Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR705132
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR705132/2
Regeling vervallen per 01-01-2025
De Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024 (Verordening marktgelden 2024)
Geldend van 11-06-2024 t/m 31-12-2024 met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2024
Intitulé
De Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024 (Verordening marktgelden 2024)De raad van de gemeente Venlo;
gelezen het voorstel van het college van 3 oktober 2023, registratienummer 83295;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen:
De Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024
(Verordening marktgelden 2024)
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- a.
Markt: de warenmarkt, welke krachtens besluit van de gemeenteraad op de daartoe aangewezen plaats, dag en tijd wordt gehouden;
- b.
Standplaats: de op en voor de duur van de markt door het bestuursorgaan aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;
- c.
Vaste standplaats: een standplaats, waarvoor het bestuursorgaan voor onbepaalde tijd een vergunning heeft verleend;
- d.
Dagplaats: een standplaats, die per marktdag beschikbaar wordt gesteld;
- e.
Standwerkplaats: een dagplaats, bestemd voor het uitoefenen van de handel op een wijze als bij standwerken gebruikelijk is.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam "marktgelden" wordt overeenkomstig de volgende bepalingen een recht geheven voor het gebruik van een standplaats op gemeentegrond, welke als markt is aangewezen, alsmede het genot van de door of vanwege het gemeentebestuur ontplooide promotieactiviteiten.
Artikel 3 Belastingplicht
- 1.
Het marktgeld wordt geheven van degene, aan wie door de marktmeester een standplaats, als bedoeld in artikel 2, is toegewezen.
- 2.
Indien er ten aanzien van eenzelfde belastbaar feit, meer dan één belastingplichtige valt aan te wijzen, zijn zij allen hoofdelijk aansprakelijk, met dien verstande, dat betaling door de één de andere(n) bevrijdt en dat de nota, de kennisgeving of de andere schriftuur, als bedoeld in artikel 7, gesteld wordt ten name van één van hen met toevoeging van de afkorting "c.s.".
Artikel 4 Maatstaf van heffing
- 1.
De heffingsmaatstaf voor de berekening van het marktgeld is het aantal m2 dat als standplaats op gemeentegrond, als bedoeld in artikel 2, wordt ingenomen.
- 2.
Een gedeelte van een vierkante meter (m2) wordt voor een volle vierkante meter berekend.
Artikel 5 Belastingtarief
|
|
|
|
€ |
1,37 |
|
€ € |
1,10 10,00 |
|
|
|
|
€ |
1,46 |
|
€ € |
1,37 10,00 |
|
|
|
|
€ |
1,71 |
|
€ |
1,37 |
|
€ |
1,99 |
|
€ |
1,71 |
Artikel 6 Teruggaaf
- 1.
Gehele of gedeeltelijke terugbetaling van een niet of niet ten volle gebruikt abonnement, heeft niet plaats, behoudens het bepaalde in het tweede lid van dit artikel.
- 2.
Indien een abonnementhouder door overmacht geen gebruik heeft kunnen maken van de hem toegewezen standplaats, wordt hem, door het college van burgemeester en wethouders naar evenredigheid restitutie van het betaalde abonnementsgeld verleend over het aantal volle kalendermaanden, waarin van de standplaats geen gebruik is gemaakt.
Artikel 7 Wijze van heffing
- 1.
Het recht, als bedoeld in artikel 5, leden A, sub 1 en 3.a., B, sub 1 en 3.a., wordt geheven door middel van een met een doorlopend nummer voorziene standplaatskaart.
- 2.
Het recht, als bedoeld in artikel 5, leden A, sub 2 en 3.b., B, sub 2 en 3.b., wordt geheven door middel van een gedagtekende nota, kennisgeving of andere schriftuur.
- 3.
Het verschuldigde bedrag wordt op de standplaatskaart, de nota, de kennisgeving of de andere schriftuur vermeld.
- 4.
Het college van burgemeester en wethouders stelt de modellen van de in dit artikel bedoelde bescheiden vast.
Artikel 8 Tijdstip van betaling
- 1.
Het recht, als bedoeld in artikel 5, leden A, sub 1 en 3.a., B, sub 1 en 3.a., dient te worden voldaan vóórdat een standplaats wordt ingenomen.
- 2.
Het recht, als bedoeld in artikel 5, leden A, sub 2 en 3.b., B, sub 2 en 3.b., dient te worden voldaan vóór de eerste marktdag van het betreffende kwartaal.
- 3.
Indien het verschuldigde bedrag niet op het in het eerste en/of het tweede lid genoemd tijdstip kan worden vastgesteld, moet het recht worden betaald binnen 1 maand na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving, de nota of de andere schriftuur.
- 4.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste tot en met derde lid gestelde termijnen.
Artikel 9 Kwijtschelding
Bij de invordering van de marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 10 Overgangsrecht
De "Verordening marktgelden 2023" vastgesteld bij raadsbesluit van 4 november 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 11 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Artikel 12 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening marktgelden 2024".
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 november 2023.
De griffier, De voorzitter
Geert van Soest, Antoin Scholte
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl