Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de algemeen directeur van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Geldend van 24-11-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2023

Intitulé

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de algemeen directeur van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Besluit van het college van gedeputeerde staten van Zeeland van 21 november 2023, kenmerk 361088, tot verlening van mandaat, volmacht en machtiging tot het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen ter uitvoering van de regelingen van het GLB-NSP, het Programma Beheer, alsmede van het Subsidiestelsel Natuur en Landschap, aan de algemeen directeur van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Gedeputeerde Staten van Zeeland,

  • Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • Overwegende dat gedeputeerde staten en de minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit het Convenant Uitvoering GLB-NSP 2023-2027 en het Aansturingsprotocol Uitvoering GLB-NSP 2023-2027 hebben gesloten en dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland het Europees betaalorgaan voor het GLB-NSP is;

  • Overwegende dat het wenselijk is om de mandaten aan de algemeen directeur van de Rijksdienst voor Ondernemend in één mandaatbesluit onder te brengen;

  • Gezien de schriftelijke instemming van de algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;

Besluiten vast te stellen het navolgende

Mandaat-, volmacht- en machtigingenbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 2023 Zeeland

Artikel 1 Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    de algemeen directeur: de algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;

  • b.

    de gemandateerde: de algemeen directeur of de onder hem ressorterende functionarissen als bedoeld in artikel 4, eerste lid.

Artikel 2 Mandaat, volmacht en machtiging

  • 1.

    Aan de algemeen directeur wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van civielrechtelijke rechtshandelingen en overige handelingen, die verband houden met de in de bijlage opgenomen regelingen.

  • 2.

    De uit dit besluit voor de algemeen directeur voortvloeiende bevoegdheden kunnen tevens worden uitgeoefend door de plaatsvervangend algemeen directeur.

Artikel 3 Handelingen

Tot de besluiten en handelingen bedoeld in artikel 2 behoren mede:

  • 1.

    het voorbereiden, nemen en ondertekenen van besluiten, inclusief beschikkingen bedoeld in paragraaf 4.1.3.2., de afdelingen 4.4.1. tot en met 4.4.4. en artikel 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht, behoudens uitzonderingen per regeling opgenomen in de bijlage.

  • 2.

    het behandelen van bezwaar- en beroepschriften, waaronder het nemen van beslissingen op bezwaarschriften, het instellen van (hoger) beroep, het voeren van verweer in gedingen aanhangig bij de bestuursrechter en de vertegenwoordiging bij geschillen;

  • 3.

    het beantwoorden van algemene vragen;

  • 4.

    het behandelen van en beslissen op verzoeken uit hoofde van de Wet open overheid en de Algemene verordening gegevensbescherming;

  • 5.

    het behandelen van klachten en klaagschriften bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • 6.

    het behandelen van en het beslissen op verzoeken om schadevergoeding, met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 5.000,- per verplichting niet te boven gaat.

Artikel 4 Ondermandaat

  • 1.

    De algemeen directeur kan ondermandaat, volmacht en machtiging verlenen aan de onder hem ressorterende functionarissen voor de aangelegenheden waarvoor hij krachtens dit besluit mandaat, volmacht en machtiging heeft gekregen.

  • 2.

    Artikel 13 van het Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2019 is op het krachtens dit besluit verkregen mandaat, volmacht en machtiging van toepassing.

Artikel 5 Schriftelijke afspraken

  • 1.

    Gedeputeerde staten en de algemeen directeur maken omtrent de uitoefening van de in dit besluit bedoelde bevoegdheden nadere afspraken. De gemandateerde neemt bij de uitoefening van de in dit besluit bedoelde bevoegdheden deze afspraken in acht.

  • 2.

    Voor zover uit deze afspraken een inlichtingenplicht of een instructiebevoegdheid voortvloeit, lichten partijen elkaar over en weer op een zodanig tijdstip in dat de inachtneming of tijdige verdaging van beslistermijnen gewaarborgd wordt.

  • 3.

    Gedeputeerde staten kunnen aan de gemandateerde nadere instructies geven omtrent de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden.

Artikel 6 Informatieplicht

De gemandateerde stelt gedeputeerde staten in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan hij moet aannemen dat kennisneming door gedeputeerde staten gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien:

  • a.

    de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven; of

  • b.

    advies nodig is van anderen dan de gemandateerde en het advies niet aansluit op het eigen standpunt van de gemandateerde dan wel niet tot dezelfde uitkomsten leidt.

Artikel 7 Voorkomen van belangenverstrengeling

  • 1.

    De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden, verleende volmachten en machtigingen geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht en de geldende beleids- en uitvoeringsregels.

  • 2.

    De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij de te nemen beslissing een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 8 Ondertekening

Het krachtens mandaat, volmacht of machtiging ondertekenen van stukken geschiedt als volgt:

Gedeputeerde Staten van Zeeland,

namens dezen:

(handtekening)

(naam functionaris)

(functie)

Artikel 9 Intrekken voorgaande mandaat-en machtigingenbesluit

Het Mandaat- en machtigingenbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, van 13 december 2016 (PB 2016, 6757), wordt ingetrokken.

Artikel 10 titel

Dit besluit wordt aangehaald als: ‘’Mandaat-, volmacht- en machtigingenbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 2023 Zeeland’’.

Artikel 11 Inwerkingtreding en looptijd

Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2023.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerden Staten Provincie Zeeland van 21 november 2023.

Drs. J.M.M. Polman, voorzitter

Drs. M.J.C. Franken, secretaris

Bijlage 1 bij artikel 2 van het Mandaat-, volmacht- en machtigingenbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 2023 Zeeland

De in artikel 2 van het besluit bedoelde regelingen ten behoeve waarvan mandaat, volmacht en machtiging wordt verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen, die verband houden met de uitvoering, zijn:

  • a.

    Subsidieregeling natuurbeheer van de minister van Economische Zaken;

  • b.

    Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer van de minister van Economische Zaken;

  • c.

    Subsidieregeling natuurbeheer Zeeland (PSN);

  • d.

    Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer Zeeland (PSAN);

  • e.

    Subsidieverordening Natuur- en landschapsbeheer Zeeland (SVNL Zeeland);

    met uitzondering van de bevoegdheden als genoemd in de artikelen 1.3, 2.1, 3.1.8, eerste lid, 4.1.1.8, en 4.1.2.4, paragraaf 4.2, de artikelen 5.1.2.5, en 5.1.3.5, hoofdstuk 6, artikel 7.9, en de hoofdstukken 8 en 9 (betreft de openstelling, vaststelling NBP, vaststelling van de tarieven, subsidie probleemgebieden, subsidie organisatiekosten, certificering en goedkeuring van het collectief beheerplan);

  • f.

    Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland 2016 (SVNL Zeeland 2016)

    met uitzondering van de bevoegdheden als genoemd in de artikelen 1.2, 1.3, 1.7 en 1.8 (betreft de openstelling, vaststelling NBP, aanwijzing toezichthouders en certificering);

  • g.

    Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap Zeeland (SKNL Zeeland)

    met uitzondering van de bevoegdheden als genoemd in de artikelen 2, 7, 9b, eerste lid, 14, derde en vierde lid, en 20, derde lid (betreft de openstelling, vaststelling ambitiekaart, verplicht stellen pretoets, toepassing 100% subsidiering, vaststelling maximum hectarebedrag bij investeringssubsidie, en opdracht taxatie bij functieverandering);

  • h.

    Alle maatregelen van Hoofdstuk 2 en Hoofdstuk 3 van de Verordening subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) 2014-2020 Zeeland en de Verordening subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014–2022 (Verordening POP3 subsidies) Zeeland.

  • i.

    Alle maatregelen van Hoofdstuk 2 van de Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Zeeland.

Toelichting bij het Mandaat-, volmacht- en machtigingenbesluit aan RVO

Met het onderhavige besluit wordt mandaat en machtiging verleend aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) om diverse provinciale regelingen ter uitvoering van het Nationaal Strategisch Plan 2023-2027 uit te voeren, een en ander binnen de kaders van het Convenant Uitvoering GLB-NSP 2023-2027 en het Aansturingsprotocol Uitvoering GLB-NSP 2023-2027.

Daarnaast zijn in het besluit de overige regelingen opgenomen, waarvan RVO op grond van de jaarlijks tussen de provincie en RVO overeen te komen Prestatieovereenkomst PB/SNL/ANLb2016 - en de Aanvullingen hierop - de uitvoering doet voor de provincie Zeeland. Dit betreft onder meer de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland 2016 en de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap Zeeland.

De regelingen waarop het mandaatbesluit van toepassing is, zijn opgenomen in de bijlage bij artikel 2. Hierin zijn alle regelingen opgenomen waar mogelijk door RVO uitvoeringshandelingen zullen moeten worden verricht, ook oude regelingen waar mogelijk nog een terugvordering zal moeten plaatsvinden of een subsidievaststelling zal moeten worden gewijzigd.

Hiermee wordt bewerkstelligd dat alle door de provincie Zeeland aan RVO verleende mandaten in één mandaatbesluit zijn terug te vinden. Eerdere mandaten worden ingetrokken.

Bij mandaatverlening blijft de mandaatgever zelf ook altijd bevoegd om de betreffende besluiten en overige handelingen zelf te verrichten. De Provincie raakt de eigen bevoegdheid dus niet kwijt. In nadere afspraken tussen de Provincie en RVO kan zo nodig overeengekomen worden, welke besluiten en handelingen de Provincie niet bij RVO wil beleggen. Een aantal uitzonderingen is al in bijlage 2 opgenomen. Aanvullend hierop kunnen dus nog nadere afspraken worden gemaakt.

Bij dit mandaatbesluit is, evenals onder het Mandaat-, volmacht- en machtigingenbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland uit 2016 (Pb 2016, nr. 6757), aangesloten bij de wijze waarop het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat aan RVO mandaat heeft verleend. Door in artikel 4 te verwijzen naar artikel 13 van het ondermandaatbesluit van de directeur van RVO (Besluit van de algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat van 8 januari 2019, nr. MD201861INSTHH), is de bevoegdheidsverdeling die RVO in acht neemt bij die besluiten, ook voor provinciale besluiten geldend. Daardoor wordt uniformiteit gecreëerd met betrekking tot financiële bevoegdheidsgrenzen bij de te nemen besluiten, de plaatsvervanging door RVO-functionarissen intern en de procesmachtigingen.