Verordening precariobelasting provincie Zuid-Holland 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening precariobelasting provincie Zuid-Holland 2024

Provinciale staten van Zuid-Holland,

Gelezen het voorstel van gedeputeerde staten van 18 september 2023, met het besluitnummer

PZH-2023-839175088;

Gelet op Artikel 220 en artikel 222c van de Provinciewet;

Besluiten:

Vast te stellen de Verordening precariobelasting provincie Zuid-Holland 2024

Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    dag: een etmaal;

  • b.

    heffingstijdvak: de onder a, c en d genoemde perioden;

  • c.

    jaar: een kalenderjaar;

  • d.

    maand: kalendermaand;

  • e.

    tarieventabel: tarieventabel, opgenomen in de bij dit besluit behorende bijlage;

  • f.

    voor de openbare dienst bestemde grond: grond waarvan de provincie eigenaar is en die kan worden gebruikt tot algemeen nut en waarbij een ieder belang kan hebben;

  • g.

    voorwerpen: werken en vaste stoffen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Precariobelasting wordt geheven ter zake van het hebben van een voorwerp onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplichtige

  • 1. Precariobelasting wordt geheven van degene die

    • a.

      een voorwerp onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond heeft;

    • b.

      ten behoeve van wie een voorwerp onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond aanwezig is.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt, indien gedeputeerde staten een ontheffing, vergunning, toestemming of omgevingsvergunning hebben verleend voor het hebben van een voorwerp onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond, precariobelasting geheven van degene aan wie de ontheffing, vergunning, toestemming of omgevingsvergunning is verleend.

  • 3. Zijn op grond van het eerste lid twee of meer personen belastingplichtig, dan zijn allen hoofdelijk aansprakelijk voor de verschuldigde precariobelasting.

Artikel 4 Heffingsgrondslag en tarief

  • 1. De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, genoemd in de tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

  • 2. Indien de precariobelasting in de tarieventabel verschuldigd is per eenheid van tijd, inhoud of afmeting, worden gedeelten daarvan voor één geheel gerekend, tenzij anders is bepaald.

  • 3. Indien de precariobelasting in de tarieventabel is vastgesteld per vierkante meter, wordt het recht berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen.

  • 4. De berekening van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt bepaald op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.

  • 5. Bij het plaatsen van voorwerpen van welke aard ook onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond, uitgezonderd losse bouwmaterialen, wordt de ruimte tussen deze voorwerpen mede geacht te zijn ingenomen of aan het verkeer te zijn onttrokken.

Artikel 5 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van:

  • a.

    het hebben van een voorwerp, welke als gevolg van een wettelijk voorschrift moet worden gedoogd;

  • b.

    het gebruik van provinciale grond of water of het hebben van een voorwerp ten behoeve van de uitvoering van door de provincie aanbestede werken, evenals ten behoeve van onderzoek of werkzaamheden van derden, waarbij de provincie in de uitoefening van haar publiekrechtelijke taak belang heeft;

  • c.

    het hebben van een wegwijzer, richtingbord, plaats- en riviernaambord van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB en daarmee overeenkomende instellingen;

  • d.

    het hebben van een haltebord ten dienst van openbare middelen van vervoer;

  • e.

    het hebben van een straatlantaarn welke uitsluitend dient voor de openbare straatverlichting;

  • f.

    het hebben van een verbandkast en reddingsmiddelen langs provinciale wegen en vaarwegen;

  • g.

    het hebben van een openbare parkeerplaats, voor zover geen parkeergelden worden geheven;

  • h.

    het hebben van een bestrating of andere verharding, dienende als openbaar voet- of fietspad;

  • i.

    het hebben van een brievenbus;

  • j.

    het hebben van een abri met de daarbij behorende bestrating;

  • k.

    het hebben van een fietsrek, fietsstandaard, fietstegel of dergelijk voorwerp, bestemd voor openbaar gebruik;

  • l.

    het hebben van een boom;

  • m.

    het hebben van een duiker in een provinciale weg, die bij waterschappen of polders in beheer en onderhoud is;

  • n.

    het hebben van een voor het openbaar verkeer bestemde brug met bijbehorende werken;

  • o.

    het hebben van een spandoek, vlag en dergelijke voorwerpen voor een periode van maximaal drie maanden;

  • p.

    het hebben van een aanduiding- of verwijzingsbord, mits de grootste afmeting niet meer bedraagt dan 0,5 m2 en een tijdsduur van een maand niet wordt overschreden.

Artikel 6 Ontheffing

  • 1. Indien het heffingstijdvak gelijk is aan een jaar en het gebruik van voor de openbare dienst bestemde grond heeft opgehouden of het voorwerp onder, op of boven deze grond wordt verwijderd vóór 1 juli van dat kalenderjaar, wordt op verzoek van de belanghebbende ontheffing verleend tot van de helft van de verschuldigde precariobelasting, met inachtneming van het minimumtarief zoals opgenomen in de tarieventabel.

  • 2. Het verzoek om ontheffing wordt ingediend bij gedeputeerde staten binnen een maand nadat het gebruik van voor de openbare dienst bestemde grond is beëindigd of het voorwerp onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond is verwijderd.

Artikel 7 Aanvang belastingplicht

  • 1. De precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van een heffingstijdvak, of zo dit later is, op het tijdstip waarop het hebben van een voorwerp onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde provinciale grond aanvangt.

  • 2. Gedeelten van de tijds- en andere eenheden, genoemd in de tarieventabel, worden voor één geheel gerekend, met dien verstande, dat indien het heffingstijdvak gelijk is aan een jaar en het gebruik van de grond, of het hebben van een voorwerp onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond aanvangt na 30 juni van een jaar, de precariobelasting de helft van het over een jaar te betalen bedrag bedraagt, met inachtneming van het minimumtarief zoals opgenomen in de tarieventabel.

Artikel 8 Belastingtijdvak

  • 1. Het belastingtijdvak loopt van 1 januari tot en met 31 december.

  • 2. In de gevallen waarin gedeputeerde staten een ontheffing, toestemming, vergunning of omgevingsvergunning hebben verleend voor het hebben van een voorwerp onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde provinciale grond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de ontheffing, toestemming, vergunning of omgevingsvergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaar overschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

De precariobelasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 10 Betalingstermijn

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 geschiedt betaling binnen dertig dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De verplichting tot betaling wordt niet opgeschort door de indiening van een bezwaar- of een beroepschrift.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Verlenen van kwijtschelding en uitstel van betaling

  • 1. Bij de invordering van precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

  • 2. Op schriftelijk verzoek kan uitstel van betaling worden verleend.

Artikel 12 Bijzondere bepalingen voor de heffing van de in de tarieventabel onder objectcode 80 bedoelde belasting

De precariobelasting, bedoeld in objectcode 80 van de tarieventabel, wordt geheven in overeenstemming met het bepaalde in de artikelen 9 tot en met 18 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

Artikel 13 Bijzondere bepalingen voor de heffing van de in de tarieventabel onder objectcode 120 bedoelde belastingen

  • 1. Gedeputeerde staten stellen de hoeveelheid materialen, bedoeld in objectcode 120 van de tarieventabel, vast aan de hand van de over te leggen gegevens door de belastingplichtige, aan wie voor het gebruik van een loswal een ontheffing, toestemming, vergunning of omgevingsvergunning is verleend.

  • 2. Indien de werkelijk geloste hoeveelheid materialen minder bedraagt dan de aanvankelijk vastgestelde, verlenen gedeputeerde staten op verzoek van de belastingplichtige ontheffing tot een bedrag van het voor elke ton minder geloste materialen gehanteerde tarief.

  • 3. In aanvulling op artikel 5 wordt, bij toepassing van het onder objectcode 120.01 genoemde tarief, geen precariobelasting geheven voor:

    • a.

      het geplaatst hebben van de voor het lossen benodigde installaties;

    • b.

      voor het innemen van een ligplaats met schepen;

    • c.

      voor het hebben van meer- en wrijfpalen.

Artikel 14 Intrekking Verordening precariobelasting provincie Zuid-Holland 2018

De Verordening precariobelasting provincie Zuid-Holland 2018 wordt ingetrokken.

Artikel 15 Overgangsrecht

De Verordening precariobelasting provincie Zuid-Holland 2018 blijft van toepassing op belastbare feiten die zich voor 1 januari 2024 hebben voorgedaan.

Artikel 16 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening precariobelasting provincie Zuid-Holland 2024.

Ondertekening

Den Haag, 8 november 2023

Provinciale staten van Zuid-Holland,

Wnd. Griffier

Mr. M. Pe MEC

Voorzitter

drs. J. Smit

Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij de Verordening precariobelasting provincie Zuid- Holland 2024

Object-code

Omschrijving

Eenheid per jaar

Tarief vanaf 2024

Minimum tarief vanaf 2024

 
 
 
 
 

1

ALGEMEEN TARIEF

 
 
 

01.01

Gebruik van grond of water waarvoor onder de volgende nummers niet in een bijzonder tarief is voorzien

Per m2

€ 0,65

€ 28,65

01.02

Voorwerpen waarvoor onder de volgende nummers niet in een bijzonder tarief is voorzien

Per meter

€ 0,65

€ 28,65

01.03

Als onder nummer 01.02

Per m2

€ 6,30

€ 28,65

01.04

Als onder nummer 01.02

Per stuk

€ 31,50

N.v.t.

 
 
 
 
 

10

VOORZIENINGEN / WERKEN AAN OEVERS VAN EN IN VAARWEGEN

 
 

10.01

Waterstoepen, plankiers, vlonders, steigers, remmingen en/of geleidingswerken.

Per m2

€ 6,30

€ 28,65

10.02

Los- en/of laadplaatsen, met toebehoren

Per m2

€ 6,30

€ 28,65

10.04

Visbunnen, dukdalven, meerstoelen, calamiteitentrap

Per stuk

€ 31,50

N.v.t.

10.05

Bolders, meerpalen, beschermpalen

Per stuk

€ 9,50

€ 28,65

10.06

Sleep- of scheepshellingen, met toebehoren

Per m2

€ 31,50

€ 91,60

 
 
 
 
 

20

LIGPLAATSEN

 
 
 

20.01

Ligplaats met luxe of plezierschepen dan al niet met botenlift of insteekhaven, niet permanent bewoonde woonschepen, niet beroepsmatig gebruikte beroepsschepen, behoudens bestemd voor permanente bewoning

Per m2

€ 9,50

€ 91,60

20.02

Ligplaats met schepen en woon­schepen, niet vallende onder nummer 20.01 en roeiboten

Per m2

€ 3,20

€ 28,65

20.03

Botenverhuurbedrijven, bergingsinrichtingen voor schepen bij een scheepswerf en dergelijke, bunkerschepen, havens met toebehoren, niet vallende onder nummer 20.04

Per m2

€ 9,50

€ 28,65

20.04

Havens, met toebehoren en ligplaatsen, in beheer van en in gebruik bij watersportverenigingen en zeeverkennersgroepen en daarmee gelijk te stellen groepen

Per m2

€ 1,95

€ 28,65

20.05

Liggeld voor opgelegde vaartuigen in de opleghaven te Waddinxveen

Per m2

€ 19,55

N.v.t.

Object-code

Omschrijving

Eenheid per jaar

Tarief vanaf 2024

Minimum

tarief vanaf 2024

 
 
 
 
 

40

STANDPLAATSEN

 
 
 

40.01

Standplaatsen met een kiosk, tent, kraam, voertuig alsmede het uitstallen van goederen

Per m2

€ 19,25

€ 148,85

40.02

Standplaatsen voor tijdelijke exploitatie van bloemenstallen, tijdens de seizoensopening van de Keukenhof, op parkeerplaats N208 voor een periode van maximaal 3 maanden per belastingjaar

Per standplaats

€ 343,00

N.v.t.

 
 
 
 
 

50

OPSTALLEN

 
 
 

50.01

Transformatorhuizen of -stations, drukregelruimten, aan- of opjaagstations.

Per stuk

€ 157,40

N.v.t.

50.02

Kranen, transportbanen, afzuiginrichtingen, elevators en dergelijke met toebehoren

Per stuk

€ 157,40

N.v.t.

50.03

Een schuur, gebouw, uitbouw en/of ander getimmerte.

Per m2

€ 3,10

€ 28,65

50.05

Geluidsschermen

Per meter

€ 0,65

€ 28,65

50.06

Verdeel-, aansluit- of schakelkasten, zend- of ontvangstinstallaties

Per stuk

€ 32,65

N.v.t.

 
 
 
 
 

60

AANKONDIGINGEN

 
 
 

60.01

Borden of tekens

Per bord

€ 63,00

€ 114,50

60.02

Lichtbakken of lichtreclame

Per m2

€ 94,45

€ 171,70

60.03

Verwijzings- of aanduidingsborden

Per bord

€ 15,75

€ 28,65

60.04

Informatiepanelen of plattegrondkasten

Per kast

€ 28,65

€ 31,50

60.06

Strokenborden (incl. onderbord) vastgesteld door Gedeputeerde Staten

Per bord

€ 42,40

N.v.t.

 
 
 
 
 

70

DIVERSE VOORWERPEN

 
 
 

70.01

Watermolens, waterpompen, gemalen, af- en opmalingsinstallaties

Per stuk

€ 62,65

N.v.t

70.03

Zak-, vergaar-, vul-, filter-, regulator-, pomp- of meterputten, filterbakken en dergelijke

Per stuk

€ 31,50

N.v.t

70.04

Septictanks, mest- of beerputten, gastanks. en dergelijke

Per stuk

€ 62,65

N.v.t

 
 
 
 
 

80

SERVICE-, BENZINESTATIONS en -POMPEN

 
 

80.00

Voor de omzet afgeleverde Benzine

 
 
 

80.01

Tot 250.000 liter

Per 1.000 l

€ 4,25

N.v.t

80.02

Van 250.000 tot 500.000 liter

Per 1.000 l

€ 6,45

N.v.t

80.03

Van 500.000 liter en meer

Per 1.000 l

€ 8,50

N.v.t

81.00

Voor de omzet afgeleverde Dieselolie

 
 
 

81.01

Tot 250.000 liter

Per 1.000 l

€ 2,15

N.v.t

81.02

Van 250.000 tot 500.000 liter

Per 1.000 l

€ 3,25

N.v.t

81.03

Van 500.000 liter en meer

Per 1.000 l

€ 4,25

N.v.t

82.00

Voor de omzet afgeleverde LPG

 
 
 

82.01

Tot 250.000 liter

Per 1.000 l

€ 3,45

N.v.t

82.02

Van 250.000 tot 500.000 liter

Per 1.000 l

€ 5,15

N.v.t

82.03

Van 500.000 liter en meer

Per 1.000 l

€ 6,85

N.v.t

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Object-code

Omschrijving

Eenheid per jaar

Tarief vanaf 2024

Minimum

tarief vanaf 2024

 
 
 
 
 

110

OPSLAG VAN GOEDEREN

 
 
 

110.01

Voor de ingenomen oppervlakte

Per m2

€ 0,20

€ 56,15

 
 
 
 
 

120

OVERSLAG VAN GOEDEREN

 
 
 

120.01

Zand, grind, stenen en andere massagoederen

Per ton

€ 0,10

N.v.t

120.02

Het afmeren van schepen ten behoeve van het laden en lossen van goederen niet vallende onder 120.01

Per dag

€ 157,40

N.v.t