Verordening rechten markten 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening rechten markten 2024

De Raad van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 september 2023 (raadsvoorstel nr. 23bb006273/23bo007286);

gelet op de artikelen 216 en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

overwegende dat:

de heffing en invordering van rechten markten bij verordening wordt geregeld;

Artikel 1 Definities

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • -

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • -

    dag: periode van 24 aaneengesloten uren, aanvangende te 00.00 uur;

  • -

    dagplaats: staanplaats die op een dag beschikbaar wordt gesteld;

  • -

    kwartaal: periode van drie aaneengesloten kalendermaanden;

  • -

    markt: warenmarkt, die op de daartoe door het college aangewezen dag en plaats wordt gehouden;

  • -

    staanplaats: voor de duur van de markt door het college aan de vergunninghouder toegewezen deel van het marktterrein, bestemd voor het uitoefenen van de markthandel;

  • -

    vaste plaats: staanplaats op de markt die per kalenderjaar of seizoen beschikbaar wordt gesteld;

  • -

    vervangvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 19 van het Marktreglement Rotterdam 2008.

Artikel 2 Belastbaar feit

In overeenstemming met deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel worden onder de naam 'rechten markten' rechten geheven voor:

  • a.

    het ter beschikking stellen van een staanplaats;

  • b.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning of het verrichten van een inschrijving als bedoeld in de bij deze verordening behorende tarieventabel;

  • c.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning voor het organiseren van een warenmarkt op grond van artikel 14 van de Marktverordening Rotterdam 2017.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten markten worden geheven van:

  • a.

    degene aan wie een staanplaats als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, ter beschikking is gesteld;

  • b.

    de aanvrager aan wie een dienst als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verleend dan wel degene ten behoeve van wie deze dienst is verleend;

  • c.

    de aanvrager van een vergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel c.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarieven

  • 1. De rechten worden berekend volgens de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tabel.

  • 2. De maatstaf van heffing is de oppervlakte die een staanplaats op grond van een van gemeentewege verleende vergunning mag innemen.

  • 3. De oppervlakte wordt gesteld op het aantal volle vierkante meters van de grootste lengte en de grootste breedte van de staanplaats, met dien verstande dat met betrekking tot dagplaatsen op markten waar het standaardfront van een staanplaats vier meter onderscheidenlijk vijf meter telt de rechten naar een oppervlakte van ten minste 24 m² onderscheidenlijk 30 m² worden berekend.

  • 4. De standwerkplaatsen kennen een oppervlakte van 10 m2. Het tarief per m2 is gelijk aan het tarief per m2 voor een dagplaats.

  • 5. Voor de berekening van deze rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid voor een volle eenheid gerekend.

Artikel 5 Wijze van heffing

De rechten markten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een factuur, nota of een ander document.

Artikel 6 Heffingstijdvak

Voor de rechten, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is het heffingstijdvak bij een vaste plaats die per kwartaal ter beschikking wordt gesteld gelijk aan een kwartaal en in de overige gevallen gelijk aan een dag, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaatsvinden.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De rechten, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, zijn verschuldigd bij de aanvang van het heffingstijdvak.

  • 2. De rechten, bedoeld in artikel 2, onderdeel b en c, zijn verschuldigd op het tijdstip waarop de aanvraag in behandeling genomen wordt.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. De in artikel 5, eerste lid, genoemde rechten worden betaald:

    • a.

      na verzending: binnen twee weken na de dagtekening van de kennisgeving;

    • b.

      bij uitreiking: op het moment waarop de kennisgeving wordt uitgereikt.

  • 2. Zolang de rechten door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, worden de rechten betaald in zoveel gelijke termijnen als er in maanden in het heffingstijdvak zitten. De eerste termijn vervalt één week na de dagtekening van de kennisgeving en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Heffen naar tijdsgelang

  • 1. Indien de belastingplicht, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, na het begin van het kwartaal aanvangt, wordt de te betalen belasting berekend aan de hand van de formule

    B= (K x D)/A waarbij wordt verstaan onder:

    B: het te betalen bedrag;

    K: het over een kwartaal verschuldigde bedrag;

    D: het aantal marktdagen waarop de staanplaats is ingenomen door de belastingplichtige of door een ander op grond van een vervangvergunning;

    A: het aantal marktdagen in een kwartaal.

  • 2. Op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet wordt teruggaaf verleend, indien na het verzenden van de in artikel 5, eerste lid, genoemde kennisgeving aannemelijk wordt gemaakt dat het belastbare feit zich slechts gedurende een gedeelte van het voor de berekening van de rechten markten in aanmerking genomen heffingstijdvak van een kalenderkwartaal voordoet, heeft voorgedaan of zal voordoen, doordat:

    • a.

      de belastingplichtige in de loop van het heffingstijdvak is overleden;

    • b.

      de terbeschikkingstelling van de staanplaats in de loop van het heffingstijdvak door schriftelijke opzegging door de belastingplichtige dan wel door het college is beëindigd; of

    • c.

      de belastingplichtige aansluitend aan een aaneengesloten periode van ziekte van ten minste 10 weken de rechten van de ter beschikking gestelde staanplaats heeft opgezegd dan wel dat deze door het college is beëindigd naar aanleiding van bovengenoemde ziekteperiode en de belastingplichtige de marktplaats evenmin door een derde op grond van een vervangvergunning of bedrijfsleidervergunning heeft laten innemen.

  • 3. Het terug te geven bedrag wordt berekend aan de hand van de formule

    T= (K x D)/A waarbij wordt verstaan onder:

    T: het terug te geven bedrag;

    K: het over een kwartaal verschuldigde bedrag;

    D: het aantal marktdagen waarop de staanplaats niet is ingenomen door de belastingplichtige of door een ander op grond van een vervangvergunning;

    A: het aantal marktdagen in een kwartaal.

  • 4. Geen teruggaaf wordt verleend indien het terug te geven bedrag minder bedraagt dan € 50.

Artikel 10 Intrekking oude regeling

De Verordening rechten markten 2023 wordt ingetrokken.

Artikel 11 Overgangsrecht

De Verordening rechten markten 2023 blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor 1 januari 2024 hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechten markten 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 en 9 november 2023.

De griffier,

I.C.M. Broeders

De voorzitter,

A. Aboutaleb

Bijlage Tarieventabel als bedoeld in de artikelen 2 en 4 van de Verordening rechten markten 2024

Hoofdstuk 1 Staanplaatsen markten

 
 
 

2024

2024

 

Omschrijving

eenheid

dagtarief

in €

kwartaaltarief in €

1.4

Dagplaats en vaste plaats die ter beschikking wordt gesteld, op alle markten, op dinsdag tot en met zaterdag:

1,10

 

1.5

Vaste plaats die per kwartaal ter beschikking wordt gesteld, op alle markten, op dinsdag tot en met zaterdag:

 

13,20

1.6

Dag- en vaste plaats op zondag- en themamarkten:

1,30

 

Hoofdstuk 2 Vergunningen markten

 

Omschrijving

Tarief 2024

in €

2.1.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Marktverordening Rotterdam 2017 (marktvergunning):

76,60

2.1.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 19, vijfde lid, van het Marktreglement Rotterdam 2008 (vervangvergunning):

76,60

2.1.3

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Marktverordening Rotterdam 2017 (standwerkersvergunning):

76,60

2.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het inschrijven van een meeloper op een wachtlijst van een markt, per inschrijving, per markt:

19,80

Hoofdstuk 3 Verzelfstandigde markten

 

Omschrijving

Tarief 2024

in €

3.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 14 van de Marktverordening Rotterdam 2017:

237,70

Toelichting op de Verordening rechten markten 2024

De rechten markten zijn gebaseerd op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet. Deze rechten worden wel aangeduid als respectievelijk 'gebruiksretributies' en 'genotsretributies'. Bij de rechten is sprake van een individueel aanwijsbare prestatie van de gemeente.

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl