Verordening op de heffing en de invordering van leges Wageningen (Legesverordening Wageningen 2024)

Geldend van 23-11-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges Wageningen (Legesverordening Wageningen 2024)

De raad van de gemeente Wageningen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 september 2023;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

gezien het advies van [...];

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges Wageningen (Legesverordening Wageningen 2024).

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    het afgeven van bewijzen van onvermogen of verklaringen afgegeven op grond van artikel 21 van de Uitvoeringswet Rechtsvorderingsverdrag 1954;

  • d.

    het afgeven van stukken in verband met pensioenen en/of wachtgelden;

  • e.

    het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen;

  • f.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betreffende enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;

  • g.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas;

  • h.

    stukken of verrichtingen, bestemd voor een wetenschappelijk of filantropisch doel, behoudens het bepaalde in hoofdstuk 1, paragraaf 1.4 van de tarieventabel, onder 1.15 b;

  • i.

    stukken, welke krachtens besluit van het college van burgemeester en wethouders ten behoeve van de pers worden afgegeven ter publicatie in het algemeen belang;

  • j.

    stukken, welke krachtens een besluit van het college van burgemeester en wethouders worden afgegeven aan personen of groepen van personen die zich bezighouden met activiteiten in het kader van inspraakprocedures en/of met het geven van commentaar of aanvulling op bij de gemeente in het voornemen liggende plannen;

  • k.

    de in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening horende tarieventabel omschreven diensten, voor zover deze betrekking hebben op een zonne-energiesysteem achter de eigen elektriciteitsaansluiting, welke op eigen terrein wordt geplaatst en een maximaal vermogen heeft van 15 kWp (kiloWattpiek).

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen acht dagen na de dagtekening van de kennisgeving

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen acht dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen acht dagen na dagtekening van kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

  • 3. Indien de legeskosten niet, niet geheel dan wel niet tijdig worden voldaan, kan de aanvraag buiten behandeling worden gesteld. Het buiten behandeling laten, geschiedt niet dan nadat de aanvrager schriftelijk op de hoogte is gesteld en in de gelegenheid is gesteld alsnog aan zijn verplichtingen ter zake van de aanvraag te voldoen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1. De Legesverordening Wageningen 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is de datum waarop de Omgevingswet in werking treedt.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Wageningen 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 november 2023,

De voorzitter,

De griffier,

Bijlage 1 Tarieventabel 2024

 

Tarieventabel 2024

 

Aanduiding

Tekst

tarief 2024

Hoofdstuk 1

ALGEMENE DIENSTVERLENING

 

Paragraaf 1.1

Burgerlijke stand

 

1.1

Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

 

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap, het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk dan wel een huwelijk in een geregistreerd partnerschap indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte overigens voor zover die niet ingevolge een wettelijke bepaling voor kosteloze voltrekking is aangewezen, op:

 

a.

maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 en 17.00 uur

€ 532,30

b.

indien dit plaatsvindt op maandag tot en met vrijdag tussen 00.00 uur en 09.00 uur en tussen 17.00 en 24.00 uur, alsmede op een zaterdag, zondag of daarmee gelijk te stellen feestdagen

€ 765,60

 

 

 

1.2

Eenvoudige huwelijksvoltrekking met faciliteiten

 

1.2

Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een eenvoudig huwelijk of eenvoudige registratie van een partnerschap, met faciliteiten, zoals bedoeld in het Reglement burgerlijke stand van de gemeente Wageningen

€ 188,60

 

 

 

1.3

Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

 

 

Indien de voltrekking plaatsvindt op een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen locatie, niet zijnde de trouwzaal in het gemeentehuis.

€ 765,60

 

 

 

1.4

Annulering

 

 

Annuleren van huwelijk of partnerschap: vanaf 4 weken tot 2 weken voor geplande datum: 50 % van het tarief. Vanaf 2 weken voor geplande datum: 75 % van het tarief.

 

1.5

Inlichtingen buitenland

 

1.1.5

Het tarief bedraagt ter zake van het ten behoeve van belanghebbende aanvragen van inlichtingen en stukken, betrekking hebbende op de burgerlijke stand in gemeenten en plaatsen buiten Nederland gelegen:

 

1.1.5.1

per inlichting, of aangevraagd stuk

€ 11,90

 

 

 

1.6

Beschikbaar stellen getuige door gemeente

 

 

Het tarief bedraagt ter zake van het van gemeentewege beschikbaar stellen van getuigen, per getuige

€ 15,90

 

 

 

1.7

Stukken art, 2 Wet rechten burgerlijke stand.

 

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het legesbesluit burgerlijke stand

 

 

 

 

1.8

Trouwboekje of partnerschapsboekje

 

 

Het tarief bedraagt ter zake van het verstrekken van:

 

a.

een trouw- of samenlevingsboekje in standaarduitvoering of een duplicaat daarvan

€ 17,10

b.

een trouwboekje in luxe uitvoering

€ 41,00

 

 

 

Paragraaf 1.2

Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

1.9

Paspoorten of andere reisdocumenten

 

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

a.

van een nationaal paspoort:

 

1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€*

2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€*

b.

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

 

1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€*

2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€*

c.

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€*

2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€*

d.

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€*

 

 

 

1.10

Nederlandse identiteitskaart

 

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

van een Nederlandse identiteitskaart:

 

1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€*

2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€*

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€*

 

 

 

1.11

Modaliteiten

 

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€*

b.

voor het bezorgen van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.9 en 1.10 en onder a genoemde bedragen:

€*

 

* Tarieven uit het meest recente Besluit paspoortgelden

 

 

 

 

Paragraaf 1.3

Rijbewijzen

 

1.12

Rijbewijzen

 

 

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€*

 

 

 

1.13

Modaliteiten

 

1

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

 

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met:

€*

 

* Jaarlijks wettelijk maximumtarief RDW

 

 

 

 

Paragraaf 1.4

Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

 

1.14

Definities

 

1

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

2

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 

 

 

 

1.15

Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 21,90

b.

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

 

1

voor 50 verstrekkingen:

€ 20,40

2

voor 100 verstrekkingen:

€ 41,60

3

voor 500 verstrekkingen:

€ 190,90

4

voor 1.000 verstrekkingen:

€ 378,50

5

voor 5.000 verstrekkingen:

€ 1.706,00

6

voor 10.000 verstrekkingen:

€ 3.207,90

c

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200):

€ 21,90

 

 

 

1.16

Verstrekking van aangehaakte gegevens

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 21,90

b.

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

 

1

voor 50 verstrekkingen:

€ 20,40

2

voor 100 verstrekkingen:

€ 41,60

3

voor 500 verstrekkingen:

€ 190,90

4

voor 1.000 verstrekkingen:

€ 378,50

5

voor 5.000 verstrekkingen:

€ 1.706,00

6

voor 10.000 verstrekkingen:

€ 3.207,90

 

 

 

1.17

Papieren verstrekking

 

 

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€*

 

* Tarief uit het meest recente Besluit basisregistratie personen

 

 

 

 

1.18

Op verzoek doornemen basisregistratie personen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 19,00

 

met een maximum van

€ 152,00

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. 

 

 

 

 

Paragraaf 1.5

Bestuursstukken

 

1.19

Afschriften van bestuursstukken

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

een exemplaar van de programmabegroting

€ 21,90

b.

een exemplaar van de productenraming

€ 34,20

c.

een exemplaar van de programmajaarrekening

€ 21,90

e.

een exemplaar van de productenjaarrekening

€ 34,20

f.

een exemplaar van de concernbegroting, concernrekening, meerjarenbeleidsplan, sectorbegroting, sectorjaarrekening

€ 21,90

 

 

 

1.20

Abonnement op bestuursstukken

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op:

 

a.

een abonnement op de besluitenlijst van de vergaderingen van het college van burgemeester en wethouders

€ 29,00

b.

idem ingeval van toezending en per jaargang

€ 81,90

c.

een abonnement op toezenden van de agenda en de uitgebrachte adviezen en voorstellen voor de raadscommissies, per jaargang

€ 396,80

d.

een abonnement op toezenden van de agenda en de uitgebrachte adviezen en voorstellen voor de raadsvergaderingen, per jaargang

€ 396,80

 

 

 

Paragraaf 1.6

Vastgoedinformatie

 

1.21

Plan- of kaartinformatie

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b:

 

a.

met een maximum aantal pagina's van 25, inclusief plankaart(en)

€ 28,20

b.

met een aantal pagina's van 26 tot en met 50, inclusief plankaart(en)

€ 35,40

c.

met meer dan 50 pagina's, inclusief plankaart(en)

€ 49,10

 

 

 

1.22

Gereserveerd

 

 

 

 

1.23

Gereserveerd

 

 

 

 

Paragraaf 1.7

Overige publiekszaken

 

1.24

Gereserveerd

 

 

 

 

1.25

Overige publiekszaken

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

€*

b.

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 14,30

c.

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn

€ 21,90

d

een verklaring van Nederlanderschap, niet bestemd tot reispapier

€ 21,90

 

* Dit is het maximumtarief.

 

 

 

 

Paragraaf 1.8

Gemeentearchief

 

1.26

Onderzoek in gemeentearchief

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van onderzoek in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 19,00

 

met een maximum van (acht kwartier)

€ 152,00

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld.

 

 

 

 

1.27

Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

 Zie artikel 1.34

 

 

 

1.28

Gereserveerd

 

 

 

 

Paragraaf 1.9

Bijzondere wetten

 

1.29

Huisvestingswet 2014

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

1.

tot indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 54,30

 

 

 

1.30

Leegstandswet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 125,60

b.

om verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet:

€ 79,00

 

 

 

1.31

Wet op de kansspelen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€*

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€*

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€*

c.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd:

€*

d.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat:

€*

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€*

2

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

 

3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 25,10

4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 326,30

 

* Dit is het maximumtarief.

 

 

 

 

1.32

Telecommunicatiewet

 

1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet en afdeling 8.3 van de Verordening fysieke leefomgeving Wageningen, indien de totale lengte van de sleuf (al dan niet onderbroken) tussen de 25 – 100 strekkende meter bedraagt en de totale oppervlakte van de werkzaamheden niet meer dan 100m2 bedraagt:

€ 357,20

2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet en afdeling 8.3 van de Verordening fysieke leefomgeving Wageningen, indien de totale lengte van de sleuf (al dan niet onderbroken) meer dan 100 strekkende meters bedraagt of de totale oppervlakte van de werkzaamheden meer dan 100m2 bedraagt:

€ 625,00

c

Indien met betrekking tot een melding op grond van dit hoofdstuk overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond, de aanbieder van het netwerk en andere exploitanten van kabels en leidingen worden de in a en b genoemde tarieven verhoogd met:

€ 239,00

3

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag houden van vooroverleg, eventueel gecombineerd met de afhandeling van een verzoek tot bezichtiging, om een indicatie te krijgen van de mogelijkheden voor medegebruik van publieke infrastructuur van de gemeente voor de plaatsing van small cells als bedoeld in artikel 5c.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

25%

 

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke verzoek tot medegebruik overeenkomstig het vierde lid zouden worden vastgesteld.

 

4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot medegebruik van publieke infrastructuur van de gemeente voor de plaatsing van small cells als bedoeld in artikel 5c.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

 

a.

voor medegebruik van gemeentelijke objecten:

€ 400,00

5

Als het verzoek bedoeld in het vierde lid is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in het derde lid, bestaat aanspraak op teruggaaf van

100%

 

van de voor het vooroverleg geheven leges als het verzoek:

 

-

hetzelfde medegebruik betreft als waarop het vooroverleg betrekking had;

 

-

in overeenstemming is met de uitkomsten van het vooroverleg; en

 

-

is gedaan binnen twaalf weken na het laatste vooroverleg.

 

 

 

 

1.33

Wegenverkeerswetgeving

 

1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing, ingevolge de Wegenverkeerswet of een daarop steunende regeling

€ 44,10

b.

Indien een beschikking, als bedoeld onder a, niet kan worden afgegeven, wordt teruggaaf van de geheven leges voor het volle bedrag verleend.

 

c.

een ontheffing, ingevolge de Wegenverkeerswet, uitsluitend benodigd voor het bereiken van de woning waarvan de aanvrager in de basisregistratie personen als bewoner staat ingeschreven

€ 12,30

d.

een ontheffing, ingevolge de Wegenverkeerswet, uitsluitend benodigd in verband met de voltrekking van een huwelijk

€ 12,30

e.

een ontheffing, ingevolge de Wegenverkeerswet, uitsluitend benodigd voor het bereiken van eigendommen van de aanvrager voor uit te voeren bedrijfsmatige activiteiten aan deze eigendommen

€ 12,30

f.

het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een duplicaat van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 52 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 62,90

g.

legitimatie en controle van kentekendelen en motorvoertuigen in verband met vermissing kentekenbewijs

€ 28,60

h.

inlichtingen - al dan niet schriftelijk - in het bijzonder belang van de aanvrager inzake plaats gehad hebbende ongevallen en andere bijzondere gebeurtenissen per inlichting omvattende de gegevens inzake één ongeval of andere bijzondere gebeurtenis

€ 18,90

i.

inlichtingen uit gemeentelijke bescheiden van allerlei aard, voor zover daarvoor in deze verordening niet een ander tarief is bepaald, per inlichting

€ 7,50

j.

het vervangen van de bebording bij een bestaande gehandicaptenparkeerplaats, indien dit het gevolg is van het wijzigen van een kenteken en de bebording in de twee voorafgaande jaren reeds vervangen of geplaatst is

€ 94,00

k.

het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 3, lid 5 van de vigerende Verordening Parkeerbelastingen

€ 12,30

l

legitimatie en controle van kentekendelen en motorvoertuigen in verband met vermissing kentekenbewijs

€ 28,60

m

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen inzake ongevallen en overige inlichtingen van allerlei aard:

 

n

inlichtingen - al dan niet schriftelijk - in het bijzonder belang van de aanvrager inzake plaats gehad hebbende ongevallen en andere bijzondere gebeurtenissen per inlichting omvattende de gegevens inzake één ongeval of andere bijzondere gebeurtenis

€ 18,90

o

inlichtingen uit gemeentelijke bescheiden van allerlei aard, voor zover daarvoor in deze verordening niet een ander tarief is bepaald, per inlichting

€ 7,50

p

het vervangen van de bebording bij een bestaande gehandicaptenparkeerplaats, indien dit het gevolg is van het wijzigen van een kenteken en de bebording in de twee voorafgaande jaren reeds vervangen of geplaatst is

€ 94,00

 

 

 

Paragraaf 1.10

Diversen

 

1.34

Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 7,10

b.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 29,30

c.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 7,10

d.

kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 0,60

2.

in formaat A3, per bladzijde:

€ 1,40

3.

in formaat A2 of groter, per bladzijde:

€ 2,60

4.

in digitale vorm:

€ 5,40

5.

In afwijking van het gestelde in onderdeel d. sub 1 tot en met 3 bedragen de tarieven van kopieën in het kader van de Wet Open Overheid de maximumtarieven zoals zijn vastgesteld in het Besluit maximumtarieven open overheid.

 

1.35

Diverse vergunningen of beschikkingen

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een vergunning, als bedoeld in artikel 5.13 van de APV (inzamelen van geld of goed)

€ 25,10

b.

tot het verstrekken van een vergunning, als bedoeld in artikel 6 van de vigerende Afvalstoffenverordening Wageningen, geldig voor een kalenderjaar

€ 45,90

c.

voor het verbranden van snoeihout (stookvergunning)

€ 69,90

d.

tot het verstrekken van een gunstige beschikking, een vergunning of ontheffing, of de schriftelijke bevestiging van een kennisgeving dan wel van enig ander stuk in het persoonlijk belang van de aanvrager opgemaakt, voor zover deze stukken niet afzonderlijk en met name in het vervolg van dit artikel of in een andere belastingverordening van deze gemeente, dan wel in andere rechtsregels zijn genoemd, per beschikking

€ 29,30

 

met dien verstande, dat indien één beschikking meerdere vergunningen / ontheffingen omvat het tarief geldt per vergunning /ontheffing

 

 

 

 

Hoofdstuk 2

DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

 

Paragraaf 2.1

Algemene bepalingen

 

2.1

Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

4.

In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan: het product van de normkosten voor het uit te voeren werk en de bruto inhoud van het bouwwerk conform het rekenprogramma ‘Bouwleges basisbedragen Bouwkosten’ van CASA DATA’, tarief 4e kwartaal van het voorgaande jaar. Voor bouwwerken die niet passen binnen het regime van vaststelling van normatieve bouwkosten worden de opgegeven bouwkosten gehanteerd, exclusief omzetbelasting, tenzij dit bedrag overduidelijk onjuist is. In dat geval wordt een raming gedaan. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan:

de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. Om de hoogte van de bouwleges te bepalen, moeten de bouwkosten per bouwwerk berekend worden. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk met hergebruik van materialen plaatsvindt, wordt bij het bepalen van de bouwkosten uitgegaan van de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor nieuwe materialen. Voor het bepalen van de bouwkosten is de datum van indiening van de aanvraag leidend.

 

 

Het rekenprogramma 'Bouwleges basisbedragen Bouwkosten’ van CASA DATA is in te zien bij de gemeente Wageningen, op het adres markt 22 te Wageningen.

 

 

 

 

2.2

Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

omgevingsoverleg

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

gereserveerd

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

 

 

 

2.3

Bepalen tarief

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

 

 

Paragraaf 2.2

Voorfase

 

2.4

Omgevingsoverleg

 

1.

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van een eerste omgevingsoverleg (intake) over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 250,00

2

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van een omgevingsoverleg na de intake uit 2.4.1 over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving (omgevingstafel, bedraagt het tarief:

 

a.

voor elk volgend overleg:

€ 400,00

 

 

 

Pargraaf 2.3

Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

 

2.5

Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

Indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen

0,71%

 

van de bouwkosten met een minimum van

€ 30,90

b.

Indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen

€ 177,50

 

vermeerderd met

0,71%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 25.000 te boven gaan

 

c.

Indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen

€ 355,00

 

vermeerderd met

0,71%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 50.000 te boven gaan

 

d

Indien de bouwkosten € 200.000 tot € 2.500.000 bedragen

€ 1.420,00

 

vermeerderd met

0,62%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 200.000 te boven gaan

 

e

Indien de bouwkosten € 2.500.000 of meer bedragen

€ 15.578,00

 

vermeerderd met

0,65%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 2.500.000 te boven gaan

 

 

met een maximum van

€ 75.211,30

 

 

 

2.6

Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een omgevingsplanactiviteit:

 

1

Indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen

3,54%

 

van de bouwkosten met een minimum van

€ 154,10

2

Indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen

€ 885,00

 

vermeerderd met

3,54%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 25.000 te boven gaan

 

3

Indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen

€ 1.770,00

 

vermeerderd met

3,54%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 50.000 te boven gaan

 

4

Indien de bouwkosten € 200.000 tot € 2.500.000 bedragen

€ 7.080,00

 

vermeerderd met

3,11%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 200.000 te boven gaan

 

5

Indien de bouwkosten € 2.500.000 of meer bedragen

€ 77.671,70

 

vermeerderd met

3,26%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 2.500.000 te boven gaan

 

 

met een maximum van

€ 374.995,00

 

Voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit worden de tarieven in dit artikel vermeerderd met de tarieven van artikel 2.46

 

 

 

 

2.7

Gereserveerd

 

 

 

 

paragraaf 2.4

Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

2.8

Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 792,00

 

 

 

2.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden het in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

€ 100,00

3.

Het eerste lid en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Verordening fysieke leefomgeving Wageningen is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

 

-

als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

 

-

als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

 

 

 

2.9

Rijksmonumentenactiviteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 792,00

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 792,00

 

 

 

2.10

Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 792,00

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

 

 

 

2.11

Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 792,00

 

 

 

Paragraaf 2.5

Milieubelastende activiteiten

 

2.12

Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 6.159,00

 

 

 

2.13

Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 6.159,00

 

 

 

2.14

Activiteiten die niet de bedrijfstakken overstijgen (afdelingen 3.4 tot en met 3.9 Besluit Activiteiten leefomgeving)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorieen als bedoeld in de paragrafen en afdelingen 3.4 tot en met 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 6.159,00

 

 

 

2.15

gereserveerd

 

 

 

 

2.16

gereserveerd

 

 

 

 

2.17

gereserveerd

 

 

 

 

2.18

gereserveerd

 

 

 

 

2.19

gereserveerd

 

 

 

 

2.20

Samenloop van milieubelastende activiteiten

 

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

 

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

 

 

 

Paragraaf 2.6

gereserveerd

 

2.21

Gereserveerd

 

 

 

 

2.22

gereserveerd

 

 

 

 

Paragraaf 2.7

Aanlegactiviteiten

 

2.23

Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 748,00

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, niet zijnde kabels 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 748,00

3.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met archeologische verwachtingen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 748,00

4.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, […] van het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 748,00

5.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde., bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 748,00

 

 

 

2.24

Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

 

 

a. aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,

 

 

b. indrijven van voorwerpen,

 

 

c. ophogen van de grond, of

 

 

d. verharden van de grond,

 

 

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 748,00

 

 

 

2.25

Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 748,00

 

 

 

2.26

Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 

a.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel [2:11] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 748,00

 

 

 

2.27

Gereserveerd

 

 

 

 

2.28

Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

 a.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 748,00

 b.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning zoals bedoeld in onderdeel a. het vellen of doen vellen van een houtopstand betreft als bedoeld in artikel 2.30 bedraagt het tarief:

 € 33,60

Paragraaf 2.8

Gereserveerd

 

 

 

 

2.30

Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

 

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in hoofdstuk 3 van de Verordening fysieke leefomgeving Wageningen in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a

voor 1 tot en met 3 bomen

€ 63,30

b

voor ieder volgende boom extra

€ 13,70

 

met een maximum van

€ 336,50

 

 

 

2.31

Gereserveerd

 

 

 

 

2.32

Gereserveerd

 

 

 

 

2.33

Gereserveerd

 

 

 

 

2.34

Andere activiteiten

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 278,00

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

 

 

paragraaf 2.9

Maatwerkvoorschriften

 

2.35

Gereserveerd

 

 

 

 

2.36

Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 748,00

 

 

 

2.37

gereserveerd

 

 

 

 

Paragraaf 2.10

Gelijkwaardigheid

 

2.38

Gelijkwaardige maatregel

 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op een milieubelastende activiteit bedraagt het tarief:

€ 748,00

 

 

 

Paragraaf 2.11

Overige tarieven

 

2.39

Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 250,00

 

 

 

2.40

Wijzigen omgevingsvergunning

 

1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft, in de gevallen dat geen sprake is van een geringe wijziging.

 

2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 250,50

 

 

 

2.41

Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 250,00

 

 

 

2.42

gereserveerd

 

 

 

 

2.43

Beoordeling aanvullende gegevens

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen:

€ 250,00

 

 

 

2.44

Beoordeling onderzoeksrapporten

 

 

De in artikel 2.48 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

 

 

 

2.45

Wijzigen van het omgevingsplan

 

1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: 

 

a

wanneer de extra bouwcapaciteit kleiner is dan 500 m3, dan wel wanneer geen bouwcapaciteit wordt gecreëerd

€ 5.956,30

b

wanneer de extra bouwcapaciteit meer is dan 500 m3, doch minder is dan 750 m3

€ 10.353,50

c

wanneer de extra bouwcapaciteit meer is dan 750 m3, doch minder is dan 1.250 m3

€ 14.856,90

d

wanneer de extra bouwcapaciteit meer is dan 1.250 m3, doch minder dan 2.000 m3

€ 19.935,70

e

wanneer de extra bouwcapaciteit meer is dan 2.000 m3, doch minder dan 3.000 m3

€ 25.639,30

f

voor elke 1.000 m3 bouwcapaciteit meer dan de bovengrens genoemd in onderdeel e.

€ 1.675,00

 

met dien verstande, dat het totale tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in 2.45 niet meer bedraagt dan

€ 39.717,00

2

Indien er bij een aanvraag als bedoeld in artikel 2.45.1 geen sprake is van extra bouwcapaciteit doch van een functiewijziging van de bestaande bouwcapaciteit, worden de artikelen 2.45 lid 1 sub a tot en met f overeenkomstig toegepast, waarbij voor extra bouwcapaciteit de bestaande bouwcapaciteit moet worden gelezen.

 

 

 

 

Paragraaf 2.12

Modaliteiten

 

2.46

Buitenplanse omgevingsplanactiviteit

 

 1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€            659,90

b.

voor een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit die voldoet aan de definitie van bijlage 1 van deze tarieventabel:

€            659,90

2

Voor buitenplanse omgevingsplanactiviteit die niet valt 2.46 lid 1 sub b bdraagt het tarief:

 

a

wanneer de extra bouwcapaciteit kleiner is dan 500 m3, dan wel wanneer geen bouwcapaciteit wordt gecreëerd

€         5.956,30

b

wanneer de extra bouwcapaciteit meer is dan 500 m3, doch minder is dan 750 m3

€       10.353,50

c

wanneer de extra bouwcapaciteit meer is dan 750 m3, doch minder is dan 1.250 m3

€       14.856,90

d

wanneer de extra bouwcapaciteit meer is dan 1.250 m3, doch minder dan 2.000 m3

€       19.935,70

e

wanneer de extra bouwcapaciteit meer is dan 2.000 m3, doch minder dan 3.000 m3

€       25.639,30

f

voor elke 1.000 m3 bouwcapaciteit meer dan de bovengrens genoemd in 2.8.1.5

€         1.675,00

 

met dien verstande, dat het totale tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in 2.46 niet meer bedraagt dan

€       39.717,00

3.

Indien er bij een aanvraag als bedoeld in artikel 2.46 lid 2 geen sprake is van extra bouwcapaciteit doch van een functiewijziging van de bestaande bouwcapaciteit, worden de artikelen 2.46 lid 2 sub a tot en met 2.46 lid 2 sub f overeenkomstig toegepast, waarbij voor extra bouwcapaciteit de bestaande bouwcapaciteit moet worden gelezen.

 

 

 

 

2.47

Achteraf ingediende aanvraag

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

10%

 

 

 

 

 

 

2.48

Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 659,90

 

 

 

2.49

Beoordeling onderzoeksrapporten

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 220,00

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 220,00

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 351,90

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 351,90

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 351,90

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 2.507,00

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 351,90

 

 

 

2.50

Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 400,00

 

 

 

d.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

2.51

Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 

a.

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder a. wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

Paragraaf 2.13

Vermindering

 

2.52

Vermindering na omgevingsoverleg

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

100%

 

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

 

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

 

 

- voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

 

 

- in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

 

 

binnen 12 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving

 

 

 

 

2.53

Vermindering zonne-energiesystemen

 

1

Indien de aanvraag waarvan op grond van dit hoofdstuk van de tarieventabel van de legesverordening leges worden geheven uitsluitend betrekking heeft op een zonne-energiesysteem, worden de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges met verminderd met:

50%

 

waarbij het verschuldigde bedrag na vermindering maximaal bedraagt:

€ 10.000,00

2

Indien de aanvraag op grond waarvan op grond van deze titel van de tarieventabel van de legesverordening leges worden geheven uitsluitend betrekking had op een zonne-energiesysteem en dat zonne-energiesysteem binnen 5 jaar na in behandeling neming van de aanvraag niet geplaatst is, dan wel de omgevingsvergunning waarop de aanvraag betrekking heeft niet verleend is, bestaat aanspraak op volledige vermindering van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

 

 

 

Paragraaf 2.14

Teruggaaf

 

2.54

Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges. De teruggaaf bedraagt:

100%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

 

 

 

2.55

Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

80%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

 

met dien verstande dat ten minste wordt geheven een bedrag van:

€ 24,60

 

 

 

2.56

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot acht weken na de indiening van de aanvraag:

40%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf 8 weken en binnen 32 weken na de indiening van de aanvraag:

30%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

 

 

 

2.57

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

75%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

 

 

 

2.58

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen zes maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

30%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

 

 

 

2.59

Teruggaaf als gevolg van weigering verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

20%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

 

 

 

2.60

Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

 

 

 

2.61

gereserveerd

 

 

 

 

Hoofdstuk 3

DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

 

Paragraaf 3.1

Horeca

 

3.1

Exploitatie openbare inrichting

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 160,20

b.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

 

1

voor nachtvergunningen

€ 147,20

2

voor overige sluitingstijdenvergunningen

€ 82,70

 

 

 

3.2

Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 1.118,70

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 96,90

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 374,40

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 347,60

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 96,90

 

 

 

 

een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning, als bedoeld in artikel 2.25 van de APV:

 

f

tot het met een commerciële doelstelling ten gehore brengen van muziek vanaf een podium op de openbare weg, waarbij deze muziek tevens de hoofdactiviteit vormt, per vergunningaanvraag

€ 850,10

g

tot het ten gehore brengen van muziek in horeca-inrichtingen ingevolge de in hoofdstuk 2 van de APV opgenomen festiviteitenregeling van de gemeente Wageningen, per keer

€ 221,00

 

 

 

paragraaf 3.2

Seksbedrijven

 

3.3

Vergunning seksbedrijf

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3.4 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 250,90

 

 

 

Paragraaf 3.3

Winkeltijdenwet

 

3.5

Ontheffing winkeltijden

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

€ 250,00

b.

tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 3.6.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 25,10

c.

tot het wijzigen van een in onderdeel 3.5.1 bedoelde ontheffing

€ 99,10

 

 

 

Paragraaf 3.4

Organiseren evenement of markt

 

3.6

Organiseren evenement

 

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), bedraagt:

€ 29,30

 

Ventvergunning

 

b

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een ventvergunning, al dan niet met gebruikmaking van een voertuig, als bedoeld in artikel 5.15 van de APV

€ 29,30

 

Vergunning op grond van hoofdstuk 6 van de Verordening fysieke leefomgeving gemeente Wageningen

 

c

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning op grond van artikel 27 van de Verordening fysieke leefomgeving Wageningen inzake het houden van een roeiwedstrijd op het havenkanaal

€ 75,00

 

Straatartiest e.d.

 

d

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 2:9 van de APV

€ 29,30

 

 

 

Paragraaf 3.5

Gereserveerd

 

 

 

 

3.9

Gereserveerd

 

 

 

 

3.10

Gereserveerd

 

 

 

 

Paragraaf 3.6

Huisvestingswet 2014

 

3.11

Vergunning onttrekken woonruimte

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of ontheffing van het verbod om woonruimte aan de bestemming tot bewoning te onttrekken of onttrokken te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder a, respectievelijk tweede lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 538,90

 

 

 

3.12

Vergunning samenvoegen woonruimte

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of ontheffing van het verbod om woonruimte met andere woonruimte samen te voegen of samengevoegd te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder b, respectievelijk tweede lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 538,90

 

 

 

3.13

vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of ontheffing van het verbod om zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte om te zetten of omgezet te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder c, respectievelijk tweede lid, van de Huisvestingswet 2014: 

€ 538,90

 

 

 

3.14

Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of ontheffing van het verbod om woonruimte tot twee of meer woonruimten te verbouwen of in die verbouwde staat te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder d, respectievelijk tweede lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 538,90

 

 

 

3.15

Splitsingsvergunning

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of ontheffing van het verbod om een recht op een gebouw te splitsen in appartementsrechten, als bedoeld in artikel 22, eerste, respectievelijk tweede lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 2.095,30

 

Intrekking of weigering onttrekkings- of splitsingsvergunning

 

a.

Indien van een verleende onttrekkings- of splitsingsvergunning geen gebruik gemaakt wordt en deze vergunning wordt ingetrokken, wordt een teruggaaf van

15%

 

van de geheven leges verleend.

 

b.

Indien na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een onttrekkings- of splitsingsvergunning doch voor het verlenen van de vergunning, deze aanvraag wordt ingetrokken, wordt een teruggaaf van

50%

 

van de geheven leges verleend.

 

c.

Indien de gevraagde onttrekkings- of splitsingsvergunning niet wordt verleend, wordt een teruggaaf van

40%

 

van de geheven leges verleend.

 

 

 

 

3.16

gereserveerd

 

 

 

 

3.17

gereserveerd

 

 

 

 

Paragraaf 3.7

In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

 

3.18

Niet benoemd besluit op aanvraag

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 29,30