Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR705337
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR705337/2
Legesverordening Venlo 2024
Geldend van 01-01-2024 t/m heden
Intitulé
Legesverordening Venlo 2024De raad van de gemeente Venlo;
gelezen het voorstel van het college van 3 oktober 2023, registratienummer 83295;
gelet op artikel 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
besluit vast te stellen:
De Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024
(Legesverordening 2024)
Artikel 1 Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
week: een aaneengesloten periode van 7 dagen;
- c.
maand: het tijdvak dat loopt van n de dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de n de dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1) de dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
jaar: het tijdvak dat loopt van de (n)de dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)de dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;
- f.
APV Venlo: Algemene plaatselijke verordening Venlo.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit of;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag of;
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan of waarvoor handelingen zijn verricht ten behoeve van een aanvraag van een document.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- 1.
het afgeven van een verklaring als bedoeld in artikel 25 van de Wet op de Rechtsbijstand;
- 2.
het afgeven van beschikkingen op verzoek- en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen;
- 3.
het afgeven van beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissingen op een aanvraag om subsidie uit de gemeentekas;
- 4.
het afgeven van beschikkingen of afschriften daarvan, rakende de rechtspositie van gemeentepersoneel of de dienstverrichtingen aan de gemeente door derden;
- 5.
het afgeven van beschikkingen of afschriften daarvan op verzoeken ter zake van bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand en andere uitkeringen in het persoonlijke belang van de uitkeringsgerechtigden;
- 6.
het afgeven van stukken, nodig voor ontvangst van loon of bezoldiging uit arbeidsverhouding of dienstverband in Nederland;
- 7.
diensten waarvan de kosten op basis van afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald.
Artikel 5 Tarieven
- 1.
De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende Tarieventabel en de bij deze verordening behorende “Normprijzen bouwwerken 2023”. En volgens de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012).
- 2.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 8 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
- a.
Voor enkele producten dient vooraf betaald te worden, bijvoorbeeld een uittreksel basisregistratie personen. Het product wordt na betaling toegezonden.
- 2.
Indien de leges niet op het in het 1e lid genoemde tijdstip kunnen worden vastgesteld moeten deze, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, worden betaald, indien het betreft:
- a.
de afgifte van een stuk of het verstrekken van inlichtingen, op het tijdstip waarop het stuk wordt afgegeven onderscheidenlijk die inlichtingen worden verstrekt;
- b.
de afgifte van een vergunning, ter zake waarvan het bedrag van de verschuldigde leges wordt berekend in verhouding tot een begroting van kosten, binnen 8 dagen na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.
- a.
- 3.
In de in het tweede lid genoemde gevallen kan het college van burgemeester en wethouders vorderen, dat ter voldoening van de verschuldigde leges een voorlopig gevorderd bedrag wordt betaald.
- 4.
Het voorlopig gevorderde bedrag wordt in mindering gebracht op het vastgestelde bedrag van de verschuldigde leges.
- 5.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de termijnen van dit artikel.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet, dan wel ambtshalve. Een en ander overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
- i.
paragraaf 1.2 (reisdocumenten);
- ii.
paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
- iii.
artikel 1.4.5 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);
- iv.
artikel 1.9.3 (verklaring omtrent het gedrag);
- v.
paragraaf 1.11 (naturalisatie);
- vi.
paragraaf 1.16 (kansspelen);
- i.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
- 1.
De “Legesverordening 2023” vastgesteld bij raadsbesluit van 4 november 2022, nadien gewijzigd, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare zaken die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Artikel 11 lid 1 sub b van de “Legesverordening 2023” vastgesteld bij raadsbesluit van 4 november 2022, nadien gewijzigd, van toepassing blijft op de daarin genoemde belastbare feiten die zich voor de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet voordoen.
- 3.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
- 3.
De in de tarieventabel, hoofdstuk 2 van deze verordening en in artikel 5 genoemde Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 zijn bekend gemaakt in Staatscourant 2012, 1567 (UAV 2012, Stct. 2012, 1567).
Artikel 13 Citeerartikel
Deze verordening wordt aangehaald als “Legesverordening 2024”.
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare vergadering van 3 november 2023.
De griffier, De voorzitter
Geert van Soest, Antoin Scholten
Bijlage Tarieventabel Legesverordening 2024
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Paragraaf 1 Burgerlijke stand
1.1.1 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op een andere tijd en wijze dan op grond van artikel 4 van de wet van 23 april 1879 Stb. Nr 72 (Legeswet 1879) of zoals deze laatstelijk is gewijzigd, voor kosteloze voltrekking, is bepaald. Indien het gaat om een locatie, niet in eigendom van de gemeente Venlo, dient aanvullend voor de locatie rechtstreeks aan de gebruiker of ondernemer een mogelijke vergoeding te worden betaald. In geval de locatie in eigendom is van de gemeente Venlo is het gebruik van de locatie reeds inbegrepen. |
|
|
1.1.1.1 |
Gemeentelijke huwelijkslocaties (Stadhuis Venlo) op: |
|
|
1.1.1.1.1 |
maandag tot en met vrijdag (geen algemeen erkende feestdag) |
€ |
551,00 |
1.1.1.1.2 |
zaterdag (geen algemeen erkende feestdag) |
€ |
953,00 |
1.1.1.1.3 |
zondag of een algemeen erkende feestdag |
€ |
1.192,00 |
1.1.1.1.4 |
Stadskantoor dinsdagmorgen tussen 9.00 en 10.00 uur |
€ |
185,00 |
1.1.1.1.5 |
Stadskantoor maandagmorgen tussen 9.00 en 10.00 uur |
|
gratis |
|
|
|
|
1.1.1.2 |
Door de gemeente aangewezen locaties, anders dan onder 1.1.1.1 genoemd, niet zijnde een bouwwerk met een woonfunctie, op aanvraag en in overleg met de exploitant, dan wel de agendabeheerder: |
|
|
1.1.1.2.1 |
maandag tot en met vrijdag (geen algemeen erkende feestdag) |
€ |
298,00 |
1.1.1.2.2 |
zaterdag (geen algemeen erkende feestdag) |
€ |
700,00 |
1.1.1.2.3 |
zondag of een algemeen erkende feestdag |
€ |
947,00 |
|
|
|
|
1.1.1.3 |
Door de gemeente aangewezen locaties, anders dan onder 1.1.1.1 genoemd, zijnde een bouwwerk met een woonfunctie, op: |
|
|
1.1.1.3.1 |
maandag tot en met vrijdag (geen algemeen erkende feestdag) |
€ |
551,00 |
1.1.1.3.2 |
zaterdag (geen algemeen erkende feestdag) |
€ |
953,00 |
1.1.1.3.3 |
zondag of een algemeen erkende feestdag |
€ |
1.192,00 |
|
|
|
|
1.1.1.4 |
In een bijzonder huis ingevolge art. 64 Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek |
€ |
289,00 |
|
|
|
|
1.1.1.5 |
Een trouwboekje of een partnerschapsboekje |
€ |
38,95 |
|
|
|
|
1.1.1.6 |
Als de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, ongeacht de oorzaak schriftelijk wordt geannuleerd, worden voor de verrichte werkzaamheden leges in rekening gebracht. Dit artikel geldt ook voor de kosteloze voltrekking. |
|
|
|
|
|
|
1.1.1.6.1 |
Tot twee weken voor de huwelijks- of registratiedatum worden de betaalde leges gerestitueerd, verminderd met een bedrag van |
€ |
75,00 |
1.1.1.6.2 |
Binnen twee weken voor de huwelijks- of registratiedatum worden betaalde de leges gerestitueerd, verminderd met een bedrag van |
€ |
100,00 |
|
|
|
|
1.1.1.7 |
Bij het annuleren op de dag van de voltrekking of registratie óf het niet verschijnen bij een kosteloze voltrekking of registratie, worden voor de verrichte werkzaamheden leges in rekening gebracht |
€ |
100,00 |
|
|
|
|
1.1.1.8 |
Bij het annuleren op de dag van de voltrekking of registratie óf het niet verschijnen, bij een reeds betaald huwelijk, vindt geen restitutie plaats van de reeds betaalde leges en worden geen extra leges in rekening gebracht |
|
|
Paragraaf 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
1.2 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.2.1 |
tot het aan ingezetenen verstrekken van een nationaal paspoort of zakenpaspoort, of ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort) bedraagt: |
|
|
1.2.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
83,85 |
1.2.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
63,40 |
|
|
|
|
1.2.2 |
tot het verstrekken van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen (ingezetenen) |
€ |
63,40 |
|
|
|
|
1.2.3 |
tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (ingezetenen): |
|
|
1.2.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
75,80 |
1.2.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
40,90 |
1.2.3.3 |
van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon |
€ |
36,90 |
|
|
|
|
1.2.4 |
voor een spoedlevering van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.3 genoemd document, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van |
€ |
57,05 |
|
|
|
|
1.2.5 |
tot het ten behoeve van Nederlanders die niet in Nederland woonachtig zijn (niet-ingezetenen): |
|
|
1.2.5.1 |
verstrekken van een nationaal paspoort of zakenpaspoort, of ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort) bedraagt: |
|
|
1.2.5.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
126,40 |
1.2.5.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
105,95 |
1.2.5.2 |
voor het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
|
1.2.5.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
121,95 |
1.2.5.2.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
87,00 |
1.2.5.2.3 |
van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon |
€ |
87,05 |
|
|
|
|
1.2.6 |
voor het bezorgen van een of meerdere reisdocument(en) in het buitenland aan niet-ingezetene(n), voor zover deze service aangeboden wordt in het postcodegebied, op het gewenste adres: |
|
|
1.2.6.1 |
voor het eerste reisdocument, per adres |
€ |
30,00 |
1.2.6.2 |
voor het tweede en volgende reisdocument, per adres, per reisdocument |
€ |
10,35 |
|
|
|
|
1.2.7 |
voor het bezorgen van een of meerdere reisdocument(en) in Nederland, aangeboden op het gewenste adres per reisdocument |
€ |
18,00 |
Paragraaf 3 Rijbewijzen
1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
€ |
51,10 |
|
|
|
|
1.3.2 |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met |
€ |
39,65 |
|
|
|
|
1.3.3 |
Het tarief voor een gezondheidsverklaring bedraagt |
€ |
54,65 |
|
|
|
|
1.3.4 |
Indien documenten als vermeld onder 1.3.1 aangetekend per post worden verstuurd, wordt het in rekening te brengen legesbedrag, verhoogd met de kosten (conform tarief PostNL) voor het aangetekend verzenden |
|
Paragraaf 4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen
1.4.1 |
Voor de toepassing van deze paragraaf wordt onder één verstrekking verstaan: verstrekking van één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd |
|
|
|
|
|
|
1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar, aanvangende met de dag van ingang: |
|
|
|
|
|
|
1.4.2.1 |
|
€ |
439,00 |
1.4.2.2 |
|
€ |
1.855,00 |
|
|
|
|
1.4.3 |
Indien de verstrekkingen worden gevraagd ten behoeve van opinie onderzoeken of bevolkingsenquêtes op grote schaal zijn de onder 1.4.2 vermelde tarieven van toepassing |
|
|
|
|
|
|
1.4.4 |
Het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een uittreksel uit de basisregistratie personen |
€ |
16,85 |
|
|
|
|
1.4.5 |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van de gegevens als bedoeld in artikel 17, tweede lid van het Besluit basisregistratie personen |
€ |
7,50 |
|
|
|
|
1.4.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van een uittreksel uit het Register niet-ingezetenen (RNI) |
€ |
16,85 |
|
|
|
|
1.4.7 |
Het verstrekken van een persoonslijst als bedoeld in artikel 2.55, derde lid Wet Basisregistratie Personen |
€ |
25,40 |
|
|
|
|
1.4.8 |
Voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, per aanvraag van staat van inlichtingen |
€ |
25,40 |
1.4.9 |
Indien documenten/toestemmingen/verklaringen als bedoeld in deze paragraaf per post worden verstuurd dan wel aangetekend per post worden verstuurd, wordt het in rekening te brengen legesbedrag verhoogd met de geldende portokosten, dan wel de kosten voor het aangetekend verzenden (conform tarief PostNL) |
|
|
Paragraaf 5 Gereserveerd
Paragraaf 6 Gereserveerd
Paragraaf 7 Gereserveerd
Paragraaf 8 Vastgoedinformatie
1.8.1 |
Het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van analoge tekeningen, een en ander voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
|
1.8.1.1 |
per afdruk, formaat A4 en A3 |
€ |
16,90 |
1.8.1.2 |
per plot, formaat A2 per kwartier of een gedeelte daarvan |
€ |
25,35 |
1.8.1.3 |
per plot, formaat A1 per kwartier of een gedeelte daarvan |
€ |
25,35 |
1.8.1.4 |
per plot, formaat A0 per kwartier of een gedeelte daarvan |
€ |
25,35 |
1.8.2.1 |
Het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van maatwerk, per kwartier of een gedeelte daarvan |
€ |
25,35 |
Paragraaf 9 Overige publiekszaken
1.9.1 |
Het legaliseren van een handtekening |
€ |
16,85 |
|
|
|
|
1.9.2 |
Het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap |
€ |
16,85 |
|
|
|
|
1.9.3 |
Het aanvragen van een verklaring omtrent het gedrag |
€ |
41,35 |
|
|
|
|
1.9.4 |
Het verkrijgen van een schriftelijke toestemming voor uitstel van begraving of crematie |
€ |
16,85 |
|
|
|
|
1.9.5 |
Het waarmerken van een document, per maximaal vijf pagina’s |
€ |
16,85 |
|
|
|
|
Paragraaf 10 Gemeentearchief
1.10.1 |
Het in behandeling nemen van een vraag tot onderzoek en het verstrekken van informatie, ongeacht het resultaat van het onderzoek, voor ieder daaraan besteed kwartier. |
€ |
29,00 |
|
|
|
|
1.10.2 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: Voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag wordt een begroting van de kosten opgesteld en meegedeeld aan de aanvrager. |
|
|
|
|
|
|
1.10.3.1 |
Voor alle kosten die worden gemaakt voor het terugvragen van niet tijdig terugbezorgde boeken uit de bibliotheek, alsmede voor alle kosten die worden gemaakt voor het herstellen van geconstateerde beschadigingen aan uitgeleende boeken, voor ieder daaraan besteed kwartier. |
€ |
29,00 |
1.10.3.2 |
Het in behandeling nemen van een verzoek tot lenen of uitlenen van archiefbescheiden, als bedoeld in de Archiefwet, voor ieder daaraan besteed kwartier, te vermeerderen met gemaakte materiaalkosten voor verpakking en (porto)kosten voor verzending en transport. Voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag wordt een begroting van de kosten opgesteld en medegedeeld aan de aanvrager. |
€ |
29,00 |
|
|
|
|
1.10.4.1 |
Voor het vervaardigen van een digitaal bestand op aanvraag, op formaat 1.200 dpi via e-mail toegestuurd, per stuk. |
€ |
2,25 |
1.10.4.2 |
Voor het leveren van een digitaal bestand van enig ander document (bijvoorbeeld archiefstukken, audio, video) volgens andere specificaties dan de voorhanden zijnde vorm of het voorhanden zijnde format worden de materiële kosten c.q. de kosten van het uitbesteden van het vervaardigen van het bestand volgens gevraagde specificaties in rekening gebracht. Voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag wordt een begroting van de kosten opgesteld en medegedeeld aan de aanvrager. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1.10.5.1 |
Indien een begroting is opgesteld en meegedeeld aan de aanvrager, zoals genoemd in artikelen 1.10.2, 1.10.3.2 en 1.10.4.2 wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. Bij het aanbieden van de begroting wordt hierop expliciet geattendeerd. |
|
|
1.10.5.2 |
De aanvrager kan eventueel een maximum aan kosten afspreken ongeacht het resultaat. De aanvrager dient dit eveneens voor de vijfde werkdag schriftelijk te laten weten. |
|
|
|
|
|
|
1.10.6 |
Het verzorgen van een rondleiding in het Gemeentearchief per groep van maximaal 16 personen: |
|
|
1.10.6.1 |
tijdens kantooruren |
€ |
115,00 |
1.10.6.2 |
buiten kantooruren |
€ |
187,00 |
Paragraaf 11 Naturalisatie
1.11.1 |
Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het afleggen van een optie ter verkrijging van het Nederlanderschap, alsmede voor de behandeling van een naturalisatieverzoek worden de tarieven geheven conform het op het moment van aanvraag geldend Besluit optie en naturalisatiegelden conform de Rijkswet op het Nederlanderschap |
|
|
1.11.1.1 |
Optie; enkelvoudig (tariefcode A) |
€ |
217,00 |
1.11.1.2 |
Optie; gemeenschappelijk (tariefcode B) |
€ |
370,00 |
1.11.1.3 |
Optie; medeopterende minderjarige (tariefcode C) |
€ |
24,00 |
1.11.1.4 |
Naturalisatie; enkelvoudig; standaard (tariefcode D) |
€ |
1.023,00 |
1.11.1.5 |
Naturalisatie; gemeenschappelijk; standaard (tariefcode E) |
€ |
1.305,00 |
1.11.1.6 |
Naturalisatie; enkelvoudig verlaagd (tariefcode F) |
€ |
760,00 |
1.11.1.7 |
Naturalisatie; gemeenschappelijk; verlaagd (tariefcode G) |
€ |
1.044,00 |
1.11.1.8 |
Naturalisatie; meenaturaliserende minderjarige (tariefcode H) |
€ |
151,00 |
Paragraaf 12 Gereserveerd
Paragraaf 13 Gereserveerd
Paragraaf 14 Gereserveerd
Paragraaf 15 Gereserveerd
Paragraaf 16 Kansspelen
1.16 |
Het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|
|
1.16.1 |
het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
|
1.16.1.1 |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd |
€ |
226,50 |
1.16.1.2 |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat € 226,50 en voor iedere volgende kansspelautomaat € 136,00 |
|
|
1.16.2 |
Het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ |
101,00 |
Paragraaf 17 Kabels en leidingen
1.17.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit of vergunning, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Venlo, omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden: |
|
|
1.17.1.1 |
Indien het betreft tracés tot 250 m¹ |
€ |
463,00 |
1.17.1.2 |
Indien het betreft tracés vanaf 250 m¹ tot 1.500 m¹ |
€ |
565,00 |
1.17.1.3 |
Indien het betreft tracés vanaf 1.500 m¹ tot 5.000 m¹ |
€ |
661,00 |
1.17.1.4 |
Indien het betreft tracés vanaf 5.000 m¹ en meer; Starttarief Per m¹ tracé meer dan 5000 m¹ |
€ € |
661,00 0,13 |
|
|
|
|
1.17.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Venlo, omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden voor tracés tot 10 m¹ |
€ |
92,00 |
|
|
|
|
1.17.3 |
Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de netbeheerder van het netwerk en/of andere netbeheerders of belanghebbenden, wordt het in 1.17.1 genoemde bedrag per overleg verhoogd met |
€ |
404,00 |
Paragraaf 18 Gereserveerd
Paragraaf 19 Verkeer en vervoer
1.19.1 |
Het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 of hoofdstuk 9 van de Regeling Voertuigen: |
|
|
1.19.1.1 |
voor enkelvoudige standaard ontheffingen (één product) voor een periode van bepaalde tijd. Daarbij komen indien van toepassing de kosten voor het gebruik van een parkeerplaats zoals gelden voor het betreffende gebied (parkeerbelastingverordening) of de gebruiksvergoeding voor de openbare ruimte |
€ |
27,93 |
|
|
|
|
1.19.1.2 |
voor project ontheffingen (één of meerdere producten, waarbij het niet om een standaard product gaat) voor een periode van bepaalde tijd. Daarbij komen indien van toepassing de kosten voor het gebruik van een parkeerplaats zoals gelden voor het betreffende gebied (parkeerbelastingverordening) of de gebruiksvergoeding voor de openbare ruimte |
€ |
111,71 |
1.19.1.3 |
voor ontheffingen van het verbod op parkeren voor een inrit per kalenderjaar |
€ |
55,65 |
1.19.1.4 |
ten behoeve van landbouwvoertuigen en motorrijtuigen met beperkte snelheid/terminaltrekkers per kalenderjaar |
€ |
27,93 |
1.19.1.5 |
voor het parkeren binnen de geslotenverklaring binnenstad Venlo worden de Verordening parkeerbelastingen en het Beleid verkeersontheffingen Venlo gehanteerd |
|
|
1.19.1.6 |
voor het verlengen van een enkelvoudige ontheffing. Daarbij komen indien van toepassing de kosten voor het gebruik van een parkeerplaats zoals gelden voor het betreffende gebied (dit is vastgelegd in de parkeerbelastingverordening) of de huurkosten voor de openbare ruimte |
€ |
27,93 |
|
|
|
|
1.19.2 |
Het verkrijgen van een ontheffing op grond van het Beleid verkeersontheffingen Venlo of het verkrijgen van een ontheffing van de maximale parkeerduur in een parkeerschijfzone per kalenderjaar: |
|
|
1.19.2.1 |
voor ontheffingen van de maximale parkeerduur in een parkeerschijfzone per kalenderjaar voor bedrijven in dit gebied |
€ |
27,93 |
1.19.2.2 |
voor bedrijven in een parkeerschijfzone een ontheffing voor 100 dagen extra middels de bezoekersparkeerregeling per kalenderjaar |
€ |
27,93 |
1.19.2.3 |
voor doorlopende ontheffingen van de maximale parkeerduur in een parkeerschijfzone per kalenderjaar jaar voor bewoners van dit gebied |
€ |
27,93 |
1.19.2.4 |
voor bewoners in een parkeerschijfzone een ontheffing voor 100 dagen middels de bezoekersparkeerregeling per kalenderjaar |
€ |
13,97 |
|
|
|
|
1.19.3 |
Het verkrijgen van een ontheffing, als bedoeld in artikel 148 van de Wegenverkeerswet, verbod op wedstrijden op de wegen binnen de gemeente |
€ |
72,44 |
|
|
|
|
1.19.4 |
Het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar ten aanzien van een door de Minister van Infrastructuur en Milieu of Gedeputeerde Staten van Limburg te verlenen vergunning tot het houden van een oriëntatierit |
€ |
27,93 |
|
|
|
|
1.19.5.1 |
Het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart |
€ |
41,90 |
1.19.5.2 |
Het verlengen van een gehandicaptenparkeerkaart |
€ |
27,93 |
|
|
|
|
1.19.6 |
Het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffingen ingevolge hoofdstuk 5, afdeling 1 en afdeling 7 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ |
75,63 |
|
|
|
|
1.19.7 |
Voor het verkrijgen van een verklaring als bedoeld in de door de Minister afgegeven vergunning op grond van de Wet gevaarlijke stoffen ten behoeve van het bezigen van vuurwerk, in samenhang met artikel 2:73 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ |
112,37 |
|
|
|
|
1.19.8 |
Het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring op grond van de Luchtvaartwetgeving |
€ |
104,20 |
|
|
|
|
1.19.9 |
