Beleidsregels eenmalige energietoeslag Zwijndrecht 2023

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

• a.

  Aio-uitkering: de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen;

• b.

  Bbz 2004: het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004;

• c.

  Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van het openbaar lichaam Sociaal;

• d.

  de energietoeslag: de eenmalige energietoeslag 2023 zoals bedoeld in artikel 35 lid 4, 5 en 6 van de Participatiewet;

• e.

  de wet: Participatiewet;

• f.

  IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

• g.

  IOAZ: de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

• h.

  Wettelijk sociaal minimum (WSM): de op de leef- en woonsituatie van toepassing zijnde bijstandsnorm, vastgesteld overeenkomstig de bepalingen in hoofdstuk 3 van de wet. Er wordt geen rekening gehouden met de kostendelersnorm.

Artikel 2 Doelgroep en voorwaarden

• 1.

  De energietoeslag is bedoeld voor alleenstaanden en gezinnen met een laag inkomen en laag vermogen als bedoeld in de artikelen 6 en 7.

• 2.

  De energietoeslag heeft betrekking op het jaar 2023.

• 3.

  De noodzaak voor de energietoeslag wordt niet vastgesteld.

• 4.

  Geen recht op de energietoeslag heeft de persoon die:

  • a.

    niet woonachtig is in Zwijndrecht;

  • b.

    jonger is dan 21 jaar;

  • c.

    in een inrichting verblijft en de inrichting voorziet in de energiekosten;

  • d.

    in detentie verblijft;

  • e.

    dak- of thuisloos is;

  • f.

    in aanmerking komt voor studiefinanciering op grond van artikel 3.1, eerste of tweede lid, van de Wet studiefinanciering 2000.

• 5.

  De ‘Beleidsregels Minimabeleid Drechtsteden‘ zijn niet van toepassing op de aanvragen voor de energietoeslag.

Artikel 3 Hoogte en betaling energietoeslag

• 1.

  De hoogte van de energietoeslag bedraagt € 900 per alleenstaande en per gezin met een inkomen tot 120 procent van het Wettelijk sociaal minimum. De energietoeslag wordt gespreid uitbetaald in twee gelijke delen van € 450.

• 2.

  Bij een inkomen vanaf 120 procent van het Wettelijk sociaal minimum maar lager dan 130 procent van het Wettelijk sociaal minimum bedraagt de energietoeslag € 450 per alleenstaande en per gezin. De energietoeslag wordt gespreid uitbetaald in twee gelijke delen van € 225.

Artikel 4 Ambtshalve doelgroep

• 1.

  De energietoeslag kan ambtshalve worden toegekend aan alleenstaanden en gezinnen waarop op 1 november 2023 geen uitsluitingsgrond van toepassing is zoals bepaald in artikel 2, vierde lid, en die een uitkering op basis van (een van) de volgende regelingen ontvangen of hebben ontvangen:

  • a.

    Energietoeslag 2022, waarvan het Inlichtingenbureau vaststelt dat het inkomen niet is veranderd en sprake is van een laag vermogen;

  • b.

    Algemene bijstand in de periode van 1 januari 2023 tot 1 november 2023;

  • c.

    IOAW in de periode van 1 januari 2023 tot 1 november 2023, waarvan het Inlichtingenbureau vaststelt dat sprake is van een laag vermogen;

  • d.

    IOAZ in de periode van 1 januari 2023 tot 1 november 2023, waarvan het Inlichtingenbureau vaststelt dat sprake is van een laag vermogen;

  • e.

    Bbz 2004 in de periode van 1 januari 2023 tot 1 november 2023, waarvan het Inlichtingenbureau vaststelt dat sprake is van een laag vermogen;

  • f.

    Bijzondere bijstand in de periode van 1 januari 2023 tot 1 november 2023;

  • g.

    Persoonlijk minimabudget in de periode van 1 januari 2023 tot 1 november 2023;

  • h.

    Aio-uitkering in de periode van 1 januari 2023 tot 1 november 2023;

  • i.

    Kwijtschelding gemeentelijke belastingen in 2023.

• 2.

  Van de alleenstaanden en gezinnen bedoeld in lid 1 staat vast dat sprake is van een laag inkomen en laag vermogen.

Artikel 5 Aanvraag

• 1.

  De alleenstaanden en gezinnen met een laag inkomen en laag vermogen die de energietoeslag niet ambtshalve ontvangen kunnen een aanvraag indienen voor de energietoeslag.

• 2.

  Een aanvraag voor de energietoeslag kan worden ingediend vanaf een nader door het Dagelijks Bestuur te bepalen datum die op de website wordt gepubliceerd. De aanvraagperiode sluit op 1 april 2024.

• 3.

  De aanvraag wordt ingediend via het daarvoor beschikbaar gestelde aanvraagformulier op de website van de Sociale Dienst Drechtsteden of schriftelijk via Sociale Dienst Drechtsteden, Postbus 619, 3300 AP Dordrecht.

• 4.

  Bij de aanvraag wordt tenminste overgelegd:

  • a.

    de bewijzen van het inkomen van aanvrager en eventuele partner van de laatste gehele kalendermaand voor datum aanvraag;

  • b.

    een verklaring dat sprake is van een laag vermogen;

  • c.

    een kopie van een identiteitsbewijs;

  • d.

    een kopie van een bankpas of recent bankafschrift met daarop het rekeningnummer en de tenaamstelling.

• 5.

  Bij de afhandeling van de aanvraag is de laatst door de aanvrager ingediende verklaring, bijvoorbeeld met betrekking tot de inkomsten of woonsituatie, leidend.

Artikel 6 Laag inkomen

• 1.

  Er is sprake van een laag inkomen als het inkomen lager is dan 130 procent van het Wettelijk sociaal minimum. Bij een hoger inkomen bestaat geen recht op de energietoeslag.

• 2.

  Het in aanmerking te nemen inkomen wordt bepaald aan de hand van het inkomen van de laatste gehele kalendermaand voor datum aanvraag.

• 3.

  De middelen bedoeld in artikel 31, tweede lid, van de wet worden niet tot het inkomen gerekend.

• 4.

  Onder inkomen wordt in ieder geval verstaan:

  • a.

    inkomen uit arbeid;

  • b.

    inkomen uit de eigen onderneming;

  • c.

    inkomen uit een uitkering;

  • d.

    inkomen uit verhuur; en

  • e.

    inkomen uit partner- en/of kinderalimentatie.

• 5.

  In afwijking van artikel 32, tweede lid, onderdeel a van de wet worden een teruggave inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen niet als inkomen in aanmerking genomen.

• 6.

  De verschuldigde inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen over inkomen waarover geen loonbelasting is geheven wordt gesteld op het percentage van dat inkomen genoemd in artikel 6, tweede lid, van het Bbz 2004.

Artikel 7 Laag vermogen

• 1.

  Er is sprake van een laag vermogen als de vermogensgrens als bedoeld in artikel 34, derde lid, van de wet niet wordt overschreden.

• 2.

  Als vermogen wordt aangemerkt: de beschikbare geldmiddelen op betaal- en spaarrekeningen.

• 3.

  Aan de hand van een verklaring van de aanvrager wordt vastgesteld of sprake is van een laag vermogen.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Het Dagelijks Bestuur kan afwijken van de beleidsregels indien de toepassing ervan tot onbillijke uitkomsten leidt. Het Dagelijks Bestuur kan in een dergelijk geval, gelet op alle individuele omstandigheden, beoordelen dat de aanvrager alsnog in aanmerking komt voor de energietoeslag.

Artikel 9 Citeertitel, inwerkingtreding en duur

• 1.

  Deze beleidsregels worden aangehaald als 'Beleidsregels eenmalige energietoeslag Zwijndrecht 2023'.

• 2.

  De beleidsregels treden in werking op de dag na de bekendmaking en werken terug tot en met 7 oktober 2023.

• 3.

  De beleidsregels vervallen op 1 september 2024.