Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR703785
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR703785/1
Verordening op de heffing en invordering van leges 2024
Geldend van 01-01-2024 t/m 22-01-2024
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van leges 2024DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 28 september 2023;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
BESLUIT:
de Verordening op de heffing en invordering van leges 2024 vast te stellen.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
dag : de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
jaar : het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- c.
kalenderjaar : de periode van 1 januari tot en met 31 december;
- d.
maand : het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- e.
week : een aaneengesloten periode van zeven dagen.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag;
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document, een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen veertien dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen veertien dagen na dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
paragraaf 1.3 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- 2.
paragraaf 1.4 (rijbewijzen);
- 3.
paragraaf 1.9 (Wet op de kansspelen);
- 1.
-
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 10 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel
-
1. De 'Legesverordening 2023’ van 21 december 2022, nr. 6q, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.
-
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
-
4. Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2024.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 november 2023.
burgemeester,
Koen Schuiling
griffier,
Josine Spier
Bijlage 1 TARIEVENTABEL BEHOREND BIJ DE LEGESVERORDENING 2024
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING
Paragraaf 1.1 Algemeen
Artikel 1.1 Verstrekken van informatie |
|||
1. |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van informatie, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, |
||
a. |
door middel van een kopie, per bladzijde |
€ 0,46 |
|
b. |
door middel van een kopie van kaarten, tekeningen of lichtdrukken, per kaart, tekening of lichtdruk |
€ 6,60 |
|
c. |
door middel van een kopie in digitale vorm |
nihil |
|
d. |
door middel van een kopie van ander materiaal dat informatie bevat: de uit een vooraf door of vanwege het college van burgemeester en wethouders opgestelde offerte blijkende kosten |
||
2. |
In afwijking van het eerste lid, onder c, bedraagt het tarief per bladzijde |
€ 0,46 |
|
indien de te verstrekken informatie uit meer dan 100 bladzijden bestaat en voor het verstrekken van de informatie handelingen moeten worden verricht zoals het scannen of bewerken van documenten |
|||
3. |
Indien het legesbedrag dat op grond van het eerste en tweede lid verschuldigd is niet meer dan € 10,00 bedraagt, wordt dat legesbedrag niet geheven |
Artikel 1.2 Vangnetbepaling |
|
Het tarief bedraagt voor een beschikking op aanvraag voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ 14,45 |
Paragraaf 1.2 Burgerlijke stand
Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of partnerschapsregistratie |
|
|||||
Het tarief bedraagt voor: |
|
|||||
a. |
de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk aan de Kreupelstraat 1 |
€ 200,00 |
||||
b. |
de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in het Stadhuis aan de Grote Markt 1 |
|
||||
|
1. |
op maandag tot en met vrijdag van 09.00 uur tot 17.00 uur |
€ 630,50 |
|||
|
2. |
op zaterdag van 11.00 uur tot 14.00 uur |
€ 917,00 |
|||
c. |
de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap op een andere locatie dan genoemd in de onderdelen onder a en b |
|||||
1. |
op maandag tot en met vrijdag van 09.00 uur tot 17.00 uur |
€ 372,50 |
||||
2. |
op maandag tot en met vrijdag na 17.00 uur en op zaterdag, zondag en feestdagen |
€ 515,70 |
||||
d. |
de voltrekking van een huwelijk of het aangaan van een partnerschapsregistratie op woensdag om 09.00 uur en 09.30 uur aan de Kreupelstraat 1 zonder toespraak en met maximaal twee getuigen |
nihil |
Artikel 1.4 Buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een eenmalige benoeming als buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand |
€ 237,20 |
Artikel 1.5 Trouw- of partnerschapsboekje |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een boekje waarin een uittreksel van een akte van huwelijk, van registratie van partnerschap of omzetting kan worden opgenomen |
€ 20,00 |
Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente |
|
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag beschikbaar stellen van een getuige |
€ 14,85 |
Artikel 1.7 Legesbesluit akten burgerlijke stand |
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand |
Artikel 1.8 Terugbetaling |
|
|
Terugbetaling van de leges vindt plaats indien de huwelijksvoltrekking, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, ongeacht de oorzaak geen doorgang vindt of de geregistreerde datum moet worden gewijzigd en de afmelding of wijziging aan de ambtenaar van de burgerlijke stand is meegedeeld |
|
|
1. |
tenminste vier weken voorafgaand aan de gereserveerde datum |
100% |
2. |
tenminste twee weken voorafgaand aan de gereserveerde datum |
50% |
Paragraaf 1.3 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Artikel 1.9 Reisdocumenten |
|
||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van |
|
||
a. |
een nationaal paspoort |
|
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 83,85 |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 63,40 |
b. |
een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort) |
|
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 83,85 |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 63,40 |
c. |
een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort) |
|
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 83,85 |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 63,40 |
d. |
een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
€ 63,40 |
Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart |
|
||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van |
|
||
a. |
een Nederlandse identiteitskaart |
|
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 75,80 |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 40,90 |
b. |
een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon |
€ 36,90 |
Artikel 1.11 Versnelde uitreiking |
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen |
€ 57,05 |
Artikel 1.12 Aanvraag op woon- of verblijfadres aanvrager |
||
Indien de aanvraag op het woon- of verblijfadres van de aanvrager in behandeling wordt genomen, worden de overeenkomstig de artikelen 1.9 tot en met 1.11 geheven leges vermeerderd met |
€ 47,70 |
Paragraaf 1.4 Rijbewijzen
Artikel 1.13 Rijbewijs |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
€ 48,15 |
Artikel 1.14 Vermeerdering i.v.m. vermissing eerder afgegeven rijbewijs |
|
Indien de aanvrager een eerder aan hem afgegeven rijbewijs bij het indienen van de aanvraag niet als zodanig herkenbaar kan overleggen als gevolg van verlies, diefstal of andere oorzaak worden de overeenkomstig het in artikel 1.13 genoemde tarief geheven leges vermeerderd met |
€ 9,35 |
Artikel 1.15 Uitzondering op vermeerdering |
|
De in artikel 1.14 genoemde vermeerdering van leges wordt niet geheven indien sinds het verlopen van de afgiftedatum van het rijbewijs meer dan 13 jaren zijn verstreken |
Artikel 1.16 Spoedlevering |
|
De overeenkomstig de artikelen 1.13 tot en met 1.15 genoemde tarieven geheven leges worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van |
€ 34,10 |
Artikel 1.17 Teruggave gevonden rijbewijs |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot teruggave van een gevonden rijbewijs |
€ 13,25 |
Paragraaf 1.5 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen
Artikel 1.18 Definities |
||
Voor de toepassing van deze paragraaf wordt onder één verstrekking verstaan: verstrekking van één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor |
||
a. |
de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd en/of |
|
b. |
de voor de basisregistratie personen geldende bevolkingsadministratie moet worden geraadpleegd |
Artikel 1.19 Verstrekking gegevens uit basisregistratie personen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
|
|
a. |
tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking |
€ 20,65 |
b. |
tot het verstrekken van gegevens betreffende de tot één gezin behorende personen (gezinsuittreksel) |
€ 33,45 |
c. |
tot het verstrekken van gegevens aan rechtspersonen zonder winstoogmerk op grond van artikel 3.9 van de Wet basisregistratie personen, per verstrekking |
€ 11,95 |
d. |
tot het verstrekken van gegevens voor historische, statistische of wetenschappelijke doeleinden op grond van artikel 3.13 van de Wet basisregistratie personen, per verstrekking |
€ 11,95 |
Artikel 1.20 Intensieve nasporing registers |
|
In afwijking van artikel 1.19 bedraagt het tarief voor het verstrekken van gegevens waarvoor een intensieve nasporing van de registers vereist is, voor elk daaraan te besteden kwartier of gedeelte daarvan |
€ 23,60 |
Artikel 1.21 Geautomatiseerde selectie of steekproef |
|
|
In afwijking van de artikelen 1.19 en 1.20 bedraagt het tarief voor het verstrekken van gegevens |
|
|
a. |
via een geautomatiseerde selectie |
€ 1.105,60 |
b. |
via een geautomatiseerde steekproef |
€ 1.591,90 |
Artikel 1.22 Verstrekken van persoonslijst |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken aan een ingeschreven persoon van een volledig overzicht van zijn persoonslijst of een gedeelte daarvan, in andere gevallen als bedoeld in artikel 2.54 van de Wet basisregistratie personen |
€ 20,00 |
Artikel 1.23 Besluit basisregistratie personen |
|
In afwijking van de artikelen 1.19 tot en met 1.22 geldt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen het tarief zoals dat is opgenomen in dit besluit |
Paragraaf 1.6 Overige publiekszaken
Artikel 1.24 Overige publiekszaken |
|
|||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
|
||
|
a. |
het legaliseren van een handtekening |
€ 20,65 |
|
|
b. |
het waarmerken van enig stuk |
€ 20,65 |
|
|
c. |
het afgeven van een verklaring omtrent voorgenomen vestiging |
€ 20,65 |
|
d. |
het bij wijze van spoed (per expresse/telegrafisch/telefonisch/per fax overbrengen van gegevens |
€ 13,00 |
||
|
|
vermeerderd met de kosten die aan de gewenste vorm van overbrenging verbonden zijn |
|
|
2. |
Indien een burger voor een derde - niet woonachtig in Nederland - garant wenst te staan en/of deze derde onderdak wenst te bieden wordt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot afgifte van de garantstelling het in het eerste lid, onder a, genoemde tarief per gelegenheid maximaal voor twee gelegaliseerde handtekeningen toegepast. |
|
Artikel 1.25 Verklaring omtrent het gedrag |
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om afgifte van een verklaring omtrent het gedrag geldt het maximumtarief zoals dat is vastgesteld bij of krachtens de Wet justitiële gegevens |
Artikel 1.26 Verkrijgen van het Nederlanderschap |
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van het Nederlanderschap door naturalisatie of via optie als bedoeld in de Rijkswet op het Nederlanderschap geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit Optie- en Naturalisatiegelden 2002 |
Paragraaf 1.7 Vastgoedinformatie
Artikel 1.27 Kadastrale stukken |
|
Voor het raadplegen van de bij de gemeente berustende kadastrale stukken en het verstrekken van informatie uit die stukken gelden de tarieven als genoemd in de Regeling Tarieven Kadaster |
Artikel 1.28 Plan- of kaartinformatie |
|
||
Het tarief bedraagt voor |
|
||
a. |
het verstrekken van een lichtdruk/kopie van een ruimtelijk plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, exploitatieplan, streekplan, structuurplan of stadsvernieuwingsplan, per bladzijde of gedeelte daarvan op A4-formaat |
€ 0,51 |
|
|
1. |
met een minimum van |
€ 1,08 |
|
2. |
en een maximum van |
€ 13,10 |
b. |
het verstrekken van kaartmateriaal behorend bij een plan als bedoeld onder a indien het betreft |
|
|
|
1. |
een zwart-wit kopie op A3-formaat |
€ 0,90 |
|
2. |
een zwart-wit kopie op A2-formaat |
€ 3,75 |
|
3. |
een zwart-wit kopie op A1-formaat |
€ 5,85 |
|
4. |
een zwart-wit kopie op A0-formaat |
€ 11,10 |
|
5. |
een kleurkopie op A3-formaat |
€ 1,40 |
|
6. |
een kleurkopie op A2-formaat |
€ 11,75 |
|
7. |
een kleurkopie op A1-formaat |
€ 14,65 |
|
8. |
een kleurkopie op A0-formaat |
€ 21,90 |
Artikel 1.29 Gemeentelijke beperkingenregister of -registratie |
|
||
Het tarief bedraagt voor |
|
||
a. |
het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a en b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, dan wel het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van die wet, per bladzijde of gedeelte daarvan op A4-formaat |
€ 0,51 |
|
|
1. |
met een minimum van |
€ 1,08 |
|
2. |
en een maximum van |
€ 13,10 |
b. |
het verstrekken van een schriftelijke verklaring uit de gemeentelijke beperkingenregistratie, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dat er al dan niet publiekrechtelijke beperkingen van kracht zijn, per perceel |
€ 0,80 |
|
c. |
het verlenen van inzage tot het dossier behorend bij een ingeschreven beperkingenbesluit |
€ 11,05 |
Artikel 1.30 Waarmerken |
|
Indien een afschrift, uittreksel of verklaring als bedoeld in artikel 1.29, onder a en b, op verzoek wordt gewaarmerkt, worden de overeenkomstig dit artikel berekende leges vermeerderd met |
€ 17,60 |
Artikel 1.31 Spoedlevering |
|
In geval van een spoedlevering van de documenten als bedoeld in deze paragraaf worden de overeenkomstig deze paragraaf berekende leges vermeerderd met |
€ 15,00 |
Paragraaf 1.8 Leegstandswet
Artikel 1.32 Leegstandwet |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
|
||
a. |
een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ 62,37 |
|
b. |
verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet |
€ 47,00 |
Paragraaf 1.9 Wet op de kansspelen
Artikel 1.33 Wet op de kansspelen |
|
||
Het tarief bedraagt voor |
|
||
a. |
het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen |
|
|
|
1. |
voor een periode van vier jaren voor één kansspeelautomaat |
€ 158,50 |
|
2. |
voor een periode van vier jaren voor twee of meer kansspeelautomaten |
€ 22,50 |
|
|
vermeerderd met een bedrag van |
€ 136,00 |
|
|
per kansspeelautomaat |
|
b. |
het in behandeling nemen van een aanvraag om elke andere vergunning als bedoeld in de Wet op de kansspelen |
€ 11,00 |
Paragraaf 1.10 Openbare orde en veiligheid
Artikel 1.34 APVG 2021 |
|
|
Het tarief bedraagt voor |
|
|
a. |
het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing van het verbod als bedoeld in artikel 2:5 van de APVG 2021 (het aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken/afbeeldingen of het uitdelen van goederen om niet) door een commerciële partij |
€ 110,70 |
b. |
het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2:7 van de APVG 2021 (het plaatsen van voorwerpen op, aan of boven de weg in strijd met de publieke functie van de weg) |
€ 72,00 |
c. |
het in behandeling nemen van een aanvraag om een vrijstelling van de verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister als bedoeld in artikel 2:66 van de APVG 2021 |
€ 36,30 |
d. |
het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2:69 van de APVG 2021 (het ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk) |
€ 242,40 |
e. |
het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing van het verbod als bedoeld in artikel 5:25 van de APVG 2021 (het verbranden van afvalstoffen of stoken van vuur) |
€ 136,60 |
Paragraaf 1.11 Telecommunicatie en graafwerkzaamheden
Artikel 1.35 Telecommunicatiewet |
|||||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet |
€ 579,60 |
|||
|
a. |
als het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met |
€ 2,87 |
||
|
b. |
als het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met |
€ 2,87 |
||
|
c. |
als met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met |
€ 579,60 |
||
d. |
als met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld |
||||
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onder d, is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken |
Artikel 1.36 Algemene verordening ondergrondse infrastructuur 2021 |
|||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 1, onder n, van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur 2021 (AVOI 2021) gemeente Groningen |
€ 579,60 |
|
a. |
als het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met: |
€ 2,87 |
|
b. |
als het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met: |
€ 2,87 |
|
c. |
als met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
||
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onder c, is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Paragraaf 1.12 Verkeer en vervoer
Artikel 1.37 Ontheffing voor wedstrijd met voertuigen op een weg |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 10 j° artikel 148 van de Wegenverkeerswet 1994 (het houden van of deelnemen aan een wedstrijd met voertuigen op een weg) |
€ 146,30 |
Artikel 1.38 Incidentele ontheffing van verkeerstekens |
|||
1. |
Het tarief bedraagt voor |
||
a. |
het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing van de in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens bedoelde verkeerstekens indien het een incidentele ontheffing betreft voor een voertuig aangedreven door fossiele brandstof |
€ 4,30 |
|
b. |
het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing van de in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens bedoelde verkeerstekens indien het een incidentele ontheffing betreft voor een emissievrij voertuig |
€ 2,15 |
|
2. |
De in het eerste lid bedoelde leges worden niet geheven voor aanvragen om een ontheffingenbundel van het gemeentelijk marktkantoor en van bewoners, bedrijven of instellingen gevestigd binnen het venstertijdengebied zonder eigen parkeergelegenheid als bedoeld in artikel 5, derde lid, onder a, van de Beleidsregels ontheffingen venstertijden 2022 |
Artikel 1.39 Jaarontheffing van verkeerstekens |
|||
1. |
Het tarief bedraagt voor |
||
a. |
het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing van de in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens bedoelde verkeerstekens indien het een jaarontheffing betreft voor een voertuig aangedreven door fossiele brandstof |
€ 380,00 |
|
b. |
het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing van de in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens bedoelde verkeerstekens indien het een jaarontheffing betreft voor een emissievrij voertuig |
€ 110,00 |
|
2. |
De in het eerste lid bedoelde leges worden niet geheven indien de aanvraag om een ontheffing betrekking heeft op: |
||
a. |
een gemeentelijk voertuig |
||
b. |
een voertuig van een bewoner gevestigd in het venstertijdengebied met een parkeergelegenheid op eigen terrein of in het bezit van een parkeervergunning |
||
c. |
een emissievrije taxi |
||
d. |
een WMO-taxi |
||
e. |
een aangepaste bedrijfsauto voor rolstoelgebruik |
||
f. |
een voertuig waarvoor een marktvergunning is afgegeven |
Artikel 1.40 Regeling voertuigen |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen |
€ 36,50 |
Artikel 1.41 Gehandicaptenparkeerkaart of -plaats |
|
|
Het tarief bedraagt voor |
|
|
a. |
het in behandeling nemen van een eerste aanvraag voor een gehandicaptenparkeerkaart of een aanvraag tot het verstrekken van een duplicaat (zonder overhandigbaar proces-verbaal van verlies of diefstal) van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
€ 129,75 |
b. |
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een duplicaat (met overhandigbaar proces-verbaal van verlies of diefstal) van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
€ 64,80 |
c. |
het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlenging met fysieke medische herkeuring als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
€ 116,10 |
d. |
het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlenging met administratieve medische herkeuring als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
€ 61,40 |
e. |
het in behandeling nemen van een aanvraag voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken als bedoeld in artikel 29 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
€ 98,60 |
Artikel 1.42 Deelvoertuigen |
|||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
||
a. |
om een vergunning deelsnorfietsen als bedoeld in artikel 5.12b van de APVG 2021 (vergunning om op of aan de weg voertuigen bedrijfsmatig ter gebruik aan derden aan te bieden) |
€ 5.365,00 |
|
b. |
om een vergunning deelfietsen als bedoeld in artikel 5.12b van de APVG 2021 (vergunning om op of aan de weg voertuigen bedrijfsmatig ter gebruik aan derden aan te bieden) |
€ 2.000,00 |
|
c. |
om een vergunning deelbakfietsen als bedoeld in artikel 5.12b van de APVG 2021 (vergunning om op of aan de weg voertuigen bedrijfsmatig ter gebruik aan derden aan te bieden) |
€ 2.000,00 |
|
d. |
om een vergunning deelauto’s als bedoeld in artikel 5.12b van de APVG 2021 (vergunning om op of aan de weg voertuigen bedrijfsmatig ter gebruik aan derden aan te bieden) |
€ 2.000,00 |
|
2. |
Als de gemeente de in het eerste lid, onder a, bedoelde vergunning weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt |
€ 3.365,00 |
Paragraaf 1.13 Diversen
Artikel 1.43 Inschrijven potentiële koper bouwkavel op lotingslijst |
|
Het tarief bedraagt voor het inschrijven op een lotingslijst van een potentiële koper van een bouwkavel |
€ 54,60 |
Artikel 1.44 Ligplaatsvergunning of -ontheffing |
|
||
Het tarief bedraagt voor |
|
||
a. |
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een |
|
|
|
1. |
ligplaatsvergunning voor woonschepen als bedoeld in artikel 9 van de Verordening openbaar vaarwater 2020 of |
|
|
2. |
ligplaatsontheffing voor bedrijfsschepen als bedoeld in artikel 10 van de Verordening openbaar vaarwater 2020 |
|
|
in geval van overdracht van de eigendom van een woon- of bedrijfsschip |
€ 280,65 |
|
b. |
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een |
|
|
|
1. |
ligplaatsvergunning voor woonschepen als bedoeld in artikel 9 van de Verordening openbaar vaarwater 2020 of |
|
|
2. |
ligplaatsontheffing voor bedrijfsschepen als bedoeld in artikel 10 van de Verordening openbaar vaarwater 2020 |
|
|
in geval van vervanging dan wel vergroting of substantiële wijziging van een woon- of bedrijfsschip |
€ 654,90 |
|
|
met dien verstande dat de leges niet worden geheven indien voor het in behandeling nemen van de aanvraag tevens leges omgevingsvergunning verschuldigd zijn |
|
Artikel 1.45 Achteraf ingediende aanvraag |
|
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.44 bedraagt het tarief, indien de in dat artikel bedoelde aanvraag wordt ingediend na het innemen van een ligplaats |
200% |
van de op grond van dat artikel verschuldigde leges |
Artikel 1.46 Inzage in omgevingsvergunningdossier |
|
||||
Het tarief bedraagt voor het verlenen van inzage in een omgevingsvergunningdossier met een bouw- en/of milieubelastende activiteit |
€ 10,90 |
||||
Artikel 1.47 Overzicht geluidsbelasting en instellen geluidsbegrenzers |
|
||||
Het tarief bedraagt voor |
|
||||
a. |
het afgeven van een overzicht van de geluidsbelasting van gevels van woningen (met een maximum van 25 gevels per overzicht) |
€ 243,90 |
|||
b. |
het afstellen en verzegelen van geluidsbegrenzers in inrichtingen die vallen onder het Besluit horecabedrijven milieubeheer voor |
|
|||
|
1. |
de eerste keer per inrichting |
€ 372,90 |
||
|
2. |
elke volgende keer |
€ 372,90 |
Artikel 1.48 Geluidsisolatiemetingen |
|
Het tarief bedraagt voor het uitvoeren van geluidsisolatiemetingen aan inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer op verzoek van de eigenaar of exploitant |
€ 604,70 |
Artikel 1.49 Verlies toegangspas ondergrondse container |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verlenen van een toegangspas voor een ondergrondse container in verband met verlies van een eerder uitgegeven pas: |
|
|
a. |
bij contante betalingen en betalingen via een pinautomaat |
€ 23,20 |
b. |
bij betalingen via internet |
€ 21,20 |
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1 Definities |
|||
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage van de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn ook van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
||
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
||
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder bouwkosten: |
||
|
a. |
aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van het Besluit vaststelling Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk of |
|
|
b. |
voor zover een aannemingssom ontbreekt: een raming van de bouwkosten exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2699 (Investerings- en exploitatiekosten van onroerende zaken - Begripsomschrijvingen en indelingen) of |
|
|
c. |
als het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het bouwen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft exclusief omzetbelasting. |
|
4. |
In aanvulling op het derde lid worden de bouwkosten berekend en vastgesteld volgens de Beleidsregel voor het vaststellen van de leges omgevings-vergunning activiteit bouwen van de gemeente Groningen alsmede de NEN 2699 (Investerings- en exploitatiekosten van onroerende zaken - Begripsomschrijvingen en indelingen). Oppervlakte en inhoudsmaten worden bepaald conform de artikelen 4.2 en 5.2 van de NEN 2580 (Oppervlakten en inhouden van gebouwen - Termen, definities en bepalingsmethoden). |
||
5. |
De beleidsregel voor het vaststellen van de leges omgevingsvergunning activiteit bouwen van de gemeente Groningen, het Besluit vaststelling Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), de NEN 2699 (Investerings- en exploitatiekosten van onroerende zaken - Begripsomschrijvingen en indelingen), de NEN 2580 (Oppervlakten en inhouden van gebouwen - Termen, definities en bepalingsmethoden) en de gebruikte kengetallen en ramingsprogramma’s liggen voor een ieder ter inzage bij de afdeling VTH, Loket Bouwen en Wonen, Harm Buiterplein 1, geopend op werkdagen van 9.00 tot 13.00 uur (uitsluitend op afspraak). |
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
||
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
||
a. |
omgevingsoverleg; |
|
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
||
a. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
b. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
c. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.11. |
|
d. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.12. |
|
e. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
f. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
Paragraaf 2.2 Omgevingsoverleg
Artikel 2.4 Omgevingsoverleg/integraal overleg |
|
|
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|
|
a. |
voor het integraal omgevingsoverleg zonder omgevingstafel: |
€ 155,00 |
b. |
voor het integraal omgevingsoverleg met de omgevingstafel: |
€ 310,00 |
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
indien de bouwkosten € 455.000,00 of minder bedragen: |
€ 35,88 |
|
voor elk geheel bedrag van € 1.000,00 van de bouwkosten met een minimum van |
€ 107,64 |
b. |
indien de bouwkosten meer dan € 455.000,00 bedragen: |
€ 16.325,40 |
|
vermeerderd met |
€ 29,48 |
|
voor elk geheel bedrag van € 1.000,00 van de bouwkosten boven € 455.000,00 |
|
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
1. |
voor een omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit |
|
|
|
a. |
indien de bouwkosten € 455.000,00 of minder bedragen: |
€ 19,32 |
|
|
voor elk geheel bedrag van € 1.000,00 van de bouwkosten met een minimum van |
€ 57,96 |
|
b. |
indien de bouwkosten meer dan € 455.000,00 bedragen: |
€ 8.790,60 |
|
|
vermeerderd met |
€ 15,88 |
|
|
voor elk geheel bedrag van € 1.000,00 van de bouwkosten boven € 455.000,00 |
|
2. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit worden de tarieven verhoogd met: |
|
|
|
a. |
indien de bouwkosten € 455.000,00 of minder bedragen: |
€ 1.000,00 |
|
b. |
indien de bouwkosten meer dan € 455.000,00 bedragen: |
€ 10.000,00 |
3. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit worden de tarieven verhoogd: |
|
|
|
a. |
met impact op de omgeving en een gebruiksoppervlakte kleiner dan 200 m² |
€ 1.000,00 |
|
b. |
met impact op de omgeving en een gebruiksoppervlakte tussen de 200 m² en 5.000 m² |
€ 10.000,00 |
|
c. |
met impact op de omgeving en groter dan 5.000 m² |
€ 12.500,00 |
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
voor een omgevingsplanactiviteit dan wel buitenplanse omgevingsplanactiviteit |
€ 250,00 |
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Artikel 2.8 Monumenten |
|
||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
|
|
voor een omgevingsplanactiviteit, een buitenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de gemeentelijke erfgoedverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
|
|
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen, het herstellen of gebruiken van een monument of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht |
€ 250,00 |
2. |
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met: |
€ 100,00 |
|
3. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de gemeentelijke Erfgoedverordening is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing: |
|
|
|
a. |
als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en |
|
|
b. |
als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven. |
|
Artikel 2.9 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
|
a. |
voor een omgevingsplanactiviteit dan wel buitenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de gemeentelijke erfgoedverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
€ 250,00 |
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
|
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in het omgevingsplan of paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 1.900,00 |
Artikel 2.11 Overige milieubelastende activiteiten (afdeling 3.2 tot en met 3.6 en 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten als bedoeld in de afdelingen 3.2 tot en met 3.6 en 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.040,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 9.025,00 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 13.775,00 |
Artikel 2.12 Milieubelastende activiteiten (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 2.850,00 |
Artikel 2.13 Samenloop van dezelfde milieubelastende activiteit |
|
Als bij de toepassing van de artikelen 2.10 tot en met 2.12 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een categorie valt en de aanvraag om een omgevingsvergunning heeft op al deze categorieën betrekking, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast. |
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Artikel 2.14 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 424,75 |
Artikel 2.15 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 380,00 |
Paragraaf 2.7 Overige activiteiten
Artikel 2.16 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening Groningen dan wel deze recentelijke of gewijzigde verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 333,59 |
Artikel 2.17 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
|
voor een omgevingsplanactiviteit dan wel buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 177,43 |
Artikel 2.18 Kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening Groningen dan wel deze recentelijke of gewijzigde verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 89,73 |
|
a. |
Indien de aanvraag meer dan één boom bevat, bedraagt het tarief voor iedere boom: |
€ 67,77 |
b. |
Indien de aanvraag meer dan één are bosplantsoen of (lint)begroeiing bevat, bedraagt het tarief voor iedere are bosplantsoen of (lint)begroeiing: |
€ 75,60 |
Artikel 2.19 Omgevingsplanactiviteit: reclame |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening Groningen dan wel deze recentelijke of gewijzigde verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame: |
€ 190,16 |
b. |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd: |
€ 190,16 |
Artikel 2.20a Geluidwaarde |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit betreffende het vaststellen van een hogere geluidwaarde als bedoeld in het Besluit kwaliteit leefomgeving |
€ 1.274,26 |
Artikel 2.20b Andere activiteiten |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
|
||
a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 849,51 |
|
b. |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
|
1. |
voor een omgevingsplanactiviteit dan wel buitenplanse omgevingsplanactiviteit |
€ 849,51 |
|
2. |
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit: |
€ 849,51 |
Paragraaf 2.8 Maatwerkvoorschriften
Artikel 2.21 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|
||
1. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: |
|
|
|
a. |
één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ 1.900,00 |
|
b. |
twee of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, per milieubelastende activiteit: |
€ 950,00 |
2. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit |
€ 1.900,00 |
Artikel 2.22 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan bij bouwactiviteiten of genoemd in artikel 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 849,51 |
Paragraaf 2.9 Gelijkwaardige maatregelen
Artikel 2.23 Gelijkwaardige maatregel |
|
|
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|
|
a. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief: |
€ 1.900,00 |
Paragraaf 2.10 Overige tarieven
Artikel 2.24 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 1.274,26 |
Artikel 2.25 Wijzigen omgevingsvergunning |
|
|
a. |
Indien de vergunninghouder binnen achttien maanden na verlening van de omgevingsvergunning voor de omgevingsplanactiviteit een nieuwe aanvraag indient op grond van artikel 2.5 en/of 2.6 die strekt tot een - naar de omstandigheden beoordeeld - geringe wijziging van het reeds vergunde bouwplan, zijn de volgende leges per activiteit verschuldigd: |
€ 849,51 |
b. |
In andere gevallen niet zoals bedoeld in artikel 2.25 onder a is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
|
Artikel 2.26 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning ten aanzien van de milieubelastende activiteit: |
€ 1.900,00 |
Artikel 2.27a Coördinatieregeling |
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk is het tarief verschuldigd wat een ander bestuursorgaan hanteert in haar tarieventabel voor de desbetreffende dienst wanneer de coördinatieregeling aan de orde is. |
Artikel 2.27b Niet genoemd besluit op de aanvraag |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 849,51 |
Artikel 2.28 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 7.600,- |
Paragraaf 2.11 Modaliteiten
Artikel 2.29 Achteraf ingediende aanvraag |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
100% |
Artikel 2.30 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|
|
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit: |
€ 760,00 |
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 760,00 |
c. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€ 760,00 |
Artikel 2.31 Advies |
|
||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
|
|
a. |
voor een advies van de Agrarische adviescommissie: |
€ 800,00 |
|
b. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdeel a: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 2.32 Instemming |
||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan als het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
|
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Paragraaf 2.12 Vermindering
Artikel 2.33 Vermindering na omgevingsoverleg |
|||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat eenmalig onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
100% |
|
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges. |
|||
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: |
||
a. |
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had; |
||
b. |
in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en |
||
c. |
binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. |
Paragraaf 2.13 Teruggaaf
Artikel 2.34 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, zijn geen leges verschuldigd. |
Artikel 2.35 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
90% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.36 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt bij gehele of gedeeltelijke intrekking na de indiening van de aanvraag: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges |
|
Artikel 2.37 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt bij gehele of gedeeltelijke intrekking na de indiening van de aanvraag: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges |
|
Artikel 2.38 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen zes maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
25% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.39 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
25% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
|
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
Artikel 2.40 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.11. |
Artikel 2.41 Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
Een bedrag minder dan € 110,00 wordt niet teruggegeven. |
HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER EUROPESE DIENSTENRICHTLIJN
Paragraaf 3.1 Horeca
Artikel 3.1 Exploitatievergunning horecabedrijf |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2:26 van de APVG 2021 (exploitatievergunning horecabedrijf) |
|
|
a. |
indien het betreft een coffeeshop |
€ 2.937,20 |
b. |
indien het betreft een ander horecabedrijf dan een coffeeshop |
€ 1.257,50 |
Artikel 3.2 Drank- en horecavergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet (het uitoefenen van een horeca- of slijtersbedrijf) |
€ 832,70 |
Artikel 3.3 Wijzigen drank- en horecavergunning |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet |
|
|
a. |
indien het betreft een wijziging van de leidinggevende(n) die in het horeca- of slijtersbedrijf werkzaam is (zijn) |
€ 289,80 |
|
met dien verstande dat de leges niet worden geheven indien sinds het verstrekken van de initiële vergunning minder dan zes maanden zijn verstreken |
|
b. |
indien het betreft een wijziging van de inrichting van de lokaliteit waarin het horeca- of slijtersbedrijf wordt uitgeoefend |
€ 289,80 |
Artikel 3.4 Wijzigen of toevoegen terrasgegevens |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen of toevoegen van terrasgegevens op de drank- en horecavergunning als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet (het uitoefenen van een horeca- of slijtersbedrijf) |
€ 136,90 |
Artikel 3.5 Ontheffing voor verstrekken zwak alcoholhoudende drank |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet |
|
|
a. |
indien de aanvraag tot doel heeft het verkrijgen van de bevoegdheid tot het verstrekken van zwak alcoholhoudende drank bij een evenement als bedoeld in artikel 2:15 van de APVG 2021 en waarvoor de vergunningplicht geldt als bedoeld in artikel 2:16 van de APVG 2021 |
€ 556,90 |
b. |
indien de aanvraag tot doel heeft het verkrijgen van de bevoegdheid tot het verstrekken van zwak alcoholhoudende drank bij een evenement als bedoeld in artikel 2:15 van de APVG 2021 waarvoor de uitzondering van de vergunningplicht geldt als bedoeld in artikel 2:19 van de APVG 2021 of bij een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard, niet zijnde een evenement als bedoeld in artikel 2:15 van de APVG 2021 |
€ 105,80 |
Artikel 3.6 Terrasvergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2:27 van de APVG 2021 (terrasvergunning) |
€ 745,10 |
Paragraaf 3.2 Evenementen
Artikel 3.7 Evenementenvergunning |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2:16 van de APVG 2021 (het organiseren van een evenement) |
|
|
a. |
indien het betreft een evenement met 0 tot 200 bezoekers |
€ 62,00 |
b. |
indien het betreft een evenement met 200 tot 1.000 bezoekers |
€ 338,00 |
c. |
indien het betreft een evenement met 1.000 tot 2.000 bezoekers |
€ 1.046,00 |
d. |
indien het betreft een evenement met 2.000 tot 10.000 bezoekers |
€ 2.567,00 |
e. |
indien het betreft een evenement met 10.000 tot 25.000 bezoekers |
€ 6.156,00 |
f. |
indien het betreft een evenement met meer dan 25.000 bezoekers |
€ 7.386,00 |
|
met dien verstande dat de leges niet worden geheven indien de aanvraag van de vergunning betrekking heeft op straat- en wijkfeesten, kinderactiviteiten en de buitenspeeldag |
|
Artikel 3.8 Muziekvergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2:6 van de APVG 2021 (het geven van een vertoning of het ten gehore brengen van muziek of zang) |
€ 54,60 |
Paragraaf 3.3 Seksbedrijven
Artikel 3.9 Vergunning prostitutiebedrijf |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de APVG 2021 voor het uitoefenen van een seksbedrijf in de vorm van een prostitutiebedrijf |
€ 2.895,70 |
2. |
Het bedrag dat op grond van het eerste lid verschuldigd is wordt per seksinrichting van het betreffende seksbedrijf vermeerderd met |
€ 921,00 |
Artikel 3.10 Verlengen vergunning prostitutiebedrijf |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3, zesde lid, van de APVG 2021 voor een seksbedrijf zijnde een prostitutiebedrijf |
€ 2.440,80 |
2. |
Het bedrag dat op grond van het eerste lid verschuldigd is wordt per seksinrichting van het betreffende seksbedrijf vermeerderd met |
€ 921,00 |
Artikel 3.11 Vergunning seksbedrijf niet zijnde prostitutiebedrijf |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning (of verlenging daarvan) als bedoeld in artikel 3:3 van de APVG 2021 voor een seksbedrijf niet zijnde een prostitutiebedrijf |
€ 2.301,20 |
2. |
Het bedrag dat op grond van het eerste lid verschuldigd is wordt per seksinrichting van het betreffende seksbedrijf vermeerderd met |
€ 921,00 |
Artikel 3.12 Verlenen gewijzigde vergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het verlenen van een gewijzigde vergunning vanwege gewijzigde omstandigheden als bedoeld in artikel 3:9 van de APVG 2021 |
€ 619,20 |
Paragraaf 3.4 Huisvestingswet 2014
Artikel 3.13 Huisvestingswet 2014 |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
|
|
a. |
tot het verlenen van een vergunning om woonruimte aan de bestemming tot bewoning te onttrekken of onttrokken te houden, als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014 |
€ 2.983,48 |
b. |
tot het verlenen van een vergunning om woonruimte met andere woonruimte samen te voegen of samengevoegd te houden, als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014 |
€ 2.983,48 |
c. |
tot het verlenen van een vergunning om zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte om te zetten of omgezet te houden, als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014 |
€ 2.983,48 |
d. |
tot het verlenen van een vergunning om woonruimte tot twee of meer woonruimten te verbouwen of in die gebouwde staat te houden, als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014 |
€ 2.983,48 |
Artikel 3.14 Splitsingsvergunning |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een splitsingsvergunning, als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014, voor elk appartementsrecht dat door de splitsing ontstaat |
€ 302,51 |
2. |
In afwijking van het eerste lid bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014, waarbij bij de aanvraag is gevoegd een concept van de splitsingsakte, de opzet van een onderhoudsfonds en een meerjarenonderhoudsplanning van tien of meer jaar |
€ 578,68 |
Artikel 3.15 Vergunning kamerverhuur- of kamerbemiddelingsbedrijf |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
|
|
a. |
om een vergunning tot exploitatie van een kamerverhuurbedrijf als bedoeld in artikel 5:35 van de APVG 2021 |
€ 411,83 |
b. |
om een vergunning tot exploitatie van een kamerbemiddelingsbedrijf als bedoeld in artikel 5:41 van de APVG 2021 |
€ 411,83 |
Artikel 3.16 Opkoopbescherming |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
|
|
a. |
om een vergunning om een woonruimte in gebruik te geven binnen een periode van vier jaar na de datum van inschrijving in de openbare registers van de akte van levering van die woonruimte aan de nieuwe eigenaar, als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014 |
€ 411,83 |
b. |
om een ontheffing van het verbod om een woonruimte in gebruik te geven binnen een periode van vier jaar na de datum van inschrijving in de openbare registers van de akte van levering van die woonruimte aan de nieuwe eigenaar, als bedoeld in artikel 41, vierde lid, van de Huisvestingswet 2014 |
€ 411,83 |
Artikel 3.17 Achteraf ingediende aanvraag |
|
Onverminderd het bepaalde in de vorige onderdelen bedraagt het tarief, indien de aanvraag wordt ingediend na aanvang of voltooiing van de activiteit |
200% |
van de op grond van dat artikel verschuldigde leges |
|
Paragraaf 3.5 Winkeltijdenwet
Artikel 3.18 Winkeltijdenwet |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
|
|
a. |
om een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet |
€ 67,31 |
b. |
tot het wijzigen van een ontheffing als bedoeld onder a |
€ 67,31 |
Paragraaf 3.6 In dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
Artikel 3.19 Vangnetbepaling |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
€ 14,50 |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl