Groene subsidieregeling gemeente Hardenberg

Geldend van 01-02-2024 t/m heden

Intitulé

Groene subsidieregeling gemeente Hardenberg

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hardenberg;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Hardenberg 2018;

besluit:

vast te stellen de volgende:

Groene subsidieregeling gemeente Hardenberg (regeling);

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijving

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvraag:

    een aanvraag om subsidie zoals bedoeld in deze regeling die de aanvrager indient;

  • b.

    aanvrager:

    • een natuurlijk persoon voor zover die krachtens het eigendomsrecht eigenaar is van het pand waarvoor de aanvraag wordt ingediend, dan wel huurder of pachter is van het pand waarvoor de aanvraag wordt ingediend, en met instemming van de eigenaar een aanvraag indient;

    • een rechtspersoon voor zover die krachtens het eigendomsrecht eigenaar is van het pand waarvoor de aanvraag wordt ingediend, dan wel huurder of pachter is van het pand waarvoor de aanvraag wordt ingediend, en met instemming van de eigenaar een aanvraag indient;

  • c.

    afkoppelen:

    het via fysieke ingrepen loskoppelen van de afvoer van hemelwater waar die is aangesloten op het gemengd rioolstelsel of drukrioolstelsel met als doel het hemelwater ter plaatse vast te houden, te infiltreren, aan te sluiten op een hemelwaterstelsel of direct te lozen op oppervlaktewater.

  • d.

    Asv:

    Algemene subsidieverordening gemeente Hardenberg 2018;

  • e.

    Awb:

    Algemene wet bestuursrecht;

  • f.

    BAG:

    Basisregistraties Adressen en Gebouwen;

  • g.

    bebouwde kom:

    het gebied binnen de grenzen die door de gemeenteraad zijn vastgesteld op grond van artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994;

  • h.

    buitengebied:

    buitengebied: het gebied buiten de bebouwde kom;

  • i.

    bestaand pand:

    een pand dat is opgericht en opgeleverd;

  • j.

    collectieve aanvraag:

    • een gezamenlijke aanvraag die wordt gedaan door minimaal drie verschillende natuurlijke personen en/of rechtspersonen ten behoeve van verschillende bij hen in eigendom, verhuur of pacht zijnde panden; of

    • de aanvraag die wordt gedaan door een stichting, vereniging of coöperatie (één rechtspersoon) en voorzien van een schriftelijke verklaring van actief betrokken leden of vrijwilligers.

  • k.

    college:

    het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hardenberg;

  • l.

    dichte verharding

    Het oppervlak van bestrating of wegen dat infiltratie in de bodem verhindert en het hemelwater wordt afgevoerd naar de riolering en/of het oppervlaktewater;

  • m.

    doorgroeibare verharding:

    doorgroeibare verharding is verharding waarbij er tussen en/of in de stenen openingen zijn waarin vegetatie kan groeien;

  • n.

    drukrioolstelsel:

    een rioolsysteem waarbij het rioolwater in een verzamelput terecht komt, waarin een pomp zit die het rioolwater verder perst naar een lozingspunt, wat een bestaand riool, een ander drukrioolstelsel, persleiding of waterzuivering kan zijn;

  • o.

    gemengde riolering:

    riolering in de openbare ruimte voor de gecombineerde inzameling en afvoer van afvalwater en hemelwater naar de rioolwaterzuivering;

  • p.

    groen dak:

    dak met een laag vegetatie als onderdeel van de dakconstructie, hoofdzakelijk bestaand uit levende planten (vegetatiedak), zeer traag groeiend en sterk ‘zelfvoorzienend’, met als doel hemelwater langer vast te houden en zo te zorgen voor een ‘vertraagde afvoer’;

  • q.

    groengevels:

    een begroeide gevel voorzien van klimplanten (grondgebonden systeem) of cassettes die in rijen aan de gevel worden vastgemaakt met een kunstmatige bodem voor planten (modulair systeem);

  • r.

    halfverharding:

    halfverharding bestaat uit onsamenhangend materiaal dat is verdicht. Deze verharding is waterdoorlatend, het doel is het voorkomen van plasvorming;

  • s.

    hemelwater:

    regenwater, ijzel, sneeuw en hagel;

  • t.

    infiltratie:

    het op eigen terrein infiltreren van hemelwater, dat afkomstig is van een afgekoppeld dakoppervlak of bestrating, in de bodem via het maaiveld (bodempassage) of door middel van een (boven- of ondergrondse)voorziening;

  • u.

    infiltrerende verharding:

    Infiltrerende verharding is verharding waarbij het regenwater door de verharding of via de voegen in de ondergrond kan infiltreren. Het betreft doorgroeibare verharding, halfverharding, waterdoorlatende verharding en waterpasserende verharding;

  • v.

    natuurlijk persoon:

    een mens (individu) die in het recht als rechtssubject is erkend en daarmee drager is van wettelijke rechten en plichten;

  • w.

    nieuwbouw pand:

    een pand dat nog legaal wordt gebouwd en/of opgeleverd;

  • x.

    nuttig gebruik van hemelwater:

    buffering en filtering van neerslag ten behoeve van (laagwaardig) gebruik in plaats van drinkwater, maar niet voor consumptiedoeleinden;

  • y.

    oppervlaktewater:

    openbaar water, bijvoorbeeld een vijver of sloot, waarop hemelwater geloosd kan worden;

  • z.

    rechtspersoon:

    Een NV, BV, VoF, vereniging, stichting of coöperatie;

  • A.

    pand:

    woning inclusief aanbouw(en), uitbouw(en) en bijgebouw(en), bedrijfspand of kantoorgebouw, alle met bijbehorend erf, tuin, terrein en ondergrond en opgenomen in de BAG en legaal gebouwd;

  • B.

    vergroenen:

    het vervangen van verharding, in de vorm van asfalt, beton, steen of ander slecht waterdoorlatend materiaal, in een tuin of op een terrein, door levende beplanting als gras, planten, struiken of bomen; ook wel ontstenen genoemd;

  • C.

    verhard afvoerend oppervlak:

    Het oppervlak van daken, wegen, verharde terreinen, waarvan hemelwater tot afstroming komt naar een riool;

  • D.

    voorziening:

    Maatregel, product of activiteit gericht op het beperken van de gevolgen van een veranderend klimaat, te weten: het plaatsen van een regenton, -zuil of -schutting, het planten van bomen, het afkoppelen van verhard oppervlak, vergroenen, het aanleggen van een groen dak/groengevel, het realiseren en in werking hebben van een voorziening voor nuttig gebruik van hemelwater en het aanleggen van waterdoorlatende verharding;

  • E.

    waterdoorlatende verharding:

    Waterdoorlatende verharding is een infiltrerende verharding met stenen elementen waarbij overtollig regenwater door de steen naar het ondergelegen substraat infiltreert;

  • F.

    waterpasserende verharding:

    waterpasserende verharding is een infiltrerende verharding met stenen elementen waarbij overtollig regenwater via de voegen tussen de stenen naar het ondergelegen substraat infiltreert. Meestal heeft waterpasserende verharding brede voegen om een hoge infiltratie van regenwater mogelijk te maken.

Artikel 1.2 Asv

Op deze regeling is de Asv van toepassing, tenzij hiervan in deze regeling wordt afgeweken.

Artikel 1.3 Doel subsidie

Deze regeling heeft als doel inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties in de gemeente Hardenberg te stimuleren om zelf klimaatadaptatie maatregelen te treffen op/bij een bij hen in eigendom, huur of pacht zijnde pand. Het gaat om lokale maatregelen op privaat terrein waarmee effecten van de klimaatverandering op knelpunten worden beperkt, zoals wateroverlast, droogte en hitte.

Artikel 1.4 Subsidiabele activiteiten

Het college kan aan een aanvrager voor de volgende categorieën voorzieningen a t/m h subsidie verstrekken onder de in deze regeling opgenomen voorwaarden:

  • a.

    het plaatsen van een regenton, -zuil en/of -schutting;

  • b.

    het planten van bomen;

  • c.

    het afkoppelen van verhard afvoerend oppervlak van de riolering;

  • d.

    het vergroenen;

  • e.

    het aanleggen van een groen dak;

  • f.

    het aanleggen van een groene gevel;

  • g.

    het nuttig gebruik van hemelwater in panden;

  • h.

    het vervangen van dichte verharding door infiltrerende verharding.

Artikel 1.5 Subsidieplafond en verdeelregels

  • 1. Het college stelt jaarlijks voor het daaropvolgende kalenderjaar een subsidieplafond, als bedoeld in artikel 4:22 van de Awb vast en neemt daarbij de gemeentebegroting in acht. Het subsidieplafond voor 2024 bedraagt € 50.000, -.

  • 2. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst tot het vastgestelde subsidieplafond is bereikt. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is.

Artikel 1.6 Algemene voorwaarden en verplichtingen

  • 1. Het college kan aan de aanvrager een subsidie verlenen onder de volgende algemene voorwaarden en verplichtingen:

    • a.

      met het treffen van de voorzieningen wordt het beleidsdoel zoals genoemd in artikel 1.3 in voldoende mate gediend;

    • b.

      de aanvraag is ingediend binnen zes maanden na aankoop én realisatie van de voorzieningen waar de aanvraag betrekking op heeft;

    • c.

      de aanvraag is ingediend op een door het college beschikbaar gesteld aanvraagformulier. De aanvraag is volledig ingevuld en voorzien van alle informatie en bijlagen die op het aanvraagformulier verplicht zijn gesteld en in artikel 1.6 staan opgenomen;

    • d.

      per categorie voorzieningen zoals genoemd in artikel 1.4 kan er één aanvraag per pand worden ingediend;

    • e.

      ontwerp, aanleg en/of installatie zijn deugdelijk uitgevoerd;

    • f.

      de voorziening voldoet aan de geldende wet- en regelgeving (waaronder het welstandsbeleid en de bouwverordening) en is voorzien van de benodigde vergunningen (omgevingsvergunning, monumentenvergunning, etc.);

    • g.

      de aanvrager dient de voorzieningen blijvend in stand te houden en deugdelijk te onderhouden;

    • h.

      herstel, reparatie of uitbreiding van een bestaande voorziening is uitgesloten van subsidie; en

    • i.

      de aanvrager is verplicht medewerking te verlenen aan een eventuele controle ter plaatse.

  • 2. Naast deze algemene voorwaarden en verplichtingen die voor iedere voorziening gelden, gelden er per voorziening ook nog specifieke voorwaarden en verplichtingen. Die zijn hieronder in hoofdstuk 2 t/m 10 per voorziening opgenomen.

Artikel 1.7 Aanvraag

  • 1. Na aankoop en realisatie van de voorziening(en), kan de aanvrager een aanvraag om subsidie indienen door het insturen van:

    • a.

      een ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;

    • b.

      alleen bij aankopen boven de 250,- euro:

      • een factuur met technische specificaties en aankoopdatum en/of uitvoeringsdatum van de voorzieningen waarvoor een aanvraag wordt ingediend; of

      • een aankoopbewijs met aankoopdatum van de voorzieningen waarvoor een aanvraag wordt ingediend;

    • c.

      bij aankopen van 250,- euro of minder: een aankoopbewijs met aankoopdatum van de voorzieningen waarvoor een aanvraag wordt ingediend;

    • d.

      een foto van de bestaande situatie zonder voorziening en de nieuwe situatie met voorziening, waarbij het pand op de foto duidelijk zichtbaar is;

    • e.

      als deze is vereist: een omgevingsvergunning of de monumentenvergunning;

    • f.

      schriftelijke toestemming van de eigenaar als de aanvrager een huurder of pachter is.

  • 2. Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van de beslissing op de aanvraag noodzakelijk respectievelijk voldoende zijn.

Artikel 1.8 Beoordeling aanvraag

  • 1. Het college neemt binnen acht weken na de ontvangst van de volledige aanvraag een beslissing.

  • 2. Het college kan deze termijn eenmalig met vier weken verlengen.

  • 3. Als het college de subsidie verleent, wordt deze gelijktijdig vastgesteld.

  • 4. Het college stelt de subsidie vast met inachtneming van de maximale subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 2.2, 3.2, 4.2, 5.2, 6.3, 7.2, 8.3, 9.2 en 10.3.

  • 5. De betaling van de subsidie vindt plaats binnen acht weken na de subsidievaststelling.

  • 6. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (subsidie van rechtswege) is niet van toepassing.

Hoofdstuk 2 Plaatsen regenton, -zuil, of -schutting

Artikel 2.1 Subsidievoorwaarden

Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie voor een voorziening als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel a, gelden in aanvulling op artikel 1.6 de volgende specifieke voorwaarden:

  • a.

    de regenton/-zuil en/of -schutting is permanent, jaarrond, aangekoppeld aan een regenpijp;

  • b.

    de regenton/-zuil en/of -schutting heeft een minimale capaciteit van 100 liter;

  • c.

    subsidie voor deze maatregel kan alleen aangevraagd worden door een natuurlijk persoon;

  • d.

    subsidie voor deze maatregel kan niet gecombineerd worden met subsidie voor een voorziening voor het afkoppelen van een regenpijp;

  • e.

    deze maatregel moet toegepast worden bij een bestaand pand.

Artikel 2.2 Hoogte subsidie

  • 1. De subsidie voor het plaatsen van een regenton tot en met 140 liter bedraagt €30.

  • 2. De subsidie voor het plaatsen van een regenton, regenzuil of regenschuttingsegment groter dan 140 liter bedraagt €50.

  • 3. Subsidie wordt verstrekt voor maximaal 1 regenton, regenzuil of regenschuttingsegment per pand.

Hoofdstuk 3 Planten van bomen

Artikel 3.1 Subsidievoorwaarden

Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie voor een voorziening als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel b, gelden in aanvulling op artikel 1.6 de volgende specifieke voorwaarden:

  • a.

    de te planten boomsoort is opgenomen in de bomenlijst, behorende bij deze regeling. Het betreffen winterharde inheemse bomen en fruitbomen;

  • b.

    de geplante boom heeft een plantmaat van minimaal 12 – 14 centimeter (stamomtrek gemeten op 1 meter hoogte). Voor fruitbomen geldt een minimum plantmaat van 10-12 centimeter;

  • c.

    de standplaats van de boom is overeenkomstig met de geldende erfgrensregels;

  • d.

    de standplaats van de geplante boom biedt voldoende mogelijkheden om de boom tot volle wasdom te kunnen laten komen, dit ter beoordeling van het college;

  • e.

    het betreft het planten van bomen van de volgende grootte op een perceel van de volgende afmeting:

    • < 500 m² (o.a. voortuinen) 3e grootte boom (tot 6 meter hoogte)

    • 500 – 1.000 m² 2e grootte boom (6-12 meter hoogte)

    • > 1.000 m² 1e grootte boom (>12 meter hoogte);

  • f.

    er wordt geen subsidie verstrekt voor bomen die in het kader van een herplantingverplichting worden geplant.

Artikel 3.2 Hoogte subsidie

  • 1. De subsidie voor het plaatsen van een boom bedraagt €70.

  • 2. Subsidie wordt verstrekt voor maximaal 2 bomen per pand. Voor bedrijven wordt subsidie verstrekt voor maximaal 4 bomen per pand.

Hoofdstuk 4 Afkoppelen hemelwater van de riolering

Artikel 4.1 Subsidievoorwaarden

Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie voor een voorziening als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel c, gelden in aanvulling op artikel 1.6 de volgende specifieke voorwaarden:

  • a.

    het afkoppelen vindt plaats bij een reeds bestaand pand, aangesloten aan gemengde riolering of drukriolering;

  • b.

    er wordt minimaal 20 mm (= 20 liter per afgekoppelde m² dakoppervlak) berging op eigen terrein gerealiseerd;

  • c.

    bij infiltratie moet de bodem daarvoor geschikt zijn;

  • d.

    de infiltratie van het afgekoppelde hemelwater op eigen terrein of de afvoer van hemelwater naar oppervlaktewater is in de specifieke situatie haalbaar en kan op generlei wijze overlast veroorzaken, dit ter beoordeling van het college.

Artikel 4.2 Hoogte subsidie

  • 1. De subsidie voor het afkoppelen van verhard afvoerend oppervlak bedraagt €10 per m2 afgekoppeld verhard afvoerend oppervlak;

  • 2. Per pand worden niet meer dan de werkelijke kosten aan subsidie toegekend, met een maximum van €500.

Hoofdstuk 5 Vergroenen

Artikel 5.1 Subsidievoorwaarden

Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie voor een voorziening als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel d, gelden in aanvulling op artikel 1.6 de volgende specifieke voorwaarden:

  • a.

    het moet gaan om het vervangen van bestaande verharding die er aantoonbaar minimaal 1 jaar heeft gelegen, door beplanting.

Artikel 5.2 Hoogte subsidie

  • 1. De subsidie voor het vergroenen bedraagt € 12,- per m².

  • 2. Per particulier pand worden niet meer dan de werkelijke kosten aan subsidie toegekend, met een maximum van € 500. Per bedrijfspand worden niet meer dan de werkelijke kosten aan subsidie toegekend, met een maximum van €1000.

Hoofdstuk 6 Aanleggen van een groen dak

Artikel 6.1 Subsidievoorwaarden

Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie voor een voorziening als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel e, gelden in aanvulling op artikel 1.6 de volgende specifieke voorwaarden:

  • a.

    de aanvraag betreft een bestaand pand of nieuwbouw pand gelegen binnen de bebouwde kom;

  • b.

    het groene dak heeft een hellingshoek van maximaal 35 graden;

  • c.

    de beplanting van een groen dak bestaat uit minstens 30 procent bloemen en kruiden;

  • d.

    het groen dak wordt/is door een professioneel bedrijf aangelegd.

Artikel 6.2 Subsidiabele kosten

  • 1. Tot de subsidiabele kosten worden gerekend:

    • de eenmalige investeringskosten verbonden aan de uitvoering, waaronder in ieder geval de loonkosten, materiaalkosten en omzetbelasting zijn inbegrepen.

    • De beplanting van een groen dak, inclusief beschermfolie, substraat, filtervlies, drainagelaag, en grind.

  • 2. Niet tot de subsidiabele kosten worden gerekend in ieder geval:

    • de administratieve kosten voor de subsidieaanvraag;

    • de kosten die verband houden met de aanvraag van de benodigde vergunningen;

    • de kosten bedoeld voor het onderhoud van het groene dak/de groene daken.

    • de kosten voor werkzaamheden die behoren tot het reguliere onderhoud van het dak zelf.

Artikel 6.3 Hoogte subsidie

  • 1. De subsidie voor het aanleggen van een groen dak bedraagt:

    • a.

      € 30,- per m² aangelegd dak met een laagdikte van 8-20 centimeter;

    • b.

      € 40,- per m² aangelegd dak met een laagdikte van meer dan 20 centimeter.

  • 2. Per particulier pand worden niet meer dan de werkelijke kosten aan subsidie toegekend, met een maximum van € 2.500. Per bedrijfspand worden niet meer dan de werkelijke kosten aan subsidie toegekend, met een maximum van €5000.

Hoofdstuk 7 Aanleggen van groene gevel

Artikel 7.1 Subsidievoorwaarden

Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie voor een voorziening als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel f, gelden in aanvulling op artikel 1.6 de volgende specifieke voorwaarden:

  • a.

    de aanvraag betreft een bestaand pand of nieuwbouw pand gelegen binnen de bebouwde kom;

  • b.

    bij het aanleggen van een groene gevel gaat het om de aanleg van een gevel met kunstmatige bodem (modulair systeem) in of op de gevel.

Artikel 7.2 Hoogte subsidie

  • 1. De subsidie voor het aanleggen van een groene gevel bedraagt €30 per m² aangelegde groene gevel.

  • 2. Per pand worden niet meer dan de werkelijke kosten met een maximum van € 500 aan subsidie toegekend.

Hoofdstuk 8 Installatie voor nuttig gebruik hemelwater

Artikel 8.1 Subsidievoorwaarden

Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie voor een voorziening als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel g, gelden de volgende voorwaarden:

  • a.

    de installatie (hemelwaterbuffer: filters/pomp/waterverdeling) moet zodanig zijn uitgevoerd dat deze alleen wordt ingezet voor het doel watervoeding van toilet, wasmachine, het leveren van was- en proceswater en vergelijkbare toepassingen in de woning/het bedrijf of als tuindruppelinstallatie, waarbij geldt dat de voorziening voldoende bereikbaar is voor onderhoud en inspectie. In verband met gezondheidsrisico’s mag het gebufferd hemelwater alleen ingezet worden voor bovengenoemde doelen, maar niet worden versproeid of verneveld en mag het niet voor consumptiedoeleinden worden gebruikt;

  • b.

    er wordt minimaal 1000 liter hemelwater gebufferd ter vervanging van het gebruik van leidingwater.

Artikel 8.2 Subsidiabele kosten

  • 1. Tot de subsidiabele kosten worden gerekend de eenmalige investeringskosten verbonden aan de uitvoering, waaronder in ieder geval de loonkosten, materiaalkosten en omzetbelasting zijn inbegrepen.

  • 2. Niet tot de subsidiabele kosten worden gerekend in ieder geval:

    • de administratieve kosten voor de subsidieaanvraag;

    • de kosten die verband houden met de aanvraag van de benodigde vergunningen.

Artikel 8.3 Hoogte subsidie

De subsidie voor het realiseren en in werking hebben van een voorziening voor nuttig gebruik van hemel water bedraagt 40% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 500,- per pand.

Hoofdstuk 9 Infiltrerende verharding

Artikel 9.1 Subsidievoorwaarden

Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie voor een voorziening als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel h, gelden in aanvulling op artikel 1.6 de volgende specifieke voorwaarden:

  • a.

    de infiltrerende verharding moet ter vervanging van dichte verharding geplaatst worden;

  • b.

    de aanvrager dient voldoende te kunnen motiveren waarom een vorm van verharding op deze locatie in stand gehouden dient worden. Dit ter beoordeling van het college;

  • c.

    de ondergrond, eventuele fundering en andere onderliggende lagen zijn voldoende waterdoorlatend;

  • d.

    de aanvrager is verantwoordelijk voor het onderhoud van infiltrerende verharding en voor het in stand houden van het functioneren daarvan.

Artikel 9.2 Hoogte subsidie

  • 1. De subsidie voor het aanleggen infiltrerende verharding bedraagt €10 per m².

  • 2. Per particulier pand worden niet meer dan de werkelijke kosten met een maximum van € 150 aan subsidie toegekend. Per bedrijfspand worden niet meer dan de werkelijke kosten met een maximum van €300 toegekend.

Hoofdstuk 10 Collectieve aanvragen

Artikel 10.1 Subsidievoorwaarden

Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.3 die collectief kan worden verleend, gelden de volgende voorwaarden:

  • a.

    de aanvraag betrekking heeft op een subsidiabele activiteit als bedoeld in artikel 1.4;

  • b.

    De aanvraag wordt gezamenlijk gedaan door minimaal drie verschillende natuurlijke personen en/of rechtspersonen als eigenaren/huurders/pachters van verschillende panden, ten behoeve van die panden; of

  • c.

    De aanvraag wordt gedaan door een stichting, vereniging of coöperatie (één rechtspersoon) en voorzien van een schriftelijke verklaring van actief betrokken leerlingen, ouders, leden of vrijwilligers.

Artikel 10.2 Subsidiabele kosten

  • 1. Tot de subsidiabele kosten worden gerekend de betreffende subsidiabele kosten als opgenomen in de artikelen 2 t/m 9.

  • 2. Niet tot de subsidiabele kosten worden gerekend in ieder geval:

    • de administratieve kosten voor de subsidieaanvraag;

    • de kosten die verband houden met de aanvraag van de benodigde vergunningen.

Artikel 10.3 Hoogte subsidie

De subsidie als bedoeld in dit hoofdstuk (10) bedraagt de bedragen zoals aangegeven in artikel 2 t/m 9, met een verhoging van 25%. Per collectieve aanvraag wordt een maximum van € 5.000 subsidie toegekend.

Hoofdstuk 11 Weigerings- intrekkings- en terugvorderingsgronden algemeen

Artikel 11.1 Subsidie weigeren, intrekken en/of terugvorderen

  • 1. De subsidie wordt (naast in de gevallen beschreven in artikel 4:35 van de Awb of in artikel 9 van de Asv) in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      de aanvraag niet voldoet aan het doel van de regeling, zoals genoemd in artikel 1.3;

    • b.

      de aanvraag niet past binnen de subsidiabele activiteiten zoals genoemd in artikel 1.4;

    • c.

      er niet wordt voldaan aan de vereisten zoals genoemd in de artikelen: 1.6, 1.7, 2.1, 3.1, 4.1, 5.1, 6.1, 7.1, 8.1, 9.1, 10.1;

    • d.

      er voor dezelfde subsidiabele activiteit voor het gehele aangevraagde bedrag vanuit een andere regeling of voorziening (ook van andere overheid instellingen) al een subsidie of budget in welke vorm dan ook aan de aanvrager beschikbaar is gesteld en toekenning van de aanvraag tot een dubbeling zou leiden.

  • 2. De subsidie wordt in ieder geval ingetrokken, indien:

    • a.

      er sprake is van een situatie beschreven in artikel 4:49 van de Awb;

    • b.

      achteraf komt vast te staan dat zich een weigeringsgrond als omschreven in het eerste lid heeft voorgedaan.

  • 3. De subsidie wordt teruggevorderd indien de subsidie is ingetrokken.

Hoofdstuk 12 Slotbepalingen

Artikel 12.1 Onvoorziene gevallen en hardheidsclausule

  • 1. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

  • 2. Het college kan in bijzondere omstandigheden afwijken van het bepaalde in deze regeling indien onverkorte toepassing zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 12.2 Inwerktreding en citeertitel

  • 1. Deze regeling treedt in werking op 1 februari 2024.

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als: Groene subsidieregeling gemeente Hardenberg.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 31 oktober 2023.

Loco-secretaris, Burgemeester,

J. Jonker M.W. Offinga

Bijlage 1 Bomenlijst

Nederlandse naam

Latijnse naam

Grootte

Zwarte els

Alnus glutinosa

1e

Krent

Amelanchier lamarckii

2e

Ruwe berk

Betula pendula

3e

Zachte berk

Betula pubescens

3e

Tamme kastanje

Castanea sativa

3e

Eenstijlige meidoorn

Crataegus monogyna

2e

Vuilboom

Frangula alnus

1e

Hulst

Ilex aquifolium

2e

Okkernoot (Walnoot)

Juglans regia

3e

Appelboom (hoogstam)

Malus domestica/ communis

1e

Wilde appel

Malus sylvestris

2e

Wilde mispel

Mespilus germanica

1e

Pruimenboom (hoogstam)

Prunus domesticia/ communis

1e

Gewone vogelkers

Prunus padus

3e

Sleedoorn

Prunus spinosa

1e

Perenboom (hoogstam)

Pyrus domestica/ communis

1e

Zomereik

Quercus robur

3e

Schietwilg

Salix alba

3e

Boswilg

Salix caprea

2e

Grauwe wilg

Salix cinerea

1e

Kraakwilