Regeling vervalt per 01-01-2025

Verordening op de heffing en de invordering van leges Delft 2024

Geldend van 24-11-2023 t/m 29-01-2024

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges Delft 2024

De raad van de gemeente Delft;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 september 2023;

gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

gezien het advies van de commissie Economie, Financiën en Bestuur;

besluit

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges Delft 2024 (Legesverordening Delft 2024).

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    het afgeven van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;

  • d.

    het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst van pen¬sioenen, lijfren¬ten, wachtgel¬den, loon of bezoldi¬ging;

  • e.

    het afgeven van een uittreksel uit de basisregistratie personen, nodig voor de aanvraag van een gerechtelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) en volgend op een verklaring ex. artikel 285 Faillissementswet;

  • f.

    het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften en be¬zwaar¬schriften ter zake van gemeentelijke belastingen, dan wel het eenmalig afge¬ven van een duplicaat van een aanslag¬biljet;

  • g.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissingen op een aanvraag om sub¬sidie uit de gemeen¬te¬kas;

  • h.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) worden verhaald;

  • i.

    het oprichten of veranderen, of het veranderen van de werking, of het in werking hebben van een (milieu)inrichting of mijnbouwwerk.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt kwijtschelding verleend volgens de Verordening kwijtschelding Delft 2013.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.19 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.27, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.33 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

De Legesverordening Delft 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Delft 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 november 2023.

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

,voorzitter.

J. Mimpen

,griffier.

Bijlage 1 Tarieventabel, behorende bij Legesverordening Delft 2024

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Algemene Dienstverlening

  • Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

    Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

    Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

    Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

    Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

    Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

    Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

    Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

    Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

    Paragraaf 1.10 Diversen

Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet

  • Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

    Paragraaf 2.2 Voorfase

    Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

    Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

    Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

    Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

    Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

    Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

    Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

    Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

    Paragraaf 2.11 Overige tarieven

    Paragraaf 2.12 Modaliteiten

    Paragraaf 2.13 Vermindering

    Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder Dienstenrichtlijn en niet vallend onder Hoofdstuk 2

  • Paragraaf 3.1 Horeca

    Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

    Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

    Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

    Paragraaf 3.5 Standplaatsen

    Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014

    Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Tarief 2024

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

1.

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

 
 

a.

op maandag tot en met donderdag

€ 489,35

 

b.

op vrijdag

€ 672,05

 

c.

op zaterdag

€ 1.211,45

 

d.

op zon- en algemeen erkende feestdagen

€ 2.258,30

2.

Het tarief bedraagt voor een eenvoudige huwelijksvoltrekking door een ambtenaar van de publieksbalie in het Stadskantoor:

€ 195,75

Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:

 

a.

op maandag tot en met donderdag

€ 489,35

b.

op vrijdag

€ 672,05

c.

op zaterdag

€ 1.211,45

d.

op zon- en algemeen erkende feestdagen

€ 2.258,30

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

€ 416,55

Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

€ 416,55

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

Gereserveerd

 

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige

€ 21,75

Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum

Het tarief bedraagt voor het annuleren of verzetten van een reeds gereserveerde huwelijksvoltrekking, registratie van partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk

€ 105,55

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje, carillonspel Nieuwe Kerk

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

a.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering

€ 22,65

b.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een luxe uitvoering

€ 46,80

c.

voor een gekalligrafeerde versie van het trouwboekje of partnerschapboekje wordt het tarief verhoogd met

€ 27,85

d.

carillonspel Nieuwe Kerk bij aankomst en vertrek

€ 120,60

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een nationaal paspoort:

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 77,85

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 58,85

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 77,85

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 58,85

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 77,85

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 58,85

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 58,85

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 70,35

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 37,95

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon

€ 34,25

Artikel 1.11 Modaliteiten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€ 53,00

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.12 Rijbewijzen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 48,15

Artikel 1.13 Modaliteiten

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 34,10

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.14 Definities

1.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

2.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 11,20

b.

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

 
 

1.

voor 100 verstrekkingen

€ 956,25

 

2.

voor 500 verstrekkingen

€ 3.693,50

 

3.

voor 1.000 verstrekkingen

€ 5.834,20

Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens langs geautomatiseerde weg

 
 

1.

per persoon

€ 0,30

 

2.

met een minimum van

€ 174,00

b.

tot het verstrekken van gegevens per tape

 
 

1.

per persoon

€ 0,05

 

2.

met een minimum van

€ 27,45

c.

tot het verstrekken van gegevens per plaketiket

 
 

1.

per persoon

€ 0,05

 

2.

met een minimum van

€ 27,45

d.

tot het verstrekken van gegevens per fax

 
 

1.

per eerste 3 vellen A4

€ 2,10

 

2.

per ieder volgend vel A4

€ 0,70

Artikel 1.17 Papieren verstrekking

Gereserveerd

Artikel 1.18 Op verzoek doornemen basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de basisregistratie personen, per ieder daaraan besteed uur

€ 70,10

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken

Gereserveerd

Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken

Gereserveerd

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie

Het tarief bedraagt voor:

 

a.

het verlenen van inzage of schriftelijke informatie in stukken betreffende een bestaand bouwwerk, bestemmingsplan of bouwvoorschriften voor elk bouwwerk, indien gewenst, inclusief mondelinge bouwkundige toelichting per ½ uur of deel daarvan benodigd voor het leveren van deze informatie (exclusief kosten kopieerwerk):

€ 44,30

b.

Leges als bedoeld onder a. zijn niet verschuldigd bij inzage voor wetenschappelijk onderzoek door een student, die een geldige collegekaart op eigen naam toont.

 

Artikel 1.22 Informatie uit registers

Gereserveerd

Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden

Gereserveerd

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.24 Gemeentegarantie

Gereserveerd

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand: het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

b.

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn

€ 11,20

c.

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 11,20

d.

tot het verstrekken van een gewaarmerkt afschrift of stuk

€ 11,20

e.

tot het verstrekken van een ambtelijke verklaring

€ 11,20

f.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent gedrag: het tarief zoals dat is opgenomen in de "Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden".

 

g.

tot het verkrijgen van een besluit van de burgemeester als bedoeld in de Wet op de Lijkbezorging

€ 56,10

h.

tot het verkrijgen van een zogenaamd laissez-passer voor lijken als bedoeld in artikel 3 van de Overeenkomst inzake het vervoer van lijken, Straatsburg 26-10-1973, Trb, 1975, 95

€ 30,50

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief

Gereserveerd

Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

Gereserveerd

Artikel 1.28 Uitlenen archiefbescheiden

Gereserveerd

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 
 

a.

een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 67,70

 

b.

een voorrangsverklaring (urgentie) op grond van de huisvestingsverordening

€ 72,40

 

c.

om verlenging van de onder b. genoemde verklaring:

€ 36,10

2.

Het tarief genoemd onder b. wordt niet geheven van degene, die als gevolg van door de overheid getroffen maatregelen verplicht wordt naar een andere woongelegenheid te verhuizen.

 

Artikel 1.30 Leegstandswet

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 
 

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 67,15

 

b.

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

€ 33,55

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 
 

a.

voor één speelautomaat vergunning geldt onbepaalde tijd

€ 226,50

 

b.

voor twee speelautomaten, vergunning voor onbepaalde tijd

€ 362,00

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de Kansspelen (loterijvergunning)

€ 89,45

Artikel 1.32 Telecommunicatiewet

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming op grond van Hoofdstuk III van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur Delft 2015:

 
 

a.

van 0 tot en met 10 strekkende meter sleuf

€ 87,15

 

b.

van 10 tot en met 100 strekkende meter sleuf

€ 501,70

 

c.

van 100 tot en met 500 strekkende meter sleuf

€ 776,45

 

d.

van 500 tot en met 1000 strekkende meter sleuf

€ 1.289,10

 

e.

van 1000 strekkende meter sleuf en meer

€ 2.562,85

2.

Het tarief wordt verminderd met de van de melder verkregen of te verkrijgen privaatrechtelijke vergoeding voor beheerskosten in verband met de werkzaamheden, met dien verstande dat de uitkomst van de vermindering niet minder dan nihil kan bedragen.

 

3.

Het tarief bedraagt voor het houden van vooroverleg, eventueel gecombineerd met de afhandeling van een verzoek tot bezichtiging, om een indicatie te krijgen van de mogelijkheden voor medegebruik van publieke infrastructuur van de gemeente voor het plaatsen van small cells als bedoeld in artikel 5c.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

€ 445,35

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot medegebruik van publieke infrastructuur van de gemeente voor de plaatsing van small cells als bedoeld in artikel 5c 2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

€ 445,35

 

a.

en voor medegebruik van 1 tot en met 20 gemeentelijke objecten per object:

€ 167,00

 

b.

en voor medegebruik van 21 en meer gemeentelijke objecten per object:

€ 111,30

5

Als het verzoek bedoeld in onderdeel 1.32, vierde lid is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in artikel 1.32, derde lid, bestaat aanspraak op teruggaaf van:

100,00%

 

van de voor het vooroverleg geheven leges als het verzoek:

 
 
  • a.

    hetzelfde medegebruik betreft als waarop het vooroverleg betrekking had;

  • b.

    in overeenstemming is met de uitkomsten van het vooroverleg en

  • c.

    is gedaan binnen 12 weken na het laatste vooroverleg.

