Marktreglement gemeente Sluis 2020

Geldend van 30-03-2022 t/m heden

Intitulé

Marktreglement gemeente Sluis 2020

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sluis

gelet op artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, Gemeentewet, artikel 4 Marktverordening gemeente Sluis 2020;

overwegende dat het wenselijk is om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van de marktverordening en een ordelijk verloop van de markten;

besluit:

vast te stellen de volgende Marktreglement gemeente Sluis 2020:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

De in artikel 1 van de Marktverordening gemeente Sluis 2020 opgenomen begripsbepalingen zijn van overeenkomstige toepassing op het Marktreglement gemeente Sluis 2020.

Artikel 2. Locatie en tijden van de markt

  • 1.

    De markten vinden wekelijks plaats in:

  • a.

    Aardenburg: op dinsdag van 08.00 tot 12.00 uur;

  • b.

    Oostburg: op woensdag van 08.00 tot 16.00 uur;

  • c.

    Breskens; op donderdag van

  • 08.00 tot 16.00 uur in de periode van 15 maart tot 15 september

  • 08.00 tot 13.30 uur in de periode van 15 september tot 15 maart;

  • d.

    Sluis: op vrijdag van 08.00 tot 16.00 uur;

  • e.

    IJzendijke: op zaterdag van 08.00 tot 12.00 uur

  • 2.

    De seizoensmarkt in Cadzand vindt plaats in de maanden juli en augustus van 09.00 tot 19.00 uur.

  • 3.

    Het college kan bepalen dat:

  • a.

    de markt tijdelijk zal plaatsvinden op een andere dag indien de in het eerste lid en tweede

  • b.

    lid genoemde dag samenvalt met een van de in artikel 2, eerste lid, onder b van de

  • c.

    Winkeltijdenwet genoemde dagen;

  • d.

    de markt vanwege bijzondere omstandigheden in overleg met de vergunninghouders op een

  • e.

    andere locatie/en of tijdstip plaatsvindt.

Artikel 3. Indeling van de markt

  • 1.

    De locaties van de in artikel 2 van de Marktverordening gemeente Sluis 2020 genoemde markten zijn aangegeven op het als bijlage 1 bij dit reglement gevoegde kaartenoverzicht.

  • 2.

    Voor de in artikel 2 van de Marktverordening gemeente Sluis 2020 genoemde markten zijn de branches en het maximum aantal standplaatsen per branche per markt nader bepaald overeenkomstig de als bijlage 2 bij dit reglement behorende branchelijst.

Hoofdstuk 2. Bepalingen over vergunningen

Artikel 4. Vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    De aanvraag om een vaste standplaatsvergunning wordt ingediend op een door het college vastgesteld formulier.

  • 2.

    Een aanvraag om een vaste standplaatsvergunning kan worden gehonoreerd wanneer wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 8, eerste lid, Marktverordening gemeente Sluis 2020 en het maximum aantal vaste standplaatsvergunningen, zoals bepaald in artikel 3, eerste lid, nog niet is bereikt.

  • 3.

    Alvorens een beslissing op de aanvraag om een vaste standplaats te nemen, legt het college de aanvraag ter advisering voor aan de werkgroep Marktzaken.

  • 4.

    Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

  • a.

    de naam en voornamen, de geboortedatum en –plaats, het adres en de woonplaats van de

  • vergunninghouder, alsmede het inschrijfnummer bij de KvK;

  • b.

    een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het

  • nummer en de afmetingen daarvan;

  • c.

    de kraam, verkoopwagen of markavan en de afmetingen daarvan die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

  • d.

    het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

  • e.

    de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitenlijst;

  • f.

    de verplichting dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en de afvoer van zijn afval en de standplaats na afloop van de markt schoon op te leveren;

  • g.

    de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

  • h.

    welke kook-, bak- en/of verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.

  • 5.

    Aan de vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.

Artikel 5. Inschrijving op de anciënniteitenlijst

Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

Artikel 6. Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats toegewezen aan de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitenlijst.

Artikel 7. Overschrijving vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    Ingeval van overlijden, blijvende, geheel of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder of bedrijfsbeëindiging kan de vaste standplaatsvergunning met behoud van de standplaats worden overgeschreven op:- de echtgeno(o)t(te);

  • de geregistreerd partner

  • de partner met wie de vergunninghouder duurzaam samenwoont; of

  • de (klein)kinderen

van de vergunninghouder, wordt voldaan aan de vereisten als bedoeld in artikel 8, eerste lid, Marktverordening gemeente Sluis 2020.

  • 2.

    Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een medewerker van de vergunninghouder de vergunning voor de vaste standplaats krijgen, indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd, voldoet aan de vereisten als bedoeld in artikel 8, eerste lid, Marktverordening gemeente Sluis 2020.

  • 3.

    De vergunninghouder kan na verkrijging van vergunning op grond van lid 1 of lid 2 deze vergunning eerst na vijf jaar overdragen.

  • 4.

    de aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder, na het vaststellen van de blijvende arbeidsongeschiktheid of de bedrijfsoverdracht.

  • 5.

    Het college is bevoegd om in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in de vorige leden.

Artikel 8. Toewijzen dagplaats

  • 1.

    Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen.

  • 2.

    De dagplaats wordt toegewezen in volgorde van de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf een half uur voor de aanvang van de markt aanmelden bij de marktmeester.

Artikel 9. Toewijzing standwerkersplaats

  • 1.

    Het college wijst een standwerkersplaats toe door middel van loting.

  • 2.

    Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

  • 3.

    Een standwerker moet werken met zijn product en mag geen uitzoekhandel hebben.

Hoofdstuk 3. Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 10. Innemen standplaats

  • 1.

    De vergunninghouder van een vaste standplaats draagt zorg voor het wekelijks innemen van zijn standplaats.

  • 2.

    De vergunninghouder is ten alle tijden verantwoordelijk voor de standplaats waarvoor de

  • vergunning is verleend.

  • 3.

    De vergunninghouder mag de standplaats laten innemen door een door hem op contractbasis aangewezen bedrijfsleider. Genoemd contract moet op verzoek worden getoond.

  • 4.

    De vergunninghouder van een vaste standplaats is er voor verantwoordelijk dat de vervanger die voor hem handelt:

  • a.

    voldoet aan alle eisen die aan de vergunninghouder worden gesteld;

  • b.

    alle verplichtingen nakomt die bij of krachtens deze verordening aan de vergunninghouder zijn

  • c.

    opgelegd.

  • 5.

    Alle handelingen van de vervanger, zijn voor rekening en risico van vergunninghouder.

  • 6.

    De vergunninghouder mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 7.

    De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

Artikel 11. Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1.

    1.De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te (laten) nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2.

    De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de desbetreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd voor een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

  • 3.

    Het is vergunninghouders toegestaan per kalenderjaar zes marktdagen afwezig te zijn wegens

  • vakantie, waarvan drie marktdagen op drie achtereenvolgende weken.

  • 4.

    Bij afwezigheid wegens ziekte gedurende meer dan twee achtereenvolgende weken legt de vergunninghouder als bewijs van ziekte een geneeskundige verklaring over aan het college. Bij voortdurende afwezigheid wegens ziekte legt de vergunninghouders als bewijs van ziekte vervolgens iedere twee maanden een geneeskundige verklaring over aan het college, tenzij het college hiervan

  • 5.

    vrijstelling verleent met een maximum van twee jaar.

Artikel 12. Ontheffing en vervanging

  • 1.

    Ingeval van vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting uit artikel 10.

  • 2.

    In de gevallen, zoals genoemd in het eerste lid van dit artikel, alsmede bedoeld in artikel 10 of 11 kan het college de houder van een vaste standplaats toestemming verlenen zich te laten vervangen voor een periode van maximaal twee jaar.

Artikel 13. Legitimatie en identiteit vergunninghouder

  • 1.

    Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester zijn identiteitsbewijs te tonen en aan te tonen dat hij de vergunninghouder is, dan wel degene die onder verantwoordelijkheid van de vergunninghouder de standplaats mag innemen.

  • 2.

    De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en eventuele bedrijfsnaam aan te geven.

Artikel 14. Tijdstip innemen standplaats en aan- en afvoer goederen

  • 1.

    Het is vergunninghouders niet toegestaan op het marktterrein meer dan twee uur voor aanvang en meer dan een uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervoor ontheffing verlenen.

  • 3.

    Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk een half uur na de aanvang van de markt heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

  • 4.

    Het is vergunninghouders niet toegestaan meer dan één uur na de aanvang van de markt nog met voertuigen, niet zijnde verkoopwagens, op het marktterrein aanwezig te zijn.

Hoofdstuk 4. Overige maatregelen van orde

Artikel 15. Gebruik verkoopmaterialen

De vergunninghouder aan wie geen grondplaats is toegewezen en die geen toestemming heeft gekregen om een verkoopwagen te plaatsen, mag gebruik maken van eigen materiaal, mits dit geschikt wordt bevonden door de marktmeester.

Artikel 16. Gebruik van de standplaats

Het is de vergunninghouder en zijn plaatsvervanger op een markt verboden:

  • a.

    zich, behoudens toestemming van de marktmeester, langer dan dertig minuten van zijn standplaats te verwijderen. Gedurende zijn afwezigheid mag hij zijn standplaats niet onbeheerd achterlaten;

  • b.

    zijn kraam of andere verkoopinrichting tijdens een markt af te breken of te verplaatsen;

  • c.

    de doorgang in de wandelpaden op en langs een marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren;

  • d.

    uitstalborden tussen of naast de kramen te plaatsen;

  • e.

    op de standplaats andere goederen of waren in voorraad te hebben dan die waarvoor vergunning is verleend.

Artikel 17. Geluidsapparatuur

  • 1.

    Het is verboden op de standplaats gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

Artikel 18. Verlichting en elektrische energie

  • 1.

    Het is de vergunninghouder en zijn plaatsvervanger verboden in op de standplaats:

  • a.

    gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting;

  • b.

    elektriciteit te betrekken van een ander dan degene die door het college voor het leveren daarvan is aangewezen of om hierin zelf te voorzien.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

Artikel 19. Koken, bakken, verwarmen

  • 1.

    Het is de vergunninghouder of zijn plaatsvervanger alleen toegestaan elektrische verwarmingstoestellen of bak- en kookinstallaties met olie of vet als verwarmingsvloeistof te gebruiken indien dit in de vergunning is opgenomen en op de plaats welke door de marktmeester wordt aangegeven.

  • 2.

    Bij gebruik van verwarmingsmiddelen, bak- en kookinstallaties worden de bij de bereiding van voedingsmiddelen vrijkomende wasem, bakdampen en rook, zonder zich binnen de standplaats te kunnen verspreiden, naar de buitenlucht afgezogen door een gasdicht uitgevoerde afvoerleiding en afgevoerd door een verwisselbaar of reinigbaar vetvangend filter, dan wel een doelmatig ontgeuringsinstallatie.

  • 3.

    Het tweede lid is niet van toepassing indien naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders geen geurhinder wordt ondervonden, dan wel indien deafvoerleiding naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders zodanig is gesitueerd dat een afdoende verspreiding van de wasem, bakdampen of rook in de buitenlucht is gewaarborgd en geurhinder wordt voorkomen.

  • 4.

    Het tweede lid is niet van toepassing indien voor de bereiding van voedingsmiddelen in destandplaats een elektrische frituurpan aanwezig is met een inhoud van niet meer dan 4 liter of een kookketel met een inhoud van niet meer dan 25 liter.

Artikel 20. Gebruik van het marktterrein

Tijdens de markt is het verboden op het marktterrein;

  • a.

    reclamedrukwerk te verspreiden, anders dan vanaf de standplaats te enquêteren, te flyeren of aan sampling te doen zonder toestemming van het college;

  • b.

    met goederen of waren rond te rijden zonder vergunning van het college.

Artikel 21. Verzorging standplaats

  • 1.

    De vergunninghouder of zijn plaatsvervanger is verplicht:

  • a.

    er zorg voor te dragen dat zijn standplaats en de zich daarop bevindende verkoopinrichting,

  • b.

    zulks ter beoordeling van het college steeds een goed verzorgd aanzien biedt;

  • c.

    tijdens een markt zijn afval, verpakkingsmateriaal e.d. zelf in te zamelen;

  • d.

    alvorens hij het marktterrein verlaat, zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan

  • e.

    schoon op te leveren en zelf zorg te dragen voor afvoer van afval afkomstig van de

  • f.

    exploitatie van zijn standplaats.

  • 2.

    De vergunninghouder of zijn plaatsvervanger, die het is toegestaan op zijn standplaats geringe eeten drinkwaren voor consumptie gereed te maken:

  • a.

    dient aan de voorzijde van zijn verkoopinrichting een tweetal bakken of soortgelijke voorwerpen aanwezig te hebben, waarin etensresten, verpakkingsmateriaal en ander afval kunnen worden gedeponeerd. Hij moet voor de tijdige lediging van de bakken zorgdragen.

  • b.

    mag maximaal twee (sta)tafels voor zijn verkoopinrichting plaatsen, zulks in overleg met de marktmeester. Het bieden van zitgelegenheid is evenwel niet toegestaan.

Hoofdstuk 5. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 22. Overgangsbepalingen

Toewijzingen, vergunningen en ontheffingen, hoe ook genaamd, verleend op grond van de Marktverordening gemeente Sluis 2016 en het daarop gebaseerde inrichtingsplan blijven, indien en voor zover het gebod of verbod waarop de toewijzing, vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat in dit reglement en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken na de inwerking van dit reglement van kracht.

Artikel 23. Intrekken oude regeling

Het inrichtingsplan en nadere regels behorende bij de markt, als bedoeld in artikel 2 Marktverordening gemeente Sluis 2016 worden ingetrokken.

Artikel 24. Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op de 8e dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 25. Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als Marktreglement gemeente Sluis 2020.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 22 juni 2021

Burgemeester en wethouders van Sluis,

De secretaris de burgemeester,

S.I. de Kievit-Minnaert mr. M.M.D. Vermue

Bijlage 1 Kaartenoverzicht

Breskens

afbeelding binnen de regeling

Aardenburg

afbeelding binnen de regeling

Oostburg

afbeelding binnen de regeling

Sluis

afbeelding binnen de regeling

IJzendijke

afbeelding binnen de regeling

Cadzand-Bad

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2 Branchelijst voor de markten in de gemeente Sluis

Branchelijst voor de weekmarkt te Oostburg

Textiel

 

aantal standplaatsen

1.

Bovenkleding volwassenen

2

2.

Onder- en nachtkleding

2

3.

Baby- en kinderkleding tot maat 176

2

4.

Stoffen

2

5.

Beenmode, kousen, sokken, panty’s ect.

2

6.

Bedrijfs- en werkkleding

2

7.

Nieuw assortiment

2

Interieurbekleding

 
 

1.

Vitrages en gordijnen

2

2.

Huishoudtextiel en beddengoed

2

3.

Nieuw assortiment

2

Overige textielgoederen

 
 

1.

Kleinvakartikelen, wol- en breigaren

2

2.

Nieuw assortiment

2

Voedingsartikelen

 
 

1.

Aardappelen, groente en fruit

2

2.

Geringe eetwaren, aanbieders met duidelijk verschillende artikelen (van elk één)

3

3.

Poelierswaren

2

4.

Vis- en visprodukten (ook gebakken)

2

5.

Brood, koek en banket

2

6.

Snoep, chocolaterie en suikerwerken

2

7.

Stroopwafels

2

8.

Zuivelprodukten (melk, boter, kaas en eieren)

2

9.

Vleeswaren (verpakt en niet verpakt)

2

10.

Noten en verduurzaamde zuidvruchten, kruiden, specerijen en reformprodukten

2

11.

Buitenlandse levensmiddelen m.u.v. agf

2

12.

Olijven, tapas en tapenades

2

13.

Nieuw assortiment

2

M.u.v. 1 is de verkoop van koffie, thee en fris toegestaan bij waren die bestemd zijn voor consumptie ter plaatse.

Tuin- en Plantenartikelen

 
 

1.

Pot-, perk- en kamerplanten, snijbloemen, zaden, bloembollen, moestuinartikelen, bomen en heesters

2

2.

Nieuw assortiment

2

Schoeisel, leder-

waren en reis-

artikelen

 
 

1.

Schoeisel (schoenen, laarzen, klompen, pantoffels)

2

2.

Tassen, koffers, portefeuilles en lederwaren

2

3.

Nieuw assortiment

2

Horloges en

Sieraden

aantal standplaatsen

 

1.

Horloges, bijouterieën en edelstenen, nouveauté en shawls

2

2.

Nieuw assortiment

2

Bezigheids-

artikelen

 
 

1.

Speelgoed

2

2.

Lectuur

2

3.

Beeld en geluidsdragers

2

4.

Kaarten, posters en hobbyartikelen

2

5.

Nieuw assortiment

2

IJzerwaren en Technische

Artikelen

 
 

1.

IJzerwaren, rijwielen en rijwielonderdelen

2

2.

Nieuw assortiment

2

Huishoudelijke-

en Geschenk-

artikelen

 
 

1.

Huishoudelijke artikelen

2

2.

Cadeauartikelen

2

3.

Koperwerk en antiek

2

4.

Nieuw assortiment

2

Overige artikelen

 
 

1.

Dierbenodigheden

2

2.

Elektrische apparatuur

2

3.

Nieuw assortiment

3

 
 
 
 
 
 
 
 
 

Onder nieuw assortiment wordt verstaan het verkopen van één product uit een artikelengroep.

Voor de weekmarkt in Aardenburg, Breskens, Sluis en IJzendijke wordt in elke branche één vergunning verleend.

Voor de seizoenmarkt te Cadzand geldt dat in elke branche één vergunning wordt uitgegeven.