Beleidsnotitie participatie onder de omgevingswet

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsnotitie participatie onder de omgevingswet

Inleiding

Binnen de gemeente Steenwijkerland is participatie niet nieuw. We vragen inwoners in een vroege fase mee te denken, mee te doen of mee te beslissen bij het maken van onze plannen en ideeën. Omgekeerd weten inwoners onze gemeente ook steeds vaker te vinden. Participatie is een belangrijk onderdeel van de Omgevingswet. Door inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties op

tijd bij projecten en plannen mee te laten denken en te doen is de kans groter op meer steun. Ook kan de kwaliteit van plannen en projecten groter worden.

De manier waarop participatie in Steenwijkerland een plek krijgt, staat in de Visie op (inwoners) participatie. Deze visie is uitgewerkt in de Participatieverordening.

In de Participatieverordening staan de regels voor: inwonerparticipatie, overheidsparticipatie, het uitdaagrecht en participatie onder de Omgevingswet.

Regels voor participatie per onderdeel

De Omgevingswet heeft verschillende wettelijke onderdelen, zoals een omgevingsvisie, een omgevingsplan, een programma en een omgevingsvergunning. Voor al deze onderwerpen zijn regels voor participatie bepaald. Als een van deze onderdelen door de gemeente wordt uitgewerkt, moet worden uitgelegd hoe inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding zijn betrokken. En tot welke resultaten dat heeft geleid.

Participatie door de gemeente

De Omgevingswet bepaalt dat gemeenten moeten laten weten hoe zij het gemeentelijke participatiebeleid invullen. De gemeente Steenwijkerland doet dat door in de Participatieverordening ook participatieregels op te nemen voor onderwerpen uit de Omgevingswet. Deze participatieregels gelden alleen voor onderdelen waarvoor de gemeente initiatiefnemer is. Dit betekent dat de gemeente verantwoordelijk is voor de participatie bij het vaststellen van een omgevingsvisie, een omgevingsplan, een programma, of een omgevingsvergunning als de gemeente aanvrager is.

Participatie door initiatiefnemers

Bij het aanvragen van een omgevingsvergunning moet een initiatiefnemer aangeven of hij/zij

aan participatie heeft gedaan. Als dat zo is, geeft de aanvrager ook aan hóe dat is gedaan. En wat het resultaat daarvan is. Het gaat alleen om een indieningsvereiste voor de aanvraag. Het is daarmee niet verplicht om participatie ook echt toe te passen. Er is één uitzondering hierop: de gemeenteraad kan bepalen voor welke gevallen participatie (wel) verplicht is.

Toepassing beleidsnotitie

Deze beleidsnotitie wordt toegepast bij het beoordelen van aanvragen voor een omgevings- vergunning waarvoor de gemeenteraad participatie verplicht heeft gemaakt. Het gaat om activiteiten die niet passen binnen het omgevingsplan en waarvoor afgeweken moet worden van het omgevingsplan. Het gaat dan om buitenplanse omgevingsplanactiviteiten (afgekort: BOPA’S), waarvoor het college bevoegd gezag is.

Deze beleidsnotitie wordt ook toegepast bij verzoeken tot wijziging van het omgevingsplan. Het gaat hier om een wijziging van het omgevingsplan op verzoek van een initiatiefnemer.

Beoordeling

Voor een initiatiefnemer is het belangrijk om te weten hoe de gemeente beoordeelt of de initiatiefnemer de participatieplicht goed heeft uitgevoerd.

Voor een initiatief waarvoor afgeweken moet worden van het omgevingsplan met een BOPA of voor een wijziging van het omgevingsplan op verzoek, vraagt de gemeente om een participatieverslag aan te leveren. Dit participatieverslag wordt aangeleverd bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning of het verzoek tot wijziging van het omgevingsplan. In het participatieverslag staan de

uitkomsten van het participatietraject.

Een initiatiefnemer mag zelf bepalen hoe hij/zij het participatietraject uitvoert. Maar het verplichte participatieverslag moet wel aan een aantal voorwaarden voldoen.

In het participatieverslag moet het volgende staan:

  • welke inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties zijn betrokken bij de voorbereiding;

  • hoe inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties zijn betrokken bij de voorbereiding;

  • wat het resultaat is van het participatietraject;

  • of het participatietraject tot aanpassingen van het plan heeft geleid en zo ja, welke aanpassingen.

Inwerkingtreding

Deze beleidsnotitie geldt vanaf het moment van inwerkingtreding van de Omgevingswet.

De initiatiefnemer bepaalt hoe het participatietraject eruit ziet. De volgende handreiking kan hiervoor een hulpmiddel zijn.

Ondertekening

Bijlage – Handreiking participatieplicht voor initiatiefnemers

Participatie is verplicht voor een plan dat veel invloed op de omgeving heeft. Maar u mag zelf bepalen hoe u die participatie invult. Deze handreiking is er om u daarbij te helpen.

We laten u zien wat er van u verwacht wordt voor participatie. Dit doen we in 6 stappen.

Als eerste kunt u de participatiescan doen. Hiermee bepaalt u óf en in welke mate u participatie inzet.

Daarna gaat u aan de slag met het schrijven van het participatieplan. Hiermee krijgt u scherp waarover u in gesprek gaat en met wie. U denkt na over de communicatie. En over hoe u de participanten laat weten wat de uitkomsten zijn.

Als u het plan heeft gemaakt, kunt u aan de slag. De gemeente kan u hierbij helpen. Bijvoorbeeld met advies over werkvormen bij een bijeenkomst.

Nadat u de inbreng van participanten heeft verzameld, bepaalt u hoe u deze inbreng verwerkt in uw uiteindelijke plan of aanvraag. Het kan ook zijn dat u besluit niets te doen met de inbreng die geleverd is. Dit legt u dan uit.

Alle vorige stappen verwerkt u in een participatieverslag. Dat verslag is onderdeel van uw aanvraag voor omgevingsvergunning of wijziging van het omgevingsplan op verzoek. Ook hier kan de gemeente u mee helpen.

Het participatieverslag gebruiken wij om te beoordelen of en op wat voor manier u iets met de inbreng van de omgeving heeft gedaan. De eisen die we hieraan stellen staan hieronder.

In het overzicht op de volgende pagina staan de 6 stappen, de helpende vragen die hierbij horen en de hulpmiddelen die hiervoor beschikbaar zijn.

---- onderstaande pagina moeten nog verwerkt tot infographic----

afbeelding binnen de regeling