Het afgeven van een kopie ter vervanging van een verloren of beschadigde ontheffing en/of het wijzigen van een op de ontheffing vermeld kenteken |
€ |
27,93 |
|
|
|
|
1.19.10.1 |
Het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gehandicapten- of deelmobiliteitparkeerplaats |
€ |
280,33 |
1.19.10.2 |
Het wijzigen van een kenteken bij een gehandicaptenparkeerplaats |
€ |
27,93 |
Paragraaf 20 Diversen
1.20.1 |
Het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van stukken, afschriften van stukken of kopieën van stukken (inclusief foto kopieën van dossiers bouwvergunningen of omgevingsvergunningen), voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, bij: |
|
|
1.20.1.1 |
per bladzijde of kopie op A4-formaat |
€ |
0,20 |
1.20.1.2 |
per bladzijde of kopie op A3-formaat |
€ |
0,30 |
1.20.1.3 |
1 of meer bladzijden of kopieën, per bladzijde op A0 of A1 of A2 formaat |
€ |
12,40 |
|
|
|
|
1.20.2 |
Het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:18, lid 3 van de Algemene plaatselijke verordening Venlo (kampeerontheffing) |
€ |
101,00 |
|
|
|
|
1.20.3 |
Het in behandeling nemen van een verzoek om toestemming laden of lossen van vuurwerk op voor publiek toegankelijke plaatsen binnen de bebouwde kom als bedoeld in Hoofdstuk 7.5.11 van het Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg. |
€ |
75,00 |
1.20.4 |
Het in behandeling nemen van een aanvraag voor inzage in digitale of analoge bouw-, milieu-, sloop-, omgevingsvergunningendossiers of bodemdossiers, ongeacht het resultaat, per geraadpleegd adres, inclusief digitale toezending van: |
|
|
|
|
|
|
1.20.4.1 |
bescheiden behorende bij één van onderstaande categorieën onherroepelijke dossiers:
|
€ |
30,58 |
|
|
|
|
1.20.4.2 |
bescheiden behorende bij twee of meer van onderstaande categorieën onherroepelijke dossiers:
|
€ |
61,17 |
1.20.4.3 |
idem behorende bij een nog niet onherroepelijke omgevingsvergunning |
|
Gratis |
1.20.4.4 |
Informatieverstrekking over de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen het omgevings- of bestemmingsplan, omgevingsvergunningvrij bouwen, het splitsen van een perceel etc. |
€ |
36,11 |
Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1.1 Definities
- 1.
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
- 2.
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
- 3.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
- -
Omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze onder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan of een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, of een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan.
- -
Binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan.
- -
Binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of een uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet.
- -
Buitenplanse omgevingsplanactiviteit: omgevingsplanactiviteit waarvoor het omgevingsplan een vergunningsplicht bevat en de vergunning in strijd is met het tijdelijk deel van het omgevingsplan en/of in strijd is met de regels van het omgevingsplan.
- -
Wijziging omgevingsplan: aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsplan waarbij de gevraagde wijziging rechtstreeks en in overheersende mate het belang van de aanvrager dient (artikel 22.1 en 22.2 Omgevingswet). Zulke aanvraag valt onder de werking van artikel 16.30, lid 1, van de Omgevingswet.
- -
Besluitgebied: het gebied dat is weergegeven op de verbeelding van het omgevingsplan waar de aanvraag tot het wijzigen van een (deel van het) omgevingsplan op toeziet als bedoeld in het begrip ‘wijziging omgevingsplan’.
- -
- 4.
Bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012; de voorwaarden die bekend zijn gemaakt in Staatscourant 2012, 1567 (UAV 2012, Stct. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk of, voor zover deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, exclusief omzetbelasting. En indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in dit hoofdstuk onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. Deze bouwkosten worden vastgesteld overeenkomstig de bijlage Normprijzen bouwwerken 2023 behorende bij en een onlosmakelijk geheel vormend met deze legesverordening in geval de (opgegeven) bouwkosten zijn gebaseerd op basis van een raming of bij zelfwerkzaamheid.
- 5.
Ambtelijke Adviescommissie Welstand (AAW): Deze commissie bestaat uit de secretaris van de Adviescommissie Welstand en Erfgoed en ter zake deskundige ambtenaren op het gebied van stedenbouw, bouwkunde en erfgoed.
- 6.
Adviescommissie Welstand en Erfgoed (AWE): Deze commissie is een geïntegreerde welstands- en erfgoedcommissie waarvan de leden deskundig zijn op het gebied van architectuur, stedenbouw, bouwhistorie dan wel (regionale) cultuurhistorie, monumentenzorg en archeologie.
- 7.
Omgevingsoverleg in de vorm van een intaketafel: complexe ruimtelijke en maatschappelijke initiatieven (gericht op de fysieke leefomgeving) worden aan de gemeentelijke intaketafel besproken en beoordeeld. Het hoofddoel is te bepalen of het initiatief wenselijk is. Dat wil zeggen: past het initiatief bij de omgevingsvisie, het raadsprogramma, de ambities en opgaven van de gemeente en bij het beleid en de regelgeving van de ketenpartners en is het kansrijk om verder te ontwikkelen. Zo weet de initiatiefnemer vroeg of zijn plan wenselijk is.
- 8.
Omgevingsoverleg in de vorm van een principeverzoek: een verzoek om een beoordeling op hoofdlijnen van de haalbaarheid van een initiatief, voorafgaand aan de aanvraag om een omgevingsvergunning of voorafgaande aan een aanvraag om een deel van het omgevingsplan te wijzigen. De beoordeling omvat in elk geval een toets aan de regels van het omgevingsplan en aan de welstandscriteria voor zover deze van toepassing zijn. Zo weet een initiatiefnemer vroeg of zijn plan haalbaar is op deze onderdelen.
- 9.
Omgevingsoverleg in de vorm van een omgevingstafel: een verzoek om een integrale beoordeling van de haalbaarheid van een initiatief, voorafgaand aan de aanvraag om een omgevingsvergunning of een aanvraag om een deel van het omgevingsplan te wijzigen. Bedoeld voor complexe ruimtelijke en maatschappelijke initiatieven, waarbij meerdere aspecten zoals duurzaamheid, natuur, ruimtelijk en stedenbouwkundig, milieu, gezondheid, een rol spelen. Deze brede beoordeling wordt gedaan samen met de initiatiefnemer, eventuele ketenpartners, eventueel een vertegenwoordiging van omwonenden, andere belanghebbenden en adviseurs van verschillende disciplines van de gemeente.
Artikel 2.1.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven
Leges worden geheven voor de behandeling van een omgevingsoverleg in de vorm van:
a. een omgevingstafel;
b. een principeverzoek.
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
- a.
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
- b.
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
- c.
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;
- d.
intrekking van een omgevingsvergunning;
- e.
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen c, d en e;
- f.
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen a tot en met e.
Artikel 2.1.3 Bepalen tarief
- 1.
De in artikel 2.1.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.
- 2.
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.
- 3.
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.11.
- 4.
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft, onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
- 5.
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
Paragraaf 2.2 Voorfase
Artikel 2.2.1 Omgevingsoverleg
Voordat een formele aanvraag om een besluit als bedoeld in de overige paragrafen van dit hoofdstuk wordt ingediend en betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:
a. |
voor een intaketafel: |
gratis |
b. |
voor een principeverzoek |
€ 522,00 |
c. |
voor een omgevingstafel: |
€ 783,00 |
Paragraaf 2.3 Activeiten met betrekking tot bouwwerken
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
0,81% van de bouwkosten, met een minimum legestarief voor het bouwtechnische deel van: |
€ 261,00 |
en met een maximum legestarief voor het bouwtechnische deel van: |
€ 121.500,00 |
Artikel 2.3.2 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijk deel)
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit of het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
a. |
1,89% van de bouwkosten, met een minimum legestarief voor het ruimtelijke deel van: |
€ 522,00 |
en met een maximum legestarief voor het ruimtelijke deel van: |
€ 283.500,00 |
|
b. |
Als moet worden beoordeeld of de binnenplanse omgevingsplanactiviteit bouwwerken in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1 onder a van de Omgevingswet: |
€ 783,00 |
c. |
Als moet worden beoordeeld of de binnenplanse omgevingsplanactiviteit bouwwerken in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1 onder a van de Omgevingswet: |
€ 1.931,00 |
Artikel 2.3.3 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 313,00 |
Paragraaf 2.4 Omgevingsplanactiviteit: buitenplanse omgevingsplanactiviteit
Artikel 2.4.1 Buitenplanse omgevingsplanactiviteit
1. |
Voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
a. |
als het een activiteit betreft waarop artikel 4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht, zoals dat luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, zou zijn toegepast: |
€ 783,00 |
b. |
in overige gevallen: |
€ 5.560,00 |
Paragraaf 2.5 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Artikel 2.5.1 Omgevingsplanactiviteit
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 261,00 |
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 261,00 |
2. |
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met: |
€ 261,00 |
3. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Venlo 2021 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functieaanduiding gemeentelijk monument is gegeven. |
|
Artikel 2.5.2 Rijksmonumentenactiviteit
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 261,00 |
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 261,00 |
Artikel 2.5.3 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 261,00 |
2. |
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
|
Artikel 2.5.4Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.5.1, 2.5.2 en 2.5.3 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 261,00 |
Paragraaf 2.6 Milieubelastende activiteiten
Artikel 2.6.1 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteiten
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit één of meerdere milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief: |
||
a. |
voor een milieubelastende activiteit welke betrekking heeft op een IPPC-installatie: |
€ 12.946,00 |
b. |
voor het veranderen van een milieubelastende activiteit welke betrekking heeft op een IPPC-installatie: |
€ 7.517,00 |
c. |
voor een milieubelastende activiteit, geen betrekking hebbende op een IPPC-installatie: |
€ 8.874,00 |
d. |
voor het veranderen/wijzigen van de voorschriften verbonden aan een milieubelastende activiteit, niet zijnde een IPPC-installatie (wijzigingsvergunning): |
€ 5.742,00 |
e. |
voor een milieubelastende activiteit welke op een milieuneutrale wijze wijzigt: |
€ 1.670,00 |
Paragraaf 2.7Aanlegactiviteiten
Artikel 2.7.1 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 313,00 |
Artikel 2.7.2 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 eerste lid van de APV Venlo in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet, artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit of artikel 22.278 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 313,00 |
Artikel 2.7.3 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2:10 eerste lid van de APV Venlo in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 261,00 |
Artikel 2.7.4 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Artikel 2.8.1 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, en als bedoeld in artikel 4:11a eerste lid van de APV Venlo, bestaande uit het vellen van een houtopstand opgenomen in het Register waardevolle bomen en houtopstanden, bedoeld in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief per boom, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 84,00 |
Het maximum bedrag van de te heffen leges op basis van dit artikel bedraagt: |
€ 884,00 |
Artikel 2.8.2 Omgevingsplanactiviteit: reclame
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in de APV Venlo artikel 4:15, eerste lid, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame: |
€ 261,00 |
b. |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd: |
€ 261,00 |
Artikel 2.8.3 Andere activiteiten
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
||
a. |
behoort tot een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen categorie activiteiten, uitgezonderd de activiteiten bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 313,00 |
b. |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid aanhef en onder a van de Omgevingswet, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 313,00 |
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Artikel 2.9.1 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: |
||
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:
|
|
per maatwerkvoorschrift: |
€ 783,00 |
|
b. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
€ 783,00 |
Artikel 2.9.2 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
Als de aanvraag voor een maatwerkvoorschrift als bedoeld in het omgevingsplan of hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief: |
€ 1.670,00 |
Artikel 2.9.3 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.9.1 en 2.9.2, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 522,00 |
Paragraaf 2.10 Overige tarieven
Artikel 2.10.1 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunningen bouwactiviteit
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 261,00 |
Artikel 2.10.2 Wijzigen omgevingsvergunning
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
|
Artikel 2.10.3 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
€ 261,00 |
Artikel 2.10.4 Wijzigen van het omgevingsplan
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van (een deel van) het omgevingsplan: |
||
a. |
waarbij het besluitgebied 2.500 m² of kleiner is: |
€ 7.673,00 |
b. |
waarbij het besluitgebied groter is dan 2.500 m²: |
€ 12.893,00 |
2.10.5 Niet genoemd besluit op aanvraag
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 261,00 |
Paragraaf 2.11 Modaliteiten
Artikel 2.11.1 Achteraf ingediende aanvraag
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.9 verschuldigde leges verhoogd met: |
10% |
met een maximum van: |
€ 1.044,00 |
Artikel 2.11.2 Gereserveerd (Beoodeling onderzoeksrapporten)
Artikel 2.11.3 Instemming ander bestuursorgaan
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan, het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Artikel 2.11.4 Advies gemeenteraad en advies agrarische commissie
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
€ 470,00 |
b. |
voor een advies van de Agrarische commissie: |
€ 887,00 |
Artikel 2.11.5 Extra advies welstand en erfgoed
1. |
Voor een extra advies van de grote gemeentelijke adviescommissie (AWE) als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Welstand en Erfgoed Venlo 2023 dat uitsluitend betrekking heeft op de redelijke eisen van welstand bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: |
€ 339,00 |
2. |
Voor een extra advies van de kleine gemeentelijke adviescommissie (AWE) als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Welstand en Erfgoed Venlo 2023 dat uitsluitend betrekking heeft op de redelijke eisen van welstand bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: |
€ 183,00 |
3. |
Voor een extra beoordeling door de ambtelijke adviescommissie (AAW) als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Welstand en Erfgoed Venlo 2023 dat uitsluitend betrekking heeft op de redelijke eisen van welstand bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: |
€ 104,00 |
Paragraaf 2.12 Vermindering
Artikel 2.12.1 Vermindering na omgevingsoverleg
1. |
Als een aanvraag om een omgevingsvergunning en een aanvraag tot het wijzigen van (het deel van) een omgevingsplan vooraf is gegaan door een omgevingsoverleg, waarop de aanvraag om een omgevingsvergunning of de aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden, ambtshalve recht op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning of de aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan verschuldigde leges. De vermindering bedraagt het bedrag dat in rekening is gebracht voor de behandeling van het omgevingsoverleg (omgevingstafel of het principeverzoek). |
|
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning of de aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan gedaan: a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had, en: b. het in overeenstemming is met de uitkomsten van het omgevingsoverleg, en: c. binnen 12 maanden vanaf de datum van het laatste omgevingsoverleg (de omgevingstafel). Of binnen 12 maanden vanaf de datum van verzending van het principebesluit op het principeverzoek. |
|
3. |
Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning of de aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan in ieder geval een minimum bedrag verschuldigd van: |
€ 261,00 |
Paragraaf 2.13 Teruggaaf
Artikel 2.13.1 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, wordt ambtshalve een deel van de leges teruggegeven. De teruggaaf bedraagt: |
75% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges met dien verstande dat: |
||
a. |
Een minimum bedrag verschuldigd blijft van: |
€ 261,00 |
b. |
Een maximum bedrag verschuldigd blijft van: |
€ 1.253,00 |
c. |
In afwijking van sub a en b blijft voor een aanvraag om een omgevingsvergunning welke volledig omgevingsvergunningsvrij blijkt voor zowel de technische als de ruimtelijke bouwactiviteit, een minimum bedrag verschuldigd van: |
€ 261,00 |
2.13.2 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning bij reguliere voorbereidingsprocedure of een maatwerkvoorschrift
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift of aanvraag om aanpassing van vergunningvoorschriften op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is, geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat ambtshalve teruggave: |
||
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken vanaf de dag van indiening van de aanvraag: |
75% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
||
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking vanaf vier weken tot zes weken vanaf de dag van indiening van de aanvraag: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
2.13.3 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of aanvraag om een wijzigingsplan bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan en waarop afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is verklaard bij de voorbereiding van de beslissing op de aanvraag, de aanvraag geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het bevoegde gezag daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat ambtshalve teruggave: |
||
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken vanaf de dag van indiening van de aanvraag: |
75% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
||
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking vanaf zes weken tot twaalf weken vanaf de dag van de indiening van de aanvraag: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
2.13.4 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, wordt ambtshalve een deel van de leges teruggegeven, mits deze aanvraag is ingediend binnen zes maanden na de dag waarop de vergunning is verleend en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
15% |
van de voor de activiteit waarvoor de vergunning is ingetrokken verschuldigde leges. |
2.13.5 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, wordt ambtshalve een teruggaaf van een deel van de leges gedaan. De teruggaaf bedraagt: |
15% |
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
||
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
2.13.6 Geen teruggaaf legesdeel als gevolg van vernietiging van een beschikking waarbij de rechtsgevolgen in stand blijven
Er vindt geen ambtshalve teruggave plaats op grond van deze bepaling, indien bij de rechterlijke uitspraak waarbij de beschikking of het besluit is vernietigd en is bepaald dat de rechtsgevolgen in stand blijven. |
2.13.7 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.11. |
2.13.8 Geen teruggaaf als gevolg van lagere bouwkosten
Als gevolg van lagere bouwkosten wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de activiteiten met betrekking tot bouwwerken genoemd in paragraaf 2.3. |
2.13.9 Minimumbedrag verschuldigd voor teruggaaf voor activiteiten genoemd in hoofdstuk 2
Bij teruggaaf van leges blijft altijd een minimumbedrag van € 261,00 verschuldigd. Op verschuldigde leges beneden dat bedrag, wordt geen teruggave verleend. |
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Paragraaf 1 Horeca
3.1 |
Het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|
|
3.1.1 |
Het verkrijgen van een vergunning, als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet |
€ |
906,00 |
3.1.1.1. |
Het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet, voor zover de aanvraag enkel hierop betrekking heeft |
€ |
151,00 |
3.1.1.2. |
Het wijzigen van een vergunning anders dan in 3.1.1.1 |
€ |
604,00 |
|
|
|
|
3.1.2 |
Het verkrijgen van een exploitatievergunning, als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening Venlo |
€ |
706,00 |
3.1.2.1 |
Het toevoegen of wijzigen van leidinggevende(n), voor zover de aanvraag enkel hierop betrekking heeft |
€ |
151,00 |
3.1.2.2 |
Het wijzigen van een vergunning anders dan in artikel 3.1.2.1 |
€ |
504,00 |
3.1.2.3 |
Met dien verstande dat, indien tevens een vergunning als bedoeld onder 3.1.1 is aangevraagd, de leges van de vergunning op grond van de Algemene plaatselijke verordening Venlo niet worden geheven. |
|
|
3.1.2.4 |
Met dien verstande dat, indien tevens een vergunning als bedoeld onder 3.1.2 (exploitatievergunning). is aangevraagd, de leges van 3.1.5 (terrasvergunning) op grond van de Algemene plaatselijke verordening Venlo niet worden geheven. |
|
|
|
|
|
|
3.1.3 |
Het verkrijgen van een ontheffing, als bedoelt in artikel 35 van de Alcoholwet |
€ |
33,60 |
|
|
|
|
3.1.4 |
Het verkrijgen van een ontheffing, als bedoeld in artikel 4 lid 4 van de Alcoholwet |
€ |
101,00 |
3.1.5 |
Het verkrijgen van een terrasvergunning als bedoeld in artikel 2:10 van de APV (ten behoeve van exploitatievergunningvrije horeca) |
€ |
201,00 |
Paragraaf 2 Organiseren evenementen e.d.
3.2.1 |
Het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het plaatsen van voorwerpen op, aan of boven de weg, als bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening Venlo |
€ |
217,00 |
3.2.1.1 |
Met uitzondering voor het plaatsen van een container |
€ |
217,00 |
3.2.1.2 |
Met uitzondering voor het plaatsen van een noodwinkel |
€ |
217,00 |
|
|
|
|
3.2.2 |
Het onder de aandacht brengen van producten door middel van het uitdelen van monsters met gebruikmaking van onder andere promotieteams en voertuigen (samplingactie) |
€ |
217,00 |
|
|
|
|
3.2.3 |
Het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het plaatsen van voor werpen op, in of boven het water, als bedoeld in artikel 5:24 van de Algemene plaatselijke verordening Venlo |
€ |
217,00 |
|
|
|
|
3.2.4 |
Het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, welke geldt voor onbepaalde tijd, voor het uitstallen van voorwerpen op, aan of boven de weg, als bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening Venlo |
€ |
217,00 |
|
|
|
|
3.2.5 |
Het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in art 5:15 (Venten e.d.) en 5:18 (Standplaatsen of Uitstalstandplaatsen) van de Algemene plaatselijke verordening Venlo voor: |
|
|
3.2.5.1 |
Een vergunning met een beperkte geldigheidsduur |
€ |
217,00 |
|
|
|
|
3.2.6 |
Het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een evenementenvergunning, als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening Venlo, alsmede voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een voetbalvergunning, als bedoeld in artikel 2:79 van de Algemene plaatselijke verordening Venlo. Bij een aantal te verwachten bezoekers: |
|
|
3.2.6.1 |
tot 1.500 |
€ |
135,00 |
3.2.6.2 |
van 1.500 tot 3.000 |
€ |
270,00 |
3.2.6.3 |
van 3.000 tot 5.000 |
€ |
405,00 |
3.2.6.4 |
van 5.000 en hoger |
€ |
675,00 |
Paragraaf 3 Seksinrichtingen
3.3.1 |
Het verkrijgen van een exploitatievergunning, als bedoeld in artikel 3:4, lid 1 van de Algemene plaatselijke verordening Venlo voor de exploitatie van een seksinrichting of een escortbedrijf |
€ |
1.814,00 |
Paragraaf 4 Wet kinderopvang
3.4.1 |
Het in behandeling nemen van een aanvraag tot het in exploitatie nemen van een kindercentrum indien sprake is van een inspectie door de GGD |
€ |
2.052,92 |
|
|
|
|
3.4.2 |
Het in behandeling nemen van een aanvraag tot het in exploitatie nemen van een gastouderbureau indien sprake is van een inspectie door de GGD |
€ |
1.772,68 |
|
|
|
|
3.4.3 |
Het in behandeling nemen van een aanvraag tot het bieden van gastouderopvang indien sprake is van een inspectie door de GGD |
€ |
633,10 |
|
|
|
|
3.4.4 |
Het in behandeling nemen van een aanvraag tot het bieden van gastouderopvang indien sprake is van een verkorte inspectie door de GGD |
€ |
506,48 |
Paragraaf 5 Marktstandplaatsen
3.5.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|
3.5.1.1 |
een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 4 van de Marktverordening 2011 (individuele vergunning) |
€ |
156,62 |
3.5.1.2 |
overschrijving van de standplaatsvergunning op naam van een ander als bedoeld in artikel 7 van het Marktreglement 2015 |
€ |
156,62 |
Paragraaf 6 Winkeltijdenwet
3.6.1 |
Het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing in het kader van de Verordening winkeltijden gemeente Venlo |
€ |
101,00 |
Bijlage 1 Normprijzen bouwwerken 2023
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl