Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR704697
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR704697/2
Regeling vervalt per 01-01-2025
Algemene legesverordening 2024
Geldend van 01-07-2024 t/m 31-12-2024
Intitulé
Algemene legesverordening 2024De Raad van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 september 2023 (raadsvoorstel nr. 23bb006273/23bo007286);
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, 216 en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;
overwegende dat:
de heffing en invordering van leges bij verordening wordt geregeld;
besluit:
Artikel 1 Definities
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- -
dag: periode van 00.00 uur tot en met 23:59 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- -
jaar: tijdvak dat loopt van de n-e dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)-e dag in het volgende kalenderjaar;
- -
kalenderjaar: periode van 1 januari tot en met 31 december;
- -
maand: tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- -
week: aaneengesloten periode van zeven dagen.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven ter zake van het genot van, door, of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor het raadplegen van de bij de gemeente berustende openbare registers door ambtenaren in de uitoefening van hun functie.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en belastingtarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van de in die tabel gegeven aanwijzingen.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid voor een volle eenheid berekend.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de leges betaald ingeval de kennisgeving, bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen acht dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen acht dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen acht dagen na dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Teruggaaf
-
1. Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst kan worden verleend op een verzoek als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst opgenomen bepaling in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Indien het college, dan wel de burgemeester, niet tijdig heeft beslist op een aanvraag om een vergunning of ontheffing op grond van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012, dan wel niet tijdig het besluit tot verlenging van de voor die vergunning of ontheffing geldende beslistermijn heeft genomen, vervalt de verplichting tot het betalen van aanvraagleges en worden reeds betaalde leges teruggestort.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar, indien met de betreffende wijzigingen niet reeds bij de vaststelling of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden en de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn; of
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan en het hoofdstuk 5 (kansspelen) van de tarieventabel betreft.
Artikel 11 Overgangsbepaling
De Algemene legesverordening 2023 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor 1 januari 2024 hebben voorgedaan.
Artikel 12 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene legesverordening 2024.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 en 9 november 2023.
De griffier,
I.C.M. Broeders
De voorzitter,
A. Aboutaleb
Bijlage Tarieventabel behorende bij de Algemene legesverordening 2024, tarieven in €.
Hoofdstuk 1 Maximum
Hoofdstuk 2 Diverse gebruiksvergunningen
Hoofdstuk 3 Horeca- en evenementenvergunningen
Hoofdstuk 4 Alcoholwet
Hoofdstuk 5 Wet op de kansspelen
Hoofdstuk 6 Gebruik van de weg voor bouwwerkzaamheden en overige werkzaamheden
Hoofdstuk 7 Verkeer en vervoer
Hoofdstuk 8 Dienstverlening Stadsarchief
Hoofdstuk 9 Leidingen
Hoofdstuk 10 Vergunningen overige activiteiten buitenruimte
Hoofdstuk 11 Ligplaatsvergunning
Hoofdstuk 1 |
Maximum |
Indien de leges op de voet van deze tabel naar een tarief per tijdseenheid worden berekend, geldt een maximum ten bedrage van het tweehonderdvoud van dat tarief.
Hoofdstuk 2 |
Diverse gebruiksvergunningen |
2.1 |
Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014, met toepassing van de bepalingen in de Verordening toegang woningmarkt en samenstelling woningvoorraad 2021, wordt bepaald aan de hand van het aantal woningen en bedrijfsruimten dat het splitsingsplan omvat, en bedraagt overeenkomstig de volgende tabel: |
|
2.1.1 |
minder dan 12, per woning/bedrijfsruimte |
926,60 |
2.1.2 |
12 tot en met 20, voor het gehele plan |
10.820,10 |
2.1.3 |
21 tot en met 32, voor het gehele plan |
11.888,10 |
2.1.4 |
33 tot en met 40, voor het gehele plan |
13.521,80 |
2.1.5 |
41 tot en met 48, voor het gehele plan |
15.454,00 |
2.1.6 |
meer dan 48, voor het gehele plan |
19.340,00 |
2.1.7 |
In die gevallen waarin na splitsing overeenkomstig de verleende vergunning voor daaropvolgende ondersplitsing van een appartementsrecht wederom een splitsingsvergunning is vereist, wordt het tarief op voet van de onder 2.1.1 t/m 2.1.6 gegeven tarieven berekend aan de hand van het aantal te vormen appartementsrechten waarin één of meer woningen of bedrijfsruimten worden ondergebracht |
|
2.2 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om toestemming tot woningonttrekking als bedoeld in artikel 21, eerste lid, onderdeel a, van de Huisvestingswet 2014 en artikel 3.1.1. van de Verordening toegang woningmarkt en samenstelling woningvoorraad 2021, per te onttrekken woning of gedeelte van een woning |
555,00 |
2.2.a |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om toestemming tot kamerbewoning als bedoeld in artikel 21, eerste lid, onderdeel c, van de Huisvestingswet 2014 en artikel 3.2.2. van de Verordening toegang woningmarkt en samenstelling woningvoorraad 2021, per te om te zetten woning of gedeelte van een woning |
555,00 |
2.2.b |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om verhuurvergunning opkoopbescherming als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014, en artikel 3.6.2 van de Verordening toegang woningmarkt en samenstelling woningvoorraad 2021, per woning of gedeelte van de woning |
310,10 |
2.2.c |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om toestemming tot woningvorming als bedoeld in artikel 21, eerste lid, onderdeel d, van de Huisvestingswet 2014, en artikel 3.3.1. van de Verordening toegang woningmarkt en samenstelling woningvoorraad 2021 |
555,00 |
2.3 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een huisvestingsvergunning |
nihil |
2.4 |
Vervallen |
|
2.5 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een verhuurvergunning als bedoeld in artikel 2 van de Verhuurverordening gemeente Rotterdam |
341,70 |
Hoofdstuk 3 |
Horeca- en evenementenvergunningen |
3.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|
3.1.1.1 |
het verlenen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 voor een nieuwe exploitant, categorie 1 en 2 |
1.270,50 |
3.1.1.2 |
het verlenen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 voor een nieuwe exploitant, categorie 3, 4 en 4+ |
1.952,50 |
3.1.2.1 |
het verlenen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 voor een bestaande exploitant, categorie 1 en 2 |
778,10 |
3.1.2.2 |
het verlenen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 voor een bestaande exploitant, categorie 3, 4 en 4+ |
1.462,60 |
3.1.2.3a |
het wijzigen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 door toevoegen van activiteiten 2, 3, 4, 5, 9, 10, 11, 15, 16, 17 of 18 zoals omschreven in de Horecanota |
341,00 |
3.1.2.3b |
het wijzigen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 door toevoegen van activiteiten 6, 12, 13 of 14 zoals omschreven in de Horecanota |
682,10 |
3.1.2.3c |
het uitbreiden van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 door toevoegen van een tijdelijke terrasvlonder |
174,10 |
3.1.3.1 |
het wijzigen van beheerder(s) voor een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012, eerste wijziging binnen dezelfde aanvraag |
65,40 |
3.1.3.2 |
het wijzigen van beheerder(s) voor een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012, elke volgende wijziging binnen dezelfde aanvraag |
31,80 |
3.1.4 |
het verlenen van een vergunning voor een seksbedrijf, als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 voor een nieuwe exploitant, activiteit 1, uitsluitend of in combinatie met activiteit 2, 3 of 4 |
2.076,20 |
3.1.5 |
het verlenen van een vergunning voor een seksbedrijf, als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 voor een bestaande exploitant, activiteit 1, uitsluitend of in combinatie met activiteit 2, 3 of 4 |
1.271,70 |
3.1.6.1 |
het wijzigen van beheerder(s) voor een seksbedrijf, als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012, eerste wijziging binnen dezelfde aanvraag |
68,50 |
3.1.6.2 |
het wijzigen van beheerder(s) voor een seksbedrijf, als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012, elk volgende wijziging binnen dezelfde aanvraag |
32,40 |
3.1.7.1a |
het verlenen van een vergunning voor een seksbedrijf, als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 voor een nieuwe exploitant, activiteit 2, 3 of 4 |
820,20 |
3.1.7.1b |
het verlenen van een vergunning voor een seksbedrijf, als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 voor een bestaande exploitant, activiteiten 2, 3 of 4 |
550,00 |
3.1.7.2 |
het wijzigen van een adres van een seksbedrijf binnen de gemeente Rotterdam of wijzigen van telefoonnummers van een seksbedrijf, activiteit 2 |
144,10 |
3.1.8.1 |
het verkrijgen van een formulier voor de kennisgeving openingstijden als bedoeld in artikel 2:29, derde lid, van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 |
37,20 |
3.1.8.2 |
het verkrijgen van een formulier voor de kennisgeving geluidsnormen als bedoeld in artikel 4:3 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 |
37,20 |
3.1.8.3 |
het verkrijgen van een formulier voor de kennisgeving para-commerciële rechtspersonen voor bijeenkomsten met alcohol als bedoeld in artikel 2:34b van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 |
38,40 |
3.1.8.4 |
het verkrijgen van een formulier voor de kennisgeving verlichtingsnormen als bedoeld in artikel 4:3 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 |
37,80 |
3.1.9 |
het verlenen van een vergunning voor een speelautomatenhal als bedoeld in artikel 2:39a van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 voor een nieuwe exploitant |
1.270,50 |
3.1.10 |
het verlenen van een vergunning voor een speelautomatenhal als bedoeld in artikel 2:39a van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 voor een bestaande exploitant |
776,90 |
3.1.11.1 |
het wijzigen van beheerder(s) voor een vergunning speelautomatenhal als bedoeld in artikel 2:39a van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012, eerste wijziging binnen dezelfde aanvraag |
64,90 |
3.1.11.2 |
het wijzigen van beheerder(s) voor een vergunning speelautomatenhal als bedoeld in artikel 2:39a van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012, elke volgende wijziging binnen dezelfde aanvraag |
32,40 |
3.1.12 |
het verlenen van een voorlopige exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 |
314,60 |
3.1.13 |
het verlenen van een kortlopende exploitatievergunning (inpandige activiteiten, maximaal zes maanden) als bedoeld in artikel 2.28 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 |
1.085,50 |
3.2 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|
3.2.1 |
een kennisgeving 0-evenementen als bedoeld in artikel 2:25a van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 |
nihil |
3.2.2.1 |
een vergunning A-evenementen als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 |
300,20 |
3.2.2.2 |
een vergunning A+-evenementen als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 |
900,60 |
3.2.3 |
een vergunning B-evenementen als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 |
2.401,60 |
3.2.4 |
een vergunning C-evenementen als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 |
6.004,10 |
3.2.5 |
het innemen van openbare grond als bedoeld in artikel 2:25 Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 |
54,00 |
3.2.6 |
een collectevergunning als bedoeld in artikel 5:13 Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 |
44,40 |
3.2.7 |
het verlenen van een vuurwerkverkoopvergunning als bedoeld in artikel 2:72 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 |
646,50 |
3.2.8 |
ontheffing als bedoeld in artikel 2:34c, derde lid, van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 |
131,40 |
Hoofdstuk 3a |
Vergunning bedrijfsmatige activiteiten |
3a.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|
3a.1.1 |
het verstrekken of wijzigen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:36 van de Algemene plaatselijke verordening 2012 |
nihil |
3a.1.2 |
het wijzigen van een beheerder of beheerders voor een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:36 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012, eerste wijziging binnen dezelfde aanvraag |
nihil |
3a.1.3 |
het wijzigen van een beheerder of beheerders voor een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:36 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012, elke volgende wijziging binnen dezelfde aanvraag |
nihil |
Hoofdstuk 4 |
Alcoholwet |
4.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning: |
|
4.1.1 |
als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet voor horeca- en slijtersbedrijven en para-commerciële instellingen |
664,10 |
4.1.2.1 |
voor het melden van een persoon als leidinggevende als bedoeld in artikel 30a van de Alcoholwet, voor een bestaande inrichting eerste wijziging binnen een aanvraag |
65,40 |
4.1.2.2 |
voor het melden van een persoon als leidinggevende als bedoeld in artikel 30a van de Alcoholwet, voor een bestaande inrichting, elke volgende wijziging binnen een aanvraag |
32,40 |
4.2 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing: |
|
4.2.1 |
als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet |
45,60 |
4.2.2 |
als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet |
40,80 |
Hoofdstuk 5 |
Wet op de kansspelen |
5.1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen dan wel voor een verlenging van deze vergunning: |
|
5.1.1. |
voor 1 kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van vijf jaar |
226,00* |
5.1.2. |
voor 2 kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van vijf jaar |
362,00* |
5.1.3. |
voor elke volgende kansspelautomaat wordt het onder 5.1.2 genoemde tarief vermeerderd, per kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van vijf jaar |
136,00* |
Hoofdstuk 6 |
Gebruik van de weg voor bouwwerkzaamheden en overige werkzaamheden |
6.1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning, niet zijnde een omgevingsvergunning, voor het gebruik van de weg of weggedeelten anders dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012, voor zover het betrekking heeft op:
|
|
6.1.1. |
per aanvraag voor een plaatsingstermijn van minder dan 1 dag |
nihil |
6.1.2 |
per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 1 dag tot en met maximaal 30 dagen |
65,10 |
6.1.3 |
per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 31 dagen tot en met maximaal 90 dagen |
368,90 |
6.1.4 |
per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 91 dagen tot en met maximaal 180 dagen |
737,80 |
6.1.5 |
per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 181 dagen tot en met maximaal 364 dagen |
1.475,60 |
6.1.6 |
per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 1 tot en met 2 jaar |
2.951,20 |
6.1.7 |
per aanvraag voor een plaatsingstermijn van langer dan 2 jaar |
5.902,40 |
6.2. |
Indien na het indienen van een aanvraag doch vóór het verlenen van de vergunning, de aanvraag wordt ingetrokken, wordt teruggaaf van 65% van de geheven leges verleend, dan wel wordt 35% in rekening gebracht. |
|
Hoofdstuk 7 |
Verkeer en vervoer |
7.1 |
Milieuzonering |
|
7.1.1. |
een ontheffing om toegang te hebben tot de milieuzone als bedoeld in artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 |
|
7.1.1.1 |
een dagontheffing als bedoeld in de Beleidsregels en ontheffingenbesluit ontheffingen milieuzone Stad Rotterdam 2022 |
23,50 |
7.1.1.2. |
een langdurige ontheffing als bedoeld in de Beleidsregels en ontheffingenbesluit ontheffingen milieuzone Stad Rotterdam 2022 |
188,20 |
7.1.1.3. |
een dagontheffing als bedoeld in de Beleidsregels en ontheffingenbesluit ontheffingen milieuzone Maasvlakte Rotterdam 2022 |
23,50 |
7.1.1.4. |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een langdurige ontheffing als bedoeld in de Beleidsregels en ontheffingenbesluit ontheffingen milieuzone Maasvlakte Rotterdam 2022 |
188,20 |
7.1.2. |
een ontheffing om toegang te hebben tot de ’s-Gravendijkwal en omstreken als bedoeld in het Ontheffingenbeleid Verkeersbesluit ’s-Gravendijkwal 2014 |
|
7.1.2.1. |
een dagontheffing als bedoeld in artikel 3 van het Ontheffingenbeleid Verkeersbesluit ’s-Gravendijkwal 2014 |
23,50 |
7.1.2.2. |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een langdurige ontheffing als bedoeld in artikel 4 van het Ontheffingenbeleid Verkeersbesluit ’s-Gravendijkwal 2014 |
188,20 |
7.1a |
Ontheffingen van de nul-emissiezone voor bedrijfs- en vrachtauto’s |
|
7.1a.1 |
Ontheffingen om toegang te hebben tot de nul-emissiezone, bedoeld in artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, aan te vragen bij het Centraal Loket |
|
7.1a.1.1 |
een dagontheffing als bedoeld in paragraaf 2 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone Rotterdam 2025 |
30,00** |
7.1a.1.2 |
een langdurige ontheffing als bedoeld in paragraaf 1 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone Rotterdam 2025, met uitzondering van de ontheffing voor particuliere bedrijfs- en vrachtauto’s, bedoeld in artikel 7 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone Rotterdam 2025 |
100,00** |
7.1a.1.3 |
een langdurige ontheffing voor particuliere bedrijfs- en vrachtauto´s als bedoeld in artikel 7 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone Rotterdam 2025 |
60,00** |
7.1a.1.4 |
de ontheffing in verband met bedrijfseconomische omstandigheden, bedoeld in artikel 12 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone Rotterdam 2025 |
250,00** |
7.1a.1.5 |
de afwijkingsmogelijkheid, bedoeld in artikel 13 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone Rotterdam 2025 |
250,00** |
7.1a.2 |
Ontheffingen om toegang te hebben tot de nul-emissiezone, bedoeld in artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, aan te vragen bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam |
|
7.1a.2.1 |
een dagontheffing als bedoeld in paragraaf 2 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone Rotterdam 2025 |
172,10 |
7.1a.2.2 |
een langdurige ontheffing als bedoeld in paragraaf 1 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone Rotterdam 2025, met uitzondering van de ontheffing voor particuliere bedrijfs- en vrachtauto´s, bedoeld in artikel 7 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone Rotterdam 2025 |
172,10 |
7.1a.2.3 |
een langdurige ontheffing voor particuliere bedrijfs- en vrachtauto´s als bedoeld in artikel 7 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone Rotterdam 2025 |
172,10 |
7.1a.2.4 |
de ontheffing in verband met bedrijfseconomische omstandigheden, bedoeld in artikel 12 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone Rotterdam 2025 |
325,00 |
7.1a.2.5 |
de afwijkingsmogelijkheid, bedoeld in artikel 13 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone Rotterdam 2025 |
325,00 |
7.2 |
Ontheffing parkeerverbod |
|
7.2.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
7.2.1.1 |
een ontheffing van een parkeerverbod voor een periode van maximaal 14 dagen (tweeweken ontheffing) |
14,30 |
7.2.1.2 |
een ontheffing van een parkeerverbod voor een periode van maximaal 6 maanden (halfjaar ontheffing) |
106,20 |
7.2.1.3 |
een ontheffing van een parkeerverbod voor een periode van maximaal 1 jaar (jaar ontheffing) |
166,70 |
7.2.1.4 |
een ontheffing van een parkeerverbod voor een periode van maximaal 14 dagen ter zake van een nieuw kenteken voor een ander voertuig met dezelfde werkbrief |
7,00 |
7.2.1.5 |
een ontheffing van een parkeerverbod voor een periode van maximaal 6 maanden ter zake van een nieuw kenteken voor een ander voertuig met dezelfde werkbrief |
7,00 |
7.2.1.6 |
een ontheffing van een parkeerverbod voor een periode van maximaal 1 jaar ter zake van een nieuw kenteken voor een ander voertuig met dezelfde werkbrief |
7,00 |
7.2.1.7 |
een ontheffing van een parkeerverbod voor hulpverleners voor een periode van maximaal 1 jaar (jaar ontheffing hulpverleners) |
73,10 |
7.3 |
Gehandicaptenparkeerkaart |
|
7.3.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
7.3.1.1 |
een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
94,20 |
7.3.1.2 |
een herbeoordeling van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
94,20 |
7.3.1.3 |
een verlenging of wijziging van gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
16,80 |
** In een aantal gevallen is sprake van tarieven die worden geheven door het Centraal Loket (uitgevoerd door de gemeente Amsterdam), die niet door de gemeenteraad worden vastgesteld. Deze worden door de gemeenteraad van Amsterdam vastgesteld. In de communicatie met de belastingplichtigen zullen de correcte tarieven voor 2024 worden gehanteerd.
Hoofdstuk 8 |
Dienstverlening Stadsarchief |
8.1 |
Algemeen |
|
8.1.1 |
Afhandelingskosten per opdracht |
12,50 |
8.1.2 |
Spoedafhandelingskosten per opdracht |
22,50 |
8.2 |
Reproducties |
|
8.2.1 |
Fotokopieën op papier in formaat A4, A3 of schermafdruk |
1,70 |
8.2.2 |
Vervallen |
|
8.2.4 |
Bouwtekening op papier |
12,60 |
8.2.6 |
Scan fotografische kwaliteit 300 dpi bij 20x25 |
27,80 |
8.2.7 |
Scan bouwtekening |
9,10 |
8.2.8 |
Beschikbaarstelling scan fotografische kwaliteit 300 dpi 20x25 |
12,60 |
8.2.9 |
Maatwerk, tarief per half uur |
34,00 |
8.3 |
Opslagmedium |
|
8.3.1 |
USB-stick |
3,90 |
8.4 |
Overige dienstverlening |
|
8.4.1 |
Onderzoek per 30 minuten, ongeacht het resultaat |
34,00 |
8.5 |
uitlenen van archiefbescheiden |
|
8.5.1 |
uitlening aan archiefvormer |
28,60 |
8.5.2 |
uitlening aan archiefvormer, buiten openingstijden |
57,30 |
8.5.3 |
Bruikleen los document |
60,40 |
8.5.4 |
Bruikleen in te lijsten document, band of deel, exclusief de lijst |
90,60 |
8.6 |
Archief wettelijke taken in opdracht van andere overheden |
|
8.6.1 |
opslag archief, inclusief dienstverlening, per meter per jaar |
95,20 |
8.6.2 |
opslag archief, exclusief dienstverlening, per meter per jaar |
21,80 |
Hoofdstuk 9 |
Leidingen |
9. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot: |
|
9.1 |
het afgeven van een vergunning, toestemming of instemming voor het leggen of verleggen van kabels en leidingen langer dan 25 meter: |
|
9.1.1 |
een vast bedrag per vergunning of instemming: |
709,80 |
9.1.2 |
vermeerderd met een bedrag per strekkende meter van het gehele tracé |
|
9.1.2.1 |
met een lengte van meer dan 25 meter tot en met 500 meter |
5,80 |
9.1.2.2 |
met een lengte van meer dan 500 meter tot en met 1000 meter |
5,60 |
9.1.2.3 |
met een lengte van meer dan 1000 meter tot en met 2000 meter |
5,10 |
9.1.2.4 |
met een lengte van meer dan 2000 meter |
4,90 |
9.2 |
Het afgeven van een vergunning of instemming voor het plaatsen, verplaatsen en verwijderen van ondergrondse objecten zoals handholes, vetvangputten, enzovoort, bovengrondse objecten kastjes, enzovoort, voor zover deze niet zijn begrepen onder artikel 9.1 en vergunningplichtige werkzaamheden voor het leggen en verleggen van kabels en leidingen kleiner of gelijk aan 25 meter, een vast bedrag per tracé of object: |
590,50 |
9.3 |
Vervallen |
|
9.4 |
Het afgeven van een vergunning of instemming voor het rijzen, vervangen of verwijderen van bestaande leidingen: |
|
9.4.1 |
een vast bedrag per vergunning of instemming |
465,30 |
9.4.2 |
vermeerderd met een bedrag per strekkende meter van het gehele tracé: |
|
9.4.2.1 |
met een lengte van meer dan 25 meter tot en met 500 meter |
4,00 |
9.4.2.2 |
met een lengte van meer dan 500 meter |
3,70 |
9.5 |
Het aanbrengen van administratieve wijzigingen in een verleende vergunning en het verwerken van een melding als bedoeld in artikel 9 van de Telecommunicatieverordening Rotterdam 2015, een vast bedrag per vergunning/melding |
376,10 |
9.6 |
Het registreren van meldingsplichtige werkzaamheden aan kabels en leidingen in het stedelijke gebied |
nihil |
9.7 |
Het geven van een vergunning of instemming voor die werken in het havengebied, kleiner of gelijk aan 25 meter, waarvoor geen registratie of mutatie in het leidingenbestand (leidingenverzamelkaart) noodzakelijk is |
172,70 |
9.8 |
Wanneer een verzoek tot vergunning of instemming dat reeds door de gemeente in behandeling is genomen wordt ingetrokken, wordt 35% van de leges, die bij het doorgaan van de aanvraag verschuldigd zouden zijn, in rekening gebracht |
|
9.9 |
Wanneer een vergunning of instemming voor een werk is verleend, maar het uitgevoerde tracé een kortere lengte had dan in de aanvraag was aangegeven, kan op verzoek slechts restitutie van leges worden verleend, voor de minder gelegde meters, voor 65% van het legestarief van het bedrag per strekkende meter, indien de lengte van het tracé ten minste 10% korter was dan de in de aanvraag opgegeven lengte, met een minimumlengte van 50 meter |
|
9.10 |
Het verbinden van een spruitriool aan of het aansluiten op een net van de gemeente, bedoeld voor de inzameling van afval-, hemel- of grondwater, anders dan in verband met van gemeentewege verrichte werkzaamheden aan dit net, per verbinding of aansluiting. |
34,60 |
Hoofdstuk 10 |
Vergunningen overige activiteiten buitenruimte |
10 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning of het verlengen daarvan: |
|
10.1 |
als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 |
190,60 |
10.2 |
als bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012, voor het innemen van openbare grond, per locatie |
190,60 |
10.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een marktvergunning op Koningsdag op de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen straten, wegen of pleinen voor het innemen van een commerciële straatverkoopplaats per locatie |
58,60 |
10.4 |
Vergunning Toegelaten Taxiorganisatie |
|
10.4.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken of verlengen van een vergunning als bedoeld in de artikelen 10 en 11 van de Taxiverordening Rotterdam 2013 (een aanvraag tot het verlenen van een TTO-vergunning): |
9.813,10 |
10.5 |
Vergunning deelmobiliteit tweewielers |
|
10.5.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 5:12a van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 |
987,10 |
Hoofdstuk 11 |
Ligplaatsvergunning |
11.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een ligplaatsvergunning als bedoeld in artikel 3, tweede lid van de Verordening woonschepen 2013 |
190,20 |
Toelichting op de Algemene legesverordening 2024
Algemene toelichting
De leges worden geheven op basis van artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet. Het begrip ‘rechten’ in artikel 229 van de Gemeentewet omvat mede de leges. In de verordening is ervoor gekozen de rechten ‘leges’ te blijven noemen, omdat het hier gaat om een ingeburgerd en herkenbaar begrip. Bovendien gaat het in vrijwel alle gevallen om het in behandeling nemen van aanvragen en vergunningen e.d. en om het verstrekken van documenten.
De Algemene legesverordening 2024 bestaat uit twee gedeelten, namelijk de verordening zelf met de formele en materiële bepalingen en de tarieventabel met een omschrijving van de belastbare feiten, de heffingsmaatstaven en de tarieven.
Dienst
Artikel 229, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bepaalt dat gemeenten onder andere rechten kunnen heffen voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten.
Leges kunnen dus uitsluitend geheven worden voor, door, of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. Dit blijkt uit het arrest van de Hoge Raad van 9 december 1987 (nr. 24.892, BNB 1988/117, Belastingblad 1988, blz. 65).
Het begrip ‘dienst’ is niet nader gedefinieerd in de wet. Wel is in de jurisprudentie invulling gegeven aan het begrip ‘dienst’.
Ten slotte wordt opgemerkt dat het ‘verlenen’ van een dienst, zoals geformuleerd in de verordening, uitsluitend betrekking heeft op het in gang zetten van de dienstverlening. Er is dus sprake van een inspanningsverplichting en niet van een resultaatsverplichting.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 2Belastbaar feit
De verordening kent zeer uiteenlopende diensten waarvoor leges worden geheven. Daarom is naast de in artikel 2 opgenomen algemene omschrijving van het belastbare feit voor iedere dienst afzonderlijk een verdere omschrijving van het belastbare feit in de tarieventabel opgenomen. Dat is dan ook de reden dat in artikel 2 wordt gesproken van ‘een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel’. Omdat artikel 217 van de Gemeentewet bepaalt dat het voorwerp van de belasting en het tarief moeten zijn vermeld in de belastingverordening, mag er geen twijfel over bestaan dat de tarieventabel deel uitmaakt van de verordening. Vandaar dat de woorden ‘daarbij behorende’ zijn gebruikt. In de tarieventabel wordt dit eveneens uitdrukkelijk aangegeven.
De omschrijving van het belastbare feit is van belang voor de vraag of de materiële belastingschuld ontstaat en het tijdstip waarop die belastingschuld ontstaat.
In de verordening is gekozen voor de laatste formulering. Dit heeft als voordeel dat leges al verschuldigd zijn op het moment van het in behandeling nemen van de aanvraag en dat niet bepalend is het moment waarop de vergunning wordt verleend. Ook is niet van belang of de vergunning wordt verleend of geweigerd. Zou het belastbare feit zijn ‘het verlenen van de vergunning’ dan heeft op het moment van het in behandeling nemen van de aanvraag het belastbare feit zich nog niet voorgedaan en is dus de materiële belastingschuld nog niet ontstaan. Vooruitbetaling voor het moment van het ontstaan van de materiële belastingschuld is niet mogelijk. Ook kan dan niet worden geheven als de vergunning wordt geweigerd, hoewel de gemeente wel de kosten van behandeling heeft gemaakt.
Artikel 3Belastingplicht
De belastingverordening moet vermelden wie de belastingplichtige is (artikel 217 van de Gemeentewet). Vanwege het uiteenlopende karakter van de verschillende diensten is gekozen voor een ruime omschrijving van de belastingplicht, om te voorkomen dat in bepaalde situaties geen belastingplichtige aangewezen zou kunnen worden.
Het gebruik van de woorden ‘dan wel’ is bedoeld om te voorkomen dat voor dezelfde dienst van twee belastingplichtigen, te weten de aanvrager en degene te wiens behoeve de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht, leges worden geheven.
Vanuit de systematiek van de verordening ligt het voor de hand in eerste instantie de aanvrager in de heffing te betrekken. Als het niet mogelijk is een aanvrager als belastingplichtige aan te wijzen, bijvoorbeeld als de aanvrager duidelijk niet de belanghebbende is, dan kan degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht als belastingplichtige aangemerkt worden. Dit laatste zal zich niet snel voordoen omdat, zoals al eerder is geconstateerd, de aanvrager per definitie een belang heeft bij de dienstverlening of de handelingen.
Artikel 4Vrijstellingen
In hogere wettelijke regelingen komen legesvrijstellingen voor. De legesverordening kan geen inbreuk maken op, of bepaalde beperkingen opnemen met betrekking tot, de bij wet verleende vrijstellingen. Met ingang van 2024 is de overbodige bepaling over woonvergunningen vervallen. Het aanvragen van een Huisvestigingsvergunning is gratis.
Artikel 6 Wijze van heffing
Op grond van artikel 233 van de Gemeentewet kunnen gemeentelijke belastingen worden geheven bij wege van aanslag, bij wege van voldoening op aangifte of op andere wijze. In de verordening is in beginsel gekozen voor de heffing op andere wijze, omdat deze wijze van heffing wordt gekenmerkt door een grote mate van vormvrijheid, wat goed aansluit bij het karakter van de heffing van leges.
Artikel 7Termijnen van betaling
Art. 7, eerste lid
In de praktijk zullen aanvragers van diensten waarvoor leges geheven worden vaak aan het loket verschijnen. Kan de aanvraag onmiddellijk in behandeling worden genomen, dan ligt het voor de hand dat de leges onmiddellijk worden betaald. Hierin voorziet het bepaalde in het eerste lid. Als de kennisgeving mondeling wordt gedaan, dan dient er betaald te worden op het moment van het doen van de kennisgeving. Vergelijkbaar met een aanvraag aan het loket is een online-aanvraag (het digitale loket), waarvoor het gewenst is dat deze direct wordt betaald, bijvoorbeeld door online betaling via de bank. Wordt de kennisgeving (bijvoorbeeld een nota) uitgereikt, dan dient er betaald te worden op het moment van het uitreiken van de kennisgeving.
Wordt de kennisgeving toegezonden, dan is in het eerste lid, onderdeel b, bepaald dat binnen acht dagen betaald moet worden.
De dagtekening van de kennisgeving (bijvoorbeeld een stempelafdruk) is onder andere van belang voor de belastingplichtige in verband met de termijn waarbinnen hij bezwaar kan maken tegen het van hem gevorderde bedrag. Het tijdstip waarop uiterlijk betaald moet worden is van belang voor het eventueel in gang zetten van de dwanginvordering.
Art. 7, tweede lid
Deze bepaling is van belang voor het einde van betaaltermijnen. Als de laatste dag voor de betaling een algemeen erkende feestdag, zondag of zaterdag is, schuift deze laatste betaaldag door het buiten toepassing verklaren van de Algemene termijnenwet in het tweede lid niet op naar de eerstvolgende werkdag.
Artikel 8Kwijtschelding
Er wordt in het geheel geen kwijtschelding van leges verleend. Reden hiervan is dat het heffen van leges als een betaling voor een bepaalde prestatie van de gemeente is aan te merken.
Artikel 9Teruggaaf
De tarieventabel kent vermindering- en teruggaafbepalingen in hoofdstuk 6 Gebruik van de weg voor bouwwerkzaamheden en overige werkzaamheden. De verminderingsbeschikking leidt tot een verlaging van de legesschuld. De teruggaafbeschikking laat de legesbeschikking intact, maar leidt er ook toe dat men een deel van de leges terugkrijgt.
In verband hiermee is er geen aanleiding te bepalen dat over een eventueel terug te geven bedrag invorderingsrente wordt vergoed.
Artikel 10Overdracht van bevoegdheden
Bij wijzigingen in rijksregelgeving die gevolgen hebben voor de leges, kan de besluitvormingsprocedure voor belastingverordeningen (van ambtelijke voorbereiding tot en met raadsbesluit) belemmerend werken. Ook kan het gewenst zijn een redactionele wijziging op korte termijn door te voeren. Om de gewenste flexibiliteit en de te betrachten spoed te bereiken, kan de raad de bevoegdheid tot vaststelling van de legesverordening aan het college van burgemeester en wethouders overdragen (delegeren). Artikel 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, van de Gemeentewet maakt dit mogelijk. Op grond van artikel 10 is het college bevoegd tot wijziging van de legesverordening:
- •
als sprake is van een zuiver redactionele wijziging (tekstuele wijzigingen die geen materiële gevolgen hebben);
- •
bij wijziging in rijksregelgeving:
- •
waarvan de implementatieperiode na bekendmaking in het Staatsblad of de Staatscourant korter is dan drie maanden; en
- •
en bovendien de raad niet zelf al met deze wijzigingen rekening heeft gehouden.
De beperking tot de situaties waarin de centrale overheid de hoogte van de tarieven (mede) beïnvloedt betreft de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel:
hoofdstuk 5 Wet op de kansspelen.
Toelichting op de tarieventabel
Algemene toelichting
De tarieventabel maakt deel uit van de verordening en vormt een uitwerking van artikel 2 van de verordening.
Hoofdstuk 4Alcoholwet
Op grond van artikel 3 van de Alcoholwet is het verboden zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders een horecabedrijf of slijtersbedrijf uit te oefenen. Het gaat dan om het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse (horecabedrijf) of voor gebruik elders dan ter plaatse (slijtersbedrijf). Het gaat hier om de zogenaamde ‘natte horeca’. Voor het afgeven van dergelijke vergunningen worden leges geheven.
Een nieuwe Horecanota volgt. Met nieuwe ontwikkelingen is rekening gehouden in de Algemene legesverordening 2024.
Hoofdstuk 5Wet op de kansspelen
Voor de aanwezigheid van kansspelautomaten als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483) is een aanwezigheidsvergunning vereist. De tarieven hiervoor zijn gemaximeerd.
Hoofdstuk 6Gebruik van de weg voor bouwwerkzaamheden en overige werkzaamheden
Een vergunning voor het gebruik van openbare grond voor het inrichten van een werkterrein voor opslag van bouwmaterialen, het plaatsen van keten, loodsen, containers, en dergelijke. Daarnaast is een vergunning noodzakelijk voor het tijdelijk plaatsen van steigers, hijskranen, verhuisliften of machines op de stoep of op de weg.
Hoofdstuk 7 Verkeer en vervoer
De milieuzone Stad Rotterdam geldt alleen voor vrachtauto’s met een emissieklasse 5 of lager. Naast de milieuzone Stad Rotterdam zijn er in Rotterdam ook de milieuzone Maasvlakte Rotterdam en het vrachtautoverbod op de ’s-Gravendijkwal (e.o.). Voor deze gebieden moet apart ontheffing worden aangevraagd.
Op grond van artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer kan aan een gehandicapte, die ingezetene is van de gemeente Rotterdam en die zich niet of nauwelijks te voet kan voortbewegen, namens het college van burgemeester en wethouders een gehandicaptenparkeerkaart worden verstrekt. Deze gehandicaptenparkeerkaart is geldig in geheel Europa.
Hoofdstuk 8Dienstverlening Stadsarchief
Gemeentearchieven kunnen worden onderscheiden in archiefbewaarplaatsen in de zin van de Archiefwet 1995 (Stb. 276) en andere archieven.
Op grond van artikel 14 van de Archiefwet 1995 zijn de archiefbescheiden die in een archiefbewaarplaats berusten openbaar (behoudens het bepaalde in de artikelen 15, 16 en 17), en kunnen deze archiefbescheiden kosteloos geraadpleegd worden. Als iemand zelf de archiefbescheiden raadpleegt, kunnen dus geen leges geheven worden.
Met betrekking tot andere archieven dan archiefbewaarplaatsen is in de Archiefwet 1995 niet geregeld dat deze openbaar zijn en dat deze kosteloos geraadpleegd kunnen worden.
Voor verstrekkingen uit de archieven is sinds 18 juli 2015 de Wet hergebruik van overheidsinformatie (Stb. 2015, 271) van toepassing. Voor archiefbewaarplaatsen gelden alleen de artikelen 5, 6 en 9, eerste en vierde lid, van die wet.
In onderdeel 8.4.1 is een tarief opgenomen voor het doen van naspeuringen in het Stadsarchief. Het gaat hierbij dus uitsluitend om het van gemeentewege doen van naspeuringen op verzoek van een belanghebbende. Het tarief is afhankelijk gesteld van de tijd die de ambtenaar van het Stadsarchief aan het doen van de naspeuringen heeft besteed. Ook indien het doen van de naspeuringen niet heeft geleid tot het gewenste resultaat zijn de leges verschuldigd.
Hoofdstuk 10Vergunningen overige activiteiten buitenruimte
De onderdelen in dit hoofdstuk hebben betrekking op commerciële en niet-commerciële activiteiten in de buitenruimte.
Hoofdstuk 11Ligplaatsvergunning
Ligplaatsvergunningen worden verstrekt op basis van het ‘Besluit aanwijzing ligplaatsen woonschepen 2013’. Tot 2023 werd voor de ligplaatsvergunning geen leges in rekening gebracht. Vanaf 2024 is dit wel het geval.
Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl