 298,40

1.2 

voor het in bruikleen hebben van een 2e afvalcontainer (huishoudelijke gft- en/of restafvalcontainer)

€ 283,23

1.3 

voor een extra, tweede emmer van 25 liter bestemd voor gft-afval

Gratis

1.4 

voor elke volgende emmer van 25 liter bestemd voor gft-afval

€ 42,49

1.5 

voor een extra, tweede emmer van 40 liter, bestemd voor restafval

Gratis

1.6 

voor elke volgende emmer van 40 liter bestemd voor restafval

€ 75,27

1.7 

In afwijking van het bepaalde in lid 1.4 en in lid 1.6 kan, op schriftelijk verzoek bij percelen waarbij op ruimtelijke dan wel fysieke gronden op het perceel geen afvalcontainer ter beschikking kan worden gesteld, gratis een 3e gft- en/of restafvalemmer ter beschikking worden gesteld.

 

1.8

Aan huis ophalen van grof huishoudelijk afval:

  • -

    per aanbieding tot en met 3 m³, per m³ of gedeelte daarvan

  • -

    voor elke m³ of een gedeelte daarvan, meer dan 3 m³

Aan huis ophalen van grof tuinafval:

  • -

    per aanbieding

€ 11,90

€ 29,60

€ 8,80

1.9

Overige tarieven

 

1.9.1

Op aanvraag omwisselen van formaat afvalcontainer:

  • -

    containerwissel op aanvraag van 140 liter naar 240 liter (of andersom):

  • -

    containerwissel op aanvraag van afvalemmers naar afvalcontainers (of andersom):

  • -

    bij verhuizing containerwissel op basis van gezinssamenstelling (ter inschatting van gemeente)

€ 40,00

€ 40,00

gratis

1.9.2

verstrekken van een nieuwe emmer per keer (*)

€ 58,90

1.9.3

verstrekken van een nieuwe sleutelhanger ondergrondse containers per keer (*)

€ 22,15

1.9.4

verstrekken van een nieuwe afvalcontainer per keer (*)

€ 88,40

 

(*) Vorenstaand tarief geldt uitsluitend in geval van vermissing / diefstal, beschadiging of vernietiging van het vorige inzamelmiddel, milieupas/druppel, indien dit te wijten is aan onzorgvuldig handelen van de gebruiker.

 

Hoofdstuk IITarievenmilieupark

 

Voor het aanbieden van:

2024

2.1

grof huishoudelijk afval (1)

  • a)

    1e t/m 3e aanbieding

  • b)

    elke volgende aanbieding

Gratis

€ 11,10

2.2

ongesorteerd grof huishoudelijk afval

€ 29,85*

2.3

huishoudelijk restafval (2)

€ 29,85*

2.4

afval in ondoorzichtige zakken

€ 29,85*

2.5

Grof tuinafval

Gratis

2.6

Als door overlijden een woning leeg komt te staan, kunnen nabestaanden onder een aantal voorwaarden afval afvoeren van dit adres.

  • Tarieven: grof huishoudelijk afval (1) incl. grof tuinafval per aanbieding en de tarieven volgens artikel 2.2 t/m 2.4

  • Om toegang tot de milieuparken te krijgen dient toestemming te worden gegeven door de gemeente en dienen bewijsstukken (bijv. overlijdensakte) te worden overgelegd.

€ 11,10

(*) per m³ of een gedeelte daarvan

  • 1)

    Onder grof huishoudelijk afval wordt verstaan:

    • o

      'afgedankte huisraad’ (niet meer geschikt voor hergebruik in de kringloopwinkel);

    • o

      schoon puin (betonpuin, steenpuin en dakpannen), vuil puin (ongesorteerd bouw- en sloopafval), hout, zand en /of grond, autobanden en grof huishoudelijk restafval.

  • 2)

    Onder huishoudelijk restafval wordt verstaan:

    • o

      afval dat eigenlijk in de restafvalcontainer thuishoort.