Besluit van provinciale staten van Zuid-Holland van 8 november 2023, PZH-2023-839919072 tot vaststelling van de verordening houdende regels omtrent de heffing en invordering van de leges infrastructuur Zuid-Holland 2024 (Legesverordening infrastructuur Zuid-Holland 2024)

Geldend van 30-11-2023 t/m heden

Intitulé

Besluit van provinciale staten van Zuid-Holland van 8 november 2023, PZH-2023-839919072 tot vaststelling van de verordening houdende regels omtrent de heffing en invordering van de leges infrastructuur Zuid-Holland 2024 (Legesverordening infrastructuur Zuid-Holland 2024)

Provinciale staten van Zuid-Holland;

Gelezen het voorstel van gedeputeerde staten van 10 oktober 2023, PZH-2023-839919072;

Gelet op de artikelen 220 en 223 van de Provinciewet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

Besluiten vast te stellen het volgende besluit:

Legesverordening infrastructuur Zuid-Holland 2024

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • dag: periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • week: aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • maand: tijdvak dat loopt van nde dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)de dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)de dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • jaar: tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)de dag in het volgende kalenderjaar;

  • kalenderjaar: periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • leges: rechten als bedoeld in artikel 223, eerste lid, onder b, van de Provinciewet;

  • tarieventabel: tarieventabel opgenomen in de bijlage behorende bij deze verordening.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1. Leges worden geheven voor:

    • a.

      het in behandeling nemen van een aanvraag voor een dienst, ongeacht of de aanvraag leidt tot een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht;

    • b.

      het verlenen van een dienst op aanvraag, een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2. Het moment waarop een aanvraag in behandeling is genomen, is de dagtekening van de ontvangstbevestiging van de aanvraag.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven:

  • a.

    voor diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    voor diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    van de provincie Zuid-Holland;

  • d.

    van bedrijven die namens de provincie Zuid-Holland een specifiek aangewezen werk uitvoeren.

  • e.

    van dierenambulances;

  • f.

    voor evenementen als bedoeld in artikel 2.8.1 tot en met 2.8.2 van de tarieventabel, bedoeld in artikel 5, die worden uitgevoerd door een natuurlijk persoon of een vereniging of stichting die zich volgens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van niet-commerciële activiteiten van maatschappelijke, sociale, pedagogische, sportieve, charitatieve of culturele aard waarbij het bestuur van de stichting of vereniging uit vrijwilligers bestaat en deze evenementen:

    • 1º.

      in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers;

    • 2º.

      geen direct of indirect individueel, persoonlijk of groeps- winstoogmerk hebben;

    • 3º.

      geringe impact hebben op de infrastructuur; en

    • 4º.

      de inkomsten uit het evenement slechts aangewend worden om de continuïteit van de eigen activiteiten te waarborgen;

  • g.

    voor een naamswijziging met betrekking tot een verleende beschikking, waarbij geen sprake is van wijziging van de voorwaarden in de beschikking en locatie, in geval van:

    • 1º.

      overlijden van vergunninghouder, ten behoeve van de inwonende echtgeno(o)t(e) c.q.

    • 2º.

      overlijden van vergunninghouder, ten behoeve van een inwonende bloedverwant in de eerste lijn;

    • 3º.

      echtscheiding c.q. ontbinding van het geregistreerd partnerschap, ten behoeve van de achterblijvende bewoner, eigenaar of gebruiker.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 3. Indien sprake is van een gefaseerde aanvraag worden per fase de leges in rekening gebracht die gelden voor de activiteiten waarop de desbetreffende fase betrekking heeft.

Artikel 6 Wijze van heffing

Leges worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke of digitale kennisgeving aan de belastingplichtige.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de aanslag.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Nadere regels door het college van gedeputeerde staten

Gedeputeerde staten kunnen nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1. De Legesverordening infrastructuur provincie Zuid-Holland 2023 wordt ingetrokken op 1 januari 2024, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien deze verordening na 1 januari 2024 in werking treedt, blijft de in het eerste lid genoemde verordening van toepassing voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin deze verordening wordt geplaatst.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening infrastructuur Zuid-Holland 2024.

Ondertekening

Den Haag, 8 november 2023

Provinciale staten van Zuid-Holland,

Wnd. Griffier

mr. M. Pe MEC

Voorzitter

drs. J. Smit

Bijlage 1 behorendebij de Legesverordening infrastructuur Zuid-Holland 2024

Tarieventabel

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen bij de tarieventabel

artikel

Onderwerp

1.1

In deze Tarieventabel wordt verstaan onder:

1.1.2

Opstallen:

 

transformator- huizen, stations, drukregelruimten, aan of opjaagstations, verdeel-, aansluit of schakelkasten, zend of ontvangstinstallaties, kranen, transportbanen, afzuiginrichtingen, elevators, schuur, gebouw, uitbouw en/of ander getimmerte, watermolens, waterpompen, gemalen, af- en opmalingsinstallaties, mest- of beerputten, gastanks of enig opstal niet in deze opsomming genoemd maar wel door de Provincie Zuid-Holland aan te wijzen als opstal.

1.1.3

Kunstwerken:

 

niet voor bewoning bedoelde, bouwwerken of constructies in de infrastructuur van de Provincie Zuid-Holland zoals; bruggen, sluizen, viaducten, aquaducten, ecoducten, tunnels, fietstunnels, gemalen, stuwen, damwanden, kademuren, remmingwerken, geluidschermen, inlaat- en uitstroomconstructies, overkluizingen, dijklichamen en dergelijke bouwwerken door de Provincie Zuid-Holland gelijk te stellen aan kunstwerken.

Hoofdstuk 2 Tarieventabel

Artikel

Onderwerp

Tarief

2.1

Vooroverleg/Conceptaanvraag

 
 

Het tarief bedraagt:

 

2.1.1

Voor het verkrijgen van vooroverleg voor een voorgenomen project; per overleg

€ 395,00

2.1.2

Voor het beoordelen van een conceptaanvraag; per aanvraag

€ 341,00

2.1.3

Indien binnen 26 weken na het indienen van een vooroverleg of conceptaanvraag een definitieve aanvraag wordt ingediend, wordt 50% van de leges genoemd in 2.1.1 en 2.1.2 in mindering gebracht op de leges van de definitieve aanvraag

 
 

.

2.2

Kabels, Buizen en Leidingen, Aanleggen of hebben liggen van,

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het aanleggen of hebben liggen van kabels, buizen en/of leidingen voor:

 

2.2.1

Eerste 100 meter (of een gedeelte daarvan)

€ 309,00

2.2.2

Meer dan 100 t/m 1.000 meter

€ 577,00

2.2.3

Meer dan 1.000 t/m 5.000 meter

€ 1.073,00

2.2.4

Meer dan 5.000 meter

€ 1.482,00

2.2.5

Binnen één jaar wijzigen en/of verlengen van een vergunning als bedoeld onder 2.2.1 t/m 2.2.4.

€ 274,00

 

 

2.3

Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

2.3.1

Beschikking ingevolge het RVV 1990 voor 1 tot en met 15 voertuigen

€ 404,00

2.3.2

Beschikking ingevolge het RVV 1990 voor meer dan 15 voertuigen

€ 548,00

2.3.3

Wijzigen en/of verlengen van een beschikking bedoeld onder 2.3.1 en 2.3.2

€ 156,00

 

 

2.4

Bebording

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

2.4.1

Beschikking voor het plaatsten van een strokenbord, inclusief onderbord, zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten

€ 492,00

2.4.2

Beschikking voor borden niet zijnde een strokenbord vallende onder 4.1

€ 377,00

2.4.3

Beschikking voor informatiepanelen en plattegrondkasten

€ 439,00

2.4.4

Wijzigen en/of verlengen van een beschikking bedoeld onder 2.4.1 t/m 2.4.3

€ 156,00

 

 

2.5

Beplanting

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

2.5.1

Beschikking voor het aanplanten en onderhouden van beplanting

€ 416,00

2.5.2

Beschikking voor het beplanten van een middeneiland van een rotonde

€ 677,00

2.5.3

Wijzigen en/of verlengen van een beschikking bedoeld onder 2.5.1 t/m 2.5.2

€ 208,00

 

 

2.6

Bijzonder gebruik Provincialeweg

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

2.6.1

Beschikking voor het bijzonder gebruik van de provinciale weg

€ 399,00

2.6.2

Binnen een jaar wijzigen en/of verlengen van een beschikking bedoeld onder 2.6.1

€ 156,00

 

 

2.7

Bijzonder gebruik Provinciale Vaarweg

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

2.7.1

Beschikking voor het bijzonder gebruik van de provinciale vaarweg zonder begeleiding

€ 899,00

2.7.2

Beschikking voor het bijzonder gebruik van de provinciale vaarweg met begeleiding

€ 1.661,00

2.7.3

Binnen een jaar wijzigen en/of verlengen van een beschikking bedoeld onder 2.7.1 en 2.7.2

€ 599,00

2.8.1

Evenementen Wegen

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

2.8.1.1

Beschikking voor een recreatief of sportief evenement zonder wedstrijdelement zijnde een vereniging.

€ 199,00

2.8.1.2

Beschikking voor een sportief evenement inclusief wedstrijdelement zijnde een vereniging

€ 398,00

2.8.1.3

Beschikking voor een sportief evenement inclusief bedrijfsmatige en commerciële doeleinden

€ 531,00

2.8.1.4

Beschikking voor het houden van een toertocht over provinciale wegen

€ 132,00

2.8.1.5

Binnen een jaar wijzigen en/of verlengen van een beschikking zoals bedoeld onder 2.8.1.1, 2.8.1.2, 2.8.1.3 en 2.8.1.4

€ 154,00

 

 

2.8.2

Evenementen vaarwegen

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

2.8.2.1

Beschikking voor een recreatief of sportief evenement zonder wedstrijdelement zijnde een vereniging.

€ 205,00

2.8.2.2

Beschikking voor een sportief evenement inclusief wedstrijdelement zijnde een vereniging

€ 616,00

2.8.2.3

Beschikking voor een sportief evenement inclusief bedrijfsmatige en commerciële doeleinden.

€ 1.644,00

2.8.2.4

Beschikking voor het stremmen van het scheepvaartverkeer voor het houden van een evenement van elke soort

€ 822,00

2.8.2.5

Binnen een jaar wijzigen en/of verlengen van een beschikking zoals bedoeld onder 2.8.2.2, 2.8.2.3 en 2.8.2.4

€ 381,00

 

 

2.9

Insteekhaven/inkassing en Botenlift

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

2.9.1

Beschikking voor het maken en hebben van een insteekhaven/inkassing, aansluitend aan de provinciale vaarweg

€ 1.292,00

2.9.2

Binnen een jaar wijzigen en/of verlengen van een beschikking zoals bedoeld onder 2.9.1

€ 500,00

 

 

2.10

Ligplaatsen

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

2.10.1

Beschikking voor een ligplaats met luxe- of plezierschepen of niet permanent bewoonde woonschepen

€ 548,00

2.10.2

Beschikking voor ligplaats met beroepsschepen of bunkerschepen

€ 1.748,00

2.10.3

Beschikking voor een ligplaats met schepen en woonschepen niet vallende onder 2.10.1 en 2.10.2

€ 1.135,00

2.10.4

Binnen een jaar wijzigen en/of verlengen van een beschikking behorende onder 2.10.1 t/m 2.10.3 en 2.10.8

€ 263,00

2.10.5

Beschikking voor ligplaatsen voor botenverhuurbedrijven, bergingsinrichtingen voor schepen bij een scheepswerf en dergelijke, inclusief havens met toebehoren

€ 2.614,00

2.10.6

Beschikking voor ligplaatsen voor watersportverenigingen, zeeverkennersgroepen en daarmee gelijk te stellen groepen of verenigingen, inclusief havens met toebehoren

€ 1.334,00

2.10.7

Binnen een jaar wijzigen en/of verlengen van een beschikking behorende onder 2.10.5 en 2.10.6

€ 1.045,00

2.10.8

Tijdelijk innemen van een ligplaats ten behoeve van werkzaamheden

€ 616,00

 

 

2.11

Oevervoorzieningen en werken

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

2.11.1

Beschikking voor het maken van, hebben van plankieren, vlonders, steigers, remmingen en of geleidingswerken in en langs de provinciale vaarweg

€ 696,00

2.11.2

Beschikking voor het vervangen of wijzigen van bestaande plankieren, vlonders, steigers, remmingen en of geleidingswerken in en langs de provinciale vaarweg

€ 499,00

2.11.3

Beschikking voor het houden of bezitten van reeds bestaande plankieren, vlonders, steigers, remmingen en of geleidingswerken in en langs de provinciale vaarweg

€ 330,00

2.11.4

Beschikking voor het maken, vervangen en/of wijzigen van los- en/of laadplaatsen en Sleep- of scheepshellingen, met toebehoren

€ 864,00

2.11.5

Beschikking voor het houden of bezitten van reeds bestaande los- en/of laadplaatsen en Sleep- of scheepshellingen, met toebehoren

€ 641,00

2.11.6

Beschikking voor het maken, houden en/of bezitten van een visbun, calamiteitentrap, bolder, meerpaal, beschermpaal en/of andere daarmee gelijk te stellen materialen in en langs de provinciale vaarweg.

€ 287,00

2.11.7

Binnen een jaar wijzigen van een beschikking zoals bedoeld onder 2.11.1 t/m 2.11.6 en 2.11.9

€ 178,00

2.11.8

Binnen een jaar verlengen van een beschikking zoals bedoeld onder

2.11.1 t/m 2.11.6 en 2.11.9

€ 96,00

2.11.9

Vervangen van een oevervoorziening

€ 1.296,00

2.12

Opstallen

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

2.12.1

Beschikking voor een opstal t/m 2 M2

€ 327,00

2.12.2

Beschikking voor een opstal groter dan 2 t/m 10 M2

€ 471,00

2.12.3

Beschikking voor een opstal groter dan 10 t/m 100 M2

€ 1.115,00

2.12.4

Beschikking voor een opstal groter dan 100 t/m 250M2

€ 1.403,00

2.12.5

Beschikking voor een opstal groter dan 250 M2

€ 1.692,00

2.12.6

Binnen een jaar wijzigen en/of verlengen van een beschikking behorende onder 2.12.1 t/m 2.12.5

€ 193,00

 

 

2.13

Kunstwerken

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

2.13.1

Beschikking voor een kunstwerk t/m 50 M2

€ 2.074,00

2.13.2

Beschikking voor een kunstwerk groter dan 50 t/m 100 M2

€ 2.939,00

2.13.3

Beschikking voor een kunstwerk groter dan 100 M2

€ 3.977,00

2.13.4

Het wijzigen en/of verlengen van een beschikking behorende onder 2.13.1 t/m 2.13.3

€ 392,00

 

 

2.14

Gebruik Provinciaal Eigendom

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

2.14.1

Beschikking voor het gebruik van provinciaal eigendom als tuin

€ 377,00

2.14.2

Beschikking voor het gebruik van provinciaal eigendom voor opslag

€ 261,00

2.14.3

Het wijzigen en/of verlengen van een beschikking behorende onder 2.14.1 en 2.14.2

€ 196,00

 

 

2.15

In deze titel niet benoemde beschikking

 

2.15.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking

€ 435,00

 

 

2.16

Administratieve handeling

 

2.16.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek om geheel of gedeeltelijke intrekking van een verleende beschikking

€ 66,00

Hoofdstuk 3 Teruggaaf

 

De aanvrager van een beschikking kan verzoeken om teruggaaf van (een deel van) reeds geheven leges in de volgende gevallen:

 
 

 

3.1

Teruggaaf als gevolg van buiten behandeling stellen aanvraag

 

3.1.1

Als de provincie op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht besluit om de in behandeling genomen aanvraag om een beschikking als bedoeld in hoofdstuk 2, niet verder te behandelen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen een jaar na het in behandeling nemen van de aanvraag. De teruggaaf bedraagt:

50%

 

 

3.2

Teruggaaf als gevolg van buiten behandeling stellen als provincie niet het bevoegde gezag is

 

3.2.1

Indien een aanvraag om een beschikking als bedoeld in hoofdstuk 2, buiten behandeling wordt gesteld omdat Gedeputeerde Staten niet het bevoegde gezag zijn bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen een jaar na het in behandeling nemen van de aanvraag. De teruggaaf bedraagt:

100%

 

 

3.3

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag door aanvrager

 

3.3.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een beschikking geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het Gedeputeerde staten daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50 %

 

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen 3 maanden na de indiening van de aanvraag van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 
 

 

3.4

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende beschikking bij geen gebruik

 

3.4.1

Als Gedeputeerde Staten een beschikking intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen een jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

30 %

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.