Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR703816
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR703816/1
Legesverordening Amsterdam 2024
Geldend van 21-11-2023 t/m 28-06-2024
Intitulé
Legesverordening Amsterdam 2024De raad van de gemeente Amsterdam,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 september 2023,
gelet op artikel 216 en artikel 229 van de Gemeentewet, artikel 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet,
besluit de volgende verordening vast te stellen:
Legesverordening Amsterdam 2024
Artikel 1 Definitiebepaling
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
afschriften, uittreksels en kopieën: stukken welke geheel of gedeeltelijk met de hand zijn geschreven, getekend of gekleurd, dan wel door middel van een tekstverwerker, een dupliceerapparaat of een soortgelijk middel, anders dan een drukpers, zijn gemaakt of bewerkt;
- b.
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- c.
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- d.
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;
- e.
maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- f.
n, als bedoeld in het voorgaande lid: het nummer van een dag in een kalenderjaar;
- g.
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het genot van, door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de legestabel in de bijlage.
Artikel 3 Belastingplicht
De leges worden geheven van de aanvrager van de dienst, dan wel van degene ten behoeve van wie een in deze verordening omschreven dienst wordt verricht of handelingen zijn verricht of aan wie een in deze verordening genoemd stuk wordt afgegeven.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
- c.
verzoeken tot verstrekkingen uit de basisregistratie personen als bedoeld in onderdeel 2.4 van de legestabel in de bijlage en verzoeken om verklaringen als bedoeld in onderdeel 2.5 van de legestabel, voor zover gedaan door advocaten namens of ten behoeve van cliënten aan wie, ter zake van de rechtsbijstand door de betreffende advocaat, door de Raad voor de Rechtsbijstand een toevoeging is verleend, waarvoor de eigen bijdrage is vastgesteld met inachtneming van artikel 2, eerste lid, onder a ,artikel 2, tweede lid, onder a, artikel 2, derde lid, onder a, artikel 2a, tweede lid onder a en artikel 2a, derde lid onder a, van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand.
Artikel 5 Tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de legestabel in de bijlage.
-
2. De leges worden verhoogd met de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag medegedeelde kosten van zegel, registratie, briefport en andere rechten.
-
3. Tenzij in de legestabel in de bijlage met betrekking tot een bepaald onderdeel anders is vermeld, wordt van de leges geen teruggaaf verleend.
-
4. Tenzij in de legestabel in de bijlage met betrekking tot een bepaald onderdeel anders is vermeld, wordt voor de berekening van de leges een gedeelte van een in de tabel genoemde eenheid voor een volle eenheid gerekend.
Artikel 6 Wijze van heffen
De leges worden geheven door middel van een aanslag, een mondelinge kennisgeving, een kennisgeving langs elektronische weg of een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota, een factuur of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Betaaltermijnen
-
1. Leges die bij wege van aanslag worden geheven, worden betaald in één termijn. Deze termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.
-
2. Leges waarvoor de kennisgevingen als bedoeld in artikel 6 van deze verordening:
- a.
mondeling worden gedaan, dienen te worden betaald op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk worden uitgereikt, dienen te worden betaald op het moment van het uitreiken van de kennisgeving.
- a.
-
3. Ingeval de kennisgevingen als bedoeld in artikel 6 van deze verordening worden toegezonden, dienen de leges te worden betaald binnen dertig dagen na dagtekening van deze kennisgeving.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving en het de volgende onderdelen van de legestabel in de bijlage betreft:
- -
2.2 (reisdocumenten);
- -
2.3 (rijbewijzen);
- -
2.5.3 (verklaring omtrent het gedrag);
- -
6.2 (kansspelen);
- -
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 11 Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel
-
1. De Legesverordening Amsterdam 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid vermelde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.
-
3. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2024.
-
4. In hoofdstuk 3 “DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET” van de legestabel in de bijlage worden de normen over de bouwkosten als bedoeld in het normblad NEN 2699, uitgave 2017, op een bepaalde situatie van toepassing verklaard. Deze normen kunnen op verzoek van eenieder kosteloos worden ingezien op het stadhuis van de gemeente Amsterdam, Amstel 1 te Amsterdam.
-
5. Deze verordening wordt aangehaald als Legesverordening Amsterdam 2024.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 8 en 9 november 2023.
De voorzitter
Femke Halsema
De raadsgriffier
Jolien Houtman
Bijlage 1. Legestabel 2024
|
LEGESTABEL Amsterdam 2024 |
|
Nummer |
Tekst |
Tarief 2024 |
1. |
HOOFDSTUK 1 - INFORMATIE |
|
|
|
|
1.1 |
KOPIEËN, AFSCHRIFTEN, FACTUREN EN VERSTREKKEN VAN INFORMATIE |
|
|
Het tarief bedraagt voor afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
1.1.1 |
per pagina op papier van A4-formaat |
€ 0,30 |
1.1.2 |
per pagina op papier van A3-formaat |
€ 0,50 |
1.1.3 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor maatwerk bedraagt: per kwartier, met een minimumtarief van één kwartier. Onder maatwerk wordt verstaan: de niet in 1.1.1 en 1.1.2 genoemde opgenomen afdruk- of bestandsformaten, reproductie van details uit een analoog of digitaal bestand, overzetten van beeld en geluid en andere werkzaamheden |
€ 23,70 |
1.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek verstrekken van informatie over zakelijkrecht-gegevens en/of kadastrale percelen en/of verblijfsobjecten en/of gebouwen uit het verzamelbestand van de Basisvoorziening Vastgoed Amsterdam: per schermprint, per perceelnummer, per kadastrale aanduiding of huisnummer, per perceel of per verblijfsobject/adres voor een opgave van een bouwjaar, bestemming en/of bouwkundige indeling |
€ 9,00 |
1.1.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verrichten van onderzoek in het bij de gemeente Amsterdam berustend materiaal, ongeacht het resultaat, per kwartier, met een minimumtarief van één kwartier |
€ 23,70 |
|
|
|
1.2 |
vervalt |
|
1.2.1 |
vervalt |
|
|
|
|
2. |
HOOFDSTUK 2 - BURGERZAKEN |
|
|
|
|
2.1 |
BURGERLIJKE STAND |
|
2.1.1 |
HUWELIJKSVOLTREKKING / GEREGISTREERD PARTNERSCHAP |
|
2.1.1.1 |
Het tarief bedraagt voor een huwelijksvoltrekking, een registratie van een partnerschap of een omzetting van een partnerschap in een huwelijk op grond van artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke stand |
€ 0,00 |
2.1.1.2 |
Het tarief bedraagt voor een huwelijksvoltrekking, een registratie van een partnerschap of een omzetting van een partnerschap in een huwelijk op een andere tijd of op een andere wijze dan waarop deze ingevolge 2.1.1.1 kosteloos plaatsheeft: |
|
2.1.1.2.1 |
maandag t/m vrijdag op een Stadsloket met een uitgebreide ceremonie van maximaal 1 uur: |
€ 878,00 |
2.1.1.2.2 |
maandag t/m vrijdag op een Stadsloket met een budgetceremonie van maximaal 10 minuten: |
€ 187,10 |
2.1.1.2.3 |
in een andere daartoe aangewezen locatie (huis der gemeente) op maandag t/m vrijdag tussen 08:00 en 18:00 uur: |
€ 834,10 |
2.1.1.2.4 |
in een andere daartoe aangewezen locatie (huis der gemeente) op maandag tot en met vrijdag tussen 18:00 en 08:00 uur en op zaterdag, zondag en officiële feestdagen |
€ 1.080,90 |
2.1.1.2.5 |
in een bijzonder huis als bedoeld in artikel 1:64 Burgerlijk Wetboek |
€ 187,10 |
2.1.1.2.6 |
bij het omzetten van een partnerschap in een huwelijk zonder ceremonie |
€ 75,40 |
2.1.1.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk - zoals bedoeld in 2.1.1.2 - te annuleren of te wijzigen binnen een periode van 7 dagen of minder voorafgaand aan die gereserveerde datum: |
|
2.1.1.3.1 |
maandag t/m vrijdag op een Stadsloket met een uitgebreide ceremonie van maximaal 1 uur |
€ 878,00 |
2.1.1.3.2 |
maandag t/m vrijdag op een Stadsloket met een budgetceremonie van maximaal 10 minuten. |
€ 187,10 |
2.1.1.3.3 |
in een andere daartoe aangewezen locatie (huis der gemeente) op maandag tot en met vrijdag tussen 08:00 en 18:00 uur |
€ 834,10 |
2.1.1.3.4 |
in een andere daartoe aangewezen locatie (huis der gemeente) op maandag tot en met vrijdag tussen 18:00 en 08:00 uur en op zaterdag, zondag en officiële feestdagen |
€ 1.080,90 |
2.1.1.3.5 |
in een bijzonder huis als bedoeld in artikel 1:64 Burgerlijk Wetboek |
€ 187,10 |
2.1.1.3.6 |
bij het omzetten van een partnerschap in een huwelijk zonder ceremonie |
€ 75,40 |
2.1.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk - zoals bedoeld in 2.1.1.2 - te annuleren of te wijzigen binnen een periode van 8 tot en met 14 dagen voorafgaand aan die gereserveerde datum: |
|
2.1.1.4.1 |
maandag t/m vrijdag op een Stadsloket met een uitgebreide ceremonie van maximaal 1 uur |
€ 439,00 |
2.1.1.4.2 |
maandag t/m vrijdag op een Stadsloket met een budgetceremonie van maximaal 10 minuten |
€ 93,60 |
2.1.1.4.3 |
in een andere daartoe aangewezen locatie (huis der gemeente) op maandag tot en met vrijdag tussen 08:00 en 18:00 uur |
€ 417,00 |
2.1.1.4.4 |
in een andere daartoe aangewezen locatie (huis der gemeente) op maandag tot en met vrijdag tussen 18:00 en 08:00 uur en op zaterdag, zondag en officiële feestdagen |
€ 540,50 |
2.1.1.4.5 |
in een bijzonder huis als bedoeld in artikel 1:64 Burgerlijk Wetboek |
€ 93,60 |
2.1.1.4.6 |
bij het omzetten van een partnerschap in een huwelijk zonder ceremonie |
€ 37,70 |
2.1.1.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen binnen een periode van 15 dagen of meer voorafgaand aan die gereserveerde datum: |
€ 0,00 |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|
2.1.1.6 |
het aanwijzen van een locatie als huis der gemeente |
€ 500,30 |
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
|
2.1.1.7 |
een trouwboekje of partnerschapboekje in een standaarduitvoering |
€ 30,40 |
2.1.1.8 |
een trouwboekje of partnerschapboekje in een luxe uitvoering |
€ 38,30 |
2.1.1.9 |
een duplicaat van het originele trouwboekje of partnerschapboekje in een standaarduitvoering |
€ 91,30 |
2.1.1.10 |
een duplicaat van het originele trouwboekje of partnerschapboekje in een luxe uitvoering |
€ 120,60 |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|
2.1.1.11 |
een éénmalige benoeming tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor een bepaald huwelijk of partnerschap |
€ 280,60 |
|
|
|
2.1.2 |
vervalt |
|
|
|
|
2.1.2.1 |
vervalt |
|
2.1.2.2 |
vervalt |
|
2.1.2.3 |
vervalt |
|
2.1.2.4 |
vervalt |
|
|
|
|
2.2 |
REISDOCUMENTEN |
|
2.2.1 |
PASPOORT |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen voor een aanvraag tot: |
|
2.2.1.1 |
het verstrekken van een nationaal paspoort en faciliteitenpaspoort, alsmede een tweede paspoort, aan een persoon die op moment van verstrekken jonger is dan 18 jaar; en het verstrekken van een reisdocument voor vluchtelingen of voor vreemdelingen aan een persoon, ongeacht leeftijd (maximaal 5 jaar geldig) geldt het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden (afgerond naar beneden op vijf cent) |
Volgt Rijkstarief |
2.2.1.2 |
het verstrekken van een nationaal paspoort en faciliteitenpaspoort, alsmede een tweede paspoort, aan een persoon die op moment van verstrekken 18 jaar of ouder is (maximaal 10 jaar geldig) geldt het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden (afgerond naar beneden op vijf cent) |
Volgt Rijkstarief |
2.2.1.3 |
het verstrekken van een zakenpaspoort, zijnde een (tweede) nationaal paspoort, bevattende een groter aantal bladzijden dan een nationaal paspoort als bedoeld in 2.2.1.1 en 2.2.1.2, aan een persoon die op moment van verstrekken 18 jaar of ouder is (maximaal 10 jaar geldig) geldt het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden (afgerond naar beneden op vijf cent) |
Volgt Rijkstarief |
2.2.1.4 |
het verstrekken van een zakenpaspoort, zijnde een (tweede) nationaal paspoort, bevattende een groter aantal bladzijden dan een nationaal paspoort als bedoeld in 2.2.1.1 en 2.2.1.2, aan een persoon die op moment van verstrekken jonger dan 18 jaar is (maximaal 5 jaar geldig) geldt het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden (afgerond naar beneden op vijf cent) |
Volgt Rijkstarief |
2.2.1.5 |
een spoedlevering van de onder 2.2.1.1 t/m 2.2.1.4 genoemde documenten worden de betreffende tarieven verhoogd met de toeslag zoals die is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden |
Volgt Rijkstarief |
2.2.1.6 |
het bezorgen van de onder 2.2.1.1 t/m 2.2.1.5 genoemde documenten is de toeslag verschuldigd zoals die is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden (afgerond naar beneden op vijf cent) |
Volgt Rijkstarief |
|
|
|
2.2.2 |
NEDERLANDSE IDENTITEITSKAART |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen voor een aanvraag tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet: |
Volgt Rijkstarief |
2.2.2.1 |
voor een persoon die op het moment van verstrekken jonger is dan 18 jaar (5 jaar geldig) geldt het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden (afgerond naar beneden op vijf cent) |
Volgt Rijkstarief |
2.2.2.2 |
voor een persoon die op het moment van verstrekken 18 jaar of ouder is (10 jaar geldig) geldt het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden (afgerond naar beneden op vijf cent) |
Volgt Rijkstarief |
2.2.2.3 |
Bij spoedlevering worden de tarieven, genoemd in 2.2.2.1 en 2.2.2.2, vermeerderd met de toeslag zoals die is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden |
Volgt Rijkstarief |
2.2.2.4 |
Voor het bezorgen van de onder 2.2.2.1 t/m 2.2.2.3 genoemde documenten is de toeslag verschuldigd zoals die is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden (afgerond naar beneden op vijf cent) |
Volgt Rijkstarief |
|
|
|
2.3 |
RIJBEWIJZEN |
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
2.3.1 |
voor het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs geldt het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 104b van het Reglement rijbewijzen vermeerderd met de rijkskostencomponent (afdracht gemeente aan Dienst Wegverkeer), afgerond naar beneden op vijf cent |
Volgt Rijkstarief |
2.3.2 |
vervalt |
|
2.3.3 |
voor een spoedlevering van het onder 2.3.1 genoemde document wordt het voor 2.3.1 geldende tarief verhoogd met het tarief voor een spoedlevering conform bijlage VI van de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer, afgerond naar beneden op vijf cent |
Volgt Rijkstarief |
2.3.4 |
voor de afgifte van een gezondheidsverklaring geldt het door het CBR vastgestelde tarief welke staat vermeld op de gezondheidsverklaring |
Volgt Rijkstarief |
|
|
|
2.4 |
VERSTREKKINGEN UIT DE BASISREGISTRATIE PERSONEN |
|
|
Voor de toepassing van het gestelde onder 2.4.1 tot en met 2.4.3 wordt verstaan onder één verstrekking: één of meer gegeven(s) omtrent één persoon voor wie de Basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
2.4.1 |
Het tarief bedraagt voor een uittreksel uit de Basisregistratie personen met datum gelegen op of na 1 januari 1994: |
|
|
per verstrekking, per persoon |
€ 23,70 |
2.4.2 |
Het tarief bedraagt voor een uittreksel uit de Basisregistratie personen met datum gelegen voor 1 januari 1994: |
|
|
per verstrekking, per persoon |
€ 32,70 |
2.4.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor verstrekking van een uittreksel uit de Registratie Niet-Ingezetenen: |
|
|
per verstrekking, per persoon |
€ 23,70 |
2.4.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|
|
het op verzoek van een persoon of organisatie doornemen van de Basisregistratie Personen, per afgifte van staat van inlichtingen |
€ 76,70 |
2.4.5 |
Het op verzoek doornemen van de Basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 23,70 |
2.4.5.1 |
Het op grond van het voorgaande onderdeel (2.4.5) verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|
|
2.5 |
VERKLARINGEN |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor afgifte van: |
|
2.5.1 |
vervalt |
|
2.5.2 |
een bewijs van in leven zijn |
€ 23,70 |
2.5.3 |
een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) |
Volgt rijkstarief |
2.5.4 |
een "laissez-passer" (lijkenpas) |
€ 23,70 |
2.5.5 |
een verlof voor het stellen van een andere termijn voor uitvaart overeenkomstig artikel 17 van de Wet op de lijkbezorging |
€ 23,70 |
2.5.6 |
vervalt |
|
2.5.7 |
een legalisatie van een handtekening |
€ 23,70 |
2.5.8 |
het waarmerken van afschriften (certificaat van oorsprong) |
€ 23,70 |
2.5.9 |
een verklaring betreffende woonplaats of hoofdverblijf als bedoeld in artikel 8, lid 1, sub c van de Rijkswet op het Nederlanderschap |
€ 23,70 |
2.5.10 |
een bewijs van Nederlanderschap voor één persoon |
€ 23,70 |
2.5.11 |
een bewijs van Nederlanderschap dat is bestemd voor meer dan één persoon: het in 2.5.8 genoemde tarief, vermeerderd met voor elke extra persoon |
€ 2,15 |
|
|
|
2.6 |
vervalt |
|
2.6.1 |
vervalt |
|
2.6.2 |
vervalt |
|
2.6.3 |
vervalt |
|
2.6.4 |
vervalt |
|
2.6.5 |
vervalt |
|
2.6.6 |
vervalt |
|
2.6.7 |
vervalt |
|
2.6.8 |
vervalt |
|
2.6.9 |
vervalt |
|
|
|
|
3 |
HOOFDSTUK 3 - DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET |
|
|
|
|
3.1 |
DEFINITIES HOOFDSTUK 3 TARIEVENTABEL |
|
3.1.1 |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
3.1.2 |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in 3.1.1 bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
3.1.3 |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|
3.1.3.1 |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan. |
|
3.1.3.2 |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet. |
|
3.1.3.3 |
bouwkosten: de aannemingssom als bedoeld in paragraaf 1, lid 1, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor uitvoering van werken (UAV 2012) voor het uit te voeren werk, dan wel voor zover deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten als bedoeld in het normblad NEN 2699, uitgave 2017, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd, de omzetbelasting daarin niet begrepen. Het inzien van de NEN 2699 is mogelijk in het Stadhuis van Amsterdam, Amstel 1. De UAV 2012 is in te zien op www.overheid.nl. De bouwkosten zijn altijd exclusief omzetbelasting. |
|
3.1.3.4 |
Onder aanlegkosten wordt verstaan de aannemingssom als bedoeld in paragraaf 1, lid 1, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor uitvoering van werken (UAV 2012) voor het uit te voeren werk, dan wel voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten. De aanlegkosten zijn altijd exclusief omzetbelasting. |
|
3.1.3.5 |
Indien het bouwen of aanleggen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in dit hoofdstuk onder bouw/aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft. De aanlegkosten zijn altijd exclusief omzetbelasting. |
|
|
|
|
3.2 |
DIENSTVERLENING EN BESLUITEN WAAROVER LEGES WORDEN GEHEVEN |
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
3.2.1 |
omgevingsoverleg |
|
3.2.2 |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit |
|
3.2.3 |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet |
|
3.2.4 |
een wijziging van een of meer voorschriften behorende bij een omgevingsvergunning |
|
3.2.5 |
het overschrijven van een omgevingsvergunning op naam van een andere vergunninghouder |
|
3.2.6 |
wijziging van een besluit als bedoeld in 3.2.2 en 3.2.3 |
|
3.2.7 |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in 3.2.1 tot en met 3.2.6. |
|
|
|
|
3.3 |
BEPALEN TARIEF HOOFDSTUK 3 TARIEVENTABEL |
|
3.3.1 |
De in dit hoofdstuk genoemde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende onderdelen van dit hoofdstuk. |
|
3.3.2 |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
|
|
|
3.4 |
OMGEVINGSVERGUNNING |
|
3.4.1 |
ALGEMENE TARIEVEN |
|
3.4.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving: |
€ 316,80 |
3.4.1.2 |
De op grond van 3.4.1.1 verschuldigde leges worden verrekend met de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunningaanvraag voor die activiteit of activiteiten voor hetzelfde project worden vastgesteld, mits deze opvolgende vergunningaanvraag wordt ingediend binnen 26 weken na de verzending van de beoordeling uit het vooroverleg waarbij een minimumtarief van € 100 verschuldigd blijft. |
|
|
|
|
3.4.2 |
BOUWACTIVITEIT (BOUWTECHNISCHE DEEL) |
|
3.4.2.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
|
schijf 1 - bij bouwkosten van € 0 tot en met € 75.000: 1,25% van de bouwkosten, met een minimumtarief van € 100 |
|
|
schijf 2 - bij bouwkosten van € 75.000 tot en met € 500.000 wordt het tarief van schijf 1 over de bij die schijf genoemde bouwkosten geheven, vermeerderd met 3,4% van het gedeelte van de bouwkosten dat valt in schijf 2 |
|
|
schijf 3 - bij bouwkosten van € 500.000 tot en met € 5.000.000 wordt het tarief van de schijven 1 en 2 over de bij die schijven genoemde bouwkosten geheven, vermeerderd met 2,9% van het gedeelte van de bouwkosten dat valt in schijf 3 |
|
|
schijf 4 - bij bouwkosten van € 5.000.000 tot en met € 35.000.000 wordt het tarief van de schijven 1, 2 en 3 over de bij die schijven genoemde bouwkosten geheven, vermeerderd met 2,35% van het gedeelte van de bouwkosten dat valt in schijf 4 |
|
|
schijf 5 - bij bouwkosten van € 35.000.000 tot en met € 50.000.000 wordt het tarief van de schijven 1, 2, 3 en 4 over de bij die schijven genoemde bouwkosten geheven, vermeerderd met 1,6% van het gedeelte van de bouwkosten dat valt in schijf 5 |
|
|
schijf 6 - bij bouwkosten vanaf € 50.000.000 wordt het tarief van de schijven 1, 2, 3, 4 en 5 over de bij die schijven genoemde bouwkosten geheven, vermeerderd met 0,6% van het gedeelte van de bouwkosten dat valt in schijf 6. |
|
3.4.2.2 |
In afwijking van het bepaalde in 3.4.2.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om het verlengen van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit, zonder andere wijzigingen van de vergunning en voor zover de aanvraag in overeenstemming is met het omgevingsplan, 20% van het bedrag dat verschuldigd zou zijn voor een vergunningaanvraag op grond van de tarieven in 3.4.2.1 geldend in het jaar van aanvraag van de verlenging. Bij de vaststelling van het verschuldigde bedrag wordt een minimum van € 100 en een maximum van € 25.000 gehanteerd. |
|
3.4.2.3 |
Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning een activiteit betreft als genoemd in 3.4.2.1 welke betrekking heeft op een civieltechnisch werk conform de hierna opgenomen omschrijving en opsomming, bedraagt het tarief 0,6975 % van de bouwkosten, met een minimumtarief van € 100. Onder civieltechnische werken wordt voor de toepassing van dit onderdeel verstaan:
|
|
3.4.2.4 |
Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning een activiteit betreft als genoemd in 3.4.2.1 welke gedeeltelijk betrekking heeft op een civieltechnisch werk kan de aanvrager de bouwkosten gemotiveerd uitsplitsen tussen het deel dat betrekking heeft op een civieltechnisch werk en het deel dat geen betrekking heeft op een civieltechnisch werk. De uitsplitsing kan als bijlage aan het vergunningdossier worden toegevoegd. In dat geval worden de tarieven, genoemd in 3.4.2.1 berekend over het totaal van de bouwkosten verminderd met het deel van de bouwkosten dat betrekking heeft op het civieltechnisch werk. Het tarief, genoemd in 3.4.2.3 wordt berekend over de bouwkosten die betrekking hebben op het civieltechnisch werk. Indien een van de genoemde werken een andere vergunning behoeft dan de vergunning als bedoeld in artikel 5.1, lid 2, onder a van de Omgevingswet, zijn de leges verschuldigd conform het tarief dat geldt voor die andere vergunning. |
|
3.4.2.5 |
In afwijking van het bepaalde in 3.4.2.3 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om het verlengen van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit, zonder andere wijzigingen van de vergunning en voor zover de aanvraag in overeenstemming is met het omgevingsplan, 20% van het bedrag dat verschuldigd zou zijn voor een vergunning op grond van de tarieven in 3.4.2.3 geldend in het jaar van aanvraag van de verlenging. Bij de vaststelling van het verschuldigde bedrag wordt een minimum tarief van € 100 en een maximum tarief van € 25.000 gehanteerd. |
|
3.4.2.6 |
Dit onderdeel heeft betrekking op duurzaam verbouwen. De in dit onderdeel vermelde tarieven zijn uitsluitend van toepassing op duurzaam verbouwen van bestaande gebouwen en worden uitsluitend toegepast als de aanvrager het aanvraagformulier duurzaam verbouwen heeft ingediend. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning bedraagt, in afwijking van de tarieven als bedoeld in 3.4.2.1 tot en met 3.4.2.5 en 3.4.3 tot en met 3.4.9, bij duurzaam verbouwen € 0. Hierbij geldt dat per aanvraag omgevingsvergunning voor de onderdelen van de aanvraag het € 0-tarief wordt toegepast tot een totaalbedrag van maximaal € 25.000 aan leges die zonder toepassing van dit artikel zou(den) worden geheven voor deze onderdelen. Het € 0-tarief geldt voor het onderdeel van de aanvraag dat betrekking heeft op: |
|
a |
het plaatsen van een collector voor warmteopwekking of een paneel voor elektriciteitsopwekking, inclusief de benodigde bouwkundige voorzieningen hiervoor |
|
b |
het plaatsen van nieuw glas, al dan niet in combinatie met kozijnvervanging, bij een woning of utiliteitsbouw, indien de warmtedoorgangswaarde (na vervanging) een U-waarde (U glas) van het HR++ of HR+++ (triple) glas van maximaal 1,1 W/m²K heeft. Indien monumentenglas vereist is geldt een U-waarde (U glas) van maximaal 2,0 W/m²K |
|
c |
het plaatsen van isolerende kozijnen, al dan niet in combinatie met plaatsen van nieuw glas, bij een woning of utiliteitsbouw, indien de warmtedoorgangswaarde (na vervanging) een U-waarde (U raam) van maximaal 1,5 W/m²K heeft |
|
d |
het isoleren van de buitengevel van een woning waarbij de isolatiewaarde van de gevel ná isolatie een waarde heeft van minimaal Rc ≥ 3,5 m²K/W |
|
e |
het isoleren van de buitengevel van een utiliteitsgebouw waarbij de isolatiewaarde van de gevel ná isolatie een waarde heeft van minimaal Rc ≥ 5 m²K/W |
|
f |
het isoleren van de binnengevel van een woning waarbij de isolatiewaarde van de gevel ná isolatie een waarde heeft van minimaal Rc ≥ 3 m²K/W |
|
g |
het isoleren van de binnengevel van een utiliteitsgebouw waarbij de isolatiewaarde van de gevel ná isolatie een waarde heeft van minimaal Rc ≥ 5 m²K/W |
|
h |
het isoleren van het dak van een woning, al dan niet in combinatie met het verhogen van de dakrand, dakgoot of nok waarbij de isolatiewaarde van het dak ná isolatie minimaal Rc ≥ 5,0 m²K/W bedraagt |
|
i |
het isoleren van het dak van een utiliteitsgebouw, al dan niet in combinatie met verhogen van de dakrand, dakgoot of nok waarbij de isolatiewaarde van het dak ná isolatie minimaal Rc ≥ 6,0 m²K/W bedraagt |
|
j |
het plaatsen van een lucht-water- of lucht-luchtwarmtepomp, inclusief laagtemperatuur afgiftesysteem en constructieaanpassingen ten behoeve van plaatsing warmtepomp |
|
k |
het plaatsen van een water-water-, bodem-water- of bodem-luchtwarmtepomp in combinatie met bodembronnen, inclusief laagtemperatuur afgiftesysteem en constructieaanpassingen t.b.v. plaatsing warmtepomp of bronnen |
|
l |
het plaatsen van een balansventilatie systeem met warmteterugwinning met bypass in een woning, met een capaciteit van minimaal 150 m³/uur en een rendement van minimaal 90% |
|
m |
het plaatsen van een balansventilatie systeem met warmteterugwinning met bypass in een utiliteitsgebouw, met een capaciteit van minimaal 150 m³/uur en een rendement van minimaal 80% |
|
n |
het plaatsen van een groen dak, inclusief de bouwkundige voorzieningen hiervoor, met een waterbergende capaciteit van minimaal 20 liter per m² en een oppervlakte van minimaal 30 m² |
|
o |
het afkoppelen van hemelwater in combinatie met waterberging, inclusief buizen en bouwkundige voorzieningen hiervoor, met een bergende capaciteit van minimaal 60 mm / 24 uur of een wateropslag capaciteit van minimaal 1 m³. |
|
|
|
|
3.4.3 |
OMGEVINGSPLANACTIVITEIT: BOUWACTIVITEIT, IN STAND HOUDEN OF GEBRUIKEN BOUWWERK (RUIMTELIJK DEEL) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
3.4.3.1 |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 528,00 |
3.4.3.2 |
als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet wordt het tarief in 3.4.3.1 verhoogd met: |
€ 158,40 |
3.4.3.3 |
als de activiteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, wordt het tarief in 3.4.3.1 verhoogd met: |
€ 316,80 |
3.4.3.4 |
als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, wordt het tarief in 3.4.3.1 verhoogd met: |
€ 158,40 |
3.4.3.5 |
als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met de Hemelwaterverordening wordt het tarief in 3.4.3.1 verhoogd met: |
€ 316,80 |
|
|
|
3.4.4 |
ACTIVITEIT: AFWIJKEN OMGEVINGSPLAN |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning, waarbij sprake is van een activiteit die in strijd is met het omgevingsplan: |
|
3.4.4.1 |
als de aanvraag betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1 lid 1 onder a van de Omgevingswet, die in strijd is met de regels van het omgevingsplan en waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat kan worden afgeweken van die regels: |
€ 316,80 |
3.4.4.2 |
als de aanvraag betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1 lid 1 onder a van de Omgevingswet, die in strijd is met de regels van het omgevingsplan, waaraan medewerking kan worden verleend door toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht: |
€ 422,40 |
3.4.4.3 |
als de aanvraag betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1 lid 1 onder a van de Omgevingswet, die in strijd is met de regels van het omgevingsplan en waarvoor in het omgevingsplan geen regels zijn opgenomen om af te wijken van die regels: |
€ 528,00 |
3.4.4.4 |
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
|
a |
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn: |
|
b |
Het bedrag bedoeld in sub a. van 3.4.4.4 wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|
|
3.4.5 |
ACTIVITEIT: AANLEGGEN |
|
3.4.5.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 290,80 |
|
|
|
3.4.6 |
ACTIVITEIT: SLOPEN |
|
3.4.6.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot cultureel erfgoed als bedoeld in 3.4.8, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 261,50 |
|
|
|
3.4.7 |
ACTIVITEIT: VELLEN HOUTOPSTAND |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in de vigerende artikelen van de Bomenverordening 2014 (vellen of laten vellen van een houtopstand) in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
3.4.7.1 |
1 t/m 5 bomen |
€ 141,90 |
3.4.7.2 |
6 t/m 10 bomen |
€ 231,10 |
3.4.7.3 |
11 t/m 25 bomen |
€ 290,80 |
3.4.7.4 |
26 t/m 50 bomen |
€ 348,30 |
3.4.7.5 |
meer dan 50 bomen |
€ 523,00 |
3.4.7.6 |
jaarvergunning |
€ 523,00 |
|
|
|
3.4.8 |
ACTIVITEITEN MET BETREKKING TOT CULTUREEL ERFGOED |
|
3.4.8.1 |
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als het ook gaat om de in die onderdelen bedoelde activiteiten, voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op:
|
€ 244,60 |
3.4.8.2 |
Voor de toepassing van 3.4.8.1. wordt onder gemeentelijk monument respectievelijk voorbeschermd gemeentelijk monument ook verstaan een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Amsterdam is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:
|
|
3.4.8.3 |
In afwijking van 3.4.8.1. worden voor de omgevingsplanactiviteit activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed geen leges geheven wanneer de aanvraag om een omgevingsvergunning tevens betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, lid 2, onder a, van de Omgevingswet. |
|
|
|
|
3.4.9 |
GELIJKWAARDIGHEID |
|
3.4.9.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet bedraagt per maatregel: |
€ 750,00 |
3.4.9.2 |
Het tarief behorend bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop de gelijkwaardige maatregel betrekking heeft onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
|
|
|
3.4.10 |
ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSVERGUNNING |
|
|
De hierna genoemde tarieven gelden in de daarin beschreven omstandigheden in afwijking van de hiervoor genoemde tarieven. |
|
3.4.10.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning, goedkeuring, verklaring, afwijking of een andere dienst die samenhangt met een project in de fysieke leefomgeving, voor zover daarvoor niet elders in deze tarieventabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
€ 290,80 |
3.4.10.2 |
Het tarief voor een aanvraag die, na toepassing van het bepaalde in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, niet in behandeling wordt genomen, bedraagt: |
|
a |
als de leges, die verschuldigd zouden zijn, indien de aanvraag wel in behandeling was genomen niet hoger zijn dan € 350 |
€ 112,80 |
b |
als de leges, die verschuldigd zouden zijn, indien de aanvraag wel in behandeling was genomen tussen de € 351 en € 1.000 bedragen |
€ 281,80 |
c |
als de leges, die verschuldigd zouden zijn, indien de aanvraag wel in behandeling was genomen meer bedragen dan € 1.000. |
€ 563,60 |
3.4.10.3 |
In afwijking van 3.4.10.2 bedraagt het tarief voor een aanvraag omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstand (3.4.7), die, na toepassing van het bepaalde in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, niet verder in behandeling wordt genomen: |
€ 56,40 |
3.4.10.4 |
Het tarief bedraagt voor een aanvraag omgevingsvergunning die in behandeling is genomen en waar besloten wordt dat er geen vergunning vereist is (besluit vergunningvrij): |
€ 244,60 |
3.4.10.5 |
In afwijking van 3.4.10.4 bedraagt het tarief voor een aanvraag omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstand ( 3.4.7) die in behandeling is genomen en waar besloten wordt dat er geen vergunning is vereist (besluit vergunningsvrij): |
€ 56,40 |
3.4.10.6 |
In afwijking van de voorgaande bepalingen, is, voor een lopende aanvraag die binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen, wordt ingetrokken verschuldigd:
Onder lopende aanvraag wordt verstaan: een aanvraag waarop nog geen besluit is genomen door de gemeente. |
|
3.4.10.7 |
Indien de aanvraag om het verkrijgen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan waarvoor reeds een vergunning is verleend en het gaat om een wijziging van een of enkele onderdelen van het bouwplan die op zichzelf beoordeeld kunnen worden, worden de leges geheven overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk, waarbij dan als bouwkosten gelden de bouwkosten van de gewijzigde onderdelen van het bouwplan, met dien verstande dat het te betalen legesbedrag nooit minder is dan € 250. |
|
|
|
|
3.4.11 |
MODALITEITEN |
|
3.4.11.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van die activiteit, worden de op grond van 3.4.2 tot en met 3.4.8 verschuldigde leges verhoogd met 10%. |
|
|
|
|
3.4.12 |
TERUGGAAF |
|
3.4.12.1 |
Indien een aangevraagde omgevingsvergunnning wordt geweigerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. Deze teruggaaf bedraagt 25% van de leges die verschuldigd zijn voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd. |
|
3.4.12.2 |
Voor een aanvraag omgevingsvergunning die, naar het oordeel van het College van burgemeester en wethouders, kan worden beschouwd als een aanvraag voor eenzelfde activiteit als waarvoor ten hoogste zes maanden voor de datum van ontvangst van deze aanvraag de vergunning is geweigerd en waarin de grondslag voor die weigering is opgeheven, wordt teruggaaf van 25% van de voor die aanvraag geheven leges verleend (vermindering leges 2e aanvraag voor eenzelfde activiteit), met dien verstande dat het te betalen legesbedrag nooit minder is dan € 250. Deze bepaling is niet van toepassing op aanvragen als bedoeld in 3.4.7 (vellen houtopstand). |
|
|
|
|
4 |
HOOFDSTUK 4 - DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET - SPECIFIEK MILIEUBELASTENDE ACTIVITEITEN |
|
|
|
|
4.1 |
ACTIVITEITEN DIE BEDRIJFSTAKKEN OVERSTIJGEN (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in afdeling 3.2, met uitzondering van paragraaf 3.2.6, van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het elders in deze tarieventabel bepaalde: |
|
a |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 2.712,30 |
b |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 2.260,30 |
c |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.808,20 |
|
|
|
4.2 |
NUTSSECTOR EN INDUSTRIE (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in afdeling 3.4 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het elders in deze tarieventabel bepaalde: |
|
a |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 2.712,30 |
b |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 2.260,30 |
c |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.808,20 |
|
|
|
4.3 |
AFVALBEHEER (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in afdeling 3.5 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het elders in deze tarieventabel bepaalde: |
|
a |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 2.712,30 |
b |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 2.260,30 |
c |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.808,20 |
|
|
|
4.4 |
AGRARISCHE SECTOR (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in afdeling 3.6 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het elders in deze tarieventabel bepaalde: |
|
a |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 2.712,30 |
b |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 2.260,30 |
c |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.808,20 |
|
|
|
4.5 |
DIENSTVERLENING, ONDERWIJS EN ZORG (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in afdeling 3.7 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het elders in deze tarieventabel bepaalde: |
€ 2.712,30 |
|
|
|
4.6 |
TRANSPORT, LOGISTIEK EN ONDERSTEUNING DAARVAN (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in afdeling 3.8 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het elders in deze tarieventabel bepaalde: |
|
a |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 2.712,30 |
b |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 2.260,30 |
c |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.808,20 |
|
|
|
4.7 |
SPORT EN RECREATIE (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 2.712,30 |
|
|
|
4.8 |
OMGEVINGSPLANACTIVITEIT; MILIEUBELASTENDE ACTIVITEIT |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 1.808,20 |
|
|
|
4.9 |
MAATWERKVOORSCHRIFTEN OF VERGUNNINGVOORSCHRIFTEN BIJ MILIEUBELASTENDE ACTIVITEITEN |
|
4.9.1 |
Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of een vergunningvoorschrift krachtens artikel 4.5 van de Omgevingswet bedraagt het tarief bij: |
|
a |
één maatwerkvoorschrift of één vergunningvoorschrift: |
€ 1.808,20 |
b |
twee of meer maatwerkvoorschriften of twee of meer vergunningvoorschriften; het tarief onder a, per extra maatwerkvoorschrift of vergunningvoorschrift vermeerderd met: |
€ 904,10 |
4.9.2 |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om een vergunningvoorschrift is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift of het vergunningvoorschrift betrekking heeft onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
|
|
|
4.10 |
WIJZIGING MAATWERKVOORSCHRIFTEN OF VERGUNNINGVOORSCHRIFTEN BIJ MILIEUBELASTENDE ACTIVITEITEN |
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 Omgevingswet bedraagt het tarief: |
€ 1.808,20 |
|
|
|
4.11 |
GELIJKWAARDIGE MAATREGEL BIJ MILIEUBELASTENDE ACTIVITEITEN |
|
4.11.1 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet indien deze betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 3 van deze Tabel bedraagt het tarief: |
€ 1.808,20 |
4.11.2 |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop de gelijkwaardige maatregel betrekking heeft onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
|
|
|
4.12 |
UITGEBREIDE VOORBEREIDINGSPROCEDURE |
|
|
Bij een aanvraag waarbij afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht op de voorbereiding van het besluit van toepassing is, wordt het tarief van een milieubelastende activiteit als bedoeld in 4.1 tot en met 4.7 vermeerderd met een toeslag van: |
€ 2.260,30 |
|
|
|
4.13 |
WIJZIGEN OMGEVINGSVERGUNNING BIJ MILIEUBELASTENDE ACTIVITEITEN |
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning bij een milieubelastende activiteit als bedoeld in dit hoofdstuk gelden de tarieven, genoemd in hoofdstuk 4 van deze Legestabel, voor een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
|
|
|
|
4.14 |
WIJZIGEN VOORSCHRIFTEN OMGEVINGSVERGUNNING |
|
|
Het tarief voor een aanvraag tot wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, niet zijnde een vergunningvoorschrift als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet, bedraagt: |
€ 1.808,20 |
|
|
|
4.15 |
BEOORDELING ONDERZOEKSRAPPORTEN MILIEUEFFECTRAPPORTAGE |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld, voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 7.232,80 |
|
|
|
4.16 |
ADVIES MILIEUEFFECTRAPPORTAGE |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet, voor een advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage: het bedrag dat deze commissie in rekening brengt op grond van de door de minister van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde tariefstelling. |
|
|
|
|
4.17 |
OMGEVINGSOVERLEG |
|
|
Het tarief bedraagt, onverminderd hetgeen elders in deze Legestabel is bepaald, voor het in behandeling nemen van een aanvraag omgevingsoverleg over een of meer milieubelastende activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving: |
€ 316,80 |
|
|
|
4.18 |
ALGEMENE BEPALINGEN MILIEULEGES |
|
|
De hierna genoemde tarieven gelden in de daarin beschreven omstandigheden, voor zover sprake is van een milieubelastende activiteit, in afwijking van de hiervoor in dit hoofdstuk genoemde tarieven en onverminderd hetgeen elders in deze tarieventabel is bepaald. |
|
4.18.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning, goedkeuring, verklaring, afwijking of een andere dienst die samenhangt met een project in de fysieke leefomgeving waarbij tevens sprake is van een milieubelastende activiteit, voor zover daarvoor niet elders in deze tarieventabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
€ 290,80 |
4.18.2 |
Het tarief voor een aanvraag die, na toepassing van het bepaalde in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, niet in behandeling wordt genomen, bedraagt: |
|
a |
als de leges, die verschuldigd zouden zijn, indien de aanvraag wel in behandeling was genomen niet hoger zijn dan € 350: |
€ 112,80 |
b |
als de leges, die verschuldigd zouden zijn, indien de aanvraag wel in behandeling was genomen tussen de € 351 en € 1.000 bedragen: |
€ 281,80 |
c |
als de leges, die verschuldigd zouden zijn, indien de aanvraag wel in behandeling was genomen meer bedragen dan € 1.000: |
€ 563,60 |
4.18.3 |
Het tarief bedraagt voor een aanvraag omgevingsvergunning, waarbij sprake is van een milieubelastende activiteit, die in behandeling is genomen en waar besloten wordt dat er geen vergunning vereist is (besluit vergunningvrij): |
€ 244,60 |
4.18.4 |
In afwijking van de voorgaande bepalingen, is, voor een lopende aanvraag omgevingsvergunning, waarbij sprake is van een milieubelastende activiteit, die binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen, wordt ingetrokken, verschuldigd: |
|
|
a. indien de lopende aanvraag in de periode tot en met 2 weken na ontvangst van de aanvraag wordt ingetrokken: € 50 |
|
|
b. indien de lopende aanvraag meer dan 2 weken tot en met 4 weken na ontvangst van de aanvraag wordt ingetrokken: 25 % van de hiervoor vermelde tarieven |
|
|
c. indien de lopende aanvraag meer dan 4 weken tot en met 6 weken na ontvangst van de aanvraag wordt ingetrokken: 50% van de hiervoor vermelde tarieven |
|
|
d. indien de lopende aanvraag meer dan 6 weken maar binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag wordt ingetrokken: 75 % van de hiervoor vermelde tarieven |
|
|
Onder lopende aanvraag wordt verstaan: een aanvraag waarop nog geen besluit is genomen door de gemeente. |
|
4.18.5 |
Indien de aanvraag om het verkrijgen van een omgevingsvergunning, waarbij tevens sprake is van een milieubelastende activiteit, betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan waarvoor reeds een vergunning is verleend en het gaat om een wijziging van een of enkele onderdelen van het bouwplan die op zichzelf beoordeeld kunnen worden, worden de leges geheven overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk, waarbij dan als bouwkosten gelden de bouwkosten van de gewijzigde onderdelen van het bouwplan, met dien verstande dat het te betalen legesbedrag nooit minder is dan € 250. |
|
|
|
|
4.19 |
MODALITEITEN |
|
4.19.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit, waarbij sprake is van een milieubelastende activiteit, wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van die activiteit, worden de op grond van 4.1 tot en met 4.7 verschuldigde leges verhoogd met 10%. |
|
|
|
|
4.20 |
TERUGGAAF |
|
|
De hierna genoemde tarieven gelden in de daarin beschreven omstandigheden onverminderd hetgeen elders in deze tarieventabel is bepaald. |
|
4.20.1 |
Indien een aangevraagde omgevingsvergunning voor een activiteit, waarbij tevens sprake is van een milieubelastende activiteit, wordt geweigerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. Deze teruggaaf bedraagt 25% van de leges die verschuldigd zijn voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd. |
|
4.20.2 |
Voor een aanvraag omgevingsvergunning voor een activiteit, waarbij sprake is van een milieubelastende activiteit, die, naar het oordeel van het College van burgemeester en wethouders, kan worden beschouwd als een aanvraag voor eenzelfde activiteit als waarvoor ten hoogste zes maanden voor de datum van ontvangst van deze aanvraag de vergunning is geweigerd en waarin de grondslag voor die weigering is opgeheven, wordt teruggaaf van 25% van de voor die aanvraag geheven leges verleend (vermindering leges 2e aanvraag voor eenzelfde activiteit), met dien verstande dat het te betalen legesbedrag nooit minder is dan € 250. |
|
|
|
|
5 |
HOOFDSTUK 5 - FYSIEKE LEEFOMGEVING OVERIGE ACTIVITEITEN |
|
5.1 |
vervalt |
|
5.1.1 |
vervalt |
|
5.1.2 |
vervalt |
|
5.1.3 |
vervalt |
|
5.1.4 |
vervalt |
|
|
|
|
|
|
|
5.2 |
SPLITSINGSVERGUNNING |
|
5.2.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet (splitsingsvergunning): |
|
5.2.1.1 |
per (eerste) pand zoals gedefinieerd in de Huisvestingsverordening Amsterdam |
€ 4.936,40 |
5.2.1.2 |
per aanpalend pand onder de voorwaarden dat de panden dezelfde eigenaar hebben en de vergunningen voor de panden gelijktijdig zijn aangevraagd |
€ 3.158,20 |
5.2.2 |
In afwijking van 5.2.1.1 en 5.2.1.2 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een door een bij de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties aangesloten woningcorporatie ingediende aanvraag voor een splitsingsvergunning, onder de voorwaarde dat het een splitsing betreft conform de voorwaarden van artikel 6, lid 2, van de 'Uitvoeringsovereenkomst Verkoop Sociale Huurwoningen 2020 t/m 2024', per te formeren recht: |
€ 516,60 |
|
|
|
5.3 |
VERGUNNING VOOR HET ONTTREKKEN, SAMENVOEGEN, OMZETTEN, VORMEN EN TOERISTISCHE VERHUUR VAN WOONRUIMTEN |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor: |
|
5.3.1 |
het in behandeling nemen van een aanvraag voor een onttrekkingsvergunning voor sloop van een (gedeelte van een) woonruimte zoals geformuleerd in de Huisvestingsverordening Amsterdam, per woonruimte of gedeelte van een woonruimte (per aanvraag): |
€ 1.368,30 |
5.3.2 |
het in behandeling nemen van een aanvraag voor een Bed & Breakfast vergunning zoals geformuleerd in de Huisvestingsverordening Amsterdam (per aanvraag): |
€ 534,80 |
5.3.3 |
het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor vakantieverhuur zoals geformuleerd in de Huisvestingsverordening Amsterdam (per aanvraag): |
€ 71,00 |
5.3.4 |
het in behandeling nemen van een aanvraag voor een voorraadvergunning als bedoeld in de Huisvestingsverordening Amsterdam, anders dan de vergunningen als bedoeld in de 5.3.2 en 5.3.3: De tarieven gelden per aanvraag tenzij in een aanvraag meerdere panden zijn betrokken; dan geldt het genoemde tarief per pand |
|
5.3.4.1 |
voor een onttrekkingsvergunning ander gebruik zoals geformuleerd in de Huisvestingsverordening Amsterdam: |
€ 620,00 |
5.3.4.2 |
voor een vergunning voor samenvoegen zoals geformuleerd in de Huisvestingsverordening Amsterdam: |
€ 620,00 |
5.3.4.3 |
voor een omzettingsvergunning zoals geformuleerd in de Huisvestingsverordening Amsterdam: Er zijn geen leges verschuldigd indien een aanvraag moet worden afgewezen omdat het quotum voor omzettingsvergunningen reeds is overschreden. |
€ 620,00 |
5.3.4.4 |
voor een vergunning woningvorming zoals geformuleerd in de Huisvestingsverordening Amsterdam: |
€ 620,00 |
|
|
|
5.4 |
GESCHIKTHEIDSVERKLARING VOOR PROSTITUTIEBEDRIJVEN |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een geschiktheidsverklaring voor een prostitutiebedrijf in de zin van bijlage 6 van de Bouwverordening Amsterdam 2013: |
|
5.4.1 |
voor de 1e werkruimte |
€ 644,70 |
5.4.2 |
voor de 2e tot en met 5e werkruimte binnen een pand |
€ 1.288,30 |
5.4.3 |
voor de 6e en alle volgende werkruimten binnen een pand |
€ 1.931,80 |
5.4.4 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een nieuwe geschiktheidsverklaring, ter vervanging van een geschiktheidsverklaring wegens wijziging van de inrichting, worden de leges berekend conform 5.4.1 t/m 5.4.3 en vervolgens verminderd met het hoogste van de volgende twee bedragen: * 1% van de bouwkundige kosten inzake de wijziging van de inrichting of * 10% van de leges berekend conform 5.4.1 t/m 5.4.3 |
|
|
|
|
5.5 |
OPENSTELLINGSVERGUNNING |
|
5.5.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 8 van de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels (openstellingsvergunning tunnel): |
€ 174.140,50 |
|
|
|
5.6 |
HUISVESTINGVERGUNNING EN VERGUNNING VOOR TIJDELIJKE VERHUUR OP BASIS VAN DE LEEGSTANDWET |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|
5.6.1 |
een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8 van de Huisvestingswet en de bijbehorende regels uit de Huisvestingsverordening Amsterdam: |
€ 66,50 |
5.6.2 |
het verkrijgen of verlengen van een vergunning als bedoeld in artikel 15 van de Leegstandwet en de nadere regels Amsterdam voor tijdelijke verhuur op basis van de Leegstandwet: |
€ 165,70 |
|
|
|
5.7 |
OPKOOPBESCHERMING |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|
5.7.1 |
een vergunning of ontheffing in het kader van de opkoopbescherming als bedoeld in de Huisvestingsverordening Amsterdam: |
€ 294,80 |
|
|
|
6. |
HOOFDSTUK 6 - ECONOMIE EN MILIEU |
|
|
|
|
6.1 |
HORECA |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|
6.1.1 |
een exploitatievergunning horecabedrijf als bedoeld in artikel 3.8 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 betreffende de openbare orde en veiligheid: |
|
6.1.1.1 |
met terras |
€ 3.492,60 |
6.1.1.2 |
zonder terras |
€ 2.903,70 |
6.1.2 |
een verlenging van de exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.8 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 |
|
6.1.2.1 |
met terras |
€ 2.318,60 |
6.1.2.2 |
zonder terras |
€ 1.841,10 |
6.1.3 |
het aanbrengen van een wijziging in de exploitatievergunning als bedoeld in 6.1.1 bestaande uit een aanpassing van een terras - met uitzondering van een verkleining van het terrasoppervlak binnen de vergunde contouren |
€ 657,10 |
6.1.4.1 |
het aanbrengen van een wijziging in de exploitatievergunning als bedoeld in l 6.1.1 bestaande uit het wijzigen van de persoon van één leidinggevende (door het wisselen of toevoegen van een leidinggevende): |
€ 390,40 |
6.1.4.2 |
het aanbrengen van een wijziging in de vergunning als bedoeld in 6.1.1 bestaande uit het wijzigen van de persoon van iedere volgende leidinggevende (door het wisselen of toevoegen van een leidinggevende) in dezelfde aanvraag als bedoeld in 6.1.4.1 |
€ 40,20 |
6.1.4.3 |
het aanbrengen van overige - andere dan die zijn vermeld in 6.1.4.1 en 6.1.4.2 - wijzigingen in de exploitatievergunning als bedoeld in 6.1.1 |
€ 466,20 |
6.1.5 |
een vergunning ingevolge artikel 3 van de Alcoholwet |
€ 1.815,10 |
6.1.5.1 |
het aanbrengen van een wijziging in de vergunning als bedoeld in 6.1.5 bestaande uit het wijzigen van de persoon van één leidinggevende (door het wisselen of toevoegen van een leidinggevende): |
€ 390,40 |
6.1.5.2 |
het aanbrengen van een wijziging in de vergunning als bedoeld in 6.1.5 bestaande uit het wijzigen van de persoon van iedere volgende leidinggevende (door het wisselen of toevoegen van een leidinggevende) in dezelfde aanvraag als bedoeld in 6.1.5.1 |
€ 40,20 |
6.1.5.3 |
het aanbrengen van overige - andere dan die zijn vermeld in 6.1.5.1 en 6.1.5.2 - wijzigingen in de vergunning als bedoeld in 6.1.5 |
€ 466,20 |
6.1.6 |
een ontheffing ingevolge artikel 35 van de Alcoholwet |
€ 347,20 |
6.1.7 |
een ontheffing van de sluitingstijd als bedoeld in artikel 3.15, lid 3, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 |
€ 323,60 |
6.1.8 |
een ontheffing beperking sterke drank als bedoeld in artikel 3.23, lid 2, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 |
€ 347,20 |
|
|
|
6.2 |
KANSSPELEN |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|
6.2.1 |
een aanwezigheidsvergunning in de zin van artikel 30c lid 1a van de Wet op de kansspelen voor het exploiteren van één of twee kansspelautomaten |
€ 311,10 |
6.2.2 |
een aanwezigheidsvergunning in de zin van artikel 30c lid 1b van de Wet op de kansspelen voor het exploiteren van kansspelautomaten in een speelautomatenhal |
€ 311,10 |
6.2.3 |
een exploitatievergunning als bedoeld in de Verordening kansspelautomaten en speelautomatenhallen Amsterdam |
€ 2.601,40 |
6.2.3.1 |
het aanbrengen van wijzigingen in de vergunning als bedoeld in 6.2.3 (zoals het bijschrijven van één leidinggevende) |
€ 418,20 |
6.2.3.2 |
iedere volgende leidinggevende in dezelfde aanvraag als bedoeld in 6.2.3.1 |
€ 45,10 |
6.2.4 |
een exploitatievergunning speelgelegenheid als bedoeld in artikel 3.54 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 |
€ 2.601,40 |
6.2.5 |
een vergunning als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ 250,30 |
6.2.6 |
een verlenging van een exploitatievergunning als bedoeld in 6.2.4 en 6.2.5 |
€ 2.601,40 |
|
|
|
6.3 |
PROSTITUTIE EN SEKSINRICHTINGEN |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|
6.3.1 |
een vergunning exploitatie prostitutiebedrijf als bedoeld in artikel 3.27, lid 1, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008: |
|
6.3.1.1 |
voor 1 locatie |
€ 2.007,50 |
6.3.1.2 |
voor 2 tot en met 5 locaties |
€ 2.238,50 |
6.3.1.3 |
voor 6 of meer locaties |
€ 4.779,00 |
6.3.2 |
een exploitatievergunning escortbedrijf als bedoeld in artikel 3.40, lid 1, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 |
€ 2.108,80 |
6.3.3 |
een exploitatievergunning van een seksinrichting als bedoeld in artikel 3.47 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 |
€ 1.209,30 |
6.3.4 |
het aanbrengen van wijzigingen in de vergunning als bedoeld in 6.3.1, 6.3.2 en 6.3.3, zoals het bijschrijven van één leidinggevende |
€ 194,90 |
6.3.4.1 |
iedere volgende leidinggevende in dezelfde aanvraag als bedoeld in 6.3.4 |
€ 21,40 |
6.3.5 |
het verlengen van een vergunning als bedoeld in 6.3.1, 6.3.2 en 6.3.3 |
€ 766,40 |
6.3.6 |
het advies van de GGD Amsterdam over de hygiëne in het bedrijfsplan inclusief praktijktoets (inspectie van de locatie) als bedoeld in artikel 3.28 Algemene Plaatselijke Verordening 2008, ter zake van een: |
|
6.3.6.1 |
escortbedrijf, per locatie |
€ 1.055,20 |
6.3.6.2 |
raamprostitutiebedrijf, per locatie |
€ 1.180,40 |
6.3.6.3 |
besloten club, per locatie |
€ 1.490,60 |
6.3.7 |
het advies van de GGD Amsterdam over de hygiëne in het bedrijfsplan exclusief praktijktoets, als bedoeld in artikel 3.28 Algemene Plaatselijke Verordening 2008, ter zake van het in behandeling nemen van een verlenging van één vergunning als bedoeld in 6.3.5, per locatie |
€ 248,30 |
|
|
|
6.4 |
WINKELS |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|
6.4.1 |
een ontheffing voor specifieke vormen van detailhandel om tussen 22.00 en 6.00 uur of een gedeelte daarvan open te zijn als bedoeld in artikel 4 (lid 1, 2, 3 en 4), artikel 5 (lid 1), artikel 6 en artikel 7 van de Verordening winkeltijden Amsterdam 2017 |
€ 124,10 |
|
|
|
6.5 |
EVENEMENTEN |
|
|
Aantallen bezoekers of deelnemers bij evenementen worden gemeten op het drukste moment. |
|
6.5.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 2.40 voor evenementen of artikel 2.47 voor evenementen in gebouwen van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008: |
|
6.5.1.1 |
voor minder dan 250 bezoekers of deelnemers |
€ 264,00 |
6.5.1.2 |
voor 250 of meer, maar minder dan 500 bezoekers of deelnemers |
€ 1.104,60 |
6.5.1.3 |
voor 500 of meer, maar minder dan 2.000 bezoekers of deelnemers |
€ 2.209,20 |
6.5.1.4 |
voor 2.000 of meer, maar minder dan 5.000 bezoekers of deelnemers |
€ 7.963,20 |
6.5.1.5 |
voor 5.000 of meer, maar minder dan 10.000 bezoekers of deelnemers |
€ 13.271,90 |
6.5.1.6 |
voor 10.000 of meer bezoekers of deelnemers |
€ 17.695,80 |
|
|
|
|
|
|
6.6 |
ACTIVITEITEN OP DE OPENBARE WEG |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|
6.6.1 |
een vergunning voor straatartiesten of om muziek ten gehore te brengen als bedoeld in artikel 2.49, lid 2, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 |
€ 212,30 |
6.6.2 |
een vergunning voor een openbare inzameling van geld of zaken als bedoeld in artikel 2.52, lid 1, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 |
€ 169,20 |
6.6.3 |
een ontheffing voor het rondleiden van 5 tot en met 15 mensen als bedoeld in artikel 2.50, lid 4, van Algemene Plaatselijke Verordening 2008, in een aangewezen toeristisch gebied |
€ 212,30 |
|
|
|
6.7 |
MILIEU |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|
6.7.1 |
het op verzoek verzegelen van een geluidsbegrenzer in een inrichting waarop het Activiteitenbesluit milieubeheer van toepassing is |
€ 687,60 |
6.7.2 |
het op verzoek verzegelen van een geluidsbegrenzer in een inrichting waarvoor in de vergunning voorschriften zijn gegeven voor het afgrendelen en verzegelen van een geluidsbegrenzer |
€ 687,60 |
6.7.3 |
het op verzoek opnieuw verzegelen van een geluidsbegrenzer in een inrichting als bedoeld in 6.7.1 en 6.7.2 tenzij verbreking van de verzegeling noodzakelijk was en vooraf gemeld |
€ 687,60 |
6.7.4 |
ontheffing van geluid- en lichthindervoorschriften voor inrichtingen voor horeca- sport- en recreatieactiviteiten als bedoeld in artikel 5.6, lid 2, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 |
€ 182,60 |
6.7.5 |
een vergunning voor de uitoefening van een bedrijf of een nevenbedrijf om consumentenvuurwerk ter beschikking te stellen dan wel voor dit doel aanwezig te hebben als bedoeld in artikel 5.2, lid 1, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 (verkoop van vuurwerk) |
€ 462,10 |
6.7.6 |
het in behandeling nemen van een aanvraag voor gebruik van explosieven op grond van artikel 5.4 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 |
€ 140,90 |
6.7.7 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 5.5, lid 2, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 (Ontheffing hinder) |
€ 179,80 |
|
|
|
7. |
HOOFDSTUK 7 - OPENBARE RUIMTE |
|
|
|
|
7.1 |
PLAATSEN VAN VOORWERPEN |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor het plaatsen, aanbrengen, hebben of storten van voorwerpen of stoffen op, aan, in of boven de weg als bedoeld in artikel 4.3, lid 1, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 (objectvergunning): |
|
7.1.1 |
per aanvraag voor een plaatsingstermijn van maximaal 2 weken |
€ 169,20 |
7.1.2 |
per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 3 tot en met 16 weken: |
|
7.1.2.1 |
per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 3 weken |
€ 253,70 |
7.1.2.2 |
per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 4 weken |
€ 338,20 |
7.1.2.3 |
per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 5 weken |
€ 422,80 |
7.1.2.4 |
per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 6 weken |
€ 507,30 |
7.1.2.5 |
per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 7 weken |
€ 591,90 |
7.1.2.6 |
per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 8 weken |
€ 676,50 |
7.1.2.7 |
per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 9 weken |
€ 761,10 |
7.1.2.8 |
per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 10 tot en met 16 weken (met een maximum van 4 maanden) |
€ 845,40 |
7.1.3 |
vervalt |
|
7.1.4 |
per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 4 tot 12 maanden |
€ 1.690,70 |
|
|
|
7.2 |
OPBREKEN WEG |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|
7.2.1 |
Een vergunning voor werkzaamheden aan de infrastructuur in de openbare ruimte: het in de openbare ruimte aanbrengen, onderhouden en verwijderen van infrastructuur (kabel- en leidingnetwerken en (gemeentelijke) assets: wegbedekking, straatmeubilair, riolering plus toebehoren, groenvoorzieningen, openbare verlichting, verkeerregelinstallaties, kunstwerken zoals bruggen, tunnels en walmuur-/kadeconstructie, e.d.); met inbegrip van het hiervoor inrichten van een werkterrein en het plaatsen van objecten ten behoeve van de werkzaamheden, als bedoeld in de Verordening werken in de openbare ruimte Amsterdam 2021 en de Nadere Regels WIOR 2021 |
|
7.2.1.1 |
Een vergunning groot WIOR werk, ingrijpend werk met veel impact als bedoeld in artikel 3.6 Nadere Regels WIOR 2021 |
€ 1.292,10 |
7.2.1.2 |
Een vergunning middelgroot WIOR werk, werk met impact als bedoeld in artikel 3.6 Nadere Regels WIOR 2021 |
€ 554,60 |
7.2.1.3 |
Een vergunning meegaand in WIOR werk, als deelnemer van een gecombineerd werk, niet zijnde de projectinitiator en werkend onder de voor het gecombineerde werk opgestelde specifieke voorschriften en voorwaarden |
€ 277,50 |
7.2.2 |
Een instemmingsbesluit op grond van artikel 5.4 van de Telecommunicatiewet voor werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding of opruiming van een openbaar elektronisch communicatienetwerk |
|
7.2.2.1 |
Een instemmingsbesluit groot WIOR werk, ingrijpend werk met veel impact als bedoeld in artikel 3.6 Nadere Regels WIOR 2021 |
€ 1.292,10 |
7.2.2.2 |
Een instemmingsbesluit middelgroot WIOR werk, werk met impact als bedoeld in artikel 3.6 Nadere Regels WIOR 2021 |
€ 554,60 |
7.2.2.3 |
Een instemmingsbesluit meegaand in WIOR werk, als deelnemer van een gecombineerd werk, niet zijnde de projectinitiator en werkend onder de voor het gecombineerde werk opgestelde specifieke voorschriften en voorwaarden |
€ 277,50 |
7.2.3 |
Het verlengen of wijzigen van een vergunning of instemmingsbesluit als bedoeld in 7.2.1 en 7.2.2 indien dit niet leidt tot verstoring van de programmering van werk of schade voor derden |
€ 369,80 |
|
|
|
7.3 |
RECLAME |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|
7.3.1 |
een ontheffing voor het (laten) verspreiden onder het publiek van voorwerpen voor reclamedoeleinden op of aan de weg als bedoeld in artikel 4.12, lid 2, van de Algemene Plaatselijke Verordening (verspreiding reclamemateriaal, sampling) |
€ 169,20 |
7.3.2 |
een ontheffing voor het maken van reclame op of aan de weg of het openbaar water met een bord, doek of met enig ander middel of voorwerp of met een voertuig of vaartuig, uitsluitend of hoofdzakelijk gebruikt of bestemd voor het maken van reclame als bedoeld in artikel 4.11, lid 3, van de Algemene Plaatselijke Verordening |
€ 169,20 |
|
|
|
7.4 |
AMBULANTE HANDEL |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|
7.4.1 |
een vergunning voor het innemen van een marktplaats als bedoeld in artikel 3.14 van de Marktverordening of het toewijzen van een tijdelijke vaste marktplaats op grond van artikel 3.8 of 3.9 van de Marktverordening |
€ 78,90 |
7.4.2 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 2.1, lid 2, 3.19, lid 2, 3.20, lid 2 van de Marktverordening of de artikelen 2.1, lid 2, 3.8, lid 4, 3.9, lid 2 van de Verordening Staan- en ligplaatsen buiten de markt en venten, per kalenderjaar |
€ 60,80 |
7.4.3 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 3.26, lid 2 of 3.29, lid 2 van de Marktverordening of artikel 4.2, lid 2 van de Verordening Staan- en ligplaatsen buiten de markt en venten |
€ 60,80 |
7.4.4 |
een vergunning voor het innemen van een staan of ligplaats buiten de markten als bedoeld in artikel 3.1 van de Verordening Staan- en Ligplaatsen buiten de markt en venten om toekenning van: |
|
7.4.4.1 |
een overname bestaande staanplaats |
€ 161,10 |
7.4.4.2 |
een initiatiefplaats |
€ 161,10 |
7.4.4.3 |
een tijdelijke staanplaats voor het verkopen van seizoensgebonden producten |
€ 183,70 |
7.4.4.4 |
een tijdelijke staanplaats in het kader van de regeling roulering ijs- en hotdogventers en een tijdelijke staanplaats bij wedstrijden en evenementen in de Johan Cruijff Arena |
€ 28,20 |
7.4.4.5 |
een tijdelijke staanplaats die wordt toegekend na een open inschrijving. Indien een aanvraag niet leidt tot een vergunning wordt 50% restitutie verleend |
€ 157,90 |
7.4.4.6 |
het wijzigen van een vergunning als bedoeld in 7.4.4 met uitzondering van 7.4.4.4 |
€ 137,50 |
7.4.5 |
vervalt |
|
7.4.6 |
het overschrijven van een vergunning als bedoeld in de artikelen 3.5 en 3.15 van de Marktverordening en de artikelen 3.5 en 3.7 van de Verordening Staan- en Ligplaatsen buiten de markt en venten |
€ 182,60 |
7.4.7 |
een inschrijving als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 van de Marktverordening en artikel 2.1, lid 1 van de Verordening Staan- en Ligplaatsen buiten de markt en venten en de jaarlijkse verlenging daarvan |
€ 54,10 |
7.4.7.1 |
het opnieuw of tussentijds wijzigen van een inschrijving als bedoeld in 7.4.7 |
€ 29,30 |
7.4.8 |
een bijschrijving in het register op grond van artikel 2.5, lid 2 van de Marktverordening ten behoeve van een vervangerskaart als bedoeld in artikel 2.5, lid 1 van de Marktverordening en een partnerkaart als bedoeld in artikel 2.5, lid 1 van Verordening Staan- en Ligplaatsen buiten de markt en venten |
€ 23,70 |
7.4.9 |
voor handelingen voor het reactiveren van een doorgehaalde inschrijving als bedoeld in artikel 2.1 van de Marktverordening en artikel 2.1 van de Verordening Staan- en Ligplaatsen buiten de markt en venten |
€ 91,30 |
7.4.10 |
voor het opmaken van een officiële verklaring |
€ 27,00 |
7.4.11 |
een jaarlijkse vernieuwing van de registratie van sollicitanten voor het zich laten plaatsen op een door het college bijgehouden sollicitantenlijst als bedoeld in artikel 3.2 van de Verordening Staan- en Ligplaatsen buiten de markt en venten |
€ 31,60 |
7.4.12 |
een vergunning om op een markt kramen te plaatsen of te verhuren als bedoeld in artikel 3.24 lid 1 van de Marktverordening. Indien de aanvraag niet leidt tot een vergunning als bedoeld in artikel 3.24 lid 1 van de Marktverordening wordt 50% restitutie verleend. |
€ 1.036,90 |
7.4.13 |
een vergunning om te venten als bedoeld in artikel 4.1 van de Verordening Staan- en Ligplaatsen buiten de markt en venten en de jaarlijkse verlenging daarvan |
€ 22,50 |
7.4.14 |
vervalt |
|
7.4.15 |
een vergunning voor een markt op afstand als bedoeld in artikel 4.3, lid 1 van de Marktverordening. Indien een aanvraag niet leidt tot een vergunning als bedoeld in artikel 4.3, lid 1 van de Marktverordening wordt 50% restitutie verleend. |
€ 791,70 |
7.4.16 |
een vergunning voor een markt op afstand als bedoeld in artikel 4.3, lid 1 van de Marktverordening die incidenteel wordt gehouden |
€ 299,80 |
|
|
|
8. |
HOOFDSTUK 8 - VERKEER EN VERVOER |
|
|
|
|
8.1 |
PARKEREN |
|
|
Het tarief bedraagt - per parkeerplaats - voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|
8.1.1 |
het verkrijgen, verlengen of wijzigen van een belanghebbendenvergunning met raamkaart en een gemarkeerde parkeerplaats voor voertuigen van autodeelorganisaties, politie, verloskundigen, huisartsen, consuls etc. als bedoeld in artikel 25 van de Parkeerverordening 2013 |
€ 169,20 |
8.1.2 |
het aanbrengen van markering, paal en borden ter aanduiding van een nieuwe gehandicaptenparkeerplaats op kenteken of belanghebbendenparkeerplaats (bord E6b of E9 uit bijlage I Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 + kentekenbord + bord wegsleepregeling) |
€ 394,50 |
8.1.3 |
het verplaatsen van een bestaande belanghebbenden- of gehandicaptenparkeerplaats als bedoeld in 8.1.2 |
€ 394,50 |
8.1.4 |
het aanbrengen van een nieuw onderbord (bord E9 uit bijlage I Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990) met kenteken (bedrag is inclusief bord) |
€ 169,20 |
8.1.5 |
het verkrijgen, verlengen of vernieuwen van een parkeerontheffing in het kader van een specifieke blauwe zone voor 2 jaar |
€ 169,20 |
8.1.6 |
het vernieuwen van een parkeerontheffing bij een kentekenwijziging of het verstrekken van een duplicaat in het kader van een specifieke blauwe zone |
€ 56,40 |
|
|
|
8.2 |
GEHANDICAPTEN |
|
8.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van elk van de volgende aanvragen voor een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) is, per gehandicaptenparkeerkaart, een tarief verschuldigd van:
Dit tarief is exclusief een toeslag voor een (schriftelijke) medische keuring; zie voor het tarief hiervan 8.2.3 en 8.2.4 |
€ 44,00 |
8.2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van elk van de volgende aanvragen voor een gemarkeerde parkeerplaats bij de woning of het werkadres als bedoeld in artikel 26 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 is, per parkeerplaats:
Dit tarief is exclusief een toeslag voor een (schriftelijke) medische keuring; zie voor het tarief hiervan 8.2.3 en 8.2.4 |
€ 29,30 |
8.2.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een medische keuring ter verkrijging van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in 8.2.1 of een gemarkeerde parkeerplaats als bedoeld in 8.2.2: |
€ 165,70 |
8.2.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een schriftelijke medische keuring op basis van reeds bekende medische gegevens ter verkrijging van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in 8.2.1 of gemarkeerde parkeerplaats als bedoeld in 8.2.2: |
€ 41,60 |
8.2.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het aanbrengen van een nieuw onderbord met kenteken (bedrag is inclusief bord): |
€ 56,40 |
|
|
|
8.3 |
ONTHEFFINGEN Reglement verkeersregels en -tekens 1990 (RVV) / Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
|
8.3.1 |
ONTHEFFING RVV & TOEGANG TOT DE MILIEUZONE |
|
8.3.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 87 RVV: |
|
8.3.1.1.1 |
een ontheffing van een aantal artikelen van het RVV 1990 voor een bepaalde periode, per 5 afgegeven ontheffingen. Dit tarief is uitsluitend van toepassing voor ontheffingen waarvoor geen specifieke bepaling in deze tarieventabel is opgenomen. |
€ 259,20 |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing voor toegang tot de milieuzone: |
|
8.3.1.1.2 |
de verlening van een ontheffing van één of meerdere van de in artikel 87 van het RVV genoemde artikelen elektrisch aangedreven voertuigen. Indien er geen sprake is van gewijzigde omstandigheden op de locatie waarvoor de ontheffing is verleend en er geen sprake is van wijzigingen in het beleid die van invloed kunnen zijn op het verlenen van de desbetreffende ontheffing, dan wordt deze kosteloos met 2 jaar verlengd |
€ 0,00 |
8.3.1.1.3 |
een ontheffing voor autovrije gebieden voor 4 jaar als bedoeld in artikel 87 RVV |
€ 112,80 |
8.3.1.1.4 |
Het tarief bedraagt - in afwijking van 8.3.1.1.1, 8.3.1.1.2 en 8.3.1.1.3 - voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor toegang tot autovrije gebieden, die zijn afgesloten met een intelligent toegangssysteem (zoals camera, vezip of slagboom afsluiting) wanneer de aanvraag, verwerking, controle/passage of handhaving en uitgifte volledig digitaal en geautomatiseerd plaatsvindt |
€ 0,00 |
8.3.1.1.5 |
Het tarief bedraagt - in afwijking van 8.3.1.1.1, 8.3.1.1.2, 8.3.1.1.3 en 8.3.1.1.4 - voor het in behandeling nemen van een kentekenwijziging in een verleende RVV ontheffing, wanneer dit een nieuw op te sturen raamkaart, pasje of sleutel vereist |
€ 56,40 |
8.3.1.1.6 |
Het tarief bedraagt - in afwijking van 8.3.1.1.1, 8.3.1.1.2, 8.3.1.1.3, 8.3.1.1.4 en 8.3.1.1.5 - voor het in behandeling nemen van een geautomatiseerde kentekenwijziging in een verleende RVV ontheffing, wanneer dit een gebied is dat is afgesloten met een intelligent toegangssysteem |
€ 0,00 |
|
|
|
|
Dagontheffingen voor milieuzone Amsterdam |
|
8.3.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een: |
|
8.3.1.2.1 |
Dagontheffing voor bedrijfsauto's als bedoeld in artikel 2 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020 - per dag |
€ 56,40 |
8.3.1.2.2 |
Dagontheffing voor vrachtauto’s en besloten busvervoer als bedoeld in artikel 3, 3a en 3b van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020 - per dag |
€ 56,40 |
8.3.1.2.3 |
Dagontheffing voor Amsterdamse museumbussen als bedoeld in artikel 4 en museale legervoertuigen zoals bedoeld in artikel 5 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020 - per dag |
€ 28,20 |
8.3.1.2.4 |
Ontheffing voor kampeerwagens ten behoeve van verblijf op een camping als bedoeld in artikel 6 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020 |
€ 11,30 |
|
Langdurige ontheffingen voor milieuzone Amsterdam |
|
8.3.1.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een: |
|
8.3.1.3.1 |
Ontheffing voor een personen- of bedrijfsauto die vanwege een handicap is aangepast als bedoeld in artikel 7 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020 |
€ 56,40 |
8.3.1.3.2 |
Ontheffing voor voertuigen in verband met de levertijd van een vervangend voertuig voor als bedoeld in artikel 9, 9a en 9b van het Wijzigingsbesluit ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020 |
€ 225,50 |
8.3.1.3.3 |
Ontheffing voor vrachtauto’s en besloten busvervoer in verband met bijzondere omstandigheden als bedoeld in artikel 11 en 11a van het Wijzigingsbesluit ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020 |
€ 225,50 |
8.3.1.3.4 |
Ontheffing voor vrachtauto's in verband met een aanbestedingsprocedure als bedoeld in artikel 13 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020 |
€ 225,50 |
8.3.1.3.5 |
Ontheffing waarbij toepassing wordt gegeven aan de hardheidsclausule als bedoeld in artikel 14 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020 |
€ 259,20 |
|
|
|
|
Ontheffingen voor milieuzone brom- en snorfietsen op basis van het 'Gemeentelijk ontheffingenbeleid milieuzone brom- en snorfietsen Amsterdam' |
|
8.3.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een: |
|
8.3.1.4.1 |
ontheffing op medische gronden als bedoeld in artikel 4 van het Gemeentelijk ontheffingenbeleid milieuzone brom- en snorfietsen Amsterdam |
€ 28,20 |
8.3.1.4.2 |
weekendontheffing voor oldtimers als bedoeld in artikel 6 van het Gemeentelijk ontheffingenbeleid milieuzone brom- en snorfietsen Amsterdam |
€ 28,20 |
8.3.1.4.3 |
ontheffing voor de inbouw van een elektrische of euro 4 motor als bedoeld in artikel 7 van het Gemeentelijk ontheffingenbeleid milieuzone brom- en snorfietsen Amsterdam |
€ 259,20 |
8.3.1.4.4 |
ontheffing waarbij toepassing wordt gegeven aan de hardheidsclausule als bedoeld in artikel 8 van het Gemeentelijk ontheffingenbeleid milieuzone brom- en snorfietsen Amsterdam |
€ 259,20 |
|
|
|
8.3.2 |
TIJDELIJKE VERKEERSMAATREGELEN |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag of besluit als bedoeld in artikel 34 van het BABW voor: |
|
8.3.2.1 |
een besluit inzake het wegverkeer (tijdelijke verkeersmaatregel), voor één tot drie dag(en) |
€ 259,20 |
8.3.2.2 |
een besluit inzake het wegverkeer (tijdelijke verkeersmaatregel), voor één week |
€ 338,10 |
8.3.2.3 |
een besluit inzake het wegverkeer (tijdelijke verkeersmaatregel), voor elke volgende week, waarbij geldt dat het totaal aantal weken vallend onder 8.3.2.2 en 8.3.2.3. niet hoger kan zijn dan 7 |
€ 112,80 |
8.3.2.4 |
een besluit inzake het wegverkeer (tijdelijke verkeersmaatregel), voor een periode van acht weken tot en met (maximaal) vier maanden |
€ 1.127,10 |
8.3.2.5 |
een besluit inzake het wegverkeer - Verkeersbesluit art 18 Wegenverkeerswet 1994 |
€ 281,80 |
8.3.2.6 |
een aanvraag voor spoedeisende werkzaamheden, die binnen 24 uur moeten worden hersteld (tijdelijke verkeersmaatregel) |
€ 281,80 |
8.3.2.7 |
een besluit inzake het wegverkeer (tijdelijke verkeersmaatregel) waarbij uitsluitend gebruik wordt gemaakt van elektrisch aangedreven voertuig(en) ten behoeve van een verhuizing |
€ 0,00 |
|
|
|
8.4 |
TIJDELIJK AFZETTEN PARKEERVAKKEN |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verrichten van werkzaamheden in, op, boven of langs een weg vanwege activiteiten welke niet behoren tot het normale verkeersgebruik van die weg waardoor verkeerstekens geplaatst of verwijderd worden als bedoeld in artikel 33 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW): |
|
8.4.1 |
voor het tijdelijk afzetten van: |
|
8.4.1.1 |
t/m 2 parkeervakken |
€ 140,90 |
8.4.1.2 |
t/m 6 parkeervakken |
€ 169,20 |
8.4.1.3 |
t/m 10 parkeervakken |
€ 253,50 |
8.4.1.4 |
t/m 13 parkeervakken |
€ 338,10 |
8.4.1.5 |
t/m 16 parkeervakken |
€ 394,50 |
8.4.1.6 |
t/m 19 parkeervakken |
€ 450,80 |
8.4.1.7 |
t/m 22 parkeervakken |
€ 507,20 |
8.4.1.8 |
t/m 25 parkeervakken |
€ 563,60 |
8.4.1.9 |
t/m 28 parkeervakken |
€ 620,00 |
8.4.1.10 |
t/m 31 parkeervakken |
€ 676,30 |
8.4.1.11 |
vanaf 32 parkeervakken; € 660,00 vermeerderd met € 52 per drie parkeervakken voor het aantal parkeervakken boven de 32 stuks. |
|
8.4.1.12 |
parkeervakken ten behoeve van een verhuizing waarbij uitsluitend gebruik gemaakt wordt van elektrisch aangedreven voertuig(en) |
€ 0,00 |
8.4.2 |
voor een tijdelijk verbod om fietsen en bromfietsen te plaatsen |
€ 140,90 |
|
|
|
8.5 |
vervalt |
|
|
|
|
8.6 |
ONTHEFFING RVV VOOR TOEGANG ZONE ZWAAR VERKEER AMSTERDAM VOOR VRACHTVOERTUIGEN EN AUTOBUSSEN |
|
8.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en -tekens 1990 (RVV) voor het rijden in de Zone zwaar verkeer Amsterdam (het gebied waar een zonale geslotenverklaring is ingesteld voor voertuigen en samenstellen van vrachtvoertuigen met een totaalmassa hoger dan 7,5 ton) |
|
8.6.1.1 |
Voor een ontheffing als bedoeld in artikel 3 van de Beleidsregels Zone zwaar verkeer Amsterdam 2021 (dagontheffing zone zwaar verkeer) voor de duur van één dag |
€ 27,80 |
8.6.1.2 |
Voor een ontheffing als bedoeld in artikel 3 van de Beleidsregels Zone zwaar verkeer Amsterdam 2021 (jaarontheffing zone zwaar verkeer) voor de duur van één jaar (twaalf maanden) |
€ 133,00 |
8.6.1.3 |
Voor een ontheffing als bedoeld in artikel 4 van de Beleidsregels Zone zwaar verkeer Amsterdam 2021 (jaarontheffing zone zwaar verkeer met verklaring), voor de duur van één jaar (twaalf maanden) |
€ 194,00 |
8.6.1.4 |
Voor een ontheffing als bedoeld in artikel 5 van de Beleidsregels Zone zwaar verkeer Amsterdam 2021 (routeontheffing), voor de duur van maximaal één jaar (twaalf maanden) |
€ 288,20 |
8.6.1.5 |
Voor een ontheffing als bedoeld in artikel 6 van de Beleidsregels Zone zwaar verkeer Amsterdam 2021 (routeontheffing – breed opgezette wegen), voor de duur van maximaal één jaar (twaalf maanden) |
€ 288,20 |
8.6.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en -tekens 1990 (RVV) voor het rijden in de Zone zwaar verkeer Amsterdam (het gebied waar een zonale geslotenverklaring is ingesteld voor autobussen met een totaalmassa hoger dan 7,5 ton) |
|
8.6.2.1 |
Voor een ontheffing als bedoeld in artikel 3 van de Beleidsregels ontheffing zone zwaar verkeer – autobussen zwaarder dan 7,5 ton Amsterdam 2024 voor de duur van één dag - dagontheffing. |
€ 27,80 |
8.6.2.2 |
Voor een ontheffing als bedoeld in artikel 3 van de Beleidsregels ontheffing zone zwaar verkeer – autobussen zwaarder dan 7,5 ton Amsterdam 2024 voor de duur van één jaar (twaalf maanden) - Jaarontheffing. |
€ 194,00 |
8.6.2.3 |
Voor een ontheffing als bedoeld in artikel 3 van de Beleidsregels ontheffing zone zwaar verkeer – autobussen zwaarder dan 7,5 ton Amsterdam 2024 voor de duur van één jaar (twaalf maanden) - Jaarontheffing met routetoets. |
€ 288,20 |
8.6.2.4 |
Voor een ontheffing als bedoeld in artikel 4 van de Beleidsregels ontheffing zone zwaar verkeer – autobussen zwaarder dan 7,5 ton Amsterdam 2024 voor de duur van één jaar (twaalf maanden) - Bestemmingsontheffing - bijzondere omstandigheden. |
€ 1.002,40 |
|
|
|
8.7 |
TAXIVERGUNNING/ONTHEFFING |
|
|
Verwijzingen naar regelgeving Waar in 8.7 wordt verwezen naar artikelen uit de 'verordening' wordt bedoeld de 'Taxiverordening Amsterdam 2012' zoals die luidt op het moment van de aanvraag. Waar in deze paragraaf wordt verwezen naar artikelen uit het 'beleid' wordt bedoeld het 'Beleid voor medegebruik van de lijnbusbaan/-strook door taxi's'. |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|
8.7.1 |
de eerste afgifte van of de verlenging van een zelfstandige lijnbusbaanontheffing conform artikel 2 lid 2 van het beleid. |
€ 158,40 |
8.7.2 |
de eerste afgifte van een Taxxxivergunning conform artikel 2.3 lid 1 van de verordening inclusief de afgifte van een gekoppelde lijnbusbaanontheffing conform artikel 2 lid 1 van het beleid. |
€ 332,50 |
8.7.3 |
het wijzigen van een Taxxxivergunning conform artikel 2.3 lid 1 van de verordening |
€ 294,20 |
8.7.4 |
een vernieuwing van een Taxxxivergunning conform artikel 2.3 lid 1 en artikel 2.16 van de verordening inclusief de gekoppelde lijnbusbaanontheffing conform artikel 2 lid 1 van het beleid. |
€ 249,10 |
8.7.5 |
een duplicaat van een Taxxxivergunning, taxi-ontheffing en keycard conform artikel 2.15 lid 1 van de verordening |
€ 134,10 |
|
Het tarief bedraagt voor: |
|
8.7.6 |
een beoordeling van de volledigheid van een aanvraag om een eerste TTO-vergunning - conform artikel 2.3 lid 2 van de verordening |
€ 3.018,40 |
8.7.7 |
een beoordeling van de volledigheid van een aanvraag om een tweede en opvolgende TTO-vergunning - conform artikel 2.3 lid 2 van de verordening |
€ 2.321,80 |
8.7.8 |
het in behandeling nemen van een eerste aanvraag om een TTO-vergunning als bedoeld in artikel 2.3 lid 2 van de verordening |
€ 9.519,70 |
8.7.9 |
het in behandeling nemen van een tweede en opvolgende aanvraag voor van een TTO-vergunning, als bedoeld in artikel 2.3 lid 2 van de verordening |
€ 7.081,70 |
8.7.10 |
het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een TTO-vergunning als bedoeld in artikel 2.3 lid 2 van de verordening op grond van wijzigingen van gegevens die dusdanig zijn dat geen sprake is meer is van de situatie waarvoor vergunning is verleend |
€ 1.451,80 |
8.7.11 |
het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een TTO-vergunning als bedoeld in artikel 2.3 lid 2 van de verordening in verband met andere wijzigingen dan bedoeld in 8.7.10 |
€ 186,00 |
|
|
|
8.8 |
DEELVERVOER |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|
8.8.1 |
een vergunning deeltweewielers (deelbromfietsen, deelbakfietsen, deelfietsen) als bedoeld in artikel 2.50A van de Algemene Plaatselijke Verordening: |
€ 5.481,70 |
8.8.2 |
het verlengen van een vergunning als bedoeld in 8.8.1 |
€ 726,50 |
8.8.3 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 2.50A van de Algemene Plaatselijke Verordening: |
€ 3.211,30 |
8.8.4 |
het verlengen van een ontheffing als bedoeld in 8.8.3 |
€ 726,50 |
|
|
|
9. |
HOOFDSTUK 9 - BINNENWATER |
|
|
|
|
9.1 |
WOONBOTEN |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|
9.1.1 |
een ligplaatsvergunning voor een woonboot als bedoeld in artikel 2.3.1 van de Verordening op het binnenwater 2010 |
€ 1.335,40 |
9.1.2 |
een omgevingsvergunning in de zin van de Omgevingswet voor het vervangen van een woonboot als bedoeld in artikel 2.3.3 van de Verordening op het binnenwater 2010 door een bestaande woonboot (zelfstandig varend of niet) van elders, niet zijnde een nieuw gebouwde woonboot ‐ in afwijking van het elders deze legestabel bepaalde: |
€ 653,80 |
9.1.3 |
een vergunning voor het verbouwen van een woonboot als bedoeld in artikel 2.3.4 van de Verordening op het binnenwater 2010 |
€ 653,80 |
9.1.4 |
een ontheffing voor een woonverblijf op een vaartuig anders dan een woonboot indien het betrokken vaartuig niet hoofdzakelijk als woonverblijf gebruikt wordt of bestemd is als bedoeld in artikel 2.6.1, lid 5, van de Verordening op het binnenwater 2010 |
€ 596,20 |
9.1.5 |
In geval van een huwelijk, geregistreerd partnerschap of notarieel samenlevingscontract en een vergunning of ontheffing als bedoeld in 9.1.1 respectievelijk 9.1.4 staat op de naam van één van de twee partners dan kan op verzoek de andere partner kosteloos worden bijgeschreven in de vergunning of ontheffing. Voorwaarde is dat deze partner minstens 6 maanden voor de datum van het verzoek staat ingeschreven op het adres van de woonboot |
€ 0,00 |
|
|
|
9.2 |
BEDRIJFSVAARTUIGEN |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|
9.2.1 |
een vergunning voor een ligplaats bedrijfsvaartuig als bedoeld in artikel 2.3.6 van de Verordening op het binnenwater 2010 |
€ 596,20 |
9.2.2 |
een vergunning voor het vervangen van een bedrijfsvaartuig als bedoeld in artikel 2.3.8 van de Verordening op het binnenwater 2010 |
€ 653,80 |
9.2.3 |
een vergunning voor het verbouwen van een bedrijfsvaartuig als bedoeld in artikel 2.3.9 van de Verordening op het binnenwater 2010 |
€ 653,80 |
9.2.4 |
een exploitatievergunning voor transport als bedoeld in artikel 2.5.1 van de Verordening op het binnenwater 2010 |
€ 517,20 |
9.2.5 |
een wijziging van een exploitatievergunning voor transport als bedoeld in artikel 2.5.1 van de Verordening op het binnenwater 2010, voor zover de wijziging enkel ziet op de naam van het vaartuig of object |
€ 250,10 |
9.2.6 |
een wijziging van een exploitatievergunning voor transport als bedoeld in artikel 2.5.1 van de Verordening op het binnenwater 2010, voor zover de wijziging enkel ziet op de vergunninghouder |
€ 250,10 |
9.2.7 |
een wijziging van een exploitatievergunning voor transport als bedoeld in artikel 2.5.1 van de Verordening op het binnenwater 2010, anders dan de naam van het vaartuig of object of de vergunninghouder |
€ 250,10 |
9.2.8 |
een exploitatievergunning voor vervoer van personen als bedoeld in artikel 2.4.1 van de Verordening op het binnenwater 2010 die wordt gerangschikt op grond van artikel 2.4.5 van de Verordening op het binnenwater 2010 |
€ 442,10 |
9.2.9 |
een exploitatievergunning voor vervoer van personen als bedoeld in artikel 2.4.1 van de Verordening op het binnenwater 2010, die wordt gerangschikt op grond van artikel 2.4.5 van de Verordening op het binnenwater 2010 en op grond van deze rangschikking inhoudelijk wordt beoordeeld |
€ 1.326,40 |
9.2.10 |
een wijziging van een exploitatievergunning voor vervoer van personen als bedoeld in artikel 2.4.1 van de Verordening op het binnenwater 2010, voor zover de wijziging enkel ziet op de naam van het vaartuig of object |
€ 694,30 |
9.2.11 |
een wijziging van een exploitatievergunning voor vervoer van personen als bedoeld in artikel 2.4.1 van de Verordening op het binnenwater 2010, voor zover de wijziging enkel ziet op de vergunninghouder |
€ 980,60 |
9.2.12 |
een wijziging van een exploitatievergunning voor vervoer van personen als bedoeld in artikel 2.4.1 van de Verordening op het binnenwater 2010, anders dan de naam van het vaartuig of object of de vergunninghouder |
€ 1.665,80 |
9.2.13 |
een meldingsbewijs als bedoeld in artikel 2.4.6 van de Verordening op het binnenwater 2010, per vaartuig of object |
€ 66,50 |
9.2.14 |
een vergunning bijzonder transport als bedoeld in artikel 1.21. van het Binnenvaartpolitiereglement |
€ 229,40 |
9.2.15 |
een wijziging van een vergunning bijzonder transport als bedoeld in artikel 1.21 van het Binnenvaartpolitiereglement |
€ 51,00 |
|
|
|
9.3 |
ONTHEFFINGEN BINNENWATER |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|
9.3.1 |
een ontheffing voor een pleziervaartuig als bedoeld in artikel 2.6.1, lid 1, van de Verordening op het binnenwater 2010 |
€ 596,20 |
9.3.2 |
een ontheffing voor het plaatsen of houden van objecten in, op of boven het water als bedoeld in artikel 2.1.3, lid 2, van de Verordening op het binnenwater 2010 |
€ 596,20 |
|
|
|
9.4 |
PLEZIERVAARTUIGEN |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|
9.4.1 |
het verstrekken van een vervangend vignet als bedoeld in artikel 11 van de Binnenhavengeldverordening Pleziervaart 2023 |
€ 47,30 |
|
|
|
10. |
HOOFDSTUK 10 - KINDEROPVANG |
|
|
|
|
10.1 |
KINDEROPVANG |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 1.45 Wet kinderopvang (Wko) voor: |
|
10.1.1 |
het in exploitatie nemen van één kindercentrum of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, lid 1 van de Wet kinderopvang (Wko), waarbij het overnemen van een kindercentrum of gastouderbureau wordt aangemerkt als "in exploitatie nemen" |
€ 1.654,60 |
10.1.2 |
het in exploitatie nemen van twee of meer kindercentra door eenzelfde vergunninghouder, bij een overname als bedoeld in 10.1.1, voor elk tweede en volgende kindercentrum. |
€ 992,80 |
10.1.3 |
het in exploitatie nemen van een voorziening voor gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, lid 2 Wet kinderopvang (Wko) |
€ 538,80 |
10.1.4 |
het, in afwijking van 10.1.3., in exploitatie nemen van een voorziening voor gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45 lid 2 Wet kinderopvang (Wko) waarbij de houder van de voorziening, de gastouder, al in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) is opgenomen met een andere voorziening in de gemeente Amsterdam of waarbij het opvangadres al is geregistreerd als adres waar een voorziening voor gastouderopvang is gevestigd |
€ 215,50 |
|
|
|
10.2 |
ALGEMENE BEPALINGEN KINDEROPVANG |
|
10.2.1 |
Alleen voor de voorziening voor gastouderopvang geldt dat de onder 11.1 en 11.2 van deze tarieventabel vermelde leges, indien artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is, niet in rekening worden gebracht indien het onderzoek als bedoeld in artikel 1.62, lid 1, van de Wet kinderopvang (Wko) nog niet is aangevangen |
|
|
|
|
11. |
HOOFDSTUK 11 - ALGEMENE BEPALINGEN VOOR DE HOOFDSTUKKEN 5 T/M 10 |
|
|
De bepalingen in dit hoofdstuk zijn van toepassing op de hoofdstukken 5 t/m 10, voor zover die hoofdstukken niet reeds in een afwijkende regeling voorzien. |
|
11.1 |
Het tarief voor een aanvraag die, na toepassing van het bepaalde in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, niet in behandeling wordt genomen bedraagt 25% van de leges die zouden zijn verschuldigd indien de aanvraag wel in behandeling was genomen met een maximum van € 250 |
|
11.2 |
Voor een lopende aanvraag die binnen drie weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen, wordt ingetrokken is verschuldigd: 50% van het voor die aanvraag geldende tarief. Onder lopende aanvraag wordt verstaan een aanvraag waarop nog geen besluit is genomen door de gemeente |
|
11.3 |
Voor betaling (en factuur) achteraf bij een online aanvraag voor een vergunning of ontheffing geldt een toeslag van: Deze toeslag is alleen van toepassing als er niet gekozen wordt voor de aangeboden mogelijkheid van directe betaling vooraf via Ideal |
€ 22,50 |
Toelichting
Algemeen deel
Dit zijn de uitgangspunten uit het beleidskader Leges die het college hanteert voor het samenstellen van de conceptlegesverordening en -tabel.
- 1.
De kosten van de afgenomen diensten worden zo veel mogelijk bij de gebruikers zelf neergelegd
- 2.
Als er sprake is van maatschappelijk belang kan er in uitzonderlijke gevallen voor worden gekozen om de leges niet kostendekkend te laten zijn
- 3.
Kosten die niet direct bij de gebruiker kunnen worden neergelegd worden zoveel mogelijk gedekt door andere tarieven te verhogen (kruissubsidiëring)
- 4.
We hanteren één verordening
- 5.
We streven naar een kostendekkendheidspercentage van 85%-95%
- 6.
De legestarieven worden ieder jaar geïndexeerd
- 7.
We streven continu naar verlagen van de kosten door procesoptimalisatie
In het beleidskader Leges is afgesproken dat de leges jaarlijks geïndexeerd worden. De legestarieven worden geïndexeerd met 5,6%. De indexering van legestarieven leidt niet tot een hogere kostendekkendheid. Met de indexering van de legestarieven wordt de kostenstijging als gevolg van stijgende lonen en prijzen opgevangen, waardoor de kostendekkendheid gelijk blijft.
Artikelsgewijze toelichting
In het coalitieakkoord is een taakstelling Leges van €2 miljoen opgenomen. Het voorstel is deze taakstelling in te vullen door het verhogen van de kostendekkendheid van de huisvestingsleges, de binnenvaartleges, de horecaleges en de evenementenleges, elk met een bedrag van €0,5 miljoen. Voor evenementen wordt vanaf 2025 invulling gegeven aan de taakstelling. De volgende wijzigingen komen hier uit voort:
- a.
Het verhogen van de leges in paragraaf 5.2 & 5.3 splitsingsvergunningen en vergunningen Bed & Breakfast en vakantieverhuur met 40% (€0,5 miljoen)
De leges binnen de paragraaf 5.2 Splitsingsvergunning worden met 40% verhoogd. Met deze verhoging gaan de aanvragers van de vergunningen betalen voor de kosten die de gemeente maakt voor behandeling. Er is onderzocht of kostenbesparing mogelijk was. Dit bleek niet het geval. De verwachting is dat het verhogen van de leges geen grote nadelige effecten zal hebben voor de stad. De particuliere aanvragers van splitsingsvergunningen verdienen veel geld aan het splitsen van hun woning. Een verhoging van de leges zal daar weinig effect op hebben. Ook voor woningbouwcorporaties worden geen grote effecten van de verhoging verwacht. Daarom wordt voorgesteld om deze vergunningen meer kostendekkend te maken.
- b.
Het verhogen van de leges in paragraaf 6.1 Horeca met 10% (€0,5 miljoen)
De taakstelling bij Horeca wordt gerealiseerd door een stijging van de tarieven van 10%. Met deze verhoging gaan de aanvragers van de vergunning betalen voor de kosten die de gemeente maakt voor behandeling. Er is onderzocht of kostenbesparing mogelijk was. Dit bleek niet het geval. Vervolgens is bekeken of het mogelijk was om te differentiëren tussen kleine en grote horecaondernemers. Ook dit bleek niet mogelijk binnen het huidige horecabeleid en de huidige tarieven. Er wordt op dit moment gewerkt aan nieuw horecabeleid. Hierbinnen wordt bekeken of het in de toekomst wel mogelijk is om te differentiëren. De verwachting is dat horecaondernemers vanzelfsprekend niet blij zullen zijn met de hogere leges. Er zijn echter geen andere bezwaren om deze vergunningen kostendekkend te maken.
- c.
Het verhogen van de binnenvaartleges in paragraaf 9.1 tot € 0,5 miljoen met een stijging van 124% van de leges voor een ligplaatsvergunning
Binnenvaartleges hebben met name betrekking op woonboten. Denk hierbij aan het in behandeling nemen van een aanvraag om een bestaande ligplaatsvergunning voor een woonboot op naam te laten zetten of voor het verplaatsen van een woonboot. De kostendekkendheid op de binnenvaartleges bedraagt in 2023 11%. De taakstelling op de binnenvaartleges is in de begroting 2024 ingeboekt voor € 0,5 miljoen. Er is onderzocht of kostenbesparing mogelijk was. Dit bleek niet het geval. Het voorstel is om het legestarief van de ligplaatsvergunning in 2024 met € 700 te verhogen.
Daarnaast zijn er wijzigingen door nieuw/ gewijzigd beleid of regelgeving en andere ontwikkelingen.
- d.
Toepassing Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging (Wkb) in H3 en invoering milieu leges (H4)
Door invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging (Wkb) is het hoofdstuk Fysieke Leefomgeving in de legestabel geheel herschreven. De belastbare feiten in de legestabel zijn gebaseerd op de verschillende activiteiten zoals die zijn benoemd in de Omgevingswet. Omdat vorig jaar bij het vaststellen van de begroting en de legestabel nog gedacht werd dat de Omgevingswet mogelijk eerder zou ingaan heeft het colleges destijds al een aantal fundamentele keuzes gemaakt over hoe om te gaan met de veranderingen die de Omgevingswet met zich meebrengt. In de legestabel zijn de keuzes van vorig jaar overgenomen. Hieronder volgen de belangrijkste wijzigingen t.o.v. de legestabel 2023:
- o
Bouwvergunning (H3)
Voor omgevingsvergunningaanvragen zijn er twee ‘hoofdtoetsen’: de ruimtelijke en de bouwkundige toets. In de Omgevingswet zijn dit twee afzonderlijke activiteiten geworden die desgewenst ook afzonderlijk aangevraagd kunnen worden. Het gevolg is dat er nu ook afzonderlijke leges geheven worden. De leges voor de ruimtelijke toets bestaan uit een vast basisbedrag en surplus-posten (zoals welstand of een activiteit in strijd met omgevingsplan). Dit gaat om bedragen van €500 tot €1.700.
De leges voor de bouwkundige toets zijn, net als nu, een percentage van de bouwkosten. Omdat de bouwkosten sterk stijgen door inflatie worden de percentages leges verlaagd. Daarnaast is er een extra schijf toegevoegd voor de zeer grote projecten.
Ten gevolge van het invoeren van de Wkb zal voor veel omgevingsvergunningen niet meer de gemeente, maar een commercieel bedrijf de bouwkundige toets verzorgen. Dit bedrijf wordt ingeschakeld (en betaald) door de vergunningaanvrager. Dit gaat nu vooral om kleinere/eenvoudige bouwprojecten. In de toekomst gaan ook grotere/complexere bouwprojecten onder de Wkb vallen. Wanneer een aanvraag onder de Wkb valt, betaalt de vergunningaanvrager aan de gemeente dus alleen leges voor de ruimtelijke toets. Voor de aanvragen die niet onder de Wkb vallen, zijn beide soorten leges verschuldigd aan de gemeente. Om te voorkomen dat de leges toenemen is hiermee rekening gehouden door het percentage leges in de eerste schijf te verlagen van 3,10% naar 1,25%.
- o
Terugdraaien aanpassing tarief duurzaam verbouwen (H3)
In de legestabel 2023 is als onderdeel van het herschrijven van het hoofdstuk Fysieke Leefomgeving ook het tarief duurzaam verbouwen aangepast. In 2022 gold het 0% tarief voor duurzaam verbouwen en in 2023 is dit gewijzigd naar een 0,1% tarief. Dit had niet moeten gebeuren. Dit gewijzigde tarief heeft namelijk geleid tot verwarring door strijdigheid met het duurzaamheidsbeleid. Het voorstel is om het legesartikel voor duurzaam verbouwen voor 2023 weer terug te draaien. Als de raad hiermee instemt geldt een 0% tarief met een maximum aan bouwkosten van €25.000. Ook in 2024 staat er een 0% tarief in de legestabel.
- o
Invoering milieuleges (H4)
Met de invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024 wordt een mogelijkheid gecreëerd om voor vergunningen voor milieubelastende activiteiten milieuleges te heffen. Van deze mogelijkheid is gebruik gemaakt. Invoering van milieuleges past binnen het vastgestelde beleidskader leges Amsterdam waarin als uitgangspunt is opgenomen dat de kosten van diensten zoveel mogelijk bij de gebruiker gelegd worden. Om binnen de regio een gelijk speelveld te creëren zullen alle aangesloten partners bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied milieuleges gaan invoeren. Omdat er nog geen ervaring is met het heffen van milieuleges is er enige onzekerheid over hoe hoog de tarieven moeten zijn om kostendekkend te kunnen zijn. Om rekening te houden met deze onzekerheid is het kostendekkingspercentage het eerste jaar op 80% gezet. In afwachting van de ervaringscijfers zal later een evaluatie plaatsvinden, waarna de tarieven eventueel aangepast kunnen worden. In de legestabel zijn in Hoofdstuk 4 milieuleges opgenomen.
- o
- e.
Tariefsverhoging Werken in de openbare ruimte (Wior) (paragraaf 7.2)
Het aantal activiteiten waarvoor een WIOR- vergunning benodigd is, is de laatste jaren aanzienlijk toegenomen. De inspanningen voor het verlenen van de vergunning worden steeds groter door de toegenomen complexiteit van de opgave in de ondergrond als gevolg van de energietransitie en digitalisering, tegenover ruimtegebrek aan de andere kant. De legestarieven WIOR die in de gemeente Amsterdam tot nu toe worden gehanteerd zijn daardoor niet meer kostendekkend. Door de toegenomen inspanningen, zoals hierboven beschreven zijn de gemaakte kosten hoger dan de ontvangen baten. Met de voorgestelde tarieven wordt het weer kostendekkend. Dit leidt tot een structurele opbrengstverhoging in de begroting 2024 van € 0,64 miljoen.
- f.
Nieuwe tarieven Toegang Touringcars (paragraaf 8.6)
Dit betreft vier nieuwe ontheffingen (art 8.6.2.1.t/m 8.6.2.4) die invulling geven aan de wens van de coalitie door te gaan met het weren van touringcars uit het centrum zoals verwoord in het coalitieakkoord ’Amsterdams Akkoord 2022 – 2026’ én in de door de gemeenteraad in december 2022 vastgestelde ‘Visie Bezoekerseconomie in Amsterdam 2035’.
- g.
Nieuw tarief exploitatie voor meerdere kindercentra en tariefsverlaging Kinderopvang €357,60 naar € 215,50 (H10)
Met het nieuwe tarief (art 10.1.2) wordt een splitsing gemaakt bij het in exploitatie nemen van één kindercentrum of meerdere kindercentra. In het laatste geval wordt een (nieuw) lager tarief berekend omdat er minder voorbereidings- en onderzoekuren nodig zijn.
Daarnaast wordt een lager tarief gerekend voor een gastouder als die gastouder al in het Landelijk Register Kinderopvang is opgenomen met een andere voorziening in de gemeente Amsterdam of waarbij het opvangadres al is geregistreerd als adres waar een voorziening voor gastouderopvang is gevestigd (art. 10.1.4).
- h.
Juridisch technische wijzigingen
Jaarlijks worden de legesverordening en de bijbehorende tabel getoetst op volledigheid, uitvoerbaarheid, transparantie en conformiteit aan wettelijke vereisten. Naar aanleiding van deze zogenoemde juridische toets zijn teksten en verwijzingen naar achterliggende artikelen uit wet- en regelgeving aangescherpt. Artikelen in de legestabel die niet meer van toepassing zijn, zijn geschrapt.
- •
Paragraaf 1.2 ‘verstrekken van informatie’ en artikel 1.2.1 ‘het op verzoek verstrekken van een protocollijst’ vervallen. Dit wordt gratis verstrekt en hoeft niet in de legestabel te staan.
- •
In artikel 2.3.2 was een afzonderlijk tarief opgenomen voor het verstrekken van een rijbewijs als deze online wordt aangevraagd bij het RDW. Er is slechts één tarief voor het rijbewijs, dus ongeacht of een rijbewijs aan het stadsloket of online wordt aangevraagd. Gelet hierop komt artikel 2.3.2 te vervallen.
- •
De tarieven voor verklaring huwelijksbevoegdheid en akten in hoofdstuk 2 zijn uit de legesverordening geschrapt omdat deze leges geheven kunnen worden op basis van het Legesbesluit akten burgerlijke stand. Voor de naturalisatieleges geldt dit ook, omdat deze geheven kunnen worden op grond van artikel 13 van de Rijkswet op het Nederlanderschap. Deze tarieven hoeven daarom niet in de legestabel te staan. Voor de Amsterdammer verandert er niets.
- •
Voor markten (paragraaf 7.4) vervallen tarieven er twee tarieven. Artikel 7.4.5 vervalt wegens aanpassing van de marktverordening, artikel 7.4.14 vervalt omdat het niet in gebruik is.
- •
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl