Nadere regels Parkeerverordening Dordrecht

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Nadere regels Parkeerverordening Dordrecht

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT;

gezien het voorstel inzake Vaststellen Parkeerverordening, Verordening parkeerbelastingen, Nadere regels Parkeerverordening en privaatrechtelijke parkeertarieven Dordrecht;

gelet op artikel 2, lid 1 van de Parkeerverordening Dordrecht;

B E S L U I T :

vast te stellen de navolgende Nadere regels Parkeerverordening Dordrecht

Hoofdstuk I ALGEMEEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    De in artikel 1 van de Parkeerverordening Dordrecht opgenomen begrippen en omschrijvingen zijn van overeenkomstige toepassing op dit besluit.

  • 2.

    Voorts wordt verstaan onder:

  • autoluw gebied:

  • het door het college bij besluit aangewezen gedeelte van de binnenstad dat gesloten is voor motorvoertuigen, waarvan het toegangsverbod is aangeduid met het verkeersbord model C12 van bijlage I van het RVV 1990 en dat in groen is aangegeven op bijlage I in de Verordening ontheffingen autovrij gebied Dordrecht;

  • gebiedsgebonden uitgifteregels:

  • door het college in afwijking van het bepaalde in dit besluit vastgestelde regels over het maximaal aantal uit te geven vergunningen per nieuwbouwproject;

  • gebiedsgebonden uitvoeringsregels:

  • door het college in afwijking van het bepaalde in dit besluit vastgestelde regels over het maximaal aantal uit te geven vergunningen per nieuwbouwproject;

  • gebruiker:

  • bedrijf in de zin van artikel 1 van de Parkeerverordening Dordrecht;

  • nieuwbouwproject:

  • de bouw, verbouw, uitbreiding, bouwkundige herindeling of wijziging van functie van een gebouw;

  • vergunningsrechten:

  • het maximum aantal vergunningen zoals genoemd in artikel 5 lid 1of artikel 10 lid 1 van dit besluit;

  • voetgangerszone:

  • het door het college van Burgemeester en Wethouders van Dordrecht bij besluit aangewezen gedeelte van de binnenstad, waarvan de toegang is aangeduid met de verkeersborden model G7 van bijlage I van het RVV 1990 en dat in geel is weergegeven in bijlage I van de Verordening ontheffingen autovrij gebied Dordrecht.

Hoofdstuk II REGELS VOOR VERGUNNINGEN

Artikel 2 Aanvragen van vergunningen

  • 1.

    De aanvraag voor een vergunning wordt op een door het college beschikbaar te stellen elektronisch formulier ingediend.

  • 2.

    Het college beslist binnen acht weken op een aanvraag voor een vergunning.

Artikel 3 Gebruik van vergunningen

  • 1.

    Het is niet toegestaan om een vergunning te gebruiken voor een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid geldt niet op de tijden zoals genoemd in artikel 5:8 lid 3 van de Algemene plaatselijke verordening Dordrecht.

Hoofdstuk III VERGUNNINGEN ALGEMEEN

Artikel 4 Autodeelvergunning

  • 1.

    Aan een autodeelvergunning kan maximaal één kenteken worden gekoppeld, waarvoor de vergunning kan worden gebruikt.

  • 2.

    Een autodeelvergunning wordt verleend mits het in het Besluit aanwijzing maximaal aantal vergunningen Dordrecht genoemde maximum aantal vergunningen voor het gebied waar de aanvraag betrekking op heeft nog niet is uitgegeven. Wanneer dit maximum is bereikt, wordt de aanvraag op een wachtlijst geplaatst. Vermelding op de wachtlijst vindt plaats naar datum van ontvangst van de aanvraag. Zodra een autodeelvergunning beschikbaar is vindt vergunningverlening plaats aan de aanvrager die als eerste op de wachtlijst staat. Op dat moment wordt de aanvrager van de wachtlijst verwijderd.

Artikel 5 Bewonersvergunning

  • 1.

    Aan een bewonersvergunning kunnen maximaal twee kentekens worden gekoppeld, waarvoor de vergunning kan worden gebruikt.

  • 2.

    Per zelfstandige woning kunnen maximaal twee bewonersvergunningen worden verleend, een zogenaamde eerste en tweede bewonersvergunning, waarbij geldt dat het aantal per adres te verlenen bewonersvergunningen wordt verminderd met het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein.

  • 3.

    Met een in de Basisregistratie Personen ingeschreven persoon wordt gelijkgesteld de eigenaar of huurder die bij de aanvraag van de vergunning een kopie van het eigendomsbewijs of de huurovereenkomst van de zelfstandige woning kan overleggen. De aanvrager moet daadwerkelijk op het adres woonachtig zijn.

  • 4.

    Wanneer een bewonersvergunning wordt aangevraagd voor een leaseauto dient bij de aanvraag een kopie van de leaseovereenkomst of werkgeversverklaring overgelegd te worden.

  • 5.

    Het college kan een eerste bewonersvergunning tijdelijk verlenen door een parkeerplaats beschikbaar te stellen in een door het college aan te wijzen parkeergarage.

  • 6.

    Indien op het adres van de aanvrager reeds een vergunning is verleend of parkeergelegenheid op eigen terrein aanwezig is, komt de aanvrager slechts in aanmerking voor een tweede bewonersvergunning.

  • 7.

    Een tweede bewonersvergunning wordt verleend mits het in het Besluit aanwijzing maximaal aantal vergunningen Dordrecht genoemde maximale aantal vergunningen in de vergunninghouderssector waar de aanvraag betrekking op heeft nog niet is uitgegeven. Wanneer dit maximum is bereikt, wordt de aanvraag op een wachtlijst voor de betreffende sector geplaatst. Vermelding op de wachtlijst vindt plaats naar datum van ontvangst van de aanvraag. Zodra een tweede bewonersvergunning beschikbaar is, vindt vergunningverlening plaats aan de aanvrager die als eerste op de wachtlijst staat. Op dat moment wordt de aanvrager van de wachtlijst verwijderd.

Artikel 6 Dienstenvergunning

  • 1.

    Aan een dienstenvergunning kan maximaal één kenteken worden gekoppeld, waarvoor de vergunning kan worden gebruikt.

  • 2.

    Bij de aanvraag van een dienstenvergunning moet aannemelijk worden gemaakt dat de aanvrager spoedeisende medische hulp verleent waardoor hij binnen 15 minuten ter plaatse moet zijn. Van huisartsen en verloskundigen wordt aangenomen dat zij spoedeisende medische hulp verlenen.

  • 3.

    Een dienstenvergunning wordt verleend als de aanvrager is geregistreerd als zelfstandig werkend persoon in de gezondheidszorg. Dit wordt getoetst aan de hand van registratie in het kader van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg.

  • 4.

    Wanneer de aanvrager bij het woon- of werkadres beschikt over parkeergelegenheid op eigen terrein wordt geen dienstenvergunning verleend.

  • 5.

    Voor de houder van een dienstenvergunning wordt bij het woon- of werkadres een dienstenparkeerplaats aangewezen. Deze wordt aangegeven met een verkeersbord model E9 uit bijlage I van het RVV 1990 en een onderbord met het kenteken van het motorvoertuig.

  • 6.

    De houder van een dienstenvergunning komt voor het adres waarvoor hij een dienstenparkeerplaats heeft slechts in aanmerking voor een tweede bewoners- of zakelijke vergunning, tenzij op dat adres al meerdere dienstenvergunningen zijn verstrekt. In dat geval vervalt het recht op een tweede bewoners- of zakelijke vergunning.

  • 7.

    Wanneer een dienstenvergunning voor een leaseauto wordt aangevraagd dient bij de aanvraag een kopie van de leaseovereenkomst overgelegd te worden.

Artikel 7 Kampeermiddelvergunning

  • 1.

    Aan een kampeermiddelvergunning kan maximaal één kenteken worden gekoppeld, waarvoor de vergunning kan worden gebruikt.

  • 2.

    Een kampeermiddelvergunning kan worden verleend in afwijking van de maatvoering in artikel 3, lid 1.

  • 3.

    Een kampeermiddelvergunning is geldig voor de vergunninghouderssector waarin de aanvrager woont.

  • 4.

    De vergunningplicht voor een niet-gemotoriseerd kampeermiddel.

  • 5.

    Het bepaalde in artikel 5:6 van de Algemene plaatselijke verordening Dordrecht is van overeenkomstige toepassing op de kampeermiddelvergunning.

Artikel 8 Leerparkvergunning

  • 1.

    Aan een leerparkvergunning kunnen meerdere kentekens worden gekoppeld, waarvoor de vergunning kan worden gebruikt.

  • 2.

    Per overheids- of onderwijsinstelling kan maximaal één leerparkvergunning worden verleend.

  • 3.

    Het college stelt per overheids- of onderwijsinstelling het maximale aantal gelijktijdig te gebruiken kentekens vast.

  • 4.

    Parkeren op basis van de leerparkvergunning geschiedt door het aan- en afmelden van het kenteken via een verbinding met de centrale computer.

Artikel 9 Schippersvergunning

  • 1.

    Aan een schippersvergunning kan maximaal één kenteken worden gekoppeld, waarvoor de vergunning kan worden gebruikt.

  • 2.

    Wanneer een schippersvergunning wordt aangevraagd voor een leaseauto dient bij de aanvraag een kopie van de leaseovereenkomst te worden overgelegd.

Artikel 10 Tijdelijke vergunning

  • 1.

    Aan een tijdelijke vergunning kan maximaal één kenteken worden gekoppeld, waarvoor de vergunning kan worden gebruikt.

  • 2.

    De duur van een tijdelijke vergunning is gelijk aan de duur dat geen gebruik kan worden gemaakt van de parkeergelegenheid op eigen terrein.

Artikel 11 Zakelijke vergunning

  • 1.

    Aan een zakelijke vergunning kunnen maximaal vier kentekens worden gekoppeld, waarvoor de vergunning kan worden gebruikt.

  • 2.

    Per bedrijf kunnen maximaal twee zakelijke vergunningen worden verleend, waarbij geldt dat het aantal te verlenen zakelijke vergunningen wordt verminderd met het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein.

  • 3.

    Bedrijven worden aangemerkt als één bedrijf en derhalve als één aanvrager, indien zij zijn gevestigd op één adres of naburige adressen en aldaar gezamenlijk gelijksoortige bedrijfsactiviteiten uitoefenen dan wel, indien zij, wanneer geen sprake is van gelijksoortige bedrijfsactiviteiten, uitsluitend op het niveau van verantwoordelijke functie, zoals de directie, gemeenschappelijke functies hebben. Hiervoor kunnen bewijsstukken worden verlangd. Onder meer de volgende criteria worden gehanteerd bij de beoordeling van de aanvraag:

    • -

      staan de bedrijven zelfstandig ingeschreven op het adres in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel;

    • -

      hebben de bedrijven een zelfstandig huur- of koopcontract ter zake van het betreffende adres;

    • -

      hebben de bedrijven verschillende werknemers;

    • -

      hebben de bedrijven verschillende bestuurders of directeuren;

    • -

      hanteren de bedrijven elk een eigen doelstelling, naam, telefoonnummer en briefhoofd;

    • -

      worden de bedrijven uitgeoefend in verschillende branches?

  • 4.

    Het college kan een eerste zakelijke vergunning tijdelijk verlenen door een parkeerplaats beschikbaar te stellen in een parkeergarage.

  • 5.

    Indien op het adres van de aanvrager reeds een vergunning is verleend of parkeergelegenheid op eigen terrein aanwezig is, komt het bedrijf slechts in aanmerking voor een tweede zakelijke vergunning.

  • 6.

    Een tweede zakelijke vergunning wordt verleend, mits het in het Besluit aanwijzing maximaal aantal vergunningen Dordrecht genoemde maximum aantal vergunningen in de vergunninghouderssector waar de aanvraag betrekking op heeft nog niet is uitgegeven. Wanneer dit maximum is bereikt, wordt de aanvraag op een wachtlijst voor de betreffende vergunninghouderssector geplaatst. Vermelding op de wachtlijst vindt plaats naar datum van ontvangst van de aanvraag. Zodra een tweede zakelijke vergunning beschikbaar is, vindt vergunningverlening plaats aan de aanvrager die als eerste op de wachtlijst staat. Op dat moment wordt deze aanvrager van de wachtlijst verwijderd.

Artikel 12 Zorgverlenersvergunning

  • 1.

    Aan een zorgverlenersvergunning kan maximaal één kenteken worden gekoppeld, waarvoor de vergunning kan worden gebruikt.

  • 2.

    Aanvragers van een zorgverlenersvergunning, die geen BIG-registratie hebben, komen alleen in aanmerking voor een dergelijke vergunning na overlegging van een directieverklaring waarin wordt aangetoond dat de aanvrager werkzaam is bij een professionele (thuis)zorg- of hulpverlenersinstelling.

  • 3.

    Aan thuiszorgmedewerkers wordt de vergunning uitsluitend verleend op naam van de organisatie en voor het kenteken waarmee de thuiszorgmedewerker zorg verleent.

Hoofdstuk IV BEWONERS- EN ZAKELIJKE VERGUNNINGEN BIJ NIEUWBOUWPROJECTEN

Artikel 13 Uitgifte vergunningen bij nieuwbouwprojecten

  • 1.

    In afwijking van het bepaalde in de artikelen 5, eerste lid en 10, eerste lid van dit besluit worden aan de bewoners en/of gebruikers van een nieuwbouwproject geen bewoners- en zakelijke vergunningen verleend, tenzij in gebiedsgebonden uitgifte- of uitvoeringregels voor dit nieuwbouwproject anders is bepaald.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel geldt bij een nieuwbouwproject, waarvoor geen gebiedsgebonden uitgifte- of uitvoeringregels gelden, dat per adres maximaal één bewonersvergunning of maximaal één zakelijke vergunning kan worden verleend, mits

    • a.

      in de vijf jaren voorafgaand aan een aanvraag of

    • b.

      in de periode tussen de dag van inwerkingtreding van parkeerregulering voor de sector, waarin het oorspronkelijke adres ligt en de dag waarop een aanvraag voor een vergunning wordt ingediend

  • tenminste één bewoners- of één zakelijke vergunning ten behoeve van het oorspronkelijke adres is verleend, waarbij geldt dat voor dit nieuwbouwproject niet meer vergunningen worden verleend dan het aantal aanwezige vergunningsrechten ten behoeve van het oorspronkelijke adres.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel worden aan de bewoners en/of gebruikers van een nieuwbouwproject in het autoluw gebied of de voetgangerszone niet meer vergunningen verleend dan voor het moment van de realisatie van het betreffende nieuwbouwproject waren verleend, tot een maximum van één bewoners- of één zakelijke vergunning per adres.

  • 4.

    De verdeling van vergunningen bij een nieuwbouwproject vindt plaats in volgorde van ontvangst van een volledige aanvraag.

Hoofdstuk V REGELINGEN

Artikel 14 Bezoekersregeling

  • 1.

    Per zelfstandige woning kan maximaal één bezoekersregeling worden aangevraagd.

  • 2.

    Parkeren op basis van een bezoekersregeling geschiedt door het aan- en afmelden van het kenteken van de bezoeker via een verbinding met de centrale computer.

  • 3.

    Parkeren op basis van een bezoekersregeling wordt per minuut afgerekend en in mindering gebracht op het tegoed.

  • 4.

    Een bezoekersregeling wordt zonder gekoppelde kentekens aangegaan. De bewoner dient zelf de kentekens aan- en af te melden. Meerdere kentekens kunnen op hetzelfde moment gebruik maken van de bezoekersregeling.

  • 5.

    Bij een tariefwijziging wordt het ongebruikte tegoed berekend tegen het nieuwe tarief.

  • 6.

    Het ongebruikte tegoed blijft tot aan de beëindiging behouden en wordt aan de bewoner gerestitueerd.

Artikel 15 Mantelzorgregeling

  • 1.

    Per zelfstandige woning kan, voor een bij Mee Mantelzorg geregistreerde mantelzorger, maximaal één mantelzorgregeling worden aangevraagd.

  • 2.

    Een mantelzorgregeling is een jaar geldig.

  • 3.

    Parkeren op basis van een mantelzorgregeling geschiedt door het aan- en afmelden van het kenteken van de mantelzorger via een verbinding met de centrale computer.

  • 4.

    Parkeren op basis van een mantelzorgregeling wordt per minuut afgerekend en in mindering gebracht op het tegoed.

  • 5.

    Een mantelzorgregeling wordt zonder gekoppelde kentekens aangegaan. Meerdere kentekens kunnen op hetzelfde moment gebruik maken van de mantelzorgregeling.

Hoofdstuk VI PARKEERGELEGENHEID OP EIGEN TERREIN

Artikel 16 Parkeerterrein op eigen terrein door derden in gebruik

Indien een aanvrager over parkeergelegenheid op eigen terrein beschikt en hij deze parkeergelegenheid aan een derde ter beschikking heeft gesteld, wordt deze parkeergelegenheid voor de toepassing van deze regels voor de aanvrager als een parkeergelegenheid op eigen terrein beschouwd.

Artikel 17 Parkeerterrein op eigen terrein en uitbreiding vergunninghoudersector

Indien het besluit tot invoering van betaald parkeren in een bepaald gebied in werking is getreden, wordt een parkeerplaats die door een aanvrager aan een derde ter beschikking is gesteld voordat de inwerkingtreding heeft plaatsgevonden gedurende een periode van 12 maanden na deze inwerkingtreding niet als een parkeerplaats op eigen terrein beschouwd. De aanvrager dient door middel van een huur- of ingebruikgevingsovereenkomst aan te tonen dat hij de parkeerplaats aan een derde ter beschikking heeft gesteld en er niet over kan beschikken.

HOOFDSTUK VII SLOTBEPALINGEN

Artikel 18 Intrekking vorige besluiten

Met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit wordt het Besluit nadere regels Parkeerverordening Dordrecht, vastgesteld op 7 juni 2022 en laatstelijk gewijzigd op 20 december 2022, ingetrokken.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024.

Artikel 20 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: "Nadere regels Parkeerverordening Dordrecht".

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van dinsdag 31 oktober 2023.

Het college van Burgemeester en Wethouders

C.H.W.M. Post, A.W. Kolff

secretaris, burgemeester