Regeling vervalt per 31-12-2024

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing Eemsdelta 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m 30-12-2024

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing Eemsdelta 2024

De raad van de gemeente Eemsdelta,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

d.d. 14 november 2023,

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15:33 van de Wet milieubeheer;

BESLUIT

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing Eemsdelta 2024

(Verordening afvalstoffenheffing Eemsdelta 2024)

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1. Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven

  • a.

    een afvalstoffenheffing.

Artikel 2. Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    minicontainer: het van gemeentewege voor de inzameling van groente-, fruit- en tuinafval en/of restafval verstrekte inzamelmiddel;

  • 2.

    verzamelcontainer: het van gemeentewege voor de inzameling van groente-, fruit- en tuinafval en/of restafval verstrekt inzamelmiddel ten behoeve van een groep van percelen;

  • 3.

    bioafval: dat deel van de huishoudelijke afvalstoffen dat van organische oorsprong is, beperkt is van omvang en apart wordt ingezameld. Ook wel bekend als groente-, fruit- en tuinafval en (gekookte) etensresten;

  • 4.

    restafval: huishoudelijk afval dat niet gescheiden kan worden ingeleverd;

  • 5.

    groep van percelen: een groep van meerdere percelen waarvoor gemeenschappelijk gebruik wordt gemaakt van één of meerdere verzamelcontainers;

  • 6.

    ‘gebruik maken’ in hoofdstuk II Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing

Artikel 3. Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Voorwerp van de belasting

  • 1.

    Voorwerp van de belasting is een perceel.

  • 2.

    Als perceel wordt aangemerkt:

    • a.

      de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;

    • c.

      een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • d.

      een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren.

    • e.

      het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

Artikel 5. Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel.

Artikel 6. Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 7. Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8. Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 9. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 en 1.2 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 5.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.3 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening. De belasting wordt geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 10. Vrijstellingen

Een belastingplichtige met een medische indicatie, zoals beschreven in het uitvoeringsbesluit in de afvalverordening, ontvangt 50% vermindering op de variabele kosten van het totaal aangeboden kilo's van het aangeboden afval.

Artikel 11. Termijnen van betaling van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 en 1.2 van de tarieventabel

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de derde maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat een aanslag moet worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de bovengenoemde termijnen.

Artikel 12. Termijnen van betaling van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.3 van de tarieventabel

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.3 worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 9:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 13. Kwijtschelding

  • 1.

    Bij de invordering van de afvalstoffenheffing kan op verzoek kwijtschelding worden verleend voor een bedrag van maximaal € 288,22 per kalenderjaar.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak aanvangt of eindigt, wordt het in het tweede lid genoemde bedrag voor kwijtschelding naar tijdsgelang bepaald.

Hoofdstuk III Aanvullende bepalingen

Artikel 14. Overgangsrecht

De Verordening afvalstoffenheffing Eemsdelta 2023 van 21 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, maar zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 16. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening reinigingsheffingen Eemsdelta 2024.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 13 december 2023.

De raad van de gemeente Eemsdelta

B. Visser T.G.C. Kramer-Klein

Voorzitter Griffier

Tarieventabel behorende bij de verordening Afvalstoffenheffing Eemsdelta 2024

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is en hebben betrekking op het kalenderjaar (tenzij anders benoemd).

Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

1.1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

194,20

1.1.2

De belasting als bedoeld in onderdeel 1.1.1 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een éxtra (= boven hetgeen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt):

1.1.2.1

Container van 240 liter, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per extra container met

48,20

Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing periodieke inzameling

Minicontainers

1.2.1

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor percelen die beschikken over één of meerdere afvalcontainers voorrestafval en een bioafvalcontainer

1.2.1.1

Per lediging van een container van 180 liter bestemd voor restafval

1,03

1.2.1.2

Per lediging van een container van 240 liter bestemd voor restafval

1,39

1.2.1.3

Per kilogram ingezameld restafval

0,23

1.2.1.4

Container van 240 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, per extra container met:

Bedrag per kg en aantal ledigingen

1.2.1.5

Per lediging van een container van 180 liter bestemd voor bioafval

0,00

1.2.1.6

Per lediging van een container van 240 liter bestemd voor bioafval

0,00

1.2.1.7

Per kilogram ingezameld bioafval

0,00

 

Verzamelcontainer

1.2.2

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het storten van restafval en bioafval in een (ondergrondse) verzamelcontainer voor percelen die niet zelf over een restcontainer beschikken en die gebruik maken van een verzamelcontainer

89,42

Containerherkennings- en registratiesysteem

1.2.3

Het aantal ledigingen per perceel, dat niet behoort tot een groep van percelen waarvoor gebruik wordt gemaakt van een verzamelcontainer, wordt vastgesteld met behulp van containerherkennings- en registratieapparatuur op de inzamelauto. Voor de berekening van de belasting wordt uitgegaan van het aantal malen dat een minicontainer ter lediging wordt aangeboden, zoals is vastgesteld met behulp van de containerherkennings- en registratieapparatuur op de inzamelauto.

