Beleidsregel 2.3 Duikers

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel 2.3 Duikers

Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rijn en IJssel heeft tijdens haar vergadering van 29 augustus 2023 besloten onderstaande beleidsregels vast te stellen.

2.3.1 Kader

Onderwerp en toepassingsgebied

Deze beleidsregel is van toepassing op het aanbrengen, wijzigen, vervangen en onderhouden van duiker-dam combinaties (hierna: duikers) in de kernzone van watergangen binnen het beheergebied van waterschap Rijn en IJssel.

Relatie met de waterschapsverordening

Op grond van de waterschapsverordening is het verboden zonder vergunning van het bestuur:

  • een oppervlaktewaterlichaam of ondersteunend kunstwerk in een oppervlaktewaterlichaam, aan te leggen of te wijzigen.

Begripsbepaling

  • b.o.k.: binnen-onderkant duiker;

  • duiker: kokervormige constructie in een watergang met als doel percelen over een watergang bereikbaar te maken of wegen over een watergang aan te kunnen leggen;

  • geprojecteerd kunstwerk: nog niet gerealiseerd kunstwerk dat op grond van een onderliggend besluit geagendeerd staat om te worden gerealiseerd;

  • HEN, SED, natte EVZ: hoogste ecologische niveau, specifiek ecologische doelstelling of natte ecologische verbindingszone;

  • leggerprofiel: het in de legger vastgelegde theoretische dwarsprofiel van een watergang, inclusief de maatvoeringen;

  • watergang: oppervlaktewaterlichaam met bijbehorende taluds, onderhoudsstroken en bijbehorende kunstwerken zoals kaden, zoals vastgelegd in de legger en waterschapsverordening.

Raakvlakken met andere wet- en regelgeving

  • Het verwijderen van een duiker die valt onder de genoemde werkingssfeer van de algemene regel Het verwijderen van werken en beplanting nabij een watergang is een meldingsplichtige activiteit;

  • Op het aanleggen, wijzigen of verwijderen van een duiker in de zoneringen van een waterkering is tevens beleidsregel 1.3 (Bouw)werken in, op en nabij waterkeringen van toepassing;

  • Op het aanleggen van een duiker in een watergang met een HEN-, SED- of EVZ-functie kan tevens beleidsregel 2.4 Behoud van een goede ecologische inrichting van het watersysteem van toepassing zijn.

2.3.2Doel van de beleidsregel

Met deze beleidsregel biedt het waterschap inzicht in de wijze waarop het aanbrengen, wijzigen en vervangen van duikers in watergangen wordt beoordeeld. Bij de toetsing van aanvragen voor duikers staat de borging van de doorstroming en de berging van de watergang voorop. Daarnaast mogen het beheer en onderhoud van de watergang niet worden belemmerd.

2.3.3Motivering van de beleidsregel

Doorstroming en bergingscapaciteit

Een duiker vernauwt de watergang waardoor de doorstroming en bergingscapaciteit afnemen. Afhankelijk van de lengte en doorsnede van de duiker kan dit leiden tot opstuwing waardoor bovenstrooms wateroverlast kan optreden. Daarnaast kunnen duikers verstopt raken en kan drijfvuil ophopen wat leidt tot afname van de doorstroming.

Duikers moeten zodanig worden geplaatst dat ze stabiel liggen en een zo gering mogelijk obstakel in de watergang vormen. Uitspoeling van de bodem moet worden voorkomen. Mede daarom geldt als basis voor de hoogteligging van de duiker de bodemhoogte van de watergang zoals aangegeven in het leggerprofiel. Dit resulteert in bepalingen rond de positie van de binnen-onderkant (b.o.k.) van de duiker ten opzichte van de bodemhoogte.

Daarnaast geldt voor duikers een lengtebeperking tot 12 meter. Dit houdt verband met de door het waterschap uit te voeren inspecties en het ongewenst wegnemen van waterbeleving in stedelijk gebied. Vanuit ecologisch oogpunt is het verlies van een stuk habitat en faunapasseerbaarheid ongewenst.

Stabiliteit

Een duiker mag, behalve op de plek waar deze wordt aangelegd, het leggerprofiel en de taluds van de watergang niet wijzigen. (Het aanleggen van) een duiker mag niet leiden tot verzakkingen van de taluds.

Beheer en onderhoud

Een watergang moet goed bereikbaar zijn voor het door het waterschap uit te voeren beheer, onderhoud en inspectie. De aanwezigheid van duikers zorgt voor een toename van de onderhoudskosten voor het waterschap. Onderhoudsmachines kunnen hinder ondervinden door de aanwezigheid van duikers. Een duiker mag daarom niet te dicht bij andere duikers of (kunst)werken worden aangelegd.

(Recreatief) medegebruik van de watergang

Een duiker mag geen belemmering vormen voor het bestaand varend recreatief medegebruik van de watergang.

2.3.4 Toetsingscriteria

1.Vervangen duiker

Het vervangen van een duiker wordt beoordeeld als het verwijderen van een duiker en het plaatsen van een nieuwe duiker.

2.Afweging plaatsgebondenheid

De aanvrager moet de noodzaak van de duiker op de aangevraagde locatie (laten) aantonen.

3.Opstuwing

Een duiker mag slechts minimale opstuwing veroorzaken.

4.Functie duiker

Een duiker wordt alleen toegestaan voor de bereikbaarheid van percelen. Andere functies zoals vergroting van het gebruiksareaal van een perceel zijn niet toegestaan.

5.Maatvoering duiker

  • De lengte van een duiker mag niet groter zijn dan voor de functie strikt noodzakelijk, met een maximum van 12 meter.

  • De doorsnede van een duiker moet minimaal 0,5 meter bedragen.

6.Positie duiker

  • Een duiker moet in één lijn (zonder knikpunten of bochten) liggen.

  • Een duiker moet in het hart van de watergang liggen.

  • De binnen-onderkant duiker (b.o.k.) moet worden aangelegd op 10% van de diameter onder de bodemhoogte zoals aangegeven in de legger.

  • Een duiker moet op een afstand van minimaal 10 meter worden aangelegd van:

  • een ander bestaand of geprojecteerd kunstwerk;

  • een bocht in de watergang met een straal van maximaal 10 meter;

  • een T-kruising met een andere watergang.

7.Varend onderhoud

Een duiker is niet toegestaan in een watergang waar het onderhoud varend wordt uitgevoerd.

8.Duikerverlenging

  • Een verlenging van een duiker moet plaatsvinden met een duiker met dezelfde diameter.

  • Het verlengen van een duiker tot een totale lengte van meer dan 12 meter is niet toegestaan.

  • Een verlenging moet in één lijn met de bestaande duiker worden aangelegd.

9.Afdichting voegen

De voegen tussen de afzonderlijke duikerelementen moeten waterdicht worden afgewerkt.

10.Constructie en onderhoud van een duiker

  • Een duiker moet zodanig worden aangelegd dat er na het aanleggen geen verzakkingen kunnen optreden van de duiker en de taluds.

  • Een duiker moet in goede staat van onderhoud verkeren.

11.Waarborging doorstroomcapaciteit

Tijdens de aanleg van de duiker moet de doorstroomcapaciteit van de watergang gewaarborgd blijven.

Ondertekening