 

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in de Beleidsregels ontheffingen RVV Delft:

 
 

a.

op grond van artikel 4.2, 4.3, 4.4 of 4.5 van deze beleidsregels voor zover de ontheffing geldig is op één dag

€ 35,95

 

b.

op grond van artikel 4.2, 4.3, 4.4 of 4.5 van deze beleidsregels voor zover de ontheffing geldig is langer dan één dag

€ 86,40

 

c.

op grond van artikel 5 lid 1 van deze beleidsregels

 
 

d.

op grond van artikel 5 lid 2 van deze beleidsregels

€ 140,60

 

e.

op grond van artikel 6 lid 1 en 2 van deze beleidsregels

€ 98,45

 

f.

voor overige ontheffingen

€ 137,25

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in de Beleidsregels Ontheffingverlening Autoluwplus

 
 

a.

op grond van artikel 5 lid 5 en artikel 7 lid 1 en 2 van deze Beleidsregels

€ 98,45

 

b.

op grond van artikel 5 lid 1 en artikel 7 lid 6 van deze Beleidsregels

 

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) of de Regeling gehandicaptenparkeerkaart of de Regionale gehandicaptenparkeerregeling:

 
 

a.

voor een landelijke of regionale gehandicaptenparkeerkaart waarbij medisch onderzoek noodzakelijk is

€ 252,15

 

b.

voor een landelijke of regionale gehandicaptenparkeerkaart waarbij dossieronderzoek noodzakelijk is

€ 184,75

 

c.

voor een landelijke of regionale gehandicaptenparkeerkaart waarbij geen medisch of dossieronderzoek noodzakelijk is

€ 70,00

 

d.

in geval van vervanging van de gehandicaptenparkeerkaart

€ 13,85

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning of ontheffing als bedoeld in de Perkeerverordening Delft 2020

 
 

a.

op grond van artikel 3 lid 3 onder:

  • a

    (bewonersvergunning);

  • b.

    (bedrijfsvergunning);

  • c

    (bezoekersvergunning bewoners);

  • d

    (bezoekersvergunning bedrijven);

  • e

    (zorgverlenersvergunning);

  • i

    (functionele vergunning);

  • j

    (autodeelvergunning);

  • l

    (verenigingenvergunning);

  • m

    (verhuisvergunning);

  • n

    (bezoekersvergunning verhuizen) van deze verordening:

€ 5,90

 

b.

op grond van artikel 7 lid 3 van deze verordening

€ 10,50

5.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

a.

het aanleggen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats op kenteken bij een woon- of werkadres

€ 321,38

 

b.

het wijzigen van de locatie van de gehandicaptenparkeerplaats, waarbij een nieuw verkeersbesluit noodzakelijk is

€ 228,30

 

c.

het wijzigen van de locatie van de gehandicaptenparkeerplaats, waarbij geen nieuw verkeersbesluit noodzakelijk is

€ 86,55

 

d.

het vervangen van een kentekenbord als gevolg van het wijzigen van het kenteken

€ 83,03

 

e.

Indien de aanvraag wordt geweigerd, worden de verschuldigde leges zoals genoemd in 1.29.5 onder a. t/m d. verminderd met:

100,00%

6.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van het aanleggen van een gereserveerde deelautoparkeerplaats

€ 1.325,00

7.

Het onttrekken van een weg of weggedeelte aan het openbaar verkeer als bedoeld in artikel 11 van de Wegenwet

€ 1.789,95

8.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing milieuzonering volgens de Beleidsregels ontheffingverlening milieuzone Delft 2020

 
 

a.

voor een dagontheffing volgens artikel 6:

€ 28,75

 

b.

voor een langdurige ontheffing volgens artikel 7:

€ 137,25

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per afschrift.

€ 6,20

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van afschriften, gedrukte stukken, fotokopieën, doorslagen en dergelijke, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen,

 
 

a.

per pagina formaat A4

€ 0,30

 

b.

per pagina formaat A4 in kleur

€ 0,70

 

c.

per pagina formaat A3

€ 0,50

 

d.

per pagina formaat A2

€ 9,30

 

e.

per pagina formaat A1

€ 10,40

 

f.

per pagina formaat A0

€ 11,55

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gunstige of niet geheel afwijzende beschikking op een verzoekschrift, een vergunning, dan wel een ander stuk in het persoonlijk belang van de aanvrager opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per beschikking, vergunning of stuk

€ 6,20

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van een verklaring in verband met onderhoudswerkzaamheden aan monumenten

€ 174,25

Artikel 1.35 Verordening openbaar gemeentewater Delft (VOGD)

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld als bedoeld in artikel 4 lid 2 van de VOGD (het bevaren van openbaar gemeentewater):

€ 110,40

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5 lid 2 van de VOGD (maximum snelheid):

€ 110,40

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 6 lid 2 van de VOGD 9ontheffing afmeerverbod):

 
 

a.

voor een recreatief schip als bedoeld in artikel 9

€ 88,30

 

b.

voor een schip langer dan 12 meter als bedoeld in artikel 10

€ 88,30

 

c.

voor een dekschuit als bedoeld in artikel 12

€ 110,40

 

d.

voor een terrasboot als bedoeld in artikel 13

€ 255,60

 

e.

voor een terrasboot als bedoeld in artikel 14

€ 110,40

 

f.

voor een woonschip als bedoeld in artikel 15

€ 505,55

 

g.

voor een woonschip als bedoeld in artikel 15- overname

€ 176,65

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 8 lid 4 van de VOGD (algemene afmeerregels):

€ 113,40

5.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 16 lid 2 van de VOGD (exploitatie vaartuigen):

€ 153,95

6.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 17 lid 2 van de VOGD (niet toegestane handelingen):

 
 

a.

om te baggeren, te dreggen, of te steken in de waterbodem als bedoeld in artikel 17 lid 1 sub a

€ 153,95

 

b.

om veranderingen te brengen in of aan kaden, bermen, groenstroken, beschoeiingen, glooiingen, jaagpaden, ed., in eigendom van of beheer bij de gemeente, grenzend aan openbaar gemeentewater als bedoeld in artikel 17 lid 1 sub b

€ 153,95

 

c.

om in, of langs of boven openbaar gemeentewater een aanleg-, los- of laadplaats, paal, damwand, trap, stoep, steiger, voetpad, oprit, leuning, ed. te maken, te hebben, te veranderen of op te ruimen als bedoeld in artikel 17 lid 1 sub c

€ 122,00

 

d.

om schade toe te brengen aan de vegetatie op, of in het water of aan de kademuren als bedoeld in artikel 17 lid 1 sub j

€ 174,25

7.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 18 lid 2 van de VOGD (voorwerp over of boven gemeentewater):

€ 110,40

Artikel 1.36 APV vergunningen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 
 

a.

het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5.16 van de Algemene plaatselijke verordening voor een reguliere standplaats voor maximaal 5 jaar op gemeentegrond

€ 305,70

 

b.

het verkrijgen van een vergunning voor een reguliere standplaats als bedoeld in artikel 5.16 op niet-gemeentegrond

€ 333,45

 

c.

het verkrijgen van een vergunning voor een tijdelijke standplaats als bedoeld in artikel 5.16 ten behoeve van de verkoop van oliebollen, kerstbomen of andere activiteiten:

€ 163,80

 

d.

het verkrijgen van een ontheffing voor het aanleggen, stoken of hebben van een vuur op grond van artikel 5.24, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft

€ 29,35

 

e.

het verkrijgen van een vergunning voor deeltweewielers zoals bedoeld in artikel 2.7a van de Algemene plaatselijke verordening Delft:

€ 1.151,00

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding dan wel een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning en/of ontheffing als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening voor Delf voor enig ander vergunning- of ontheffingplichtig feit, niet vallend onder een specifiek artikel van deze tabel:

€ 112,65

3.

Het tarief als bedoeld in dit artikel wordt, indien de aanvraag wordt ingediend nadat de voorziening is uitgevoerd of activiteit is gestart verhoogd met:

50,00%

Artikel 1.37 Huisnummering

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek om intrekking, wijziging of afgifte van één of meer huisnummer(s), per huisnummer

€ 209,25

2.

Indien het verzoek meer dan 10 huisnummers betreft, bedraagt het tarief

€ 2.089,85

Artikel 1.38 Milieuvergunningen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een

 
 

a.

ontheffing afvalwater niet-inrichtingen als bedoeld in artikel 10.63 van de Wet Milieubeheer

€ 136,50

 

b.

ontheffing route gevaarlijke stoffen als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 337,60

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Tarief 2024

Artikel 2.1 Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 
 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 
 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

  • -

    onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

  • -

    onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

  • -

    onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

omgevingsoverleg;

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

Artikel 2.3 Bepalen tarief

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, per overleg:

 
 

a.

als de activiteit betreft het verbouwen van een bestaande woning, en/of (ver)bouw van een bouwwerk op het bijbehorende erf:

€ 175,00

 

b.

voor alle overige activiteiten:

€ 250,00

2.

Indien in geval van activiteiten als bedoeld in het eerste lid, sub b, sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit zonder vereist advies van de gemeenteraad, wordt het tarief bij elk vervolgoverleg verhoogd met:

€ 500,00

3.

Indien in geval van activiteiten als bedoeld onder lid 1 sub b, sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit met een vereist advies van de gemeenteraad, wordt het tarief bij elk vervolgoverleg verhoogd met:

€ 1.500,00

4.

Onverminderd het bepaalde in het eerste, tweede en derde lid, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om informeel overleg of formeel vooroverleg met de Adviescommissie voor Omgevingskwaliteit, per overleg:

€ 200,00

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 1.000.000:

1,14%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 43,74

b.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 1.000.000 tot € 5.000.000:

€ 1.700,00

 

vermeerderd met: van de bouwkosten;

0,97%

c.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 5.000.000 tot € 20.000.000:

€ 14.200,00

 

vermeerderd met van de bouwkosten;

0,72%

d.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 20.000.000

€ 60.200,00

 

vermeerderd met: van de bouwkosten;

0,49%

 

met een maximum van:

€ 230.397,60

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijk deel)

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 1.000.000:

1,71%

 
 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 65,61

 

b.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 1.000.000 tot € 5.000.000:

€ 2.600,00

 
 

vermeerderd met: van de bouwkosten;

1,45%

 

c.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 5.000.000 tot € 20.000.000:

€ 20.600,00

 
 

vermeerderd met van de bouwkosten;

1,09%

 

d.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 20.000.000

€ 92.600,00

 
 

vermeerderd met: van de bouwkosten;

0,73%

 
 

met een maximum van:

€ 345.596,40

2.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een buitenplanse activiteit betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met, afhankelijk van de bouwsom:

 
 

1.

bij bouwkosten tot € 100.000

€ 282,30

 

2.

bij bouwkosten van € 100.0000 tot € 300.000

€ 750,00

 

3.

bij bouwkosten van € 300.000 tot € 1.000.000

€ 2.500,00

 

4.

bij bouwkosten van € € 1.000.000 tot € 20.000.000

€ 7.500,00

 

5.

bij bouwkosten van € 20.000.000 of meer

€ 10.000,00

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 554,00

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 554,00

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: van de som van sloop- en bouwkosten

1,30%

 
 

met een minimum van

€ 163,55

 
 

met een maximum van

€ 163.371,45

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

 

Gereserveerd

 

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: van de sloopkosten

1,50%

 

a.

met een minimum van

€ 163,55

 

b.

met een maximum van

€ 163.371,45

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

Gereserveerd

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Gereserveerd artikel 2.12 t/m 2.20

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Gereserveerd artikel 2.21 t/m 2.22

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

Gereserveerd

 

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

Gereserveerd

 

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg of spoorweg

Gereserveerd

 

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:8 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 564,60

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

Gereserveerd

 

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 564,60

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

 

Gereserveerd

 

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 1 van de Bomenverordening Delft 2013 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 140,85

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame

Gereserveerd

 

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken

Gereserveerd

 

Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

Gereserveerd

 

Artikel 2.34 Andere activiteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 126,05

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 126,05

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Gereserveerd

 

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

Gereserveerd

 

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

Gereserveerd

 

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel

 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 
 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 95,00

 

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€ 95,00

 

c.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

€ 95,00

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

 
 

a.

als de omgevingsvergunning is aangevraagd voor 1 januari 2024: 60% van het opgelegde legesbedrag;

 
 

b.

als de omgevingsvergunning is aangevraagdop of na 1 januari 2024: het bedrag dat is opgelegd op grond van artikel 2.6

 

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

Gereserveerd

 

Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning

Gereserveerd

 

Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens

Gereserveerd

 

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

Bij een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan is afdeling 3.6 Omgevingswet (kostenverhaal) van toepassing.

 

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 561,45

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

15%

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

€ 500,00

Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 319,90

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 111,20

c.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 319,90

Artikel 2.50 Advies

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 
 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 319,90

 

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de Adviescommissie Omgevingskwaliteit 2022 dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

€ 319,90

 

c.

voor een verplicht advies van de agrarische commissie indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is:

€ 319,90

 

d.

voor een archeologisch advies wanneer geen archeologisch bodemrapport is ingediend

€ 319,90

 

e.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.51 Instemming

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 
 

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

100%

 

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

 

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

 
 

a.

voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

 
 

b.

in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

 
 

c.

binnen 12 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

3.

Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

€ 109,35

Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt:

 

a.

bij 5 tot 10 activiteiten:

1%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

b.

bij 10 tot 15 activiteiten:

2%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

c.

bij 15 of meer activiteiten:

4%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.]

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

100%.

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

1.

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

75%.

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

2.

Als de gemeente een omgevingsvergunning verleent, bestaat aanspraak op gedeeltelijke teruggaaf van de leges van eerdere aanvragen voor dezelfde activiteit(en) die eerder buiten behandeling zijn gesteld of ingetrokken. De aanvraag voor de verleende omgevingsvergunning dient te zijn ingediend binnen één jaar nadat de eerdere aanvragen buiten behandeling zijn gesteld. Bij berekening van de teruggaaf wordt rekening gehouden met de eerder verleende teruggaaf volgens deze paragraaf.

 
 

De teruggaaf bedraagt onder verrekening van eerdere teruggaaf: van de voor de betreffende activiteit verschuldigde leges:

90%

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

indien de aanvraag langs digitale weg wordt ingetrokken binnen 24 uur nadat deze digitaal is ingediend: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges

100%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

indien de aanvraag wordt ingetrokken voordat de brief is verstuurd waarin staat dat de aanvraag volledig is en in behandeling is genomen van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

75%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

indien de aanvraag wordt ingetrokken voordat het besluit de vergunning te verlenen of te weigeren is verzonden van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

d.

Als de gemeente een omgevingsvergunning verleent, bestaat aanspraak op gedeeltelijke teruggaaf van de leges van eerdere aanvragen voor dezelfde activiteit(en) die eerder buiten behandeling zijn gesteld of ingetrokken. De aanvraag voor de verleende omgevingsvergunning dient te zijn ingediend binnen één jaar nadat de eerdere aanvragen buiten behandeling zijn gesteld. Bij berekening van de teruggaaf wordt rekening gehouden met de eerder verleende teruggaaf volgens deze paragraaf.

 
 

De teruggaaf bedraagt onder verrekening van eerdere teruggaaf: van de voor de betreffende activiteit verschuldigde leges:

90%

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

Gereserveerd

 

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. De teruggaaf bedraagt in dit geval:

75%

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

Artikel 2.61 Minimumbedrag

1.

Bij teruggaaf blijft tenminste verschuldigd een bedrag van

€ 109,35

2.

Lid 1 is niet van toepassing bij de teruggaaf volgens artikel 2.56 onder a. en artikel 2.57 onder a.

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING WAAROP DE DIENSTENRICHTLIJN VAN TOEPASSING IS

Tarief 2024

Paragraaf 3.1 Horeca

 

Artikel 3.1 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

a.

een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet

€ 1.074,10

b.

een wijziging in een (aanhangsel bij een) reeds verleende vergunning als bedoeld onder a.

€ 119,95

c.

een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet

€ 78,35

d.

een ontheffing of verlof als bedoeld in artikel 4 of 5 van de Drank- en horecaverordening

€ 84,80

Artikel 3.2 Exploitatie openbare inrichting

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

a.

een vergunning als bedoeld in artikel 2:27 b, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft als het horecabedrijf een coffeeshop is.

€ 1.040,25

b.

een vergunning als bedoeld in artikel 2:27 b, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft als aan het horecabedrijf een terras is verbonden en de vergunning voor onbepaalde tijd verleend kan worden

€ 251,10

c.

een vergunning als bedoeld in artikel 2:27 b, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft als aan het horecabedrijf een terras is verbonden en de vergunning voor bepaalde tijd verleend kan worden

€ 492,85

d.

een wijziging van een vergunning als bedoeld in artikel 2:27 b, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft

€ 228,95

e.

een voorschrift als bedoeld in 2:28 a, derde lid van de Algemene plaatselijk verordening voor Delft

€ 605,60

f.

een ontheffing als bedoeld in artikel 2:28 b, eerste lid van de Algemene plaatselijk verordening voor Delft

€ 25,70

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

 

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft voor een periode van 12 maanden

€ 1.034,45

2.

Indien de vergunning wordt geweigerd, wordt een teruggaaf verleend van de op de op grond van lid 1 betaalde leges van:

50,00%

Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf

 

Niet in gebruik

 

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

 

Artikel 3.5 Vergunning of ontheffing winkeltijden

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing op grond van de Verordening Winkeltijden Delft 2020:

€ 92,10

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

 

Artikel 3.6 Organiseren evenement

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement:

 
 

a.

indien het betreft een groot evenement als bedoeld in artikel 2:17, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft

€ 799,60

 

b.

indien het betreft een evenement als bedoeld in artikel 2:17, tweede lid van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft

€ 502,10

 

c.

indien het betreft een klein evenement als bedoeld in artikel 2.17 derde lid van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft

€ 193,70

Artikel 3.7 Organiseren markt

 

Niet in gebruik

 

Artikel 3.8 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt

 

Niet in gebruik

 

Artikel 3.9 Overige administratieve dienstverlening markt

 

Niet in gebruik

 

Artikel 3.10 Losse standplaatsen

 

Niet in gebruik

 

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014

 

Artikel 3.11 Vergunning onttrekken woonruimte

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 21 van de Huisvestingswet 2014:

€ 1.642,30

Artikel 3.12 Omzettingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omzettingsvergunning als bedoeld in artikel 21 van de Huisvestingswet 2014

€ 1.642,30

Artikel 3.13 Woningvormingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een woningvormingsvergunning als bedoeld in artikel 21 van de Huisvestingswet 2014

€ 1.953,10

Artikel 3.14 Ontheffing artikel 5.28 Huisvestingsverordening

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:28 van de Huisvestingsverordening Delft 2023

€ 1.642,30

Artikel 3.15 Vergunning opkoopbescherming

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een opkoopbeschermingsvergunning als bedoeld in artikel 41 lid 1 van de Huisvestingswet 2014:

€ 1.953,10

Artikel 3.16 Splitsingsvergunning

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014

 
 

a.

bij minder dan 6 te creeren woningen, appartementen of eenheden

€ 545,00

 

b.

vermeerderd per woning, appartement of eenheid met

€ 26,60

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in de huisvestingsverordening

 
 

a.

bij minder dan 11 te creeren woningen, appartementen of eenheden

€ 571,70

 

b.

vermeerderd per woning, appartement of eenheid met

€ 21,20

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in de huisvestingsverordening

 
 

a.

bij meer dan 10 te creeren woningen, appartementen of eenheden

€ 678,35

 

b.

vermeerderd per woning, appartement of eenheid met

€ 10,55

 

c.

tot een maximum van

€ 5.451,10

Artikel 3.17 Toeristische verhuur

 

Gereserveerd

 

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

 

Artikel 3.18 Niet benoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor enig ander vergunning- of ontheffingplichtig feit

€ 127,05

Toelichting op de Legesverordening Delft 2024

Algemeen

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) is een nieuwe legesverordening noodzakelijk geworden. De VNG biedt hiervoor een nieuwe modelverordening aan die de gemeente heeft overgenomen. De verordening bestaat uit twee gedeelten, namelijk de verordening zelf met de formele en materiële bepalingen en de tarieventabel met een omschrijving van de belastbare feiten, de heffingsmaatstaven en de tarieven.

Voordeel van deze opzet is dat wijzigingen van tarieven op eenvoudige wijze in de tarieventabel zijn te verwerken zonder dat de onderlinge samenhang van de artikelen in de verordening verloren gaat. Hieronder zijn de algemene wijzigingen en de wijzigingen per onderdeel toegelicht.

  • A.

    De verordening zelf

Waar nodig zijn de verwijzingen naar de Omgevingswet toegevoegd en de verwijzingen naar de tarieventabel aangepast aan de nieuwe nummering. Qua inhoud zijn de bepalingen verder ongewijzigd.

  • B.

    De tarieventabel

De nieuwe tabel heeft een andere opzet en indeling gekregen. De bestaande indeling in drie titels en onderliggende hoofdstukken is omgezet naar drie hoofdstukken en onderliggende paragrafen. Wat titels waren zijn nu hoofdstukken en wat hoofdstukken waren zijn nu paragrafen. Een andere verandering is dat in de nieuwe tabel de artikelen per hoofdstuk doorlopend zijn genummerd. Dit is overzichterlijker dan de oude nummering.

Het uitgangspunt is geweest de overname van de tarieven uit de huidige tarieventabel in de nieuwe tarieventabel. Er zijn dus geen tarieven behalve bij Hoofdstuk 2. Sommige artikelen zijn tekstueel aangepast. In de nieuwe tarieventabel zijn artikelen opgenomen voor dienstverlening of producten waarvoor in de huidige tarieventabel geen tarief is opgenomen. Een voorbeeld is de nieuwe paragraaf 1.8 Gemeentearchief. De huidige tarieventabel heeft geen tarief voor de dienstverlening bij de nieuwe artikelen 1.26 t/m 1.28. In deze situaties zijn de nieuwe artikelen op ‘Gereserveerd’ gezet. Indien gewenst kan een tarief worden toegevoegd of t.z.t. het artikel op ‘Niet in gebruik’ worden gezet. Hiermee blijft het mogelijk om steeds aan te sluiten bij nieuwe versies van de modelverordening.

  • C.

    Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

De tarieven in dit hoofdstuk zijn aangepast met de CPI indexatie van 3,1% en afgerond op 5 cent. De wettelijk bepaalde maximale tarieven, zoals bij rijbewijzen, zijn overgenomen. De wijzigingen betreffen voornamelijk de omzetting en vernummering naar de nieuwe structuur. Het huidige tarief 1.8.4 dat betrekking heeft op vergunningen volgens de Huisvestingsverordening is overgezet naar de nieuwe paragraaf 3.6 in artikel 3.11 t/m 3.15. Met de Omgevingswet treedt ook de Verordening nadeelcompensatie Delft 2022 in werking. Het huidige tarief van artikel 1.19.4.2 komt hierdoor te vervallen omdat dit is opgenomen in de Verordening nadeelcompensatie Delft 2022. Het tarief van artikel 1.6.3.1 is op verzoek van de afdeling vervallen omdat in de praktijk geen gebruik meer werd gemaakt van de dienstverlening.

  • D.

    Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet

De wijzigingen in de tarieventabel in dit hoofdstuk zijn het meest ingrijpend.

  • 1)

    Tarieven voor de voorfase.

    De voorfase die nu specifiek is opgenomen in de tabel was in de huidige tabel al opgenomen in hoofdstuk 2.2 Omgevingsoverleg. De huidige tarieven zijn overgenomen in de nieuwe tabel.

  • 2)

    Splitsing bouwtechnisch deel – ruimtelijk deel

    Onder de Wkb vervalt de bouwtechnische toetsing door de gemeente van bouwactiviteiten die vallen onder de zgn. gevolgklasse 1. Dit is de categorie bouwwerken waar het minste risico aan verbonden is, zoals woningen en eenvoudige bedrijfsgebouwen. Bouwers zijn straks verplicht hiervoor een onafhankelijke en gecertificeerde kwaliteitscontroleur in te schakelen. Deze private kwaliteitsborger toetst het bouwplan op risico’s en controleert op de bouwplaats of het werk aan alle wettelijke bouwvoorschriften voldoet. Voor de gevolgklasse 1 doet de gemeente straks niet meer de toets voor het bouwtechnische deel, maar alleen nog voor het ruimtelijk deel. Beide onderdelen zijn nu ondergebracht in één tarief als percentage van de bouwsom. Voor de nieuwe verordening is het effect van de verandering doorgerekend aan de hand van voorgaande jaren. De conclusie daarvan is dat 40% is toe te delen aan het bouwtechnische deel en 60% aan het ruimtelijk deel. Het huidige tarief is daarom gesplitst in 40% voor het bouwtechnisch deel en 60% voor het ruimtelijk deel. De aanvragen in gevolgklasse 1 betalen daarmee straks de toepasselijke 60% van het huidige tarief omdat hiervoor alleen nog de ruimtelijke vergunning nodig is. De overige gevolgklassen (2 en 3) vallen nog niet onder de Wkb (mogelijk over een aantal jaar wel). Voor deze aanvragen is nog de volle 100% van toepassing omdat hiervoor nog de bouwtechnische vergunning en de ruimtelijke vergunning verplicht zijn.

  • 3)

    In 2021 is een tijdelijke tariefsverlaging voor bouwactiviteiten ingevoerd van 10% omdat de bovengrens van € 3 miljoen in de egalisatiereserve omgevingsvergunningen was bereikt. Inmiddels is de stand in de reserve per 31-12-2022 vastgesteld op € 796.000.Het college stelt daarom voor deze tijdelijke tariefsverlaging van 10% met ingang van 2024 te beëindigen. De reserve is inmiddels omgezet in een voorziening. In de inmiddels uitgesplitste tariefpercentages is de aanpassing naar de percentages van voor de verlaging verwerkt.

  • 4)

    Nog nader onder de omgevingsplanactiviteit te brengen

    Een doelstelling van de Omgevingswet is dat een aantal activiteiten die nu nog zijn ondergebracht in afzonderlijke regelingen de komende jaren overgeheveld worden naar omgevingsplan(nen). De modelverordening is daarop al ingericht met de opname van mogelijke activiteiten, die daarmee onder de legesbepalingen voor de omgevingsvergunning kunnen komen te vallen. Voor een deel zijn er activiteiten die nu al onder een tarief vallen, zoals het kappen van een boom. Deze zijn overgezet naar de nieuwe verordening, zoals voor de kapvergunning in artikel 2.30. Voor activiteiten die in de toekomst nog onder een legestarief kunnen komen te vallen is een reservering opgenomen.

  • 5)

    Milieubelastende activiteiten

    Met de komst van de Omgevingswet wordt het voor gemeenten en provincies mogelijk leges te heffen over het milieudeel van een aanvraag omgevingsvergunning, de zogenaamde milieubelastende activiteit. In de nieuwe verordening is hiervoor nog geen tarief opgenomen.

Ook voor dit hoofdstuk geldt dat de bestaande bepalingen in de huidige verordening zijn overgenomen naast de veranderingen hierboven.

  • E.

    Hoofdstuk 3 Dienstverlening waarop de Dienstenrichtlijn van toepassing is

Net als bij Hoofdstuk 1 zijn de veranderingen in dit hoofdstuk vooral de nieuwe indeling en de vernummering. Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014 is overgeheveld van Hoofdstuk 1. Verder zijn de tarieven in dit hoofdstuk ook geïndexeerd met het CPI van 3,1%

  • F.

    Was – wordt tabel

Vanwege de algemene vernummering van de artikelen is het niet mogelijk een was-wordt overzicht op artikelniveau aan te leveren. De tarieven voor Hoofdstuk 1 en 3 zijn geïndexeerd met de CPI van 3,1%. Om inzicht te krijgen in de verplaatsing van de huidige hoofdstukken naar de nieuwe paragrafen is wel een was – wordt overzicht opgesteld.