Instructie voor de leerplichtambtenaar

Geldend van 01-09-1996 t/m 13-04-2011

Intitulé

Instructie voor de leerplichtambtenaar

(B. en W. 27-08-1996)

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.

ambtenaar

:

de leerplichtambtenaar bedoeld in artikel 16 van de Leerplichtwet (Staatsblad 1994, 255);

b.

hoofd

:

degene die met de leiding van de school of de instelling is belast;

c.

jongere

:

de jongere als bedoeld in de Leerplichtwet 1969;

d.

school

:

1.

een openbare of uit de openbare kas bekostigde, bijzondere dagschool voor basisonderwijs, speciaal onderwijs, voort-gezet speciaal onderwijs of voortgezet onderwijs;

2.

een ingevolge artikel 56 van de Wet op het voortgezet onderwijs aangewezen, bijzondere dagschool voor voortgezet onderwijs;

3.

een andere dagschool die, wat de inrichting van het onderwijs en de bevoegdheden van de leraren betreft, overeenkomt met een van de onder 1. bedoelde scholen;

4.

een andere krachtens artikel 1a, sub a van de Leerplichtwet voor de toepassing van deze wet als school aangewezen onderwijsinstelling;

e.

instelling

:

1.

een krachtens artikel 61 van de Wet op het voortgezet onderwijs uit 's Rijks kas bekostigd vormingsinstituut voor jeugdigen;

2.

een school voor beroepsbegeleidend onder-wijs in de zin van de Wet op het cursorisch beroepsonderwijs;

3.

een andere krachtens artikel 1a, sub b van de Leerplichtwet voor de toepassing van deze wet als instelling aangewezen cursus of instelling waar onderwijs of vorming wordt gegeven;

f.

Leerplichtwet

:

de Leerplichtwet 1969 zoals deze gewijzigd is bij Staatsblad 1994, 255 en in werking is getreden bij Staatsblad 1994, 469;

g.

leerplichtigen

:

de jongere die krachtens de Leerplichtwet (partieel) leerplichtig is. De leerplicht vangt aan op de eerste schooldag van de maand volgend op de 5e verjaardag en eindigt aan het einde van het schooljaar na afloop waarvan de jongere tenminste twaalf volledige schooljaren een of meer scholen heeft bezocht of aan het einde van het schooljaar waarin de jongere de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt. Daarna is de jongere nog een jaar partieel leerplichtig.

Artikel 2 Verlof

  • 2.1 Wanneer verlof bedoeld in artikel 14 Leerplichtwet, wordt gevraagd voor meer dan tien schooldagen per schooljaar, beslist de ambtenaar van de woongemeente van de jongere.

  • 2.2 Alvorens te beslissen stelt de ambtenaar het hoofd van de school, waarbij de jongere staat ingeschreven, in de gelegenheid om zijn gevoelens kenbaar te maken.

  • 2.3 Alvorens te beslissen, stelt de ambtenaar degene die de aanvraag heeft ingediend in de gelegenheid zijn gevoelens kenbaar te maken.

  • 2.4 Verlofaanvragen worden getoetst aan de artikel 9 lid 3 van deze instructie bedoelde richtlijn. De ambtenaar beslist op grond van deze richtlijn, rekening houdend met het individuele belang.

Artikel 3 Controle, onderzoek en afhandeling verzuim

De basis voor de controle op de in- en uitschrijvingen van leerplichtige leerlingen is de gemeentelijke leerplichtadministratie, welke voldoet aan de volgende punten.

  • 3.1

    Voor de aanvang van het schooljaar dienen de persoonsgegevens van alle (partieel) leerplichtigen in de leerplichtadministratie overgenomen te zijn.

  • 3.2

    De hoofden van scholen geven burgemeester en wethouders binnen zeven dagen kennis van in- en afschrijving van leerlingen (artikel 18).

  • 3.3

    Na aanvang van het schooljaar controleert de ambtenaar of de leerlinglijsten van de scholen zijn ontvangen. Hij onderneemt actie naar de scholen die in gebreke gebleven zijn.

  • 3.4

    De ambtenaar controleert of alle (partieel) leerplichtigen overeenkomstig de bepalingen van de Leerplichtwet als leerling zijn ingeschreven.

  • 3.5.

    Tegenover een bericht van afschrijving van de ene school staat (op korte termijn) een inschrijving als leerling van een andere school. Indien de inschrijving niet bekend wordt neemt de ambtenaar contact op met de ouder(s)/verzorger(s) van de (partieel) leerplichtige.

  • 3.6

    Bij verhuizing naar een andere gemeente worden de administratieve gegevens van een leerling naar de nieuwe woongemeente gezonden (leerplichtregeling 1995).

Artikel 4 Relatief schoolverzuim

  • 4.1 Wanneer een kennisgeving is ontvangen, als bedoeld in artikel 21 Leerplichtwet, stelt de ambtenaar vanwege burgemeester en wethouders een onderzoek in en legt hiervan een dossier aan. Hij stelt de in artikel 2, lid 1 Leerplichtwet bedoelde personen in de gelegenheid hun gevoelens kenbaar te maken en tracht hen er toe te bewegen hun verplichtingen na te komen. Van het onderhoud met de in artikel 2, lid 1 Leerplichtwet bedoelde personen, maakt de ambtenaar een verslag.

  • 4.2 Blijkt aan de ambtenaar dat de leerplichtige jongere die de leeftijd van 12 jaren heeft bereikt of de partieel leerplichtige jongere het onderwijs aan de school of instelling niet geregeld volgt, zonder dat de jongere op grond van artikel 11 Leerplichtwet van deze verplichting is vrijgesteld, dan stelt hij de jongere in de gelegenheid zijn gevoelens kenbaar te maken en tracht hem ertoe te bewegen zijn verplichtingen na te komen. Van het onderhoud met de jongere maakt de ambtenaar een verslag.

  • 4.3 In de door hem te bepalen gevallen wordt door de ambtenaar huisbezoek afgelegd.

  • 4.4 Zo vaak als wenselijk is overlegt de ambtenaar met de school of een of meer aangewezen diensten of instellingen zoals bedoeld in artikel 7 van de instructie. Hij kan bemiddelen bij het zoeken naar een andere school of nieuwe leerroute.

  • 4.5 Blijkt aan de ambtenaar dat de in artikel 2, lid 1 Leerplichtwet bedoelde personen niet zorgen dat de leerplichtige jongere de school geregeld bezoekt, zonder dat deze op grond van artikel 11 Leerplichtwet van deze verplichting is vrijgesteld, dan zendt hij proces-verbaal van deze bevindingen aan de Officier van Justitie. In door de ambtenaar te bepalen 'lichtere' gevallen, kan de ambtenaar besluiten tot het geven van een of meerdere waarschuwingen alvorens proces-verbaal op te maken.

  • 4.6 Indien blijkt dat de leerplichtige jongere die de leeftijd van 12 jaren heeft bereikt of de partieel leerplichtige jongere weigert de verplichting als bedoeld in artikel 22, lid 3 Leerplichtwet na te komen, zendt de ambtenaar het proces-verbaal van zijn bevindingen aan de Officier van Justitie.

  • 4.7 Over de afwikkeling van de verzuimkwestie worden de ouders of verzorgers en de betrokken school of instelling door de ambtenaar geïnformeerd.

  • 4.8 In het kader van artikel 21 van de wet dient het hoofd van de school de ambtenaar van de woongemeente van de jongere in kennis te stellen in geval er sprake is van verzuim van drie opeenvolgende schooldagen of indien dit verzuim gedurende een periode van vier opeenvolgende lesweken meer dan 1/8 deel van de les- of praktijktijd is geweest.

    Wanneer de mate van verzuim zorgwekkend lijkt te zijn/worden (bijv. onduidelijk, regelmatig ziekteverzuim) wordt dit eveneens gemeld aan de leerplichtambtenaar, dit in het kader van de maatschappelijke zorgtaak.

  • 4.9 Zodra de ambtenaar kennis neemt van schoolverzuim dat niet door de school gemeld is, stelt hij een onderzoek in naar de reden waarom de school het verzuim niet heeft gemeld.

  • 4.10 Met de directies van scholen in de gemeente Leeuwarden worden afspraken gemaakt over:

    • -

      de wettelijk verplichte meldingen van in- en afschrijvingen;

    • -

      een sluitende regionale registratie van voortijdige onderwijsverlaters;

    • -

      de inspanningsverplichting van de school bij verwijzing naar en plaatsing op een andere school na verwijdering van een (partieel) leerplichtige leerling;

    • -

      de af te sluiten contracten en leerovereenkomsten (artikel 3a vervangende leerplicht, en artikel 3b, vervangende leerplicht laatste schooljaar).

  • 4.11 Blijkt aan een directeur van een school of instelling dat een leerling door afwijkend gedrag en/of slechte leerprestaties voortijdig het onderwijs dreigt te verlaten dan kan de directeur hiervan melding doen bij de leerplichtambtenaar bij de centrumgemeente Leeuwarden in geval van (partieel) leerplichtigen en/of bij het Regionale Meld- en Coördinatiepunt voortijdig schoolverlaten Regio Noord-Friesland.

Artikel 5 Absoluut schoolverzuim

  • 5.1 Indien blijkt dat een leerplichtige of partieel leerplichtige jongere niet als leerling is ingeschreven, zonder dat een grond voor vrijstelling aanwezig is, stelt de ambtenaar vanwege burgemeester en wethouders een onderzoek in en legt hiervan een dossier aan. Hij hoort de in artikel 2, lid 1 Leerplichtwet bedoelde personen en tracht hen ertoe te bewegen hun verplichtingen na te komen. Van het onderhoud met de in artikel 2, lid 1 Leerplichtwet bedoelde personen maakt de ambtenaar een verslag.

  • 5.2 In door de ambtenaar te bepalen gevallen, kan door hem huisbezoek worden afgelegd.

  • 5.3 Zo nodig raadpleegt de ambtenaar een of meer aangewezen diensten of instellingen als bedoeld in artikel 8 van deze instructie.

  • 5.4 Blijkt aan de ambtenaar dat de in artikel l2, lid 1 Leerplichtwet bedoelde personen weigeren de jongere als leerling van de school, onderscheidelijk een onderwijsinstituut te laten inschrijven, zonder dat de jongere op grond van artikel 5, 5a of 15 Leerplichtwet van deze verplichting is vrijgesteld, dan zendt hij proces-verbaal van zijn bevindingen aan de Officier van Justitie.

Artikel 6 Kennisgeving aan de Raad voor de Kinderbescherming

  • 6.1 Indien de in artikel 2, lid 1 Leerplichtwet bedoelde personen reeds eerder zijn veroordeeld wegens het niet nakomen van de verplichtingen, zendt de ambtenaar een afschrift van het proces-verbaal aan de Raad voor de Kinderbescherming.

  • 6.2 Met de Raad voor de Kinderbescherming wordt in voorkomende gevallen overleg gevoerd over de aanpak van het verzuim en daarmee samenhangende problemen.

  • 6.3 Heeft het verzuim een, naar het oordeel van de ambtenaar, zodanig zorgelijk karakter dat de mogelijkheid van gedwongen hulpverlening moet worden overwogen, dan overlegt hij met de Raad voor de Kinderbescherming en vraagt zonodig een gezinsonderzoek in te stellen.

Artikel 7 Kennisgeving aan de Inspectiedienst van het Ministerie van SZW

  • 7.1 Indien aan de ambtenaar blijkt dat een jongere in strijd met de voorschriften van de Arbeidtijdenwet arbeid verricht, geeft hij hiervan terstond kennis aan het districtshoofd van de Inspectiedienst van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (artikel 23 Leerplichtwet).

Artikel 8 Aanwijzing van diensten en instellingen

  • 8.1 De ambtenaar voert zo vaak als hij dit voor het uitoefenen van zijn taak nodig acht overleg met:

    • -

      de Raad voor de Kinderbescherming;

    • -

      het Bureau Vertrouwensartsen;

    • -

      de Geneeskundige - en Gezondheidsdienst;

    • -

      de politie;

    • -

      de Officier van Justitie;

    • -

      de Arbeidsinspectie;

    • -

      de inspecteur van het onderwijs;

    • -

      instellingen voor jeugdhulpverlening in de regio zoals de Stichting Jeugdzorg Friesland, RIAGG, HWL, Sociaal Pedagogische Dienst;

    • -

      de Onderwijsbegeleidingsdienst;

    • -

      de scholingsvormen waar jongeren in het kader van de partiële leerplicht of vervangende leerplicht aan kunnen deelnemen;

    • -

      alle overige instellingen die zich op het onderwijsterrein en de jeugdzorg bewegen.

Artikel 9 Samenwerking met ambtgenoten

  • 9.1 De ambtenaar pleegt zo vaak als noodzakelijk is overleg met ambtgenoten uit andere gemeenten. In dit geval wordt in individuele gevallen overleg gevoerd met:

    • -

      het verlenen van verlof aan leerlingen die buiten hun woongemeente een school bezoeken;

    • -

      het behandelen van verzuimmeldingen betreffende leerlingen die buiten hun woongemeente een school bezoeken.

  • 9.2 De ambtenaar werkt samen met zijn ambtgenoten in omliggende gemeen-ten. De samenwerking strekt zich in ieder geval uit tot het maken van afspraken over:

    • -

      de toepassing van artikel 14, lid 3 Leerplichtwet;

    • -

      de wijze waarop contact wordt onderhouden met de Officier van Justitie in het kader van de toepassing van artikel 22 Leerplichtwet.

  • 9.3 In samenwerking met de ambtenaren van de gemeenten in de regio Noord Friesland worden werkafspraken gemaakt met betrekking tot de toepassing van de artikelen 13a en 14 van de Leerplichtwet. De ambtenaar bevordert het gelijkelijk toepassen van de richtlijnen en stemt voorlichting hierover af met de andere gemeenten.

  • 9.4 De ambtenaar onderneemt activiteiten gericht op het terugdringen van het voortijdig onderwijsverlaten (zoals opgenomen in de nota "Een goed voorbereide start", kamerstukken 22994, die in oktober 1993 tegelijk met de voorstellen tot wijziging van de Leerplichtwet in de Tweede Kamer is behandeld).

  • 9.5 De ambtenaar levert een bijdrage aan de uitvoering van de beleidsnota Leerplicht en Leerlingenzorg.

Artikel 10 Vervangende leerplicht

  • 10.1 Wanneer ouder(s)/verzorger(s) een verzoek indienen tot vervangende leerplicht neemt de ambtenaar dit verzoek in behandeling, hoort hen, de jongere en het hoofd van de school. Bij vervangende leerplicht, gevraagd voor het laatste schooljaar, wordt ook iemand van de instelling waar de jongere geplaatst wenst te worden, gehoord. Daarna pleegt hij overleg met de Inspectiedienst van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Indien een instelling van maatschappelijke zorg bij de begeleiding van de jongere is betrokken wordt ook zij gehoord. Na het plan van aanpak te hebben getoetst beslist de ambtenaar over het verzoek.

Artikel 11 Vrijstelling van de leerplicht

  • 11.1 De ambtenaar neemt verzoeken voor volledige vrijstelling van de leerplicht, artikel 5, in behandeling. Alvorens te beslissen wordt advies gevraagd aan de in bijlage 2 vermelde deskundige.

Artikel 12 Volgen van ander onderwijs

  • 12.1 Wanneer ouder(s)/verzorger(s) een verzoek tot vrijstelling wegens het volgen van ander onderwijs neemt de ambtenaar dit verzoek in behandeling, hoort hen, de jongere en het schoolhoofd van de school waar de jongere voor het laatst onderwijs heeft gevolgd. In het kader van het bevorderen van het behalen van een minimale startkwalificatie, dient de ambtenaar na te gaan of de jongere op andere wijze voldoende onderwijs volgt (Regionale Meld- en Coördinatiepunt voortijdig ongekwalificeerd schoolverlaten). Daarna beslist de ambtenaar over het verzoek.

Artikel 13 Verwijdering

  • 13.1 De ambtenaar bevordert dat een leerplichtige leerling die door een school of instelling verwijderd dreigt te worden in een zo vroeg mogelijk stadium bij hem wordt gemeld. In overleg met de betreffende school of instelling roept hij de leerling en/of de verantwoordelijke personen op en tracht de betrokken leerling een passende vervolgopleiding te doen volgen. Waar nodig werkt hij hiertoe samen met de in artikel 8 van deze instructie bedoelde diensten en instellingen.

Artikel 14 Jaarverslag

  • 14.1 De ambtenaar levert de noodzakelijke gegevens aan burgemeester en wethouders in verband met het jaarlijks voor 1 oktober uit te brengen verslag aan de gemeenteraad.

  • 14.2 De ambtenaar levert de noodzakelijke gegevens aan burgmeester en wethouders in verband met het jaarlijks aan de minister uit te brengen verslag inzake de omvang en behandeling van het schoolverzuim.

Artikel 15 Slotbepaling

  • 15.1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 1996.

  • 15.2 De regeling wordt aangehaald als "Instructie voor de leerplichtambtenaar".