Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Maashorst

Geldend van 30-11-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Maashorst

De raad van de gemeente Maashorst;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 19 september 2023:

gelet op artikel artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij;

b e s l u i t

vast te stellen de

Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Maashorst.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 16 november 2023.

Artikel 1: Begripsbepaling

  • De Wet: de Wet geurhinder en veehouderij.

  • Emissiearme huisvesting: ammoniakemissiearme stallen opgenomen in de Regeling ammoniak en veehouderij anders dan categorie A 1.100, met uitzondering van de afkalfstal, de ziekenstal en aparte huisvesting voor hoogdrachtige koeien.

  • Geurbelasting: de waarde ter plaatse van de gevel van het gevoelige object, berekend met V-Stacks, uitgedrukt in Europese odour units per tijdseenheid.

  • Geurgevoelig object: zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geurhinder en veehouderij

  • Odour units (ouE/m3. P98): geurconcentratie als aantallen Europese units in een volume-eenheid lucht (ouE/m3), gemeten volgens de NEN-EN 13725:2003 “Luchtbepaling van de geurconcentratie door dynamische olfactometrie”. In deze verordening wordt voor de geurbelasting uitgegaan van het gebruikelijke 98-percentiel geurconcentratie. Dat betekent dat de -met een verspreidingsmodel- berekende geurconcentratie gedurende 98 procent van de tijdseenheid niet wordt overschreden.

  • Traditionele huisvesting: huisvesting als bedoeld in de Regeling ammoniak en veehouderij onder A 1.100. En voor gebieden G t/m K van de normenkaart ook onder A 2.100 en A 7.100, met uitzondering van de afkalfstal, de ziekenstal en aparte huisvesting voor hoogdrachtige koeien.

  • Veehouderij: inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en is bestemd voor het fokken, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren.

Artikel 2: Aanwijzing gebieden

  • 1. Als gebied als bedoeld in artikel 6 lid 1, 3 en 4 van de Wet wordt het volgende gebied aangewezen: het grondgebied van de gemeente Maashorst.

  • 2. Het gebied als bedoeld in lid 1 wordt aangegeven op de bij deze verordening behorende normenkaart en geurgebiedsvisie en diens rechtsopvolger.

Artikel 3: Andere waarden voor de geurbelasting

In afwijking van artikel 3, lid 1 van de Wet bedraagt de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij op een geurgevoelig object in het gebied als genoemd in artikel 2 lid 1 van deze verordening:

  • Woonkern A (Zeeland): 1,0 ouE/m3

  • Woonkern B (Reek, Schaijk en ’t Oventje): 2,0 ouE/m3

  • Woonkern C (Uden, Volkel en Odiliapeel): 3,0 ouE/m3

  • Bedrijventerrein D (de Louwstraat): 2,0 ouE/m3

  • Bedrijventerrein E (Voederheil, de Roskam): 1,0 ouE/m3

  • Bedrijventerrein F (Voederheil II): 6,0 ouE/m3

  • Buitengebied G: 9,0 ouE/m3

  • Buitengebied H: 10,0 ouE/m3

  • Agrarisch ontwikkelgebied I: 14,0 ouE/m3

  • Overgangsgebied J: 8,0 ouE/m3

Artikel 4: Andere waarden voor de afstanden

  • 1. In afwijking van artikel 4, eerste lid van de Wet, bedraagt de afstand tussen een rundveehouderij en een geurgevoelig object niet minder dan de in tabel 1 genoemde afstanden.

    Voor gebieden C, H, I en J geldt het volgende:

    • a.

      Bij traditionele huisvesting worden meegeteld: melk- en kalfkoeien, zoogkoeien en overig rundvee ouder dan 2 jaar. Jongvee, fokstieren en dieren waarvoor een emissiefactor is vastgesteld, worden niet meegeteld.

    • b.

      Bij emissiearme huisvesting worden geteld: melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar. De afkalfstal en ziekenstal worden buiten beschouwing gelaten.

    • c.

      Bij de bepaling van het aantal dieren dat niet emissiearm is gehuisvest wordt de telling gedaan als bedoeld onder artikel 4 lid 2a.

Tabel 1:

1 = traditionele huisvesting.

2 = meer dan 50% van de dieren emissiearm gehuisvest

3 = alle dieren emissiearm gehuisvest

Totaal aantal melk-, kalf-, zoogkoeien, fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar*

Afstand tot object buiten de kom (gebieden H, I en J)

Afstand tot object binnen de kom (gebied C)

Afstand tot object buiten de kom (gebieden F en G)

Afstand tot object binnen de kom (gebieden A, B, D en E)

1

2

3

1

2

3

1

2

3

1

2

3

100

 
 
 
 
 
 

50m

50m

50m

100m

100m

100m

101-200

 
 
 
 
 
 

65m

50m

50m

200m

100m

100m

0-200

50m

50m

50m

100m

100m

100m

 
 
 
 
 
 

201-300

100m

75m

50m

280m

215m

150m

100m

75m

50m

250m

200m

125m

301-400

170m

130m

90m

360m

280m

200m

 
 
 
 
 
 

301-500

 
 
 
 
 
 

300m

225m

150m

900m

675m

450m

401-500

200m

150m

100m

430m

335m

240m

 
 
 
 
 
 

>501

230m

180m

130m

500m

390m

275m

500m

375m

250m

1300m

975m

650m

Voor gebieden A, B, D, E, F en G geldt: Bij het bepalen van dit percentage worden de afkalfstal, de ziekenstal en aparte huisvesting voor hoogdrachtige koeien (zie artikel 1: begripsbepalingen) buiten beschouwing gelaten.

*Categorieën A1, A2 en A7 uit de Regeling geurhinder en veehouderij.

Artikel 5: Intrekking oude verordeningen

De “Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Landerd, partiële wijziging 2021” en de “Verordening geurhinder en veehouderij 2016 gemeente Uden” worden ingetrokken op het moment dat de “Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Maashorst” in werking treedt.

Artikel 6: Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na zijn bekendmaking.

Artikel 7: Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Maashorst”.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 16 november 2023.

De raad voornoemd,

de griffier,

mr. N.E. Gradisen

de voorzitter,

M.J.D. Donders-de Leest (wnd.)

Bijlage 1: Normenkaart

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2: Interim geurgebiedsvisie Maashorst

Deze bijlage is als externe bijlage opgenomen bij dit besluit.