Delegatiebesluit Omgevingsverordening provincie Groningen

1. In dit besluit wordt verstaan onder Omgevingsverordening: Omgevingsverordening provincie Groningen.

2. Begripsbepalingen die van toepassing zijn op de omgevingsverordening zijn ook van toepassing op dit besluit.

1. Dit besluit gaat over het delegeren door Provinciale Staten aan Gedeputeerde Staten van de bevoegdheden tot het vaststellen van:

• a.

  delen van de Omgevingsverordening, en

• b.

  voorbereidingsbesluiten.

2. Gedeputeerde Staten kunnen een wijziging van de Omgevingsverordening vaststellen die inhoudt dat bepalingen in de Omgevingsverordening worden opgenomen, worden gewijzigd of komen te vervallen.

1. Gedeputeerde Staten kunnen regels vaststellen voor de beoordeling door het waterschap van de bergings- en afvoercapaciteit van de regionale wateren.

2. Gedeputeerde Staten bepalen daarbij, na overleg met het waterschap, het moment waarop de bergings- en afvoercapaciteit van de verschillende regionale wateren moet voldoen aan de in het eerste lid bedoelde regels.

1. Gedeputeerde Staten kunnen voor waterstaatswerken vrijstelling verlenen van de leggerplicht, als bedoeld in artikel 2.39, vierde lid van de Omgevingswet, als het gaat om vorm, afmeting en constructie, als deze waterstaatswerken zich naar hun aard of functie niet lenen voor omschrijving van die elementen of als deze geringe afmetingen hebben.

2. Gedeputeerde Staten kunnen artikel 6.13 van de Omgevingsverordening wijzigen en daarbij regels stellen over de voorbereiding, de inhoud en de inzendtermijn van het verslag.