Verordening Rechtpositie Raads- en commissieleden gemeente Bergeijk 2023

Geldend van 24-11-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 10-07-2021

Intitulé

Verordening Rechtpositie Raads- en commissieleden gemeente Bergeijk 2023

De gemeenteraad van Bergeijk,

gezien het advies van de commissie ABZ d.d. 26 oktober 2023,

gelet op het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers,

besluit:

  • 1.

    Vast te stellen de Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden gemeente Bergeijk 2023

  • 2.

    In te trekken de Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden gemeente Bergeijk 2019

De Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden gemeente Bergeijk 2023 treedt in werking de dag ná bekendmaking daarvan en werkt terug tot en met 10 juli 2021.

Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden gemeente Bergeijk 2023

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Commissie: een commissie ingesteld op grond van artikel 82, van de Gemeentewet;

  • b.

    Commissielid: lid van een commissie, zoals bedoeld in de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd;

  • c.

    Griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

  • d.

    Raadslid: lid van de gemeenteraad;

  • e.

    Presidium: de op grond van het Reglement van Orde van de Raad ingestelde commissie ex. artikel 83 dan wel artikel 84 Gemeentewet die het dagelijks bestuur van de raad vormt.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raads- en commissieleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden voor raadsleden

  • 1.

    De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, is gelijk aan het door de minister Van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor klasse 3 vastgestelde maximum.

  • 2.

    Er wordt geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid waarbij maximaal 20% wordt uitgekeerd op basis van het aantal bijgewoonde raadsvergaderingen, afgezet tegen het aantal gehouden vergaderingen.

Artikel 3 Toelage raadslid onderzoeks- en bijzondere commissie

  • 1.

    Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van maximaal driemaal de maandelijkse vergoeding, zoals bedoeld artikel 3.1.1, eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers per jaar voor de werkzaamheden.

  • 2.

    Een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers wordt voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage toegekend. De vergoeding is gelijk aan het in artikel 3.1.4 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers vastgestelde maximum.

Artikel 4 Vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen

  • 1.

    Aan commissieleden wordt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies toegekend die gelijk is aan het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in tabel IV van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid ontvangt geen vergoeding degene die zitting heeft in een commissie uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd.

Artikel 5 Reis- en verblijfkostenvergoeding

  • 1.

    Een raadslid en een commissielid maken ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:

    • a.

      reiskosten voor het bijwonen van vergaderingen van de gemeenteraad en commissies, en

    • b.

      reis- en verblijfkosten voor reizen binnen en buiten de gemeente gemaakt voor de uitoefening van de functie.

  • 2.

    De volgende kosten worden vergoed:

    • a.

      De kosten voor het gebruik van openbaar vervoer.

    • b.

      Bij gebruik van een eigen vervoermiddel:

      • -

        het maximum bedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt; en

      • -

        parkeer- of stallingkosten, veerkosten en tolkosten.

  • 3.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 4.

    Als een raadslid of commissielid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.

  • 5.

    De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raads- of commissielid maakt in verband met reizen, gemaakt voor de uitoefening van de functie, worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 6 Buitenlandse excursie of reis

  • 1.

    De gemeenteraad kan een delegatie uit de gemeenteraad of een raadscommissie toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland als deze door of vanwege de gemeente wordt georganiseerd. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

  • 2.

    De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.

Artikel 7 Scholing

  • 1.

    Een raads- of commissielid die aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, die niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    De aanvraag bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    Kosten van scholing die wordt georganiseerd door de beroepsvereniging van raadsleden of door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten komt altijd voor vergoeding door de gemeente in aanmerking als voldaan wordt aan de voorwaarden genoemd in het eerste lid.

  • 4.

    De gemeenteraad kan bij aparte verordening nadere regels stellen met betrekking tot de maximale vergoeding.

  • 5.

    Aanvragen die niet overeenkomstig de bepalingen in deze verordening worden ingediend komen niet voor vergoeding in aanmerking.

  • 6.

    In voorkomende gevallen beslist het presidium.

Artikel 8 Informatie- en communicatievoorzieningen

  • 1.

    Een Raads- of commissielid aan wie een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking wordt gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2.

    Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

Artikel 9 Werkkostenregeling

Gezien de Wet op de loonbelasting 1964 wijst de gemeente als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van die wet aan de vergoedingen en verstrekkingen als bedoeld in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Hoofdstuk III De procedure van declaratie

Artikel 10 Betaling vaste vergoedingen

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen.

Artikel 11 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Raads- en commissieleden dragen, ten behoeve van het vergoeden van kosten, zorg voor rechtstreekse toezending van de aanvraag van onkosten aan de gemeente.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    De declaratie van de kosten die uit eigen middelen vooruit zijn betaald en de vergoeding van reiskosten met de eigen auto vindt plaats door gebruikmaking van een door het college vastgesteld formulier.

  • 4.

    Verantwoording van de vergoeding door het raadslid of het commissielid vindt plaats door een door het college vastgesteld formulier volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 5.

    Facturen komen alleen voor vergoeding in aanmerking als voldaan wordt aan de bepalingen in deze verordening.

  • 6.

    Het formulier wordt ter goedkeuring ingediend bij de griffier, respectievelijk de gemeentesecretaris, of een daartoe aangewezen ambtenaar.

  • 7.

    Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of commissieleden binnen twee maanden na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt

Hoofdstuk IV Overgangsbepalingen

Artikel 12 Brutering vergoedingen

Als de gemeente toepassing geeft aan artikel 39c van de Wet op de Loonbelasting 1964 zijn de artikelen 8 en 16 niet van toepassing en worden artikel 5.1. Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers toegepast.

Hoofdstuk V Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 13 Intrekking oude regeling

De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Bergeijk 2019 wordt ingetrokken.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 10 juli 2021.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Bergeijk 2023.

Ondertekening

Zoals besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Bergeijk van 07 november 2023.

De gemeenteraad,

Y. Van Bakel

Raadsgriffier

A. Callewaert-de Groot

Voorzitter