Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR703636
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR703636/1
Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2024
Geldend van 01-01-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2024DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 28 september 2023;
gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;
BESLUIT:
de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2024 vast te stellen.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
gemeentelijke riolering : een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;
- b.
garagebox : een overdekte en afsluitbare ruimte die naar maatschappelijke opvattingen bestemd is voor het parkeren van motorvoertuigen en/of het opslaan van goederen.
Artikel 2 Aard van de heffing
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de voor de gemeente verbonden zijn aan:
- 1.
de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en
- 2.
de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
-
1. De belasting wordt geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.
-
2. Ingeval het perceel een onroerende zaak is, wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 4 Voorwerp van de belasting
-
1. Voorwerp van de belasting is een perceel.
-
2. Als perceel wordt aangemerkt:
- a.
de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken;
- b.
de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;
- c.
een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
- d.
een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde persoon in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;
- e.
het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.
- a.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.
Artikel 6 Belastingtarief
De belasting bedraagt € 167,10 per perceel.
Artikel 7 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 8 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld
De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar.
Artikel 10 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven ter zake van:
- a.
garageboxen;
- b.
percelen die zijn voorzien van een door de eigenaar van het perceel geplaatste voorziening voor de individuele behandeling van afvalwater (IBA).
Artikel 11 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de derde maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
-
2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat een aanslag moet worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 12 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel
-
1. De 'Verordening rioolheffing 2023’ van 9 november 2022, nr. 6c, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.
-
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
-
4. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening rioolheffing 2024’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 november 2023.
burgemeester,
Koen Schuiling
griffier,
Josine Spier
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl