Grondstoffenbeleidsplan 2024-2027

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Grondstoffenbeleidsplan 2024-2027

Zaaknummer: 0000603517

De raad van de gemeente Dijk en Waard;

gelet op:

  • Wet Ahri

  • Wet milieubeheer - Titel 10.4. Het beheer van huishoudelijke en andere afvalstoffen (artikel 10:23 eerste lid, 10:24 tweede lid, 10:25 en 10:26 eerste lid)

  • Gemeentewet, artikel 147

besluit:

  • 1.

    Het Grondstoffenbeleidsplan Dijk en Waard 2024-2027 vast te stellen.

  • 2.

    Binnen het Grondstoffenbeleidsplan te kiezen voor een ambitie van maximaal 100 kg fijn restafval en maximaal 20 kg grof restafval per jaar per bewoner in 2027, en/of een scheidingspercentage te behalen van 80%. En hiertoe inwoners met behulp van heldere communicatie toe te bewegen. Daarbij de frequentie voor de afvalinzameling aan huis als volgt vast te stellen: Restafval 1x per 4 weken, GFT 1x per 2 weken, PMD 1x per 2 weken op een vaste dag in de week en Grof huishoudelijk afval 1x per 4 weken.

  • 3.

    De Afvalstoffenverordening Dijk en Waard 2024 vast te stellen.

Duurzaam afvalbeheer Dijk en Waard

Een herkenbaar en eenduidig afvalbeheer binnen dorpen en wijken van de gemeente Dijk en Waard. Samen gaan voor minder restafval en meer recyclebare – zuivere – grondstoffen.

Positionering beleid

afbeelding binnen de regeling

1 Aanleiding

Per 1 januari 2022 zijn de gemeenten Langedijk en Heerhugowaard gefuseerd en is de nieuwe gemeente Dijk en Waard ontstaan. Per 1 januari 2022 zijn de tarieven voor de afvalinzameling tussen de voormalige gemeenten geharmoniseerd. In heel Dijk en Waard gelden nu dezelfde tarieven voor de afvalstoffenheffing per heffingscategorie (eenpersoonshuishoudens en meerpersoonshuishoudens). Ook is een gelijkluidend juridisch kader, in de vorm van de afvalstoffenverordening en het daarbij behorende uitvoeringsbesluit voor Dijk en Waard, vastgesteld.

De achterliggende beleidsdocumenten en inzamelfrequentie zijn echter nog niet aangepast, waardoor er verschillen zijn binnen de dorpen en wijken van Dijk en Waard. Het verschil in beleid en uitvoering moet voor 1 januari 2024 zijn geharmoniseerd.

In dit eerste grondstoffenbeleidsplan Dijk en Waard worden de ambities, maatregelen en beleidskeuzes die in de voormalige gemeenten Langedijk en Heerhugowaard van kracht waren, samengevoegd, geharmoniseerd en geactualiseerd. Het geeft richting aan de koers voor het huishoudelijk afvalbeheer in de gemeente voor de jaren 2024 tot en met 2027. De insteek is dat huishoudens in Dijk en Waard, per soort woning (laagbouw of hoogbouw), dezelfde mogelijkheden en service krijgen voor het aanbieden en scheiden van hun afval.

Hierdoor schept de gemeente kansen voor een actieve, gestructureerde en geüniformeerde aanpak en ontwikkeling van het grondstoffenbeleid. Dit beleidsplan is geschreven vanuit het perspectief anno vandaag, waarbij continue aandacht is voor innovaties binnen het dynamische beleidsterrein van afval en grondstoffen.

2 Analyse

2.1 Huidige situatie afvalbeheer

2.1.1 Inzameling voormalige gemeenten Langedijk en Heerhugowaard

In onderstaande tabel is per categorie (afvalstroom) aangegeven welke inzamelstructuur nu aanwezig is. Verschillen in de inzamelstructuur moeten bij het vaststellen van het voorliggende grondstoffenbeleidsplan Dijk en Waard 2024-2027 worden gelijkgetrokken. Bij het hoofdstuk over beleid wordt daarom de inzamelstructuur voor Dijk en Waard aangegeven.

Categorie

Voormalige gemeente Langedijk

Voormalige gemeente Heerhugowaard

Restafval

1x per 3 weken aan huis

1x per 2 weken aan huis

GFT

1x per 3 weken aan huis

1x per 2 weken aan huis

PMD

1x per 3 weken aan huis

  • 1x per 2 weken aan huis

  • Verzamelcontainer bij winkelcentra

Oud papier en karton (OPK)

  • In delen van dorpen 1x per 4 weken nabij huis ingezameld door inzamelende verenigingen (soms 1x per week)

  • Verzamelcontainer op het Afvalscheidingsstation

  • 1x per 4 weken nabij huis ingezameld door inzamelende verenigingen

  • Verzamelcontainer op het Afvalscheidingsstation

  • Verzamelcontainers in de wijk en bij winkelcentra

Glas

  • Verzamelcontainers bij winkelcentra

  • Verzamelcontainer op het Afvalscheidingsstation

  • Verzamelcontainers in de wijk en bij winkelcentra

  • Verzamelcontainer op het Afvalscheidingsstation

Textiel

  • 1x per kwartaal inzameling door charitatieve instellingen

  • Verzamelcontainer op het Afvalscheidingsstation

  • 1x per kwartaal inzameling door charitatieve instellingen

  • Verzamelcontainer op het Afvalscheidingsstation

  • Verzamelcontainers bij afvalinzamelpunt in de wijken en bij winkelcentra

Overig afval en grondstoffen

  • Beperkt aantal onderdelen van het grof huishoudelijk afval 1x per 4 weken aan huis ingezameld.

  • Afvalscheidingsstation

  • Beperkte aantal onderdelen van het grof huishoudelijk afval 1x per 4 weken aan huis ingezameld

  • Afvalscheidingsstation

2.1.2 Resultaten afvalinzameling 2022

Dijk en Waard heeft per 1 januari 2022 bijna 88.000 inwoners die samen ruim 35.000 huishoudens vormen. Van deze huishoudens woont ongeveer 80% in laagbouw woningen en 20% hoogbouw / gestapelde bouw. In 2022 is per inwoner 175 kg fijn huishoudelijk restafval ingezameld en 30 kg grof huishoudelijk restafval. Het scheidingspercentage van afval en grondstoffen in gemeente Dijk en Waard is 62% (2022).

Het resultaat van de afvalscheiding Dijk en Waard is een samenvoeging van het effect van het beleid en inzameling in de beide voormalige gemeenten Langedijk en Heerhugowaard. Om de resultaten van 2022 te kunnen vergelijken met voorgaand jaren zijn de resultaten van beide afzonderlijke gemeente samen omgerekend naar een totaal voor Dijk en Waard.

afbeelding binnen de regeling

Grafiek: Dijk en Waard - Ingezamelde hoeveelheid huishoudelijk restafval (fijn en grof) per inwoner per jaar. NB in de jaren 2021 en 2022 is meer restafval ingezameld vanwege de coronamaatregelen. 2022 is daarom meer te vergelijken met 2019 als het gaat om hoeveelheden en samenstelling.

De dorpen waar de inzamelfrequentie 1x 3 weken is scoren wat betreft het fijne huishoudelijk afval beter, dan waar alles 1x per 2 weken wordt ingezameld. Dit is gebaseerd op het resultaat in 2019 (voor corona), waarbij in de voormalige gemeente Langedijk 160 kg per inwoner is ingezameld en in de voormalige gemeente Heerhugowaard 185 kg per inwoner. Omgerekend naar de Dijk en Waard verhoudingen is dit 176 kg per inwoner en daarmee vergelijkbaar met 2022. In beide gemeenten was toen de PMD-afvalbak aan huis al ingevoerd.

In de voormalige gemeente Langedijk wordt gemiddeld 25 kg per inwoner minder fijn huishoudelijk restafval ingezameld en 12 kg meer grof huishoudelijk afval, dan in de voormalige gemeente Heerhugowaard. Dit komt met name door het verschil in inzamelfrequentie van restafval, een andere wijze van het inzamelen van grof huishoudelijk afval in de wijk (minder scheiden) en afspraken met kringloopwinkels over het storten op het afvalscheidingsstation.

afbeelding binnen de regeling

Grafiek: Uitsplitsing per (voormalige) gemeente van de ingezamelde hoeveelheid huishoudelijk restafval (fijn) per inwoner per jaar. NB in de jaren 2021 en 2022 is meer restafval ingezameld vanwege de coronamaatregelen. 2022 is daarom meer te vergelijken met 2019 als het gaat om hoeveelheden en samenstelling.

afbeelding binnen de regeling

Grafiek: Hoeveelheid grondstoffen die per inwoner in 2022 gescheiden zijn ingezameld (positief getal) en wat nog in het restafval aanwezig is (negatief getal). GFT – Groente, fruit, etensresten en tuinafval, PMD – Plastic, blik (metaal) en drinkpakken, OPK – Oud papier en karton. De getoonde percentages geven aan hoeveel van het totaal gescheiden is aangeboden.

Een overzicht van de resultaten voor GFT, PMD, OPK en glas (2018-2021) is opgenomen in bijlage 1.

2.1.3 Sorteeranalyse fijn huishoudelijk restafval

De meest recente analyse van de samenstelling van het restafval is in beide voormalige gemeenten uitgevoerd na het invoeren van de PMD afvalbak aan huis. Na die tijd zijn er geen grote aanpassingen geweest van de afvalinzameling. Van het aangeboden fijn huishoudelijk restafval in 2022 (175 kg ) is slechts 35 kg afval (hygiënisch papier en restafval) dat op dit moment niet gescheiden kan worden ingezameld. Alle andere afvalstromen (grondstoffen) kunnen gescheiden worden aangeboden. Dit biedt voldoende mogelijkheid om meer grondstoffen uit het restafval te halen.

afbeelding binnen de regeling

Grafiek: Dijk en Waard – Samenstelling fijn huishoudelijk restafval

Zoals gezegd is sprake van een groot verbeter potentieel. Daarbij is het echter van belang om haalbare doelen te stellen én dat er een integraal afvalbeheerbeleid (inclusief flankerende instrumenten als communicatie en handhaving) wordt gevoerd. Ook is het een illusie dat alle inwoners van Dijk en Waard zijn te motiveren om 100% aan afvalscheiding te doen. Het theoretische minimum van 35 kg fijn restafval is niet haalbaar. Verder is het van belang om te kijken wat het te overbruggen verschil is tussen de huidige situatie (ca.160 kg voor inwoners van de voormalige gemeente Langedijk en ca. 185 kg voor inwoners van de voormalige Heerhugowaard) en het te stellen doel. Bij een te groot verschil kan ook de verandering, door in te voeren maatregelen, voor inwoners te groot zijn. Bij het bepalen van de ambities moet hier rekening mee worden gehouden.

2.2 Relevante ontwikkelingen en (wettelijke) kaders

2.2.1 Naar een circulaire economie

Door toenemende welvaart worden essentiële grondstoffen steeds schaarser en raken bronnen uitgeput. Een schaarste die leidt tot speculatie, prijsfluctuatie en leveringsonzekerheid. Het continu afdanken van materialen en producten als restafval, vaak na kortstondig gebruik, draagt bij aan het uitputten van primaire grondstoffen en zorgt dat afval in onze leefomgeving terechtkomt. Dit beschadigt en verandert natuurlijke systemen.

Voor een structurele oplossing is een aanpak, gericht op een circulaire economie, nodig. De overgang van een lineaire economie (grondstof winnen, produceren, consumeren, afdanken en vernietigen) naar een circulaire economie, waarbij grondstoffen in het systeem blijven, is cruciaal voor een duurzame welvaartsgroei.

In een circulaire economie wordt niet geput uit niet hernieuwbare bronnen (metaal, aardolie, mineralen) of worden geen stoffen gebruikt die een ingrijpende negatieve invloed op onze leefomgeving hebben (zoals microplastics, gifstoffen, CO2).

De circulaire economie berust op 3 denkrichtingen:

  • 1.

    Slim ontwerpen. Producten zó ontwerpen dat ze na hun gebruiksduur ingezet kunnen worden voor hergebruik of als onderdeel van een nieuw product.

  • 2.

    Circulair omgaan met grondstoffen. Dit betekent dat de grondstofstromen op verschillende manieren hergebruikt worden. Dit kan in verschillende vormen: het voorkomen van onnodig gebruik van grondstoffen, producten zelf hergebruiken , of de grondstoffen uit het product opnieuw gebruiken.

  • 3.

    De BiobasedEconomy (BBE) is een economie die gewassen en reststromen uit de landbouw en voedingsmiddelenindustrie inzet voor niet-voedseltoepassingen. Zo wordt niet langer gebruik gemaakt van grondstoffen, waarvan maar een beperkte hoeveelheid beschikbaar is. Plantaardige producten vallen na levensduur uiteen in natuurlijke componenten.

In dit grondstoffenbeleidsplan ligt de nadruk op denkrichting 2: het circulair omgaan met grondstoffen.

2.2.2 LAP 3 en Landelijk programma Nederland Circulair

In het Landelijk AfvalbeheerPlan (LAP) is het nationaal afvalstoffenbeleid voor de komende jaren uitgestippeld. Het Nederlandse afvalstoffenbeleid is, sterker dan voorheen gericht op preventie van afval (voorkomen) en het beperken van de milieudruk. Conform het LAP worden gemeenten geacht gezamenlijk een hoog scheidingsresultaat te halen.

In 2016 heeft de landelijke overheid een rijks breed programma gepresenteerd met de naam: Nederland Circulair 2050. Het programma bouwt voort op de groene groeiprogramma’s Van Afval Naar Grondstof (VANG), het Recycleconvenant en de Biobased Economy, die zich richten op de transitie van fossiele grondstoffen naar biomassa als grondstof.

Concreet betekent dit dat in 2050 grondstoffen efficiënt worden ingezet en hergebruikt, zonder schadelijke emissies naar het milieu. De ambitie van het kabinet is om samen met maatschappelijke partners in 2030 een (tussen) doelstelling te realiseren van 50% minder gebruik van primaire grondstoffen (mineraal, fossiel en metalen).

2.2.3 Producentenverantwoordelijkheid

In de transitie naar de circulaire economie wordt steeds meer verantwoordelijkheid bij pro-ducenten gelegd. Vanuit de Europese Unie zijn er al richtlijnen die uitgaan van een producentenverantwoordelijkheid ten aanzien van het ontwerp en de herbruikbaarheid van hun producten. Dit is al vastgelegd voor producenten van auto’s, banden, elektronica, verpakkingen en batterijen, etc. De Rijksoverheid onderzoekt manieren om de producentenverantwoordelijkheid in Nederland verder uit te bouwen. Hier wordt gedacht aan: prikkels voor circulair ontwerpen, wettelijke eisen voor hoogwaardig hergebruik of het verplicht terugnemen van het af te danken product.

Ook met deze invulling van de producentenverantwoordelijkheid wordt de rol en de ‘zorg’ van de gemeente eerder verzwaard en complexer dan verlicht en vereenvoudigd. In veel gevallen wordt de producenten verantwoordelijkheid nog vertaalt in een financiële verantwoordelijkheid, bijvoorbeeld in de vorm van een vergoeding voor het inzamelen van plastic verpakkingen. Daarbij krijgt de gemeente ook de verantwoordelijkheid over de communicatie (wat hoort waar en waarom is gescheiden inzameling goed). Een boodschap die niet altijd even makkelijk en duidelijk te brengen is. Waarbij de gemeente geen grip heeft op welke producten (verpakkingen) op de markt worden gebracht en welke daarvan goed zijn te recyclen.

Het bedrijfsleven en de gemeenten (o.a. via de VNG) zullen daarom ook in de toekomst afspraken maken over de verhouding tussen producentenverantwoordelijkheid en het politiek primaat van de gemeenten voor het beheer en de inrichting van de openbare ruimte. Het beheer van huishoudelijk afval blijft daarom een zorg voor gemeenten.

2.2.4 Verantwoordelijkheden en belangen van de gemeente?

De basis van het grondstoffenbeleidsplan is de zorgplicht die de gemeente heeft voor de inzameling van huishoudelijk afval en een maatschappelijke opdracht om bij te dragen aan de totstandkoming van een circulaire economie. De verantwoordelijkheid voor het inzamelen en verwerken van bedrijfsafval valt buiten de scope van het beleid.

Het grondstoffenbeleid staat niet op zichzelf, maar raakt ook andere beleidsterreinen. Het duidelijkst is de relatie tussen afvalstoffen, milieu en duurzaamheid.

Gemeenten hebben een belangrijke rol te vervullen in de landelijke omschakeling naar een circulaire economie, maar kunnen dit niet alleen. Dijk en Waard heeft verschillende verantwoordelijkheden en belangen in deze transitie, kort samengevat:

  • 1.

    Duurzaamheidsambities:

    • a.

      een toekomstbestendige economie en maatschappij

    • b.

      de gevoelde verantwoordelijkheid voor het doorgeven van een duurzame samenleving

  • 2.

    Gemeentelijk belang bij

    • a.

      Verminderde (financiële) kwetsbaarheid door actief beleid op (schaarse) grondstofstromen

    • b.

      Beperken van de gemeentelijke (verwerkings)lasten

    • c.

      Een schone en aantrekkelijke leefomgeving

3 Visie en ambities

Hoe kijkt de gemeente op basis van (maatschappelijke) ontwikkelingen en kaders aan tegen het inzamelen en verwerken van het huishoudelijke afval. Dit is samengevat verwoordt in de grondstoffenvisie. Deze visie dient bij (toekomstige) vraagstukken over beheer en uitvoering van het afvalbeheer als richtlijn.

3.1 Grondstoffenvisie

De komende decennia worden veel grondstoffen schaarser, waardoor grondstofprijzen verder stijgen. Daarnaast neemt de milieudruk toe, door het steeds produceren en delven van nieuwe grondstoffen. Dijk en Waard realiseert zich dat we als samenleving tegen de milieugrenzen aanlopen van een gezonde leefomgeving (“planetary boundries”).

Dijk en Waard stimuleert en motiveert haar inwoners om hun afval te scheiden in grondstoffen en restafval. Hierdoor draagt Dijk en Waard bij aan een duurzame samenleving en een circulaire economie. Het afvalbeheer (beleid) van de gemeente draagt op een positieve manier bij aan het duurzame en toekomstbestendige karakter van Dijk en Waard.

We zetten via belangenbehartigers, zoals de VNG en NVRD, in op de uitbreiding van producentenverantwoordelijkheid voor consumptiegoederen en verpakkingen. We zetten in op toekomstbestendig hergebruik van waardevolle producten en materialen. We investeren niet in laagwaardige recycling met het risico dat ongezonde stoffen alsnog in het milieu terechtkomen of waarover nog onduidelijkheid is in het kader van producentenverantwoordelijkheid.

3.1.1 Inwoner als succesfactor

Zonder de inzet en betrokkenheid van inwoners, gaat de overgang naar een duurzamer afvalbeheer niet lukken. Bij de uitvoering van maatregelen zijn de betrokkenheid, een meewerkende houding en veranderend gedrag van inwoners bepalend voor het behalen van ambities en doelstelling. Inspelen op het persoonlijke belang en vertrouwen van de inwoners in een consequente scheiding en verwerking zijn essentieel.

Het doel is dat:

  • Inwoners afval scheiden in grondstoffen en restafval

  • Inwoners zijn geïnformeerd over afvalscheiding en hergebruik grondstoffen

  • Inwoners zijn gestimuleerd om restafval te voorkomen

  • Positieve resultaten uit het grondstoffenbeleid ten goede komen aan de inwoners van Dijk en Waard, via de afvalstoffenheffing.

3.1.2 Bronscheiding als basis

afbeelding binnen de regeling

De basis van de afvalinzameling bij onze afval- en grondstofverwerker (HVC) is bronscheiding waar dat kan. Als gemeente onderschrijven wij dit uitgangspunt en is ook in Dijk en Waard bronscheiding (niet vermengd met restafval) de basis. Nascheiding is een volwaardige techniek die de gemeente toepast waar bronscheiding (nog) niet mogelijk is, zoals bij hoogbouw. De nascheidingscapaciteit bij HVC is passend op dit uitgangspunt.

3.1.3 Focus op kwaliteit van recyclebare grondstoffen

Bij het vinden en selecteren van routes voor de be- en verwerking van (ingezamelde) grondstoffen wordt rekening gehouden met de uiteindelijke toepassing van de (gerecyclede) grondstoffen. Circulariteit geeft daarbij uiting aan de mate waarin deze secundaire grondstoffen optimaal en zo efficiënt mogelijk worden benut. Dus niet alleen nuttig worden toegepast, maar zo nuttig als mogelijk. Daarbij worden de principes van de ‘afvalhiërarchie’ toegepast zoals de Ladder van Lansink of het vergelijkbare ‘R-model’.

afbeelding binnen de regeling

3.1.4 Producenten verantwoordelijkheid

In een duurzame samenleving waar de circulaire economie een belangrijk uitgangspunt is, nemen fabrikanten hun verantwoordelijkheid. Minimaal daarbij is dat zij de kosten dragen voor inzamelen, hergebruiken en zo nodig verwijderen van hun producten en verpakkingsmaterialen.

Dijk en Waard is terughoudend als het gaat om investeren in nieuw op te zetten inzameling en verwerking van laagwaardige restproducten en materialen. Als voorwaarden geldt dat er tenminste duidelijkheid is rondom de milieuprestaties en wie verantwoordelijkheid draagt ten aanzien van de verwijdering en daarmee samenhangende kosten. Omdat het technisch kan, betekent nog niet dat wij het als gemeente ook allemaal aan de achterkant moeten doen. Focus (ver)leggen naar de voorkant van de keten (producenten). Daarbij vinden we het belangrijk dat de producent/ het bedrijfsleven zelf verantwoordelijkheid en het voortouw neemt (of krijgt). Als aan deze voorwaarden is voldaan zoeken wij naar slimme verbindingen en koppelkansen met bijvoorbeeld gemeentelijke inzameling of communicatie.

3.2 Ambities

Op basis van de grondstoffenvisie en analyse kunnen ambities worden gesteld voor de komende periode.

Het huidige scheidingspercentage van Dijk en Waard en hoeveelheid restafval veranderen zonder aanvullende (beleids)maatregelen niet. De ambities voor de hoeveelheid restafval (grof en fijn) uit de meest recente beleidsplannen zijn voor de voormalige gemeente Langedijk maximaal 100 kg in 2025 en voor de voormalige gemeente Heerhugowaard 150 kg per inwoner in 2021. In geen van de dorpen binnen de gemeente wordt/is deze ambitie op dit moment gehaald. Een trendbreuk is noodzakelijk om de ambities te bereiken.

Uit voorgaande grondstoffenbeleidsplannen is gebleken dat te kleine of losstaande maatregelen niet zorgen voor deze trendbreuk. Met meer communicatie of alleen een hogere service op grondstoffen, daalt de hoeveelheid restafval onvoldoende. Voor een trendbreuk moet worden ingegrepen op het inzamelsysteem voor restafval.

  • 1.

    Reductie van de hoeveelheid huishoudelijk restafval en verbetering van de scheiding van recyclebare grondstoffen. De daadwerkelijk te behalen resultaten in 2027 zijn afhankelijk van de gekozen strategie. Met een behouden strategie kan worden gestuurd op een ambitie van maximaal 170 kg huishoudelijk restafval (grof+fijn). Met een strategie die meer inspanning van inwoners vraagt lijkt een maximum van 140 kg per inwoner in 2027 haalbaar. Ten opzichte van het peiljaar 2022 is dit een reductie van ca. 18% - 30%.

  • 2.

    Inwoners zijn tevreden over de aanpak van de gemeenten en de geboden service en dienstverlening. De inwoners van Dijk en Waard zijn tevreden over het gemeentelijk afvalbeheerbeleid en de geboden voorzieningen om hun grondstoffen gescheiden aan te kunnen bieden. Een eventuele tijdelijke vermindering van deze tevredenheid (tijdens de invoerings- en gewenningsfase van nieuw beleid) wordt zoveel als mogelijk voorkomen, maar kan niet geheel worden uitgesloten. Doelstelling 2027: minimaal 75% van de inwoners van de gemeente is tevreden of meer dan tevreden met het cijfer 7 voor de totale dienstverlening.

  • 3.

    Afvalstoffenheffing is 100% kostendekkend. De kosten voor het huishoudelijk afvalbeheer worden gedekt door middel van de afvalstoffenheffing. De afvalstoffenheffing dekt de directe kosten, zoals inzameling en verwerken van huishoudelijk afval en indirecte kosten, zoals ICT, inning, overhead. Daarbij is sprake van door de gemeente zelf beïnvloedbare kosten zoals het serviceniveau, maar ook niet (direct) beïnvloedbare kosten zoals de Rijksbelasting op verbranden van restafval en de (markt)ontwikkelingen van grondstofprijzen van bijvoorbeeld glas en papier.

  • 4.

    De uitvoering van het huishoudelijk afvalbeheer is kosten-efficiënt. De door de gemeente beïnvloedbare kosten van het huishoudelijk afvalbeheer liggen in lijn met Dijk en Waard vergelijkbare referentie-gemeenten.

4 Beleid

4.1 Afvalbeheer

Bij de voorgestelde doelen (hoeveelheden en percentages) is uitgegaan van het feit dat het restafval van de Dijk en Waardse huishoudens nog een grote hoeveelheid herbruikbare grondstoffen bevat.

De bereidheid van inwoners om restafval te voorkomen en meer grondstoffen te sparen is cruciaal voor het behalen van de doelen. Bovendien wordt tegelijk met het verbeteren van de milieuprestaties financieringsruimte voor de benodigde maatregelen gecreëerd. Het verbranden van restafval is over het geheel bezien duurder dan het recyclen van grondstoffen.

Bij een goed gemeentelijk afvalbeheer (grondstoffenbeheer) is er balans tussen onderling samenhangende onderwerpen zoals: Milieu, Kosten en Service. Dit is de afvaldriehoek, zoals is weergegeven in de figuur.

Beleidskeuzes en uitwerking hebben tot doel een juiste mix te vinden van inzamelstructuur, de uitvoering van de inzameling, het acceptatiebeleid, participatie, marketing en voorlichting (communicatie), de handhaving en de registratie.

afbeelding binnen de regeling

De volgende figuur illustreert de samenhang in de horizontale (technische) afvalketen en de beleidscyclus waarmee het functioneren en presteren in deze keten wordt begeleid en gefaciliteerd.

afbeelding binnen de regeling

4.2 Kernpunten van de strategie

De opgave is om via de gekozen strategie een trendbreuk in het denken en handelen van inwoners tot stand te brengen om de ambities te kunnen waarmaken, ofwel: hoe behouden we zoveel mogelijk waardevolle grondstoffen en veroorzaken we zo weinig mogelijk restafval?

  • 1.

    Kiezen voor een inzamelsysteem met minder service op het restafval en meer service op grondstoffen. We willen het inwoners gemakkelijk maken om grondstoffen gescheiden aan te bieden (accomoderend beleid), terwijl het aanbieden van ongescheiden restafval juist wordt ontmoedigd (restrictief beleid). Ondersteund met flankerend beleid, zoals communicatie en handhaving.

  • 2.

    De inzamelmethode past bij de gebiedskenmerken en het bebouwingstype. Per gebieds- en bebouwingstype wordt het best inpasbare inzamelmodel gekozen, waarmee een optimale serviceprikkel wordt verkregen. Dit betreft laagbouw, hoogbouw en buitengebied.

  • 3.

    Regionale samenhang. We betrekken bij het de inzet van instrumenten (bijvoorbeeld communicatie, handhaving of acties rond consuminderen) de keuzes die buurgemeenten of HVC hebben gemaakt en zoeken naar mogelijkheden voor verdere afstemming en regionale samenwerking om de beleidseffectiviteit te vergroten.

  • 4.

    Coaching & Handhaving. Om bewoners nog gerichter te kunnen informeren en te motiveren – op een laagdrempelige manier – worden afvalcoaches ingezet. Zo zijn de coaches aanwezig bij informatiebijeenkomsten, bij de plaatsing van nieuwe containers en gaan ze langs bij mensen thuis.

    Ongewenst ‘afvalgedrag’ wordt zo veel mogelijk voorkomen met inzet van afvalcoaches en in sommige gevallen adequaat aangepakt. Vervuilers die afval dumpen in de openbare ruimte krijgen de rekening gepresenteerd. Afvalcoaches & handhaving maken integraal deel uit van het grondstoffenbeleid.

4.3 Overzicht in te zetten beleidsinstrumenten

De bereidheid van inwoners om restafval te voorkomen en meer grondstoffen te sparen is cruciaal. Het beleid van gemeente is erop gericht deze bereidheid te stimuleren. Om de doelstellingen ‘minder restafval, meer herbruikbare grondstoffen’ te bereiken heeft de gemeente verschillende (beleids)instrumenten tot haar beschikking om inwoners te motiveren om bewust met afval en grondstoffen om te gaan. Daarbij gaat het om overtuigen, faciliteren (verleiden), prijsprikkels en (als stok achter de deur) dwingen.

afbeelding binnen de regeling

Overtuigen

Met goede voorlichting worden de inwoners wegwijs gemaakt in de beschikbare inzamel-structuur of over de mogelijkheden om hun afvalaanbod te verminderen. In het verleden was communicatie rond huishoudelijk afval primair gericht op voorlichting over waar en wanneer afval kan worden aangeboden. Inmiddels is communicatie veel meer gericht op gedragsbeïnvloeding, waarbij diverse typen instrumenten en communicatiekanalen kunnen worden ingezet

Verleiden

De gemeente kan sturen door middel van de service en het beschikbaar stellen van voorzieningen voor restafval en grondstoffen. Bijvoorbeeld door het inwoners zo makkelijk mogelijk te maken om grondstoffen gescheiden aan te bieden en juist wat meer restrictief te zijn bij het aanbieden van restafval. Hieronder valt ook het onderdeel van hoe om te gaan met overlast (geur en ongedierte) door afval en hoe dit het gedrag van inwoners bepaalt.

Prijsprikkels

Het bieden van een prijsprikkel is een instrument om het aanbiedgedrag van afval te sturen. Het bieden van prijsprikkels, zoals een beloning of een lagere afvalstoffenheffing voor het scheiden van grondstoffen, of juist het extra moeten betalen voor het aanbieden van minder gewenste afvalstromen.

Afvalcoaches & Handhaving

Sluitstuk van goede communicatie over afvalscheiding en de geboden service- en prijsprikkels is de handhaving ervan. Dit is idealiter preventief en gericht op het gesprek met inwoners (afvalcoaches), maar kan ook repressief (handhaving) Voor een optimaal resultaat is het gewenst dat deze instrumenten zo helder en zuiver mogelijk kunnen worden ingezet.

4.4 Bron- en nascheiding

De gemeente staat voor de uitdaging om het doel “minder restafval en meer hergebruik van grondstoffen” te bewerkstelligen. Het op diverse wijzen sturen (faciliteren, overtuigen of indien nodig dwingen) op afval-aanbiedgedrag van inwoners is daarbij een belangrijk instrument. Het combineren van de mogelijkheden van bronscheiding én nascheiding lijkt daarbij de beste optie te zijn. Bronscheiding blijft het uitgangspunt, waarbij nascheiding als aanvulling wordt ingezet.

Bronscheiden

  • Bevordert de bewustwording over de waarde van grondstoffen.

  • Consequenties van het eigen inkoopbeleid van inwoners beter zichtbaar.

  • Schonere en daarmee beter herbruikbare grondstoffen. Het verder bewerken en recyclen van de schonere grondstoffen (zonder vervuiling van nat organisch materiaal) kan daardoor gemakkelijker.

  • Betere sturingsmogelijkheden op het afvalaanbiedgedrag van inwoners. Door onderscheid te maken tussen gewenste grondstoffen en ongewenst restafval kunnen service- en prijsprikkels effectiever worden ingezet.

Als nadeel van bronscheiding geldt het extra ruimte beslag door (extra) container(s) aan huis of verzamelcontainer in de wijk. Bronscheiding vergt hiermee een investering (in ruimte en handelingen) van de inwoner.

Nascheiden

  • Als (technische) achtervang om PMD en oud ijzer uit het restafval te scheiden.

  • Alleen voor restafval uit gebiedstypen waar de mogelijkheden voor bronscheiding beperkt zijn.

  • Voor het huishoudelijk restafval met bronscheiding, zijn extra nascheidingsinspanningen (en kosten) minder of zelfs niet noodzakelijk.

  • Het goed nascheiden van GFT uit restafval is (nog) niet mogelijk.

  • Door het poreuze karakter van OPK en textiel is nascheiding ook niet mogelijk.

Wat vandaag nog onmogelijk lijkt, is in de nabije toekomst misschien volstrekt normaal. We blijven daarom de komende jaren de ontwikkelingen op het gebied van nascheiden actief volgen.

4.5 Verschillende inzamelsystemen

Voor het invullen van de gekozen strategie en de inzet van de beleidsinstrumenten, waarbij een trendbreuk in afvalscheiding noodzakelijk is, moet worden gekozen voor een ander inzamelsysteem. Op basis van resultaten bij andere gemeenten zijn er drie systemen die een trendbreuk kunnen veroorzaken. Allemaal hebben ze als basis dat het een verandering is voor het aanbieden van restafval. Hier willen we namelijk een vermindering in aanbrengen, dus moeten we ook hierop gaan sturen.

  • Frequentie verlagen voor inzamelen restafval

  • Omgekeerd inzamelen (restafval op afstand en grondstoffen aan huis)

  • Prijsprikkel op aanbieden van restafval

Een toekomstbestendig stappenplan is mogelijk. De opties (voor een trendbreuk) zijn na elkaar en in willekeurige volgorde in te voeren. Hierbij is het wel van belang dat een optie tijd moet krijgen om effect te hebben. Inwoners moeten aan de verandering kunnen wennen. Daarna kan worden gekeken naar aanvullende of noodzakelijke maatregelen om de hoeveelheid restafval verder omlaag te brengen.

Uit de analyse van de inzamelresultaten blijkt dat met de huidige inzamelsystemen de gestelde doelen niet worden gehaald. Om deze reden is in het afvalbeheerplan van de voormalige gemeente Langedijk de keus gemaakt om over te stappen op omgekeerd inzamelen (restafval op afstand) en GFT en PMD vaker aan huis te gaan inzamelen. In het grondstoffenbeleidsplan van de voormalige gemeente Heerhugowaard zijn geen keuzes gemaakt wat de volgende stap zou kunnen zijn om te komen tot een beter scheidingsresultaat.

Aangezien er een verschil zit tussen de inzamelfrequenties en daardoor ook inzamelresultaten van de beide voormalige gemeenten, wordt opnieuw bekeken welke inzamelsysteem op dit moment het beste past bij de situatie Dijk en Waard.

4.5.1 Samenhang resultaten en inzamelsysteem

Op basis van benchmarkresultaten is een overzicht opgesteld (door HVC) om te kunnen laten zien wat de relatie is tussen inzamelprofielen en hoeveelheid ingezameld huishoudelijk restafval (fijn en grof). Dit geeft ook een goed beeld van te verwachten resultaten wanneer wordt overgestapt naar een ander inzamelprofiel.

De voormalige gemeente Langedijk (blauwe lijn) scoorde in 2019 nog boven in de box van profiel 2, omdat de meeste gemeente met dit profiel een frequentie van 1x per 4 weken hanteren. De voormalige gemeente Heerhugowaard (groene lijn) scoorde in 2019 onderaan de box van profiel 1, omdat op de overige grondstoffen een relatief hoge service zit.

Uit de analyse en het overzicht is de conclusie te trekken dat het heel lastig is om onder de 100 kg te komen zonder een vorm van financiële prikkel.

Ook is te zien dat een goed doorgevoerde frequentie verlaging van restafval beter kan scoren dan omgekeerd inzamelen. Het is daarom ook niet zeker dat in de huidige situatie, het invoeren van omgekeerd inzamelen, een grotere daling van het restafval veroorzaakt, dan het doorpakken op de frequentie aanpassing.

afbeelding binnen de regeling

Grafiek van hoeveelheden huishoudelijk restafval (fijn en grof) per inzamelsysteem (profiel). Per profiel is aangegeven waar het zwaartepunt ligt van de onderzochte gemeenten (weergegevens als blokken). Per profiel geeft de verticale lijn de minimaal en maximaal behaalde resultaten aan. Peiljaar is 2019.

4.5.2 Frequentie op restafval verlagen (profiel 2)

  • inzamelfrequentie van grondstoffen en het restafval aanpassen

  • invoeren relatief eenvoudig €

Het doel moet zijn om met het verlagen van de frequentie van het restafval, bewoners te motiveren (sturen) om grondstoffen, zoals GFT, PMD, OPK en textiel minder vaak bij het restafval te doen. Als de frequentie van restafval niet of onvoldoende wordt aangepast, dan is het effect op het verminderen van restafval gering. Inwoners worden dan te weinig verleid om te breken met hun oude patroon en gewoonte.

4.5.3 Omgekeerd inzamelen (restafval op afstand, profiel 3)

  • restafval op afstand (ondergrondse container), grondstoffen aan huis

  • grijze container inzetten voor papier inzamelen

  • invoeren complexer €€€

Het restafval wordt niet meer aan huis opgehaald. Voor dit afval komen ondergrondse containers in de wijk te staan. De loopafstand moet de motivatie zijn om minder restafval te produceren. De vrijgekomen afvalbak voor restafval, kan worden ingezet voor het inzamelen van OPK aan huis. Ervaring leert dat inzamelen met een afvalbak aan huis meer grondstoffen oplevert. Dit is de keus die binnen het plan duurzaam afvalbeheer van de voormalige gemeente Langedijk is gemaakt.

4.5.4 Prijsprikkel op aanbieden restafval (profiel 4 en 5)

  • inwoners betalen per keer dat restafval wordt aangeboden via de afvalbak.

  • inwoners hebben direct grip op een deel van hun afvalkosten.

  • grondstoffen kunnen nog steeds kosteloos worden aangeboden.

  • invoeren (politiek) omvangrijk €€

Een inwoner betaalt per keer dat restafval wordt aangeboden via de aan huis inzameling. Op deze manier hebben inwoners grip op hun afvalkosten. Grondstoffen, zoals GFT, PMD en OPK kunnen nog steeds kosteloos worden aangeboden.

4.6 Geharmoniseerd inzamelsysteem

Tijdens een eerdere behandeling in de gemeenteraad eind 2022 heeft de gemeenteraad aangegeven meer inzicht te willen hebben in welke frequentie aansluit bij de behoefte en wensen van inwoners. Binnen Dijk en Waard is daarom een enquête uitgezet over het gebruik en wensen rond de afvalbakken aan huis. Bijna 3.400 huishoudens hebben de enquête volledig ingevuld (ca. 12% van alle laagbouwaansluitingen).

4.6.1 Inzamelsysteem

Op korte termijn (ingaan per 1-1-2024) lijkt het verlagen van de inzamelfrequentie voor restafval een haalbare stap. Het past binnen profiel 2 uit de analyse van HVC en sluit aan bij wat de meerderheid in de enquête Dijk en Waard heeft aangegeven bij de vraag, waarbij ze een keus moeten maken tussen een van de opties.

afbeelding binnen de regeling

4.6.2 Inzamelfrequentie die meest genoemd is in de enquête.

In een van de vragen is rechtstreeks gevraagd wat de gewenste inzamelfrequentie is. Kijkend naar de uitkomsten van deze vraag, valt op dat de meerderheid van de mensen de frequentie aangeeft, zoals ze dat nu gewend zijn.

Dus 1x per 2 weken in de voormalige gemeente Heerhugowaard en 1x per 3 weken in de voormalige gemeente Langedijk (behalve GFT). Bij deze vraag is geen koppeling gelegd tussen kosten, milieurendement of andere factoren, waardoor het maken van een afweging minder voor de hand ligt. Daarbij komt dat het bekend is dat mensen minder goed zijn in het veranderen of het beeldend kunnen krijgen van de impact van de verandering, zeker als het gaat om gewoontes en routines. Vasthouden aan de huidige routine lijkt dan de veiligste keus.

afbeelding binnen de regeling

Grafiek: De enquête uitkomst op de vraag ” Welke inzamelfrequentie (hoe vaak de afvalbakken worden geleegd) voor restafval, gft en PMD past bij uw manier van afval scheiden?“ uitgesplitst naar antwoorden binnen de voormalige gemeenten.

Op basis van de uitkomst van de vraag “wat willen inwoners”, zou het besluit kunnen worden genomen om weinig veranderingen door te voeren en te harmoniseren naar de meest genoemde frequenties.

De uitkomst is dan: Restafval 1x 2 weken, PMD 1x 2 weken en GFT 1x 2weken (het “Heerhugowaardse” systeem).

Kantekening hierbij is dat geen sturing (ambitie) is op het terugdringen van de hoeveelheid restafval en het scheiden van grondstoffen. Daarmee sluit het niet aan bij de eerder in dit grondstoffenplan geformuleerde ambitie en strategie. Het zorgt voor een gelijkblijvende hoeveelheid restafval in de gebieden van de voormalige gemeente Heerhugowaard en mogelijk een stijgende hoeveelheid in de gebieden die van 1x 3 weken inzameling restafval naar 1x 2 weken restafval gaan. Daarbij is een dergelijke aanpassing ook duurder, aangezien de afvalbakken in Dijk en Waard als totaal vaker worden geleegd.

Om meerdere redenen lijkt dit daarom geen wenselijke optie.

4.6.3 Geharmoniseerde inzamelfrequentie

Binnen de enquête zijn meer vragen gesteld over het gebruik van de afvalbakken aan huis. Dit heeft gezorgd voor meer input, waardoor een bredere kijk op de frequenties van de afvalinzameling ontstaat.

Bij het bepalen van de inzamelfrequentie is rekening gehouden met:

  • Ambitie voor het verminderen van restafval

  • Sorteeranalyse van het aangeboden restafval (wat zit er in de grijze bak)

  • Uitkomsten van de enquête 2023 Dijk en Waard

  • Conclusies van de enquête 2019 Langedijk

  • Ervaring bij de huidige inzameling in verschillende dorpen in Dijk en Waard

Het is aan de gemeenteraad om een nieuwe ambitie vast te stellen voor Dijk en Waard. Hoeveel restafval (grof en fijn) wil de gemeente per inwoner inzamelen en wat wil de gemeenteraad daarvoor “vragen” van de inwoners. Deze twee zaken zijn met elkaar verbonden. Om deze reden zijn een behouden ambitie aangegeven met de daaraan verbonden inzamelfrequenties en een ambitieuze ambitie. Het verschil in de uitwerking zit in de frequentie van het restafval.

Behouden ambitie

Een behouden doelstelling is om maximaal 170 kg restafval per inwoner te hebben in 2027. Hiervan is ongeveer 150 kg fijn en 20 kg grof huishoudelijk restafval. Het fijne restafval moet dan gemiddeld afnemen met 25 kg (ruim 17%). Het scheidingspercentage neemt toe tot ca. 68% (van 62%).

Met een dergelijke doelstelling wordt relatief weinig inspanning gevraagd van inwoners. In de dorpen waar de inzamelfrequentie nu 1x per 3 weken is voor restafval, wordt namelijk gemiddeld al ca. 160 kg fijn restaval ingezameld. Bij de gebieden waar de inzameling 1x per 2 weken is, is dat ca. 185 kg.

Voorgestelde (geharmoniseerde) inzamelfrequentie, behouden ambitie.

  • Restafval 1x per 3 weken

  • GFT 1x per 2 weken

  • PMD 1x per 2 weken

Restafval 1x per 3 weken:

  • Sluit redelijk aan bij de uitkomst van de enquête.

  • Kan gerealiseerd worden binnen de huidige budgetten en capaciteit. Er is geen aanpassing op de begroting nodig.

  • Heeft een positief effect op de hoeveelheid restafval en draagt daarmee bij aan de ambitie om de hoeveelheid restafval te verminderen.

GFT 1x 2 weken

  • Uit beide enquêtes komt naar voren dat de frequentie van 1x per 2 weken aansluit bij de behoefte van inwoners. Luisteren naar inwoners.

  • 1x per 3 weken in de winterperiode levert niet veel winst op. In de wintermaanden slaan inwoners vaak zelf al een moment over, waardoor minder afvalbakken hoeven te worden geleegd. Hierdoor kunnen inzamelroutes (wijken) worden gecombineerd en wordt bespaard op inzet.

PMD 1x 2 weken

  • PMD wordt gezien als geurbron, waardoor een lagere frequentie minder gewenst is.

  • Door de inzamelfrequentie van de PMD afvalbak op 1x per 2 weken te houden, is de capaciteit ruimschoots voldoende. Dit werkt positief bij de overstap naar een lagere frequentie voor restafval en inwoners meer PMD gaan scheiden.

  • PMD afvalbakken worden bij een frequentie van 1x 3 weken meer dan 50% al vol aangeboden. Een lagere inzamelfrequentie lijkt op dit moment daarom niet wenselijk.

Hoge ambitie

Een ambitieuze doelstelling is 140 kg per inwoner in 2027. Hiervan is ongeveer 120 kg fijn en 20 kg grof huishoudelijk restafval. Het fijne restafval moet dan afnemen met 55 kg (ruim 30%). Het scheidingspercentage neemt toe tot ca. 75% (van 62%). Hiervoor is het wel noodzakelijk dat aan de ambitie passende maatregelen worden gekoppeld, zoals een lagere inzamelfrequentie voor restafval.

(Geharmoniseerde) inzamelfrequentie, hoge ambitie.

  • Restafval 1x per 4 weken

  • GFT 1x per 2 weken

  • PMD 1x per 2 weken

Restafval 1x per 4 weken:

  • Kan gerealiseerd worden binnen de huidige budgetten en capaciteit. Er is geen aanpassing op de begroting nodig. Biedt enige speling in capaciteit, waardoor beperkte groei van de gemeente binnen de huidige capaciteit kan worden opgevangen.

  • Met een inzamelfrequentie van 1x per 4 weken worden alle inwoners in Dijk en Waard gestimuleerd om bewuster om te gaan met de capaciteit van de grijze afvalbak en dus beter te gaan scheiden.

  • Uit de sorteeranalyse blijkt dat slechts 35 kg echt restafval is en op dit moment nog niet gescheiden kan worden aangeboden.

  • Ervaringen uit omliggende gemeenten laten zien dat een frequentie van 1x per 4 weken kan. Bij gemeente in de regio, die werken met een recycletarief (diftar), wordt de grijze afvalbak gemiddeld 7x per jaar aangeboden. Dit komt overeen met een frequentie van ca. 1x per 7 weken.

  • Conclusie uit afvalenquête Langedijk 2019 is dat 83% aangeeft niet de volledige capaciteit voor de inzameling van restafval te gebruiken. “Het lijkt daarom gemakkelijk genoeg voor iedereen om al zijn afval hiermee kwijt te kunnen. De gemeente kan op basis hiervan ook overwegen de frequentie van inzamelen voor restafval (1x 3 weken) verder te verlagen.“

  • Resultaten uit de afvalenquête Dijk en Waard 2023 laten zien:

    • °

      In Heerhugowaard ruim 65% van de afvalbakken voor restafval minder dan ¾ vol wordt aangeboden. Voor Langedijk is dat 60%.

    • °

      In Heerhugowaard bijna 30% van de huishoudens voor restafval wel eens een aanbiedmoment overslaat.

afbeelding binnen de regeling

Grafiek: De enquête uitkomst op de vraag ”Hoe vol is uw afvalbak voor restafval (met grijze deksel) en PMD (oranje deksel) als u deze aan de weg zet?” uitgesplitst naar antwoorden binnen de voormalige gemeenten.

afbeelding binnen de regeling

Grafiek: De enquête uitkomst op de vraag ” Van welke bak slaat u wel eens een aanbiedmoment over? (meerdere antwoorden mogelijk)” uitgesplitst naar antwoorden binnen de voormalige gemeenten.

5 Aanvullende beleidsuitgangspunten

Naast de opgenomen grondstoffenvisie, de strategie en het inzamelsysteem, zijn er aanvullende beleidsuitgangspunten.

In dit hoofdstuk worden de hernieuwd vast te stellen regels opgesomd en zijn daarmee onderdeel van het beleidskader afvalinzameling Dijk en Waard. Het gaat hierbij met name om (praktische) beleidsregels die voortvloeien uit verplichtingen en te maken afspraken met derden, zoals ontwikkelaars of eigenaren. Nadere praktische uitwerking en onderbouwing van de beleidsregels ligt binnen de verantwoordelijkheid van de ambtelijke organisatie of worden voorgeschreven vanuit landelijke richtlijnen en voorschriften (bijvoorbeeld CROW). Hierbij moet worden gedacht aan welk type ondergrondse container wordt gebruikt of wat de eisen zijn voor de locatie van een ondergrondse container.

5.1 Toepassen inzamelsystemen bij nieuwbouw / herinrichting

  • Bij nieuwbouw of wijkrenovatie dient een centrale inzamelvoorziening (milieuparkje) te zijn opgenomen met ondergrondse containers met monostromen (glas, papier, PMD en textiel). Als streefnorm voor het plaatsen van papier- en glasbakken geldt: één papierbak en twee glasbakken (i.v.m. scheiding wit en bont glas) per 1000 huishoudens. Kosten aanschaf en plaatsing onder regie gemeente, komen ten laste van de gebiedsontwikkeling.

  • Bij nieuw te bouwen hoogbouw gelden de volgende inzamelvoorzieningen:

    • °

      Voor restafval een ondergrondse (pers)container. Hierbij kan worden uitgegaan van gemiddeld 40 aansluitingen bij een reguliere ondergrondse container (5m3) en gemiddeld 150 aansluitingen voor een perscontainer. Voor GFT per 40 aansluitingen een bovengrondse GFT cocon. Deze aantallen dienen als richtlijn. Per project wordt op basis van onder meer het type bewoning, de daadwerkelijk benodigde hoeveelheid bepaald.

    • °

      Kosten voor de aanschaf en plaatsing van de inzamelvoorzieningen komen ten laste van de ontwikkelaar of eigenaar. Wanneer het gaat om meerdere ontwikkelaars binnen een gebied en sprake is van tijdelijke overcapaciteit door het gebruik van een ondergrondse perscontainer, kan de betaling ook in de vorm van een afdracht per wooneenheid zijn. Na de eerste aanschaf vervallen de voorzieningen aan de gemeente. De gemeente draagt zorg voor het ledigen, onderhoud en op termijn vervanging van de voorzieningen.

  • Bij gebieden met een beperkte openbare ruimte, bij hoogbouw, zoveel als mogelijk gebruik maken van (geclusterde) ondergrondse (pers)containers. Doel is om het grondgebruik voor de afvalinzameling zo minimaal als mogelijk te laten zijn.

  • De loopafstand tot een locatie (ondergrondse container voor restafval) is, daar waar mogelijk maximaal 250 meter, waarbij gestreefd wordt naar 125 meter. De loopafstand wordt niet hemelsbreed gemeten. Bij hoogbouw wordt de loopafstand gemeten vanaf de dichtstbijzijnde in- of uitgang van het hoogbouwcomplex. Bij laagbouw wordt de loopafstand gemeten vanaf de (meest gunstige) erfgrens (een achterom telt daarbij mee).

  • Bij ontwerpen (plannen) voor nieuwbouw en herinrichting van wijken wordt op basis van de maximale loopafstand en capaciteit ruimte gereserveerd voor ondergrondse containers. Dit ter voorbereiding op een mogelijke invoering van omgekeerd inzamelen na 2027. Als voorlopig uitgangspunt voor de capaciteit wordt gerekend met 100 aansluitingen voor restafval.

  • Bij nieuwbouw of wijkherinrichting kan, als alternatief, bij laagbouw omgekeerd inzamelen worden toegepast, waarbij het restafval gaat naar ondergrondse containers (kosten aanschaf en plaatsing onder regie gemeente, ligt bij de ontwikkelaar of initiatiefnemer) op locatie in de openbare ruimte. Loopafstand maximaal 250 meter en capaciteit ca. 100 aansluitingen. Voor GFT en PMD geldt nog steeds de aan-huis inzameling met opstelplaatsen en afvalbakken.

5.2 Inzameling en service

  • Garantstellingsprijs OPK voor de verenigingen en organisaties, die namens de gemeente OPK inzamelen (op basis van overeenkomst), vaststellen op 3 cent per kilo. Dit was in Heerhugowaard al zo en in Langedijk was dit 2,5 cent. Dit houdt in dat ongeacht hoe laag de marktprijs voor OPK is, de verenigingen en organisaties altijd minimaal 3 cent per kilo ontvangen. Op deze manier wordt continuïteit nagestreefd in de inzameling van OPK.

  • De gemeente geeft medewerking aan eigenaren van bestaande hoogbouw, die op eigen verzoek over willen stappen van inpandige afvalberging naar een ondergrondse container. De medewerking is gebaseerd op het feit dat de eigenaar van het hoogbouwcomplex verantwoordelijk is voor opslag van het huishoudelijk afval (rolcontainers) op eigen terrein. Bij hoogbouw is dit vaak geregeld via een gezamenlijke inpandige berging, die op deze wijze, permanent, beschikbaar komt voor ander doel. Uitgangspunten voor het plaatsen van ondergrondse containers zijn:

    • °

      Per ca. 40 huisaansluitingen wordt een ondergrondse voorziening gerealiseerd voor het aanbieden van het huishoudelijk restafval (groen en grijs gemixt).

    • °

      De ondergrondse voorziening wordt aangeschaft en geleverd via de gemeente;

    • °

      De kosten van aanschaf en aanleg zijn voor rekening van de eigenaar (VvE). De kosten worden aan de hand van een offerte bepaald;

    • °

      De kosten voor onderhoud en vervanging zijn voor rekening van de gemeente;

    • °

      Plaatsing is afhankelijk van de beschikbare ruimte boven en onder de grond. De locatie wordt in overleg met de eigenaar bepaald.

    • °

      Het aanleggen van de voorzieningen wordt onder regie van de gemeente uitgevoerd en daartoe wordt door partijen vooraf een overeenkomst opgesteld inclusief kostenparagraaf.

  • Aanvragen extra afvalbak voor:

    • °

      GFT. Ja dat is mogelijk. De gemeente wil graag dat bewoners hun tuinen met meer groen inrichten. Dit heeft een positief effect op de waterberging in woonwijken. Voor met name grotere percelen (tuinen) moet het mogelijk zijn om een extra GFT container aan te vragen. Hiermee wordt de service voor deze grondstof verhoogd en de kans verkleind dat tuinafval in de grijze rolcontainer wordt gestopt.

    • °

      PMD. Nee, tenzij na gesprek met afvalcoach / toezichthouder blijkt dat, ondanks het goed toepassen van afvalscheiding de capaciteit onvoldoende is.

    • °

      Restafval. In de basis zou één afvalbak voor restafval voldoende moeten zijn. Dit blijkt uit de sorteeranalyse, waarbij het aangeboden “restafval” slechts voor een klein deel bestaat uit echt restafval. Het kan voorkomen dat door tijdelijke of langdurige medische omstandigheden of gezinsomvang het echte restafvalaanbod groter is. In gesprek met een afvalcoach / toezichthouder van de gemeente wordt de situatie beoordeeld.

6 Intrekken huidig beleid

Nieuw beleid (na vaststelling)

Oud beleid (na intrekking)

  • 1.

    Grondstoffenbeleidsplan 2024-2027

  • 2.

    Plan duurzaam afvalbeheer Langedijk 2021-2025

  • 3.

    Grondstoffenbeleidsplan Heerhugowaard 2018-2021

7 Uitvoeringsparagraaf

Met het doorvoeren van de frequentieaanpassing op restafval, moet het grootste gedeelte van de ambitie op het verminderen van restafval worden behaald. Dit is de grootste wijziging ten opzichte van het huidig afvalbeleid voor inwoners. Zoals eerder al geformuleerd: afval is meer dan inzamelen alleen. Overige acties en instrumenten zijn ondersteunend en daarmee noodzakelijk om de ambities te halen.

In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van de maatregelen en acties, gekoppeld aan kosten en globale planning.

7.1 Frequentie aanpassing

Actie 1.Voorbereiden en nazorg van invoeren nieuwe inzamelfrequentie per 1-1-2024

Vooruitlopend op de daadwerkelijke harmonisatie van de inzamelfrequentie per 1-1-2024 moet in de maanden voorafgaand worden gewerkt aan de communicatie en veranderingen in de ophaalschema’s. Het vaststellen van de nieuwe inzamelfrequentie kan aanleiding zijn voor inwoners om vragen te stellen aan de gemeente. Tijdens de eerste weken van 2024 hebben inwoners ook nog vragen over de aangepaste inzameling. Dit is namelijk het moment dat zij daadwerkelijk worden geconfronteerd met een (mogelijke) versobering van de service op restafval en hun gedrag daarop moeten aanpassen. Door binnen de gemeente de taken en rollen rond de ontvangen telefoontjes, mails en meldingen duidelijk te hebben kan de druk worden verdeeld en blijven wacht- en reactietijden binnen de normen.

Actie 2.Evaluatie aanpassingen inzamelfrequentie

Om de verandering de tijd te geven, is het voorstel om in de tweede helft van 2025 de resultaten over 2024 en deels 2025 te evalueren. Hierbij wordt gekeken welke trend of ontwikkeling in de afname van het restafval (fijn en grof) is te zien. Kan de ambitie worden gehaald of moet worden ingezet op een volgende stap naar omgekeerd inzamelen of een prijsprikkel, na de looptijd van het beleidsplan (2027).

Het is wenselijk om de evaluatie (bestuurlijk) te hebben afgerond voor 2026, aangezien begin 2026 het proces voor vervanging van meerdere inzamelvoertuigen (zijladers) op de planning staat.

7.2 Grondstofstromen

Actie 3.Gelijktrekken van inzamelmogelijkheden van monostromen, zoals OPK, Textiel en PMD in de wijken.

Er is nu nog een verschil in de dorpen van Dijk en Waard, wat betreft het gescheiden aanbieden van de monostromen, OPK, textiel en PMD. In Heerhugowaard zijn bij winkelcentra en bij een aantal wijkontsluitingswegen milieuparkjes geplaatst. Op deze manier kunnen inwoners het scheiden van afval en grondstoffen eenvoudiger opnemen in hun routines, zoals bij het boodschappen doen, naar hun werk gaan of sporten.

Binnen de dorpen van de voormalige gemeente Langedijk zijn deze voorzieningen niet of zeer beperkt aanwezig. Om de inzamelmogelijkheden gelijk te trekken worden op centraal gelegen plekken binnen deze dorpen milieuparkjes geplaatst. Uitgangspunt is dat per dorp ca. twee milieuparkjes worden aangelegd.

Bij de beleidsuitgangspunten is opgenomen dat dergelijke milieuparkjes in nieuwbouwwijken worden aangelegd. Het gaat bij deze actie dus alleen om de bestaande wijken.

Actie 4.Onderzoek GFT inzameling bij hoogbouw

Vanuit Europese regelgeving vloeit de verplichting dat gemeenten zich inspannen om de inzameling van GFT bij hoogbouw mogelijk te maken. Inmiddels zijn er verschillende voorbeelden bij andere gemeenten. In veel gevallen is de inzameling van GFT bij hoogbouw ingegeven door het invoeren van een prijsprikkel op restafval. Dat is in Dijk en Waard niet het geval. Op korte termijn moet duidelijk zijn welke mogelijkheden er zijn en op welke manier deze in Dijk en Waard toepasbaar zijn.

Actie 5.Inzameling oud papier en karton (OPK) met inzet door verenigingen en andere inzamelaars evalueren

Binnen beide voormalige gemeenten wordt bij de inzameling van OPK gebruik gemaakt van maatschappelijke verenigingen en organisaties en een kringloop. Dit gebeurt binnen de dorpen echter op verschillende wijze. De kringloop neemt als enige bedrijf en kringloop een bijzondere positie in bij de inzameling, die historisch zo is gegroeid. Inmiddels zijn de kosten voor het inzamelen toegenomen, door stijgende prijzen bij externe partijen (o.a. huur van de inzamelmiddelen), is de balans tussen kosten en inkomsten bij bepaalde inzamelmiddelen negatief. De vraag is daarom of de huidige manier van inzameling, samenwerken, verrekening van kosten en de uitbetaling nog het beste aansluit bij de grondstoffenvisie en ambities van de gemeente. Onderdeel van de evaluatie is om in overleg met de inzamelende verenigingen en organisaties te kijken wat hun betrokkenheid in de toekomst is bij de inzameling van OPK of mogelijk andere grondstoffen.

Actie 6.Luierinzameling en –recycling: ontwikkelingen worden gevolgd

Een mogelijkheid voor gemeente om verder richting een lagere hoeveelheid restafval te komen, betreft het inzamelen van nieuwe recyclebare grondstofstromen. Daarbij kan worden gedacht aan – in principe herbruikbare – grondstoffen waarvoor nog geen inzamelstructuur beschikbaar is en/of die nog in grote hoeveelheden in het huishoudelijk restafval verdwijnen.

Een voorbeeld van deze stroom betreft ‘luiers en incontinentiemateriaal’. Luier- en incontinentiemateriaal bedraagt gemiddeld zo’n 15 kg per inwoner per jaar en wordt veelal met het restafval afgevoerd en verbrand. Er zijn diverse be- en verwerkingstechnieken in ontwikkeling. Enkele zijn al beschikbaar zij het op kleine schaal.

Zoals ook in de grondstoffenvisie (hoofdstuk 3) is aangegeven, wordt een inzamelsysteem voor luiers pas overwogen wanneer het bedrijfsleven aan de voorkant van de keten duidelijkheid biedt over de milieuprestaties en wie verantwoordelijkheid draagt ten aanzien van de verwijdering en daarmee samenhangend de kosten.

7.3 Afvalscheidingsstations en grof huishoudelijk afval

Actie 7.Onderzoek doorontwikkeling afvalscheidingsstations naar circulair ambachtscentrum

De gemeente onderzoekt in de looptijd van dit beleidsplan de mogelijkheden om aan te sluiten bij de landelijke doorontwikkeling van haar afvalscheidingsstations naar een Circulair Ambachtscentrum.

Dit houdt in dat de afvalscheidingsstations (van de gemeente) intensief samenwerken met een kringloopwinkel en een repair café en dat rondom deze faciliteiten ruimte wordt gegeven aan ambachtswerkplaatsen. In deze werkzaamheden is veel ruimte voor werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de reguliere arbeidsmarkt.

Op de korte termijn is hier nog geen fysieke ruimte voor beschikbaar. Dit onderzoek richt zich op de middellange termijn.

Actie 8.Bevorderen afvalscheiding bij grof huishoudelijk afval aan huis service

Grof huishoudelijk afval dat aan huis wordt ingezameld moet een zelfde mogelijkheid tot recycling hebben als dat het naar het afvalscheidingsstation wordt gebracht. Onderzocht wordt of samen met kringloopwinkels een service kan worden verleend, waarbij (na een voorselectie) het bruikbaar huisraad al de kringlooproute kan volgen.

Om afvalscheiding op het afvalscheidingsstation te bevorderen en te stimuleren dat inwoners afval brengen naar het afvalscheidingsstation, wordt de ophaalservice van grofafval aan huis gekoppeld aan een warme overdracht. Op deze manier is, net als bij het afvalscheidingsstation nog een contactmoment over het aangeboden afval. Deze manier van inzamelen zorgt voor een net straatbeeld in de wijk, doordat bijplaatsingen van grofafval wordt voorkomen. Verder kent de aan huis service een beperking in frequentie en het aantal op te halen onderdelen grof huishoudelijk afval.

7.4 Communicatie en participatie (bewustwording, campagne, participatie)

Actie 9.Communicatieplan met doelgroepenbenadering

Communicatie omvat, naast voorlichting over afvalscheiding ook de bewustwording van inwoners van het duurzaamheidsbelang ervan én het bevorderen van de motivatie om te willen bijdragen aan een duurzame samenleving.

De gemeente doet al meer aan communicatie dan een paar jaar geleden. Waarbij via een jaarplanning wordt gezorgd dat de juiste info op het juiste moment wordt gedeeld. Waar nog een stap te maken is, is in het benaderen van specifieke doelgroepen en / of wijken. Dit op basis van monitoring, analyse van het afvalaanbod, wijkanalyse (samenstelling) en input vanuit een gedragspsycholoog. Ook kan meer verbinding worden gezocht met de nog op te stellen doelen en acties voor het beleid circulaire economie.

7.5 Preventie

Actie 10.Continueren project afvalvrije scholen

In de voormalige gemeente Langedijk zijn medio 2020 informerende gesprekken gevoerd met alle schooldirecties over het project “Afvalvrije scholen”. Het betreft een inventarisatie voor draagvlak om de ambitie van samen een afvalvrije school waar te maken. Hierbij is van bijna allemaal een positief antwoord ontvangen. Het volgen van het, door het Rijk opgestelde stappenplan is een voorwaarde bij deelname en vast onderdeel van de uitvoering en moet met de leerlingen doorlopen worden. Bewustwording over grondstoffengebruik en recycling bij de jongste generatie is een belangrijke pijler voor de circulaire transitie.

Aan dit stappenplan is nog geen vervolg gegeven door de gemeente. Momenteel zijn scholen in de gemeente al wel betrokken bij gastlessen, die namens de gemeente worden aangeboden. Onderwerpen zijn afvalscheiding, afvalpreventie, zwerfafval, afvaleducatie en circulaire economie.

Het is te onderzoeken of de eerder bevraagde scholen nog steeds positief zijn over het project afvalvrije scholen, hoe dat zit bij de andere scholen in Dijk en Waard, hoe de huidige gastlessen kunnen worden opgeschaald of ingepast in het stappenplan en welke rol de gemeente hierin speelt.

Actie 11.Invoering Ja-Ja sticker

In de huidige situatie in de gemeente Dijk en Waard mag ongeadresseerd reclamedrukwerk worden bezorgd tenzij de geadresseerde een nee/ja of nee/nee-sticker heeft aangebracht. Dit is een zogenaamd opt-out systeem. Dit systeem geldt nog in de meeste gemeenten. Met de ja/ja-sticker op de brievenbus wordt de inwoners een extra mogelijkheid geboden om het ontvangen van ongeadresseerde drukwerk te reguleren. Dit betreft een opt-in systeem: inwoners geven actief aan wat ze wél willen. Andersom: indien geen sticker wordt aangebracht, ontvangt men ongevraagd geen reclamefolders.

Verspilling van papier, energie en andere materialen bij de productie en verspreiding van ongewenste/ongelezen reclamefolders wordt voorkomen.

7.6 Service voor organisaties

Actie 12.In gesprek met partijen die nu nog gratis afval aanbieden

Uitgangspunt is dat de gemeente alleen een zorgplicht heeft voor huishoudelijk afval. Toch kan de gemeente ervoor kiezen om maatschappelijke instellingen te ondersteunen door service aan te bieden. Dit is in het verleden in beide voormalige gemeenten gedaan bij o.a. apotheken en de voedselbank. Dit zorgt voor extra huishoudelijk restafval dat op kosten van de inwoners wordt verwerkt.

De gemeente gaat met al deze partijen in gesprek over de huidige afspraken en kijkt naar de mogelijkheden om betere afvalscheiding te faciliteren, met daarbij de rol van de afvalinzameling door de gemeente en uitganspunten van de zorgplicht in het achterhoofd.

Actie 13.Afspraken kringloopwinkels verbeteren

Door het promoten van kringloopwinkels wil de gemeente circulariteit van goederen en grondstoffen bevorderen. Kringloopwinkels in de regio zamelen huisraad in en soms ook andere onderdelen van grof huishoudelijk afval. Momenteel mogen een aantal kringloopwinkels uit de voormalige gemeenten Langedijk en Heerhugowaard gratis afval (niet verkoopbare goederen) aanbieden op het afvalscheidingsstation. Dit zorgt wel voor een groot (rest)afvalaanbod (ca 1.000 ton per jaar), dit komt ten laste van de afvalscheidingscijfers van Dijk en Waard. Inwoners betalen hieraan mee via de afvalstoffenheffing, ook al is een deel van het afval van de kringloopwinkels niet altijd afkomstig uit de gemeente Dijk en Waard.

Het uitgangspunt moet zijn dat voor alle kringloopwinkels in de gemeente dezelfde regels gelden en het aangeboden afval van kringlopen bedrijfsafval is en dat dit niet op de afvalscheidingsstations mag worden aangeboden. De gemeente gaat in gesprek met de betrokken kringloopwinkels. Het doel is om de huidige afspraken van het gratis aanbieden van materialen (als restafval) stop te zetten.

Actie 14.Stimuleren product hergebruik/levensuurverlening

De gemeente wil initiatieven ondersteunen waarmee de levensduur (gebruiksduur) van consumentenproducten wordt verlengd. Dit gebeurt in ieder geval door het promoten en ondersteunen van al aanwezige en eventuele nieuwe repair cafés en kringloopwinkels in de gemeente.

Vooralsnog betreft dit het promoten via voorlichting en de op bewustwording gerichte campagne. Hiervoor wordt contact gezocht en onderhouden met de organisatoren, zodat informaties over concrete activiteiten (data, locatie) en ervaringen gedeeld kunnen worden en input zijn voor de promotie door de gemeente.

7.7 Zwerfafval

Actie 15.Doorzetten van zwerfvuilacties

Zwerfafval is qua hoeveelheid een beperkte grondstofstroom, maar het wordt als zeer sto-rend ervaren. De gemeente maakt gebruik van een financiële vergoeding vanuit de verpakkingsproducenten. Dit budget wordt ingezet voor projecten die zwerfafval tegengaan.

Er lopen momenteel al verschillende projecten in de gemeente, soms in samenwerking met buurtgemeente of de provincie Noord-Holland. Ook bij veranderende financieringsstromen worden deze acties doorgezet.

Naast de eigen inzet van de gemeente, zorgen ongeveer 1.000 vrijwillige zwerfafvalpakkers (Zappers) dat de openbare ruimte vrij is van zwerfafval. De gemeente blijft inzetten op het actief informeren en ondersteunen van de zappers.

7.8 Handhaving (preventief, repressief)

Handhaving vormt een onmisbaar beleidsinstrument voor een doeltreffend en doelmatig gemeentelijk afvalbeheer. Preventief Handhaven door afvalcoaches het gesprek met inwoner te laten aangaan over afvalscheiding en preventie.

Actie 16.Preventie: inzetten van afvalcoach(es)

Afvalcoaches hebben een belangrijke rol in het meenemen van inwoners in de transitie van de inzamelfrequentie. Het doel is het vergroten van de bewustwording, waarmee verkeerd afvalaanbod kan worden voorkomen. Hoe kunnen gewoontes en patronen worden omgebogen, wat is een handige manier om GFT al in de keuken (waar het ontstaat) apart te houden. Aanvullend op de informatievoorziening door de gemeente wordt extra voorlichting gegeven door speciaal daarvoor opgeleide afvalcoaches. Zo kan een afvalcoach een rol spelen bij het beoordelen van de aanvraag van een extra afvalbak voor o.a. restafval.

Momenteel kent geen van de voormalige gemeenten de functie van afvalcoach.

Actie 17.Afvalbeheer expliciet handhavingsplan

Het team handhavers van de gemeente stelt een praktisch handhavingsplan op met daarin expliciet een hoofdstuk met de inzet op ‘afval’.

Het handhavingsplan beschrijft het handhavingsbeleid en de activiteiten die – op jaarbasis – worden uitgevoerd. Hier wordt onderscheid gemaakt in een handhaving- en nalevingsstrategie en de preventiestrategie (ter voorkoming van ongewenste gedrag en ongewenste situaties). Het handhavingsplan wordt afgestemd met de overige betrokkenen op het gebied van de uitvoering, de communicatie en met andere beheerders van de openbare ruimte.

8 Financiële effecten

Minder restafval en meer grondstoffen

Het in zetten op minder restafval en meer schone grondstoffen, heeft naast een milieueffect ook een effect op de verwerkingskosten. Afhankelijk van de gekozen ambitie en strategie is, na het volledig behalen van de gestelde doelen een jaarlijkse besparing haalbaar die tussen de € 440.000 – €750.000 ligt. Hierbij is uitgegaan van een besparing ten opzichte van de verwerking en hoeveelheden van 2022 en is gerekend met de huidige tarieven voor het verwerken van afval en grondstoffen. De grootste deel van de besparing komt, doordat minder restafval verbrand hoeft te worden.

De besparingen worden in eerste instantie ingezet voor het dekken van de kosten die voortkomen uit de opgenomen acties en maatregelen. Daarna wordt de besparing via het reguliere begrotingsproces verwerkt bij de berekening van de afvalstoffenheffing.

Acties en maatregelen

Aan sommige opgenomen (harmonisatie) maatregelen en acties zijn kosten verbonden. Dit kunnen incidentele kosten zijn (o.a. extern onderzoek) of structurele kosten (o.a. kapitaalslasten).

In onderstaande overzicht is aangegeven om welke kosten het gaat.

Actie

Omschrijving

Incidenteel

Structureel

1

Voorbereiden en nazorg van invoeren nieuwe inzamelfrequentie per 1-1-2024.

  • Advertentiekosten op sociale media

€ 5.000

€ -

2

Evaluatie frequentie aanpassingen

  • Onderzoek (met externe ondersteuning en mogelijk enquête)

€ 10.000

€ -

3

Gelijktrekken van inzamelmogelijkheden van monostromen, zoals OPK, Textiel en PMD in de wijken.

  • Kapitaallasten voor de aanschaf en plaatsing van ca. 35 ondergrondse containers. Jaarlijkse kosten voor onderhoud en lediging.

€ -

€ 75.000

4

Onderzoek GFT inzameling bij hoogbouw

  • Onderzoek (met externe ondersteuning en mogelijk enquête)

€ 20.000

€ -

7

Onderzoek doorontwikkeling afvalscheidingsstations naar circulair ambachtscentrum

  • Onderzoek (met externe ondersteuning)

€ 30.000

€ -

9

Communicatieplan met doelgroepenbenadering

  • Onderzoek (met externe ondersteuning en mogelijk enquête)

€ 30.000

€ -

10

Continueren project afvalvrije scholen

  • Onderzoek (met externe ondersteuning en mogelijk enquête)

€ 10.000

€ -

16

Preventie: inzetten van afvalcoach(es)

  • Inhuur van afvalcoaches, gelijk aan de loonkosten (incl. overhead) van 1Fte

€ -

€ 160.000

Totaal

€ 105.000

€ 235.000

Ondertekening

Besloten in de openbare vergadering van 10 oktober 2023

De griffier,

M. (Menno) Horjus

De voorzitter,

M.F. (Maarten) Poorter

Bijlage 1 Overzicht van de resultaten voor GFT, PMD, OKP en glas (2018-2021)

afbeelding binnen de regeling

Grafiek: Hoeveelheden in kilo’s en de getoonde percentages geven aan hoeveel van het totaal beschikbare GFT gescheiden is aangeboden.

afbeelding binnen de regeling

Grafiek: Hoeveelheden in kilo’s en de getoonde percentages geven aan hoeveel van het totaal beschikbare PMD gescheiden is aangeboden.

afbeelding binnen de regeling

Grafiek: Hoeveelheden in kilo’s en de getoonde percentages geven aan hoeveel van het totaal beschikbare OPK (oud papier en karton) gescheiden is aangeboden.

afbeelding binnen de regeling

Grafiek: Hoeveelheden in kilo’s en de getoonde percentages geven aan hoeveel van het totaal beschikbare GFT gescheiden is aangeboden.

Bijlage 2 Overzicht maatregelen en acties, gekoppeld aan kosten en globale planning

afbeelding binnen de regeling