Besluit van provinciale staten van Zuid-Holland van 8 november 2023, nr. 7596, tot vaststelling van de verordening houdende regels omtrent de heffing en invordering van de leges milieubelastende activiteiten Zuid-Holland 2024 in verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet (Legesverordening milieubelastende activiteiten Omgevingswet Zuid-Holland 2024)

Geldend van 01-12-2023 t/m heden

Intitulé

Besluit van provinciale staten van Zuid-Holland van 8 november 2023, nr. 7596, tot vaststelling van de verordening houdende regels omtrent de heffing en invordering van de leges milieubelastende activiteiten Zuid-Holland 2024 in verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet (Legesverordening milieubelastende activiteiten Omgevingswet Zuid-Holland 2024)

Provinciale staten van Zuid-Holland;

Gelezen het voorstel van gedeputeerde staten van 10 oktober 2023, met het besluitnummer PZH-2023-840726841;

Gelet op de artikelen 220 en 223 van de Provinciewet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

Besluiten vast te stellen de volgende verordening:

Legesverordening milieubelastende activiteiten Omgevingswet Zuid-Holland 2024

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • dag: periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • week: aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • maand: tijdvak dat loopt van nde dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)de dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)de dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • jaar: tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)de dag in het volgende kalenderjaar;

  • kalenderjaar: periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • leges: rechten als bedoeld in artikel 223, eerste lid, onder b, van de Provinciewet;

  • tarieventabel: tarieventabel opgenomen in de bijlage behorende bij deze verordening.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1. Leges worden geheven voor:

    • a.

      het in behandeling nemen van een aanvraag voor een dienst, ongeacht of de aanvraag leidt tot een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht;

    • b.

      het verlenen van een dienst op aanvraag, een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2. Het moment waarop een aanvraag in behandeling is genomen, is de dagtekening van de ontvangstbevestiging van de aanvraag.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

Leges worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke of digitale kennisgeving aan de belastingplichtige.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden leges voldaan op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de aanslag.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van gedeputeerde staten

Gedeputeerde staten kunnen nadere regels vaststellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 10 Intrekking

De Legesverordening milieubelastende activiteiten Omgevingswet Zuid-Holland 2023 wordt ingetrokken.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin deze verordening wordt geplaatst.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening milieubelastende activiteiten Omgevingswet Zuid-Holland 2024.

Ondertekening

Den Haag, 8 november 2023

Provinciale staten van Zuid-Holland,

Wnd. Griffier

mr. M. Pe MEC

Voorzitter

drs. J. Smit

Bijlage 1 behorendebij de Legesverordening milieubelastende activiteiten Omgevingswet Zuid-Holland 2024

Tarieventabel

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

1.1 Definities

1.1

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bedoeld in artikel 1.1 van de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit bouwwerken leefomgeving, het Besluit kwaliteit leefomgeving, het Omgevingsbesluit en de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij de omgevingsverordening , zijn ook van toepassing op deze tarieventabel, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

1.2

In deze tarieventabel voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

Paragraaf 2 Voorfase

2.1 Beoordelen conceptaanvraag omgevingsvergunning

2.1

Indien de aanvraag betrekking heeft op het houden van vooroverleg voor het beoordelen van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning bedraagt het tarief:

1.120,00

Paragraaf 3 Milieubelastende activiteiten

Paragraaf 3.1 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen

3.1 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten genoemd in afdeling 3.2, met uitzondering van paragraaf 3.2.6,van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief,:

 
 

3.1.1

voor één milieubelastende activiteit:

3.360,00

3.1.2

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

2.800,00

3.1.3

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

2.240,00

Paragraaf 3.2 Complexe milieubelastende activiteiten

3.2 Seveso-inrichting (afdeling 3.3 Besluit activiteiten leefomgeving)

3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in paragraaf 3.3.1 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het basistarief, voor het exploiteren van een Seveso-inrichting:

22.400,00

3.2.2

vermeerderd met een toeslag voor een hoge drempel-inrichting, als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving van:

5.600,00

3.2.3

vermeerderd met een toeslag voor een combinatie van een activiteit vallend onder 3.2.1 of 3.2.2 met een ippc-installatie die niet in afdeling 3.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving genoemd van:

5.600,00

3.3 Grootschalige energieopwekking (afdeling 3.3 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in paragraaf 3.3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het stoken, bedoeld in categorie 1.1 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

 
 

3.3.1

bij een nominaal thermisch vermogen van minder dan 300MW:

16.800,00

3.3.2

bij een nominaal thermisch vermogen van 300MW of meer:

39.200,00

3.4 Raffinaderij (afdeling 3.3 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in paragraaf 3.3.3 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het raffineren van aardolie en gas, bedoeld in categorie 1.2 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

 
 

3.4.1

bij een verwerkingscapaciteit van minder dan 2 miljoen ton per jaar:

28.000,00

3.4.2

bij een verwerkingscapaciteit van 2 miljoen ton of meer per jaar of meer:

33.600,00

3.5 Maken van cokes (afdeling 3.3 Besluit activiteiten leefomgeving)

3.5.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in paragraaf 3.3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van cokes, bedoeld in categorie 1.3 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

28.000,00

3.6 Vergassen of vloeibaar maken van steenkool of andere brandstoffen (afdeling 3.3 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in paragraaf 3.3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

 
 

3.6.1

voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het vergassen of vloeibaar maken van steenkool of andere brandstoffen, bedoeld in categorie 1.4 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

33.600,00

3.6.2

voor het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het vergassen of vloeibaar maken van steenkool of andere brandstoffen:

28.000,00

3.6.3

voor het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het briketteren of walsen van steenkool of bruinkool:

22.400,00

3.6.4

voor het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het maken van steenkoolproducten of vaste rookvrije brandstof:

22.400,00

3.7 Basismetaal (afdeling 3.3 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in paragraaf 3.3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

 
 

3.7.1

voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het roosten of sinteren van ertsen, bedoeld in categorie 2.1 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

39.200,00

3.7.2

voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van ijzer of staal, bedoeld in categorie 2.2 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

39.200,00

3.7.3

voor het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het maken van ijzer of staal:

28.000,00

3.7.4

voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het verwerken van ferrometalen door warmwalsen, smeden met hamers of het aanbrengen van deklagen van gesmolten metaal, bedoeld in categorie 2.3 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

28.000,00

3.7.5

voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het smelten of gieten van ferrometalen, bedoeld in categorie 2.4 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

28.000,00

3.7.6

voor het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het smelten of gieten van ferrometalen:

22.400,00

3.7.7

voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het winnen van ruwe non-ferrometalen uit erts, concentraat of secundaire grondstoffen, het smelten, met inbegrip van het legeren, en het gieten van non-ferrometalen, bedoeld in categorie 2.5 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

28.000,00

3.8 Complexe minerale industrie (afdeling 3.3 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in paragraaf 3.3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

 
 

3.8.1

voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van cement, cementklinkers, ongebluste kalk en magnesiumoxide, bedoeld in categorie 3.1 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

33.600,00

3.8.2

voor het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het maken van cement, cementklinkers, ongebluste kalk en magnesiumoxide:

28.000,00

3.8.3

voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het winnen van asbest of het maken van asbestproducten, bedoeld in categorie 3.2 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

33.600,00

3.8.4

voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van glas, met inbegrip van het maken van glasvezels, bedoeld in categorie 3.3 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

33.600,00

3.8.5

voor het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het maken van glas, met inbegrip van het maken van glasvezels:

28.000,00

3.8.6

voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het smelten van minerale stoffen, en het maken van mineraalvezels, glazuren of emailles, bedoeld in categorie 3.4 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

33.600,00

3.8.7

voor het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het smelten van minerale stoffen, en het maken van mineraalvezels, glazuren of emailles:

28.000,00

3.8.8

voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van koolstof of elektrografiet door verbranding of grafitisering, bedoeld in categorie 6.8 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

33.600,00

3.9 Basischemie (afdeling 3.3 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in paragraaf 3.3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

 
 

3.9.1

voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van organisch-chemische producten, bedoeld in categorie 4.1 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

33.600,00

3.9.2

voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van anorganisch-chemische producten, bedoeld in categorie 4.2 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

33.600,00

3.9.3

voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van fosfaathoudende, stikstofhoudende of kaliumhoudende meststoffen, bedoeld in categorie 4.3 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

33.600,00

3.9.4

voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van producten voor gewasbescherming of van biociden, bedoeld in categorie 4.4 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

33.600,00

3.9.5

voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van farmaceutische producten, bedoeld in categorie 4.5 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

33.600,00

3.9.6

voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van explosieven, bedoeld in categorie 4.6 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

33.600,00

3.10 Complexe papierindustrie, houtindustrie en textielindustrie (afdeling 3.3 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in paragraaf 3.3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

 
 

3.10.1

voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van papierpulp, papier, karton, of oriented strand board, spaanplaat of vezelplaat van hout, bedoeld in categorie 6.1 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

28.000,00

3.10.2

voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het voorbehandelen of het verven van textielvezels of textiel, bedoeld in categorie 6.2 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

39.200,00

3.11 Afvalbeheer ippc-installaties (afdeling 3.3 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in paragraaf 3.3.10 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

 
 

3.11.1

voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het verwijderen of nuttig toepassen van gevaarlijke afvalstoffen, bedoeld in categorie 5.1 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

33.600,00

3.11.2

voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het verwijderen en/of nuttig toepassen van ongevaarlijke afvalstoffen, bedoeld in categorie 5.3 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

28.000,00

3.11.3

1°. voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het tijdelijk opslaan van gevaarlijke afvalstoffen, bedoeld in categorie 5.5 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

28.000,00

2°. indien de in dit artikel bedoelde activiteit onder c 1°. is gecombineerd met de milieubelastende activiteit milieustraat, bedoeld in paragraaf 3.5.6 van het Besluit activiteiten leefomgeving:

16.800,00

3.11.4

het exploiteren van een ippc-installatie voor het ondergronds opslaan van gevaarlijke afvalstoffen, bedoeld in categorie 5.6 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

28.000,00

3.12 Kadavers of dierlijk afval (afdeling 3.3 Besluit activiteiten leefomgeving)

3.12.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in paragraaf 3.3.11 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, voor het exploiteren van een ippc-installatie voor de destructie of het verwerken van kadavers of dierlijk afval, bedoeld in categorie 6.5 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

28.000,00

3.13 Stortplaats of winningsafvalvoorziening (afdeling 3.3 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in paragraaf 3.3.12 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

 
 

3.13.1

voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het storten van afvalstoffen, bedoeld in categorie 5.4 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

22.400,00

3.13.2

voor het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het storten van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen op een stortplaats:

16.800,00

3.13.3

voor het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het storten of verzamelen van winningsafvalstoffen in een winningsafvalvoorziening:

16.800,00

3.14 Verbranden van afvalstoffen in een ippc-installatie (afdeling 3.3 Besluit activiteiten leefomgeving)

3.14.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in de paragraaf 3.3.13 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het verwijderen of het nuttig toepassen van afvalstoffen in een afvalverbrandingsinstallatie of afvalmeeverbrandingsinstallatie als bedoeld in categorie 5.2 van bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies:

39.200,00

3.15 Grootschalige mestverwerking (afdeling 3.3. Besluit activiteiten leefomgeving)

3.15.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in paragraaf 3.3.14 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, voor het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het behandelen van meer dan 25.000 m3 dierlijke meststoffen per jaar op een andere locatie dan de locatie van productie:

22.400,00

Paragraaf 3.3 Nutssector en industrie

3.16 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten genoemd in afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

 
 

3.16.1

voor één milieubelastende activiteit:

3.360,00

3.16.2

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

2.800,00

3.16.3

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

2.240,00

Paragraaf 3.4 Afvalbeheer

3.17 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten genoemd in afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

 
 

3.17.1

voor één milieubelastende activiteit:

3.360,00

3.17.2

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

2.800,00

3.17.3

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

2.240,00

Paragraaf 3.5 Agrarische sector

3.18 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten genoemd in afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

 
 

3.18.1

voor één milieubelastende activiteit:

3.360,00

3.18.2

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

2.800,00

3.18.3

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

2.240,00

Paragraaf 3.6 Dienstverlening, onderwijs en zorg

3.19 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

3.19.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten genoemd in afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit:

3.360,00

Paragraaf 3.7 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan

1.3.20 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten genoemd in afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

 
 

3.20.1

voor één milieubelastende activiteit:

3.360,00

3.20.2

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

2.800,00

3.20.3

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

2.240,00

Paragraaf 3.8 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteiten

1.3.21 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

3.21.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

2.240,00

Paragraaf 3.9 Maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

3.22 Maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of een vergunningvoorschrift krachtens artikel 4.5 van de Omgevingswet bedraagt het tarief bij:

 
 

3.22.1

één maatwerkvoorschrift of één vergunningvoorschrift:

2.240,00

3.22.2

twee of meer maatwerkvoorschriften of twee of meer vergunningvoorschriften, de som van het tarief onder a en per extra maatwerkvoorschrift of vergunningvoorschrift:

1.120,00

 

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om een vergunningvoorschrift is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift of het vergunningvoorschrift betrekking heeft onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 
 

3.23 Wijziging maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften

3.23.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 Omgevingswet:

2.240,00

Paragraaf 3.10 Gelijkwaardige maatregel bij milieubelastende activiteiten

3.24 Gelijkwaardige maatregel bij milieubelastende activiteiten

3.24.1

Een aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet indien deze betrekking heeft op een milieubelastende activiteit:

2.240,00

 

Het tarief behorend bij een aanvraag om een toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop de gelijkwaardige maatregel betrekking heeft onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 
 

Paragraaf 3.11 Eén of meerdere (complexe) milieubelastende activiteiten

3.25 Omgevingsvergunning die betrekking heeft op de cumulatie van milieubelastende activiteiten en de combinatie van complexe met overige milieubelastende activiteiten

3.25.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meerdere complexe milieubelastende activiteiten uit de afdeling 3.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving wordt het tarief opgebouwd uit de complexe milieubelastende activiteit met het hoogste tarief vermeerderd met 15% van het tarief dat verschuldigd is op grond van de andere complexe milieubelastende activiteiten uit pararaaf 3.2 van deze legestabel.

3.25.2

In afwijking van 3.25.1 worden er geen leges geheven over milieubelastende activiteiten als bedoeld in de paragrafen 3.1 en 3.3 tot en met 3.8, indien deze gelijktijdig met één of meerdere complexe milieubelastende activiteiten als bedoeld in afdeling 3.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, worden aangevraagd.

 
 

Paragraaf 3.12 Uitgebreide voorbereidingsprocedure bij milieubelastende activiteiten

3.26 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

3.26.1

Bij een aanvraag waarop afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht op de voorbereiding van het besluit van toepassing is wordt het tarief van een milieubelastende activiteit als bedoeld in de paragrafen 3.1 en 3.3 tot en met 3.8 van deze verordening vermeerderd met een toeslag van:

2.800,00

Paragraaf 3.13 Wijzigen omgevingsvergunning bij milieubelastende activiteiten

3.27 Wijzigen omgevingsvergunning met de uitgebreide voorbereidingsprocedure bij complexe milieubelastende activiteiten

3.27.1

Bij een aanvraag om wijziging van één vergunde complexe milieubelastende activiteit, uit afdeling 3.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, waarop de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is, is 60% van het tarief verschuldigd, voor een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit, waarop de wijziging betrekking heeft.

 
 

3.27.2

Bij een aanvraag om wijziging van meerdere vergunde complexe milieubelastende activiteiten, uit afdeling 3.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, waarop de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is, wordt het tarief berekend op basis van 3.25.1 en is 60% verschuldigd over de uitkomst daarvan.

3.28 Wijzigen omgevingsvergunning met de reguliere voorbereidingsprocedure bij complexe milieubelastende activiteiten

3.28.1

Bij een aanvraag om wijziging van één vergunde complexe milieubelastende activiteit, uit afdeling 3.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, waarop de regulier voorbereidingsprocedure van toepassing is, is 30% van het tarief verschuldigd, voor een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit, waarop de wijziging betrekking heeft.

 

3.28.2

Bij een aanvraag om wijziging van meerdere vergunde complexe milieubelastende activiteiten, uit afdeling 3.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, waarop de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing is, wordt het tarief berekend op basis van 3.25.1 en is 30% verschuldigd over de uitkomst daarvan.

 

3.29 Wijzigen omgevingsvergunning bij niet complexe milieubelastende activiteiten

3.29.1

Bij een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning van een niet complexe milieubelastende activiteit gelden de tarieven, genoemd in paragraaf 3.1 en 3.3 tot en met 3.8 voor een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

3.30 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

3.30.1

Een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, niet zijnde een vergunningvoorschrift als bedoeld in artikel 4.5 Omgevingswet:

2.240,00

Paragraaf 3.14 Milieueffectrapportage

3.31 Beoordeling onderzoeksrapporten

3.31.1

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze paragraaf bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld, voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

8.960,00

3.32 Advies Commissie voor de milieueffectrapportage

3.32.1

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze paragraaf bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet, voor een advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage: het bedrag dat deze commissie in rekening brengt op grond van de door de minister van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde tariefstelling.

 

3.32.2

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 4 Andere milieubelastende activiteiten

4.1 Andere activiteiten

4.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere milieubelastende activiteit dan in deze en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit behoort tot een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen categorie activiteiten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

672,00

Paragraaf 5 Teruggaaf

5.1

Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 
 
 

Als het college van gedeputeerde staten op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

85%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 
 

 
 

5.2

Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gesteld

 
 
 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

 

85%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 
 
 

 
 

5.3

Teruggaaf als provincie niet het bevoegd gezag is

 
 
 

Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning buiten behandeling wordt gesteld omdat het college van gedeputeerde staten niet het bevoegde gezag zijn bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen een jaar na het in behandeling nemen van de aanvraag. De teruggaaf bedraagt:

 

100%

 

 
 

5.4

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 
 
 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van gedeputeerde staten daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 
 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

 

75%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 
 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

 

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 
 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

 

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 
 
 

 
 

5.5

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 
 
 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van gedeputeerde staten daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 
 
 

 
 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

 

75%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 
 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

 

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 
 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

 

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 
 
 

 
 

5.6

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor milieubelastende activiteiten

 
 
 

Als het college van gedeputeerde staten een verleende omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen een jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt.

De teruggaaf bedraagt:

 

30%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 
 

5.7

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een Omgevingsvergunning voor milieubelastende activiteiten

 

a.

Als het college van gedeputeerde staten een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

30%

 

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 
 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.