Verordening toeristenbelasting Meierijstad 2024

Geldend van 02-12-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening toeristenbelasting Meierijstad 2024

De raad van de gemeente Meierijstad;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 juli 2023

gelet op artikel 216 en artikel 224 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de

"Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting Meierijstad 2024"

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    particulier: een natuurlijk persoon die buiten uitoefening van een bedrijf of beroep gelegenheid biedt tot verblijf;

  • 2.

    particulier verhuurde woning: een woning die door een particulier ter beschikking wordt gesteld voor het houden van verblijf met overnachting tegen een vergoeding in welke vorm dan ook;

  • 3.

    hotels en pensions: (gedeelten van) gebouwen, waarbij het houden van verblijf met overnachting tegen welke vergoeding dan ook het hoofddoel is;

  • 4.

    Bed & breakfast (B&B): (gedeelte van) gebouwen met als hoofddoel wonen, waarbij het bieden van verblijf met overnachting en ontbijt tegen welke vergoeding dan ook een nevenactiviteit is;

  • 5.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagen, kampeerauto’s, stacaravans, toercaravans en soortgelijke onderkomens of soortgelijke voertuigen;

  • 6.

    recreatieonderkomens: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde hotels, pensions, mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, die bedrijfs- of beroepsmatig ter beschikking worden gesteld voor het houden van verblijf met overnachten;

  • 7.

    kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van mobiele kampeeronderkomens geheel of nagenoeg geheel ten behoeve van recreatief nachtverblijf.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 3 Belastingplicht, nachtregister en verhaal

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    Van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 4 van de Wet toetreding zorgaanbieders.

  • 2.

    Van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

  • 3.

    In beroepsvaartuigen waarbij scheepvaartrechten verschuldigd zijn.

  • 4.

    Van kinderen die de leeftijd van 13 jaar nog niet hebben bereikt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.

Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing voor recreatief verblijf

  • 1.

    Het aantal personen dat recreatief heeft overnacht, wordt met betrekking tot mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op standplaatsen op kampeerterreinen bepaald op 2 personen.

  • 2.

    Het aantal malen dat door deze bedoelde personen is overnacht wordt, ingeval recreatief verblijf wordt gehouden op standplaatsen op kampeerterreinen welke geschikt zijn voor gebruik gedurende een periode van:

  • a.

    ten hoogste zes maanden, bepaald op 60;

  • b.

    meer dan zes doch ten hoogste twaalf maanden, bepaald op 70.

Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire berekeningswijze maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien aantoonbaar blijkt dat dit aantal lager is dan op het grond van artikel 6 berekende aantal.

Artikel 8 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon per overnachting in/op:

  • a.

    Hotels, pensions en B&B’s. € 1,50

  • b.

    Recreatieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens (inclusief pleziervaartuigen) en particulier verhuurde woningen. € 1,00

Artikel 9 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11 Betaaltermijnen

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 12 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden voordat hij de eerste maal na het inwerkingtreden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b en d, van de gemeentewet.

Artikel 13 Registratieplicht

  • 1.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid is verplicht doorlopend een nachtverblijfregister bij te houden.

  • 2.

    De heffingsambtenaar stelt genoemd nachtverblijfregister eventueel kosteloos beschikbaar.

  • 3.

    Het nachtverblijfregister bevat met betrekking tot ieder aan wie gelegenheid tot overnachten wordt verschaft gegevens tenminste betreffende:

  • a.

    Naam en woonplaats;

  • b.

    datum van aankomst en datum van vertrek;

  • c.

    het aantal overnachtingen;

  • d.

    het aantal personen van 13 jaar en ouder.

  • 4.

    De heffingsambtenaar kan nadere regels geven met betrekking tot de inrichting en gebruik van het nachtverblijfregister.

  • 5.

    De verplichting als bedoeld in voorgaande leden geldt niet voor zover de belastingplichtige een registratie voert waaruit het nachtverblijf van verblijfhoudenden kan worden vastgesteld.

  • 6.

    Met betrekking tot verblijf, ter zake waarvan de belasting wordt geheven naar een forfaitaire regeling, is de in het eerste lid genoemde verplichting beperkt tot de in het derde lid, onder a, genoemde gegevens.

Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening toeristenbelasting Meierijstad 2019, vastgesteld op 19 december 2018 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat deze van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening toeristenbelasting Meierijstad 2024".

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 29 september 2023

De raad voornoemd,

De griffier,

A.F.J. Franken MSc

De burgemeester,

ir. C.H.C. van Rooij