Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2024

De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 9 november 2023;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 september 2023;

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2024

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder “gebruik maken”; gebruik maken in de zin van artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. Medisch afval: extra huishoudelijk afval dat vanwege een medische indicatie leidt tot een substantieel extra aanbod van als restafval aan te merken huishoudelijk afval;

  • 3. Verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van Brabant Water N.V. voor de levering van water betrekking heeft;

  • 4. Minicontainer: de vanwege de gemeente bij een perceel uitgezette afvalinzamelmiddelen, onderverdeeld in de verschillende volumes en fracties;

  • 5. Groep van percelen: een groep van meerdere percelen, waarbij op grond van de Afvalstoffenverordening gemeente Heusden voor de inzameling van GFT-afval gemeenschappelijk gebruik wordt gemaakt van één of meerdere bovengrondse verzamelcontainers;

  • 6. Bio-bak: een bakje (7, 20 of 23 liter) bestemd voor het inzamelen van GFT-afval.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en bijbehorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel,

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruik is afgestaan, degene die dat gedeelte ten gebruik heeft afgestaan;

    • c.

      wanneer sprake is van kamerverhuur is lid b van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de verhuurder als gebruiker wordt aangemerkt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel met in achtneming van de overige leden van dit artikel;

  • 2. Voor de berekening van de belasting bij percelen, ten behoeve waarvan de gemeente minicontainers heeft verstrekt, wordt, naast het basistarief zoals genoemd in hoofdstuk 1.1 en 1.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, uitgegaan van het aantal malen dat een minicontainer, onderverdeeld naar de aard van het afval, alsmede naar de verschillende volumes ter lediging wordt aangeboden en daarbij door de op het inzamelvoertuig aangebrachte registratieapparatuur wordt geregistreerd.

  • 3. Voor de berekening van de belasting bij percelen, ten behoeve waarvan ondergrondse containers zijn aangebracht, wordt, naast het basistarief zoals genoemd in hoofdstuk 1.1 en 1.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, uitgegaan van het aantal malen dat afval in de ondergrondse container wordt gedeponeerd.

  • 4. Voor de berekening van de belasting bij een groep van percelen, ten behoeve waarvan bovengrondse containers zijn geplaatst, wordt het basistarief genoemd in hoofdstuk 1.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel in rekening gebracht vermeerderd met het aantal malen dat restafval in de ondergrondse container wordt gedeponeerd.

  • 5. Indien tijdens enige inzamelbeurt door een calamiteit of door technische storing van de registratieapparatuur op de inzamelauto, of van de op de inzamelauto geplaatste container herkennings- of containerregistratie-apparatuur of van de middelen waarmee de gegevens van de geledigde containers worden opgeslagen, van een aangeboden container geen automatische herkenning of registratie of gegevensverwerking plaatsvindt, wordt voor de inzameling van de afvalstoffen per perceel voor alle betrokken percelen, ongeacht of de bij deze percelen behorende containers worden aangeboden, geen forfaitaire lediging in rekening gebracht.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De belasting wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de afrekening van Brabant Water N.V. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de afrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de jaarnota van de Brabant Water N.V. of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.

  • 2. De heffing van de belasting die niet wordt geheven op de in het eerste lid bedoelde wijze, geschiedt bij wege van aanslag en worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke of digitaal beschikbaar gestelde kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur als ook digitaal kenbaar gemaakte verschuldigde bedragen. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel verschuldigd naar rato van het aantal kalenderdagen dat er in het belastingjaar, na aanvang van de belastingplicht, nog overblijft. De dag van aanmelding bij Brabant Water geldt in dat geval als de datum waarop de belastingplicht aanvangt dan wel de inschrijving in de Basisregistratie Personen.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing naar rato van het aantal kalenderdagen dat in het heffingsjaar, na beëindiging van de belastingplicht, nog overblijft. De dag van afmelding bij Brabant Water geldt in dat geval als de datum waarop de belastingplicht eindigt dan wel de dag voor die van uitschrijving uit de Basisregistratie Personen.

  • 4. Het tweede lid en derde lid is niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 5. Bij de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is de situatie aan het begin van het belastingjaar of zo dit later is, bij aanvang van de belastingplicht, bepalend voor de tariefstelling van een éénpersoons- of meerpersoonshuishouden.

Artikel 8 Termijnen van betalen

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de invorderingswet 1990 moet het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag worden betaald tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de afrekening van Brabant Water N.V. moet worden betaald.

  • 2. Ingeval de belasting wordt geheven bij wege van aanslag, moet het bedrag worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Medisch afval

De belastingplichtige kan vermindering van afvalstoffenheffing aanvragen indien in zijn gezin extra huishoudelijke afvalstoffen ontstaan als gevolg van een medische indicatie. Het verzoek om vermindering moet in geval van een chronische aandoening eenmalig voor het einde van het belastingjaar worden aangevraagd onder overlegging van een recent medisch advies van een huisarts of medisch specialist. Indien geen advies van de huisarts of medisch specialist kan worden overgelegd, moet met een eigen verklaring worden overgelegd waarbij op basis van redelijkheid wordt aangetoond dat gebruik moet worden gemaakt van materiaal dat medisch afval tot gevolg heeft, onder overlegging van aankoopnota’s of anderszins. Indien gebruik wordt gemaakt van een ondergrondse container bedraagt de te verlenen vermindering van de afvalstoffenheffing per verbruiksperiode maximaal de verschuldigde belasting voor het aantal inworpen boven het aantal van 14 inworpen. Indien gebruik wordt gemaakt van een door de gemeente gratis beschikbaar gestelde extra minicontainer zijn de ledigingen van deze minicontainer gratis. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om medisch advies in te winnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Kwijtschelding wordt verleend op basis van de door de gemeenteraad vastgestelde kwijtscheldingsregeling.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van afvalstoffenheffing.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De ‘Verordening afvalstoffenheffing 2023’ van 10 november 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening afvalstoffenheffing 2024’.

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 9 november 2023.

De raad voornoemd,

de griffier

mr. A.P.M.A.F. Bergmans

de voorzitter,

drs. W. van Hees

Tarieventabel behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2024

Algemeen

Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

1.1.1

indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien

de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon

€ 139,92

1.1.2

indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de

belastingplicht, wordt gebruikt door meer personen

€ 184,56

1.2

De belasting bedraagt indien gebruik wordt gemaakt van een bovengrondse verzamelcontainer voor de inzameling van

GFT-afval of gebruikt wordt gemaakt van een Bio-bak voor de inzameling van GFT-afval:

1.2.1

indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de

belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon

€ 160,44

1.2.2

indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de

belastingplicht, wordt gebruikt door meer personen

€ 205,08

1.3

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.1 en 1.2 bedraagt de belasting voor het gebruik van een ondergrondse

verzamelcontainer een bedrag per inworp van

€ 1,96

1.4

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.1 bedraagt de belasting per lediging van:

1.4.1

een minicontainer met een inhoud van 140 liter bestemd voor groente-, fruit en tuinafval (GFT)

€ 0,93

1.4.2

een minicontainer met een inhoud van 240 liter bestemd voor groente-, fruit en tuinafval (GFT)

€ 1,55

1.5

Voor het verstrekken van een extra minicontainer voor het inzamelen van oud papier of GFT-afval ongeacht het volume

bedraagt het tarief

€ 77,25

Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven omwisselen minicontainers

2.1

De belasting bedraagt voor het op aanvraag omwisselen van een minicontainer per keer

€ 32,75

2.2

In afwijking van het bepaalde in 2.1 kan:

2.2.1

een nieuwe ingezetene van de gemeente, die als belastingplichtige wordt aangemerkt, binnen een periode van zes maanden

nadat de belastingplicht is ontstaan kosteloos éénmaal per soort van containervolume wisselen;

2.2.2

een belastingplichtige, of de voor het eerst belastingplichtige, die binnen de gemeente verhuist binnen een periode van zes

maanden nadat de verhuizing heeft plaatsgevonden kosteloos éénmaal per soort van containervolume wisselen.

2.3

In afwijking van het bepaalde in 2.1 bedraagt de belasting wanneer een container vervangen moet worden als deze

door onzorgvuldig handelen van de gebruiker onbruikbaar is geworden, dit naar het oordeel van degene die de vervangende

container bij belastingplichtige aflevert.

€ 65,55

2.4

In afwijking van het bepaalde in 2.1 wordt een container bij een woning gratis vervangen wanneer de container vermist wordt en

de bewoner een bewijs van aangifte van vermissing bij de politie kan overleggen.

2.5

In afwijking van het bepaalde in 2.1 kan een container binnen zes maanden nadat sprake is van wijziging van de gezinssamenstelling en deze wijziging van de

gezinssamenstelling blijkt uit de registratie in de Basisregistratie Personen, kosteloos éénmaal per soort van containervolume worden gewisseld.

Hoofdstuk 3 Maatstaven en overige tarieven

De belasting bedraagt:

3.1

voor het op aanvraag verwijderen van grove huishoudelijke afvalstoffen per kubieke meter of gedeelte daarvan.

€ 62,70

3.2

voor het op aanvraag verwijderen van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur.

€ 22,00

3.3

voor het achterlaten op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats:

3.3.1

composteerbaar groenafval, oud papier en karton, textiel, glas, metalen, wit- en bruingoed, klein chemisch afval (KCA), kadavers van kleine huisdieren en asbest voor zover deze gescheiden worden aangeleverd en niet zijn vervuild met andere afvalstoffen.

gratis

3.3.2.a

alle overige huishoudelijke afvalstoffen, puin en hout per aanlevering € 0,17 per kg met een minimum tarief van € 2,55 per aanlevering;

3.3.2.b

van een personenautoband zonder velg (maximaal 4 per aanlevering);

gratis

3.4

Voor het achterlaten van de in 3.3.2 a genoemde afvalstoffen waar een tarief voor geldt op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats kan de betaling alleen via pinpas plaatsvinden. Indien niet op de dag van het aanleveren van de in 3.3.2 a genoemde afvalstoffen waar een tarief voor geldt wordt betaald en een rekening moet worden verstuurd, wordt het berekende bedrag verhoogd met

€ 10,00

3.5

Afvalpas:

a. eerste verstrekking

gratis

b. iedere volgende verstrekking als gevolg van verlies of niet functioneren door oneigenlijk gebruik

€ 11,20

Behoort bij het raadsbesluit van 9 november 2023 tot vaststelling van de ‘Verordening op de

heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2024’.

de griffier,

de voorzitter,

mr. A.P.M.A.F. Bergmans

drs. W. van Hees