Verordening op de Rekenkamer Opsterland 2023

Geldend van 01-12-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening op de Rekenkamer Opsterland 2023

De raad van de Gemeente Opsterland,

gelezen het voorstel van het presidium d.d. 2 oktober 2023,

gelet op het bepaalde in artikel 81k en artikel 149 van de Gemeentewet,

gelet op de aansluiting bij het bestuursconvenant voor de rekenkamerfunctie van Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland,

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de Rekenkamer Opsterland 2023

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: gemeentewet;

  • b.

    rekenkamer: rekenkamer van de Gemeente Opsterland;

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamer of diens vervanger;

  • d.

    secretaris: secretaris van de rekenkamer of diens vervanger;

  • e.

    lid of leden: lid of leden van de rekenkamer;

  • f.

    raad: gemeenteraad van Opsterland;

  • g.

    college: college van burgemeester en wethouders van Opsterland;

  • h.

    budget: bedrag dat de raden die deelnemen aan de personele unie per jaar gezamenlijk beschikbaar stellen voor het functioneren van de rekenkamer en het verrichten van onderzoeken welke voortvloeien uit de toepassing van deze verordening.

Artikel 2 Rekenkamer

  • 1. Er is een rekenkamer.

  • 2. De rekenkamer bestaat uit drie leden te weten: een voorzitter en twee leden.

  • 3. De rekenkamer wijst zelf één van de leden als vice-voorzitter aan.

Artikel 3 Selectiecommissie

  • 1. Er is een selectiecommissie van de rekenkamer. Deze bestaat uit drie raadsleden. De gemeenteraden van Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland benoemen ieder een persoon uit hun midden voor de selectiecommissie.

  • 2. De selectiecommissie heeft als taak het aanbevelen van kandidaten voor het lidmaatschap in de rekenkamer.

Artikel 4 (Her)benoeming leden

  • 1. De leden worden benoemd voor een periode van zes jaar. De leden kunnen maximaal eenmaal voor een periode van zes jaar worden herbenoemd.

  • 2. De raad kan besluiten niet tot herbenoeming over te gaan.

  • 3. Bij de werving van een nieuw lid van de rekenkamer:

    • a.

      wordt de rekenkamer betrokken bij het opstellen van een profielschets voor het nieuwe lid;

    • b.

      neemt eén van de zittende leden of de secretaris van de rekenkamer zitting in de selectiecommissie.

Artikel 5 De secretaris

  • 1. De rekenkamer benoemt zelf haar secretaris.

  • 2. De als secretaris benoemde persoon is niet anderszins, direct of indirect, werkzaam onder verantwoordelijkheid van college.

  • 3. De secretaris legt verantwoording voor zijn werkzaamheden af aan de rekenkamer.

Artikel 6 Budget

  • 1. De rekenkamer is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. De rekenkamer verantwoordt de baten en lasten van het vorig begrotingsjaar in het jaarverslag aan de raad, als bedoeld in artikel 185, vierde lid van de Gemeentewet.

  • 3. Ten laste van het in het eerste lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen van de leden;

    • b.

      de secretaris;

    • c.

      extern deskundigen die door de rekenkamer zijn ingeschakeld;

    • d.

      eventuele overige uitgaven die de rekenkamer nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 4. De besteding van het budget maakt onderdeel uit van de accountantscontrole.

  • 5. Het budget van de rekenkamer wordt jaarlijks geïndexeerd voor inflatie en aantal inwoners.

Artikel 7 Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamer

  • 1. De leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamer: (€ 200,- voor de voorzitter, € 160 voor de overige leden) en een vaste vergoeding voor het verrichten van onderzoek (voorzitter € 75,-, overige leden € 60 per uur). Tevens worden de reiskosten vergoed naar de daarvoor in het algemeen bij de gemeente geldende maatstaf.

  • 2. Op de vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamer wordt eenzelfde indexatiepercentage toegepast als geldend is voor raadsleden in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 3. Bij ontstentenis van de voorzitter langer dan een maand, is het eerste lid van toepassing op diens vervanger.

Artikel 8 Onderwerpselectie

  • 1. De rekenkamer bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de rekenkamer ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3. De raad kan de rekenkamer een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamer bericht de raad binnen een maand of en in hoeverre aan dat verzoek zal worden voldaan. Indien de rekenkamer niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor een onderbouwde argumentatie aanvoeren.

Artikel 9 Werkwijze

  • 1. De rekenkamer is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De rekenkamer beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De rekenkamer vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 4. De rekenkamer vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet open overheid kan de rekenkamer rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 5. De rekenkamer kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 6. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de rekenkamer, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

Artikel 10 Rapportage en terugkoppeling

  • 1. De rekenkamer legt haar bevindingen en haar oordeel vast in rapporten of rekenkamerbrieven, met dien verstande dat hierin niet worden opgenomen gegevens en bevindingen die naar hun aard vertrouwelijk zijn.

  • 2. De rekenkamer stelt, ter verificatie van de feiten, de betrokken partijen in de gelegenheid om binnen twee weken schriftelijk te reageren op het conceptonderzoeksrapport. Gebleken feitelijke onjuistheden worden gecorrigeerd en de rekenkamer stelt betrokken partijen beargumenteerd in kennis van de eventuele aanpassingen.

  • 3. De rekenkamer stelt vervolgens het onderzochte orgaan in de gelegenheid om binnen vier weken schriftelijk te reageren op de bevindingen en de conclusies en aanbevelingen.

  • 4. De rekenkamer kan de termijn zoals genoemd in het tweede en derde lid wijzigen, als dat naar het oordeel van de rekenkamer noodzakelijk is. Indien de rekenkamer daartoe overgaat, zal zij altijd overleg voeren met de onderzochte partij en met het college.

  • 5. Na ontvangst van de reactie(s) sluit de rekenkamer haar onderzoek af en stelt een definitief document op waarin de bevindingen, conclusies en, indien van toepassing, aanbevelingen, alsmede de bestuurlijke reactie, mits op tijd ontvangen, van het college hierop zijn opgenomen. De rekenkamer kan beslissen om de bestuurlijke reactie van het college te voorzien van een nawoord.

Artikel 11 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na de publicatie ervan in het Gemeenteblad.

  • 2. De verordening op de gemeentelijke rekenkamercommissie Opsterland 2018 wordt gelijktijdig ingetrokken.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening rekenkamer Opsterland 2023.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de Gemeente Opsterland van 13 november 2023.

De griffier,

Laura Meijer

De voorzitter,

Andries Bouwman