Reglement Commissie van Deskundigen Beleidsregel Natuur Overijssel 2024

1. De Commissie van Deskundigen (hierna Commissie) bestaat uit 4 leden.

2. De Commissie is samengesteld uit:

• a.

  Een voorzitter. De voorzitter is lid van de Commissie.

• b.

  Twee deskundigen op het gebied van emissies (met name stikstof- en klimaatemissies) en innovaties in het agrarische bedrijf voor de verschillende veehouderijtakken (rundveehouderij, varkenshouderij en pluimveehouderij).

• c.

  Een deskundige op het gebied van economische aspecten in de veehouderij.

3. Gedeputeerde Staten benoemen de leden op persoonlijke titel in de Commissie op grond van hun expertise en ervaring. De leden vertegenwoordigen geen organisatie(s).

4. De voorzitter is belast met:

• a.

  Het leiden van de vergaderingen van de Commissie;

• b.

  Het handhaven van de orde;

• c.

  Het doen naleven van dit reglement;

• d.

  Het leveren van een advies binnen de daarvoor vastgestelde tijd en andere voorwaarden.

5. De Commissie wijst uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter aan.

6. Gedeputeerde Staten stelt aan de Commissie een secretaris beschikbaar. De secretaris is geen lid van de Commissie. De secretaris is belast met:

• a.

  Het in overleg met de voorzitter opstellen van de agenda van de vergaderingen van de Commissie en de schriftelijke voorbereiding van de vergaderingen;

• b.

  De verslaglegging van hetgeen in de vergaderingen is behandeld;

• c.

  Het zorg dragen voor de archiefvorming.

7. Gedeputeerde Staten benoemen de voorzitter en de leden van de Commissie voor een termijn van maximaal 6 jaar. Gedeputeerde Staten kunnen tussentijds benoemingen intrekken. Na afloop van de zittingsperiode is verlenging van de benoeming mogelijk voor de duur van een volgende termijn.

8. Indien de Commissie dat voor haar advies nodig acht, kan de commissie GS verzoeken om voor (een onderdeel) van haar advies een derde in te schakelen. Indien GS daarmee instemmen, sluiten de provincie daaromtrent een overeenkomst met deze derde.

1. De Commissie vergadert in beginsel ten minste 2 keer per jaar. De Commissie komt bijeen wanneer daartoe aanleiding is. De voorzitter nodigt hiertoe in overleg met de secretaris de Commissie uit.

2. De hoeveelheid en de aard van de adviesvragen, alsmede het moment en de wijze waarop er behoefte is aan advies, zijn van invloed op het aantal vergaderingen en de momenten van vergadering.

3. In voorkomende gevallen kan de voorzitter in overleg met de secretaris besluiten tot een schriftelijke raadpleging van de leden van de Commissie.

1. De vergaderingen van de Commissie zijn niet openbaar.

2. Teneinde de onafhankelijkheid en integriteit te waarborgen dienen de leden van de Commissie zich te onthouden van alle activiteiten, die tot een verstrengeling van belangen zouden kunnen leiden.

3. De leden van de Commissie dienen bij directe of indirecte persoonlijke belangen of betrokkenheid bij één of meer aanvraagformulieren dit aan de voorzitter te melden.

4. Het Commissielid zoals bedoeld in lid 3 onthoudt zich van de beraadslagingen. Bij twijfel over de aard van de betrokkenheid beslist de voorzitter over de deelname aan de beraadslagingen.

5. De melding van een persoonlijk belang of betrokkenheid wordt expliciet opgenomen in het verslag van de vergadering.

6. De voorzitter en de leden ondertekenen een geheimhoudingsverklaring.

1. De Commissie adviseert over een concrete adviesvraag door of namens Gedeputeerde Staten uitgebracht aan de secretaris van de Commissie.

2. De secretaris brengt de adviesvraag zo spoedig mogelijk onder de aandacht van de voorzitter. De voorzitter beslist over de wijze van behandelen van de aanvraag.

3. De Commissie adviseert binnen 6 weken, dan wel binnen een nader gemotiveerde termijn, na ontvangst van de aanvraag door de secretaris.

4. Gedeputeerde Staten kunnen de Commissie inschakelen in het kader van:

• a.

  de beoordeling van een concrete aanvraag van een Omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit;

• b.

  het vooroverleg wat moet leiden tot een concrete aanvraag van een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit;

• c.

  uitvoering van beleid of onderzoek daartoe met betrekking tot veehouderij.

5. De Commissie kan alleen advies uitbrengen

• a.

  bij aanwezigheid in de vergadering van de voorzitter en een meerderheid van de leden van de Commissie;

• b.

  dan wel in geval van een schriftelijke raadpleging, als bedoeld onder artikel 3.2, na instemmen van een meerderheid van de leden van de Commissie.

6. In geval van de beoordeling van een vraag in het kader van een procedure voor omgevingsvergunningverlening voor Natura 2000-activiteiteiten adviseert de Commissie uitsluitend op basis van de door een initiatiefnemer (aanvrager vergunning) ingediende stukken.

7. De Commissie streeft naar het uitbrengen van direct toepasbare adviezen. In de adviezen worden technische, bedrijfskundige, innovatieve, dierenwelzijns- en maatschappelijke aspecten meegenomen.

8. Het advies van de Commissie verwoordt het standpunt van de meerderheid en wordt ondertekend door de voorzitter van de Commissie. Bij stakende stemmen beslist de voorzitter.

1. Alle Commissieleden ontvangen voor het voorbereiden en bijwonen van een vergadering een vergoeding, die gelijk staat aan driemaal een bijdrage conform artikel 2.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

2. Tevens bestaat recht op vergoeding van reiskosten, op grond van artikel 2.4.3 eerste lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. De commissieleden kunnen gemaakte reiskosten voor het bijwonen van een vergadering declareren bij de provincie Overijssel. Daarbij wordt uitgegaan van reizen met het openbaar vervoer (1e klas). Indien reizen per openbaar vervoer niet mogelijk is, kunnen leden van de commissie bij gebruik van een eigen auto een vergoeding krijgen per afgelegde kilometer.

3. Indien gebruik gemaakt wordt van een schriftelijke consultatieronde, zoals bedoeld in artikel 5.2, dan wordt dit verrekend op basis van een overeengekomen vastgesteld standaard uurtarief.

1. Dit besluit treedt in werking op de datum waarop de Omgevingswet in werking treedt.

2. Het Reglement Commissie van Deskundigen Beleidsregel Natuur Overijssel 2017 wordt ingetrokken op de datum waarop de Omgevingswet in werking treedt.