Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2024

Geldend van 28-11-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2024

De raad van de gemeente Ede:

gelezen het voorstel "Belastingverordeningen 2024" van burgemeester en wethouders d.d. 03-10-2023 met zaaknummer 417357;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

besluit vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2024

Artikel 1 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven:

    • a.

      voor van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

    • b.

      voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder “gebruik maken”: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

  • 3. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan;

    • c.

      ingeval een perceel ter beschikking is gesteld voor volgtijdig gebruik: degene die het perceel voor volgtijdig gebruik ter beschikking heeft gesteld.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 4 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1. De belasting op basis van onderdeel 1.1 en 1.2 van de tarieventabel wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2. De belasting op basis van onderdeel 2.1 van de tarieventabel wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 3. De belasting op basis van onderdeel 3.1, 3.2 en 4.1 van de tarieventabel worden geheven door middel van voldoening op aangifte en is verschuldigd op het moment van de aanvraag/aanbieding.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting als bedoeld in artikel 5,lid 1, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht als bedoeld in artikel 5,lid 1, in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht als bedoeld in artikel 5,lid 1, in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9,00.

  • 4. De belasting als bedoeld in artikel 5,lid 2 is verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening en wordt berekend na afloop van het kalenderjaar, dan wel op het moment dat de belastingplicht eindigt, indien dit in de loop van het belastingjaar is.

  • 5. Belastingaanslagen als bedoeld in artikel 5,lid 1 en lid 2, van minder dan € 9,00 worden niet geheven.

  • 6. Voor de toepassing van het bepaalde in het derde, het vierde en het vijfde lid wordt het totaal van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als een belastingaanslag.

  • 7. De belasting als bedoeld in artikel 5,lid 3, is verschuldigd op het moment van aanbieden.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. voor de belastingen als bedoeld in artikel 5 lid 1 en lid 2 geldt:

    • a.

      In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de belasting worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

    • b.

      In afwijking in zoverre van onderdeel a, geldt ingeval een machtiging tot automatische incasso is verstrekt en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing en/of andere heffingen meer is dan € 50,--, doch minder dan € 4.540,--, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

    • c.

      In afwijking in zoverre van onderdeel a, geldt ingeval een machtiging tot automatische incasso is verstrekt en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing en/of andere heffingen minder is dan of gelijk is aan € 50,--, dat de aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • 2. Voor de belastingen als bedoeld in artikel 5, lid 3 geldt dat deze terstond betaald dienen te worden.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de leden 1 en 2 gestelde termijnen.

Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

De volgende besluiten gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening tot op een door het college te bepalen tijdstip:

  • a.

    de “beleidsregels ambtshalve vermindering 2021” van 15 december 2020, kenmerk 186720;

  • b.

    het “incassoreglement gemeentelijke belastingen Ede 2021”, van 15 december 2020, kenmerk 186720;

  • c.

    de “Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Ede 2021”, van 15 december 2020, kenmerk 186720;

  • d.

    de “Beleidsregel kostenvergoeding bezwaarfase belastingen en woz 2021”, van 15 december 2020, kenmerk 186720;

  • e.

    de “Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige en WOZ-belanghebbende 2021”, van 15 december 2020, kenmerk 186720;

  • f.

    de “nadere regel afvalstoffenheffing, van 11 december 2018, kenmerk 105832.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening afvalstoffenheffing 2023" van 10 november 2022, bekendgemaakt op 29 november 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening afvalstoffenheffing 2024'.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 9 november 2023, zaaknummer 417357.

De raad voornoemd,

dr. G.H. Hagelstein

de griffier,

mr. L.J. Verhulst

de voorzitter.

Tarieventabel behorende bij de ‘Verordening afvalstoffenheffing 2024’

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar een vast tarief van:

€ 224,88

1.2

De belasting bedraagt per perceel waar geen individuele registratie van aanbiedingen plaatsvindt, per belastingjaar:

(het betreft hier complexen waar de huismeester, gezien de aard van de bewoning, de afvalaanbieding verzorgt en diverse recreatieobjecten)

€ 270,96

2.1

De belasting bedraagt per aanbieding:

 

2.1.1

Bij gebruik van een 30 liter opening van een verzamelcontainer huishoudelijk restafval:

€ 0,92

2.1.2

Bij gebruik van een 60 liter opening van een verzamelcontainer huishoudelijk restafval:

€ 1,84

2.1.3

Bij aanbieding van een 140 liter kliko voor huishoudelijk restafval:

€ 4.28

2.1.4

Bij aanbieding van een 240 liter kliko voor huishoudelijk restafval:

€ 7,34

3.1

De kosten voor het op aanvraag:

 

3.1.1

Omwisselen van een kliko (tenzij binnen 12 maanden na aanvang van gebruik van het perceel door belastingplichtige)

€ 30,00

3.1.2

Leveren van een (extra) kliko (tenzij deze kliko valt onder de regeling voor medisch afval)

€ 30,00

3.2

De kosten voor het verstrekken van een vervangende afvalpas bij verlies of diefstal bedragen:

€ 15,00

4.1

Afvalpas

 

4.1.1

Huishoudens krijgen jaarlijks 6 afvalpunten op de afvalpas.

 

4.1.2

Brengen naar het afvalbrengstation kost 1 afvalpunt als een of meerdere van de volgende soorten afval worden gebracht: asbest, bouw- en sloopafval, dakafval, gips, grof huisvuil, geïmpregneerd hout, bielzen, steenpuin, niet geïmpregneerd hout, tractorband (per band). Maximaal 1 m3 per afvalpunt.

 

4.1.3

Brengen naar het afvalbrengstation kost geen afvalpunt voor de soorten afval: autobanden, (vlak)glas, grof tuinafval, klein chemisch afval, kleding en textiel, metalen, matrassen, oud papier en karton, piepschuim, grote en kleine elektrische apparaten, PMD verpakkingsmaterialen en harde plastics.

 

4.1.4

Het aan huis inzamelen van grof huishoudelijke afval kost 3 afvalpunten per keer. Aan huis wordt grof huisvuil, grof tuinafval, niet geïmpregneerd hout, matrassen (droog), grote elektrische apparaten, oud ijzer en metalen en harde plastics (maximaal 2 m3 per keer)

 

4.1.5

De kosten voor een extra punt op de afvalpas bedragen:

€ 10,00