Delegatiebesluit Omgevingsverordening provincie Groningen

Geldend van 22-11-2024 t/m heden

Intitulé

Delegatiebesluit Omgevingsverordening provincie Groningen

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat Provinciale Staten op 22 februari 2023, nr. 4.a, hebben besloten tot vaststelling van het Delegatiebesluit Omgevingsverordening provincie Groningen. Het besluit luidt als volgt:

Besluit van provinciale staten van Groningen van 22 februari 2023, agendapunt 4.a, tot het delegeren van de bevoegdheid tot het vaststellen van delen van de Omgevingsverordening provincie Groningen aan gedeputeerde staten van Groningen (Delegatiebesluit Omgevingsverordening provincie Groningen)

Provinciale Staten van Groningen;

Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Groningen van 10 januari 2022;

Gelet op artikel 2.8 en artikel 4.15, vierde lid, van de Omgevingswet;

Overwegende dat het wenselijk is in verband met het inwerking treden van de Omgevingswet, bevoegdheden tot het vaststellen van delen van de Omgevingsverordening provincie Groningen te delegeren aan Gedeputeerde Staten met het oog op het vereenvoudigen en versnellen van het wijzigen van de verordening;

Overwegende dat het noodzakelijk is bedoelde delegatiebepalingen in werking te laten treden op het moment van het inwerking treden van de Omgevingswet en de Omgevingsverordening provincie Groningen;

Besluiten vast te stellen het volgende besluit:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

  • 1. In dit besluit wordt verstaan onder Omgevingsverordening: Omgevingsverordening provincie Groningen.

  • 2. Begripsbepalingen die van toepassing zijn op de omgevingsverordening zijn ook van toepassing op dit besluit.

Artikel 1.2 Toepassingsgebied

  • 1. Dit besluit gaat over het delegeren door Provinciale Staten aan Gedeputeerde Staten van de bevoegdheden tot het vaststellen van:

    • a.

      delen van de Omgevingsverordening, en

    • b.

      voorbereidingsbesluiten.

  • 2. Voor zover daartoe in dit besluit de bevoegdheid is gegeven, kunnen Gedeputeerde Staten een wijziging in de Omgevingsverordening vaststellen die inhoudt dat bepaling in de Omgevingsverordening worden opgenomen, worden gewijzigd of komen te vervallen.

Hoofdstuk 2 Delegatiebepalingen met betrekking tot doelen

Artikel 2.1 Wijziging van niet-inhoudelijke aard

Gedeputeerde Staten kunnen de Omgevingsverordening wijzigen voor zover het betreft uitvoeringstechnische aspecten, administratieve regels of meet- of rekenvoorschriften.

Artikel 2.2 Wijziging in de aanwijzing en begrenzing regionale waterkeringen

Gedeputeerde Staten kunnen de in bijlage 2 van de Omgevingsverordening opgenomen geometrische begrenzing van regionale waterkeringen wijzigen.

Artikel 2.3 Wijziging in de aanwijzing en begrenzing van door regionale waterkeringen beschermde gebieden

Gedeputeerde Staten kunnen de in bijlage 2 van de Omgevingsverordening opgenomen geometrische begrenzing van door regionale waterkeringen beschermde gebieden wijzigen.

Artikel 2.4 Stellen regels beoordeling veiligheid regionale waterkeringen

Gedeputeerde Staten stellen regels over de vaststelling van het waterkerend vermogen van waterkeringen als bedoeld in artikel 2.13 lid 2 van de Omgevingswet.

Artikel 2.5 Bergings- en afvoercapaciteit regionale wateren

  • 1. Gedeputeerde Staten kunnen regels vaststellen voor de beoordeling door het waterschap van de bergings- en afvoercapaciteit van de regionale wateren.

  • 2. Gedeputeerde Staten bepalen daarbij, na overleg met het waterschap, het moment waarop de bergings- en afvoercapaciteit van de verschillende regionale wateren moet voldoen aan de in het eerste lid bedoelde regels.

Hoofdstuk 3 Delegatiebepalingen met betrekking tot activiteiten

Artikel 3.1 Beperking uitzondering vergunningplicht Flora- en fauna-activiteit

Gedeputeerde Staten kunnen bepalen dat artikel 4.19 van de Omgevingsverordening voor bepaalde of onbepaalde tijd of voor daarbij aangewezen bebouwde kommen geheel of gedeeltelijk buiten toepassing blijft indien afbreuk wordt gedaan aan het streven de populaties van dieren van in bijlage 6 van de Omgevingsverordening aangewezen soorten in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan.

Artikel 3.2 Vellen en herbeplanting houtopstanden

Gedeputeerde Staten kunnen nadere regels stellen met betrekking tot bosbouwkundig verantwoorde herbeplanting als bedoeld in artikel 4.23 van de Omgevingsverordening. Deze regels kunnen ook een vrijstelling inhouden van de eis dat bepaalde soorten bij herbeplanting niet mogen worden toegepast.

Artikel 3.3 Waterkeringszones

Gedeputeerde Staten kunnen de in bijlage 2 van de Omgevingsverordening opgenomen geometrische begrenzing wijzigen met het oog op de veiligheid, het beheer en het onderhoud van regionale waterkeringen, waarbij voor activiteiten die een belemmering kunnen zijn voor versterking van waterkeringen een verbod of een vergunningsplicht kan worden ingesteld.

Artikel 3.4 Provinciale wegen

Gedeputeerde Staten kunnen de in bijlage 2 van de Omgevingsverordening opgenomen geometrische begrenzing van provinciale wegen wijzigen.

Artikel 3.5 Provinciale vaarwegen

Gedeputeerde Staten kunnen de in bijlage 2 van de Omgevingsverordening opgenomen geometrische begrenzing van provinciale vaarwegen wijzigen.

Hoofdstuk 4 Delegatiebepalingen met betrekking tot instructieregels

Artikel 4.1 Natuurnetwerk Nederland - natuur aanpassingsgebieden

Gedeputeerde Staten kunnen de in bijlage 2 van de Omgevingsverordening opgenomen geometrische begrenzing van Natuurnetwerk Nederland - natuur aanpassingsgebieden, als de hydrologische situatie of de realiseerbaarheid daartoe aanleiding geeft, wijzigen en de aanduiding Natuurnetwerk Nederland - natuur aanpassingsgebied wijzigen en deze aanduiding geheel of gedeeltelijk laten vervallen of geheel of gedeeltelijk wijzigen in Natuurnetwerk Nederland - beheergebied.

Artikel 4.2 Natuurnetwerk Nederland - beheer aanpassingsgebieden

Gedeputeerde Staten kunnen de in bijlage 2 van de Omgevingsverordening opgenomen geometrische begrenzing van Natuurnetwerk Nederland - beheer aanpassingsgebieden, als de hydrologische situatie of de realiseerbaarheid dan wel de effectiviteit van het agrarisch natuurbeheer daartoe aanleiding geeft, wijzigen en de aanduiding Natuurnetwerk Nederland - beheergebieden geheel of gedeeltelijk laten vervallen.

Artikel 4.3 Realisatie Natuurnetwerk Nederland

Gedeputeerde Staten kunnen de in bijlage 2 van de Omgevingsverordening opgenomen geometrische begrenzing van Natuurnetwerk Nederland - natuurgebieden, Natuurnetwerk Nederland - natuur aanpassingsgebieden, Natuurnetwerk Nederland - beheergebieden en Natuurnetwerk Nederland - beheer aanpassingsgebieden wijzigen indien dat nodig is ten behoeve van de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland.

Artikel 4.4 Veldkavels voor foliemestbassins, mestzakken en mestsilo’s

Gedeputeerde Staten kunnen de in bijlage 2 van de Omgevingsverordening opgenomen geometrische begrenzing van het gebied met potentiële veldkavels voor foliemestbassins, mestzakken en mestsilo's wijzigen voor zover dat in overeenstemming is met de gemeentelijke gebiedsvisie op mestopslag of de gemeentelijke omgevingsvisie.

Artikel 4.5 Biovergistingsinstallaties en mestvergistingsinstallaties

Gedeputeerde Staten kunnen een gebied "biomassavergistingsinstallaties" als bedoeld in artikel 3.180, eerste lid, onder b. aanwijzen en geometrisch begrenzen.

Artikel 4.6 Buitengebied

Gedeputeerde Staten kunnen de in bijlage 2 van de Omgevingsverordening opgenomen geometrische begrenzing 'begrenzing buitengebied' wijzigen voor zover plaatsgevonden stedelijke ontwikkelingen in het buitengebied daar aanleiding toe geven.

Artikel 4.7 Onderzoeksgebied opwekking energie door middel van zweefvliegtuigen

Gedeputeerde Staten kunnen een gebied 'onderzoeksgebied opwekking energie door middel van zweefvliegtuigen' aanwijzen en geometrisch begrenzen.

Artikel 4.8 proefprojecten kleine windturbines

Gedeputeerde Staten kunnen de in bijlage 2 van de Omgevingsverordening opgenomen geometrische begrenzing van het gebied 'proefprojecten kleine windturbines' wijzigen, ten behoeve van de realisatie van maximaal 21 proefprojecten kleine windturbines waarbij de verdeling over verschillende landschapstypes in acht wordt genomen.

Artikel 4.9 Proefprojecten bijzondere woonvormen in het buitengebied

  • 1. Gedeputeerde Staten kunnen op verzoek van de gemeente een locatie aanwijzen voor de realisering van een bijzonder woonvorm.

  • 2. De aanwijzing bedoeld in het eerste lid kan geen betrekking hebben op gronden die deel uitmaken van ' Natuurnetwerk Nederland -beheergebieden', Natuurnetwerk Nederland -natuurgebieden', Natuurnetwerk Nederland -beheer aanpassingsgebieden', ' Natuurnetwerk Nederland -natuur aanpassingsgebieden', 'Zoekgebied robuuste verbindingszones' en de 'Bos- en natuurgebieden buiten het Natuurnetwerk Nederland'.

  • 3. Van de in het eerste lid toegekende bevoegdheid kan ten behoeve van maximaal drie proefprojecten gebruik worden gemaakt.

Artikel 4.10 Zonneparken

Gedeputeerde Staten kunnen de in bijlage 2 van de Omgevingsverordening opgenomen geometrische begrenzing van het gebied 'Zonneparken' wijzigen voor zover dat in overeenstemming is met de gemeentelijke gebiedsvisie zonne-energie.

Artikel 4.11 Regionale bedrijventerreinenvisie

Gedeputeerde Staten kunnen het in bijlage 2 van de Omgevingsverordening aangewezen en geometrische begrensde gebied 'potentiële bedrijventerrein toegestaan' wijzigen indien de betrokken gemeente niet beschikt over een regionale bedrijventerreinenvisie.

Artikel 4.12 Water

  • 1. Gedeputeerde Staten kunnen voor waterstaatswerken vrijstelling verlenen van de leggerplicht, als bedoeld in artikel 2.39, vierde lid van de Omgevingswet, als het gaat om vorm, afmeting en constructie, als deze waterstaatswerken zich naar hun aard of functie niet lenen voor omschrijving van die elementen of als deze geringe afmetingen hebben.

  • 2. Gedeputeerde Staten kunnen artikel 6.13 van de Omgevingsverordening wijzigen en daarbij regels stellen over de voorbereiding, de inhoud en de inzendtermijn van het verslag.

Artikel 4.13 Landschap

Gedeputeerde Staten kunnen de in bijlage 2 van de Omgevingsverordening opgenomen geometrische begrenzing wijzigen van de landschappen waarover in Afdeling 3.6 van de Omgevingsverordening regels zijn gesteld.

Hoofdstuk 5 Delegatiebepalingen met betrekking tot beheer en onderhoud

Artikel 5.1. Faunabeheereenheid

Gedeputeerde Staten kunnen nadere regels opnemen in artikel 7.3 van de Omgevingsverordening met betrekking tot het profiel van de maatschappelijke organisaties als bedoeld in dat artikel.

Artikel 5.2 Wildbeheereenheden

Gedeputeerde Staten kunnen in afwijking van artikel 7.15 van de Omgevingsverordening, regels stellen die betrekking hebben op de gevallen waarin en voorwaarden waaronder jachthouders met een omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit zijn vrijgesteld van het lidmaatschap van een wildbeheereenheid.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 6.1 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Omgevingsverordening provincie Groningen - wijziging 1.

Artikel 6.2 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Delegatiebesluit omgevingsverordening provincie Groningen.

Ondertekening

Groningen, 22 februari 2023

Provinciale staten voornoemd:

R. Visser, vice-voorzitter.

H. Engels-van Nijen

Toelichting

Onder de omgevingswet is op provinciaal niveau maar voorzien in één niveau van regelgeving, de omgevingsverordening. Dat betekent dat alle (nadere) regels in de omgevingsverordening moeten worden opgenomen. Dit delegatiebesluit gaat over de overdracht van bevoegdheden van Provinciale Staten aan Gedeputeerde Staten om de omgevingsverordening op specifieke onderdelen vast te stellen of te wijzigen.

Artikel 2.8 van de Omgevingswet maakt het mogelijk dat Provinciale Staten de bevoegdheid tot het vaststellen -van delen- van de omgevingsverordening bij delegatiebesluit kunnen delegeren aan Gedeputeerde Staten. Dit besluit geeft hier uitvoering aan. Het delegatiebesluit vormt een afzonderlijk besluit, dat geen deel uitmaakt van de Omgevingsverordening provincie Groningen 2022. Het bepaalt binnen welke grenzen en onder welke voorwaarden de bevoegdheid kan of moet worden uitgeoefend.

Voor de duidelijkheid wordt opgemerkt dat van de bevoegdheden met betrekking tot hoofdstuk 3 en 4 in het algemeen gebruik zal worden gemaakt op verzoek van- en in overleg met de betreffende gemeente(n) en waterschappen.