Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen gemeente Maashorst

Geldend van 30-11-2023 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen gemeente Maashorst

De raad van de gemeente Maashorst;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 19 september 2023:

gelet op artikel Artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij;

b e s l u i t

vast te stellen de

Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen gemeente Maashorst.

Artikel 1: Toepassing

Deze beleidsregel wordt toegepast bij een beoordeling van het woon- en leefklimaat in het kader van de Wet ruimtelijke ordening.

Artikel 2: Toetsingswaarden

Bij het beoordelen van ruimtelijke initiatieven en plannen worden, als vertaling van het criterium ‘een aanvaardbaar woon- en leefklimaat’ uit stallen van veehouderijen, onderstaande waarden gehanteerd als toetsingswaarden die gelden ter plaatse van geurgevoelige objecten. Bij de berekening worden alleen de dieren meegenomen waarvoor een geschikte emissiefactor beschikbaar is (varkens, kippen, kalkoenen, eenden, schapen, geiten, vleeskalveren en vleesstieren).

Gebied

Achtergrondbelasting

Voorgrondbelasting

 

Goed

Afweegbaar

Slecht

Goed

Afweegbaar

Slecht

Woongebieden C

0-6 ou*

6-10 ou

>10 ou

0-3 ou

3-5 ou

>5 ou

Overgangsgebied I

0-10 ou

10-14 ou

>14 ou

0-5 ou

5-8 ou

>8 ou

Buitengebied H

0-14 ou

14-20 ou

>20 ou

0-8 ou

8-10 ou

>10 ou

Agrarisch ontwikkelingsgebied F

0-14 ou

14-20 ou

>20 ou

0-8 ou

8-14 ou

>14 ou

Woongebieden A en B

0-6 ou

6-10 ou

>10 ou

 
 
 

Bedrijventerreinen D

Recreatiegebieden E

0-10 ou

10-14 ou

>14 ou

 
 
 

Buitengebied G

0-14 ou

14-20 ou

>20 ou

 
 
 

*Ou = ouE/m3

Artikel 3: Gebiedsindeling

De gebieden als bedoeld in artikel 2 zijn weergegeven op de bij deze beleidsregel gevoegde en gewaarmerkte kaart: gebiedsindeling.

Artikel 4: Beoordeling aanvaardbaar woon- en leefklimaat

  • 1. Er is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat bij een geurgevoelig object als de geursituatie ter plaatse van het geurgevoelige object goed is volgens de tabel in artikel 2. Een nadere afweging is niet nodig.

  • 2. Er is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat bij een geurgevoelig object als de geursituatie ter plaatse van het geurgevoelige object afweegbaar is volgens de tabel in artikel 2. Een expliciete afweging in de ruimtelijke onderbouwing moet wel worden opgenomen.

  • 3. Als de geursituatie gekwalificeerd is als slecht, is in beginsel geen sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

  • 4. Indien, met uitzondering van de toetsingswaarde in deze beleidsregel, de beoordeling van een overige milieu- en planologische aspecten wel positief uitvalt, kan overwogen worden om gemotiveerd van deze toetsingswaarde af te wijken. Bijvoorbeeld omdat er concreet zicht is op een verbetering van de achtergrondbelasting of er vanwege het gebruik weinig hinder te verwachten is of acceptabel wordt geacht. Een nadere motivering is dan wel nodig.

Artikel 5: Intrekking oude beleidsregel

De “Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2016” wordt ingetrokken op het moment dat de “Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen gemeente Maashorst” in werking treedt.

Artikel 6: Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na zijn bekendmaking.

Kaart behorende bij deze beleidsregel:

afbeelding binnen de regeling

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 16 november 2023.

De raad voornoemd,

de griffier,

mr. N.E. Gradisen

de voorzitter,

M.J.D. Donders-de Leest (wnd.)