Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 juli 2023 (2e wijziging)

Geldend van 05-12-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2023

Intitulé

Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 juli 2023 (2e wijziging)

Het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente

gelezen het voorstel van de gemeenteambtenaar belast met de invordering van gemeentelijke belastingen van 1 november 2023;

besluit:

vast te stellen de “2e wijziging van de Leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2023”, waarbij de Leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2023, besluit van 15 december 2022 als volgt wordt gewijzigd.

ARTIKEL I

A

In artikel 14.2.14 wordt ‘artikel 46 van de Waarborgwet 2019’ vervangen door ‘artikel 35 van de Waarborgwet 2019’.

B

In artikel 19.3.2 vervalt de derde alinea.

C

Artikel 26 wijzigt als volgt:

1. De tweede alinea beginnende met ‘De kwijtscheldingsregels op basis’ en eindigend met ‘in de regeling.’ wordt vervangen door de volgende alinea:

De kwijtscheldingsregels op basis van artikel 26 van de wet zijn vastgelegd in de regeling. In afwijking van de regeling kan de gemeente een ruimhartiger kwijtscheldingsbeleid voeren. De Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden bevat regels over de wijze waarop de raad in afwijking van de regeling het vermogen en de kosten van bestaan van belastingschuldigen kan vaststellen.

2. De vierde alinea beginnend met ‘Bij de berekening’ en eindigend met ‘percentage is vastgesteld.’ vervalt.

D

In artikel 73.5.1 wordt ‘36’ telkens vervangen door ‘18’.

E

In artikel 73.5a wordt ‘36’ vervangen door ‘18’.

ARTIKEL II

1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de 2e dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2023.

2. Dit besluit wordt aangehaald als: Wijziging leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2e halfjaar 2023.

Hengelo, 1 november 2023

Het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente,

Ondertekening

Ondertekening

Secretaris

………………………………….

De heer J.A.G. Cloosterman

Voorzitter

…………………………………….

Mevr. E. Zinkweg - Ankone

TOELICHTING

Artikel I, onderdeel A betreft een redactionele wijziging van artikel 14.2.14. Er is geen beleidswijziging beoogd.

Artikel I, onderdeel B betreft een technische wijziging van artikel 19.3.2. Bij de meest recente wijziging van artikel 19, negende lid van de Invorderingswet 1990 is de termijn die de ontvanger in acht moet nemen bij het doen van een vordering aangepast naar vier weken, waardoor de in dit artikel genoemde termijn niet meer juist was. De regel van de laatste alinea van dit artikel is inmiddels in artikel 19, negende lid van de Invorderingswet 1990 vastgelegd, zodat de laatste alinea haar belang heeft verloren en komt te vervallen. Er is geen beleidswijziging beoogd.

Artikel I, onderdeel C betreft een redactionele wijziging van artikel 26. De Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden bevat de regels over de wijze waarop in afwijking van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het vermogen en de kosten van bestaan van belastingschuldigen kunnen worden vastgesteld. Dit gebeurt bij raadsbesluit. In artikel 26 is nu enkel facultatief een verwijzing naar het raadsbesluit opgenomen. Er is geen beleidswijziging beoogd.

Artikel I, onderdelen D en E, wijzigen artikel 73.5.1 respectievelijk artikel 73.5a. Op 7 februari 2023 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel tot wijziging van de Faillissementswet aangenomen waardoor onder meer een wettelijk schuldsaneringstraject wordt verkort van 36 maanden naar 18 maanden.

In verband met die wijziging heeft de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen

aangekondigd dat de aflossingsperiode van minnelijke schuldregelingen ook wordt verkort naar 18 maanden. Inmiddels is duidelijk geworden dat zowel de verkorting van de aflossingsperiode van minnelijke schuldregelingen als die van het wettelijk schuldsaneringstraject per 1 juli 2023 in werking treden. In verband met de bedoelde wijziging is de in de artikelen 73.5.1 en 73.5a genoemde maximale uitsteltermijn ook gewijzigd naar 18 maanden.

Artikel II regelt de datum van inwerkingtreding van de onderhavige wijzigingen.

Dit besluit is na de inwerkingtreding terstond uitgewerkt en bevat daarom geen vervalbepaling.