1.2.4

Het gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen per inzamelbeurt per perceel, dat niet behoort tot een groep van percelen, waarvoor gebruik wordt gemaakt van een verzamelcontainer, wordt vastgesteld als het verschil van het gewicht van de betreffende container vóór lediging en het gewicht na lediging.

1.2.5

Indien tijdens enige inzamelbeurt door een calamiteit of door een technische storing van de inzamelauto of van de op de inzamelauto geplaatste containerherkennings- of registratieapparatuur geen automatische herkenning, registratie of gegevensverwerking plaatsvindt, wordt voor de inzameling van het restafval per perceel, ongeacht of de bij deze percelen behorende containers wel of niet worden aangeboden voor de inzamelbeurt, geen forfaitaire lediging en gewicht in rekening gebracht.

1.2.6

De vaststelling van het totaal per belastingtijdvak ingezamelde gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen van een perceel, niet zijnde een groep van percelen waarvoor gebruik wordt gemaakt van een verzamelcontainer, vindt plaats door een optelling van de gewichten van het periodiek ingezamelde restafval van dit perceel .

Hoofdstuk 1.3 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

Op aanvraag inzamelen van grof afval

1.3.1

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen:

1.3.1.1

Tot een maximum van 2 m3

36,05

1.3.1.2

Voor elke m3 boven 2m3

20,60

1.3.2

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van grof tuinafval:

1.3.2.1

Tot een maximum van 5 m3

56,65

1.3.2.2

Kerstbomen, maximaal 1 keer per jaar

0,00

Milieustraat

1.3.3

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van grove huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege aangewezen plaats (milieustraat), per keer

1.3.3.1

Ter grootte van de hoeveelheid van een kofferbak

10,30

1.3.3.2

Bestelbus/combo/personenauto weggeklapte achterbank

2 wielen aanhanger klein (max 2,5 meter)

Maximaal 2 m³ of 500 kg

15,45

1.3.3.3

Kleine verhuisauto, 4 wielen, aanhanger groot, paardentrailer (max 3,5 meter) Maximaal 3 m³ of 500 kg

20,60

1.3.3.4

Met dien verstande dat de eerste drie keer waarbij huishoudelijke afvalstoffen wordt achtergelaten gratis zijn. Maximaal 2 m³ of 500 kg per keer.

1.3.4

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 en voorgaande bepalingen bedraagt de belasting voor het achterlaten op een daartoe van gemeentewege aangewezen plaats (milieustraat) van:

Dakbedekking (bitumen)

Puin

Bouw- en sloopafval

Bielzen, schuttingen en houten afzettingen

Grond

1.3.4.1

Ter grootte van de hoeveelheid van een kofferbak

10,30

1.3.4.2

Bestelbus/combo/personenauto weggeklapte achterbank

2 wielen aanhanger klein (max 2,5 meter)

Maximaal 2 m³ of 500 kg

15,45

1.3.4.3

Kleine verhuisauto, 4 wielen, aanhanger groot, paardentrailer (max 3,5 meter). Maximaal 3 m³ of 500 kg

20,60

1.3.5.1

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 en voorgaande bepalingen bedraagt de belasting voor het achterlaten op een daartoe van gemeentewege aangewezen plaats (milieustraat) van:

Gescheiden afvalstromen, zoals papier, glas, textiel en metalen

Asbest en/of asbestverdachte materialen, voorzien van de gemeentelijke sloopmelding en ingepakt volgens de geldende richtlijnen

Grof groenafval

Afgedankte elektrische en elektronische apparaten

Personenautobanden zonder velg (maximaal 4 stuks)

Frituurvet

0,00

1.3.5.2

Personenautobanden met velg, per band (maximaal 4 stuks)

6,15

KCA-depot

1.3.5.3

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 en voorgaande bepalingen bedraagt de belasting voor het achterlaten op een daartoe van gemeentewege aangewezen plaats (milieustraat/kca-depot) van:

Klein chemisch afval uit huishoudens

0,00

1.3.5.4

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 en voorgaande bepalingen bedraagt de belasting op het aanbieden van Klein chemisch afval (kca) op afroep, maximaal twee keer per kalenderjaar

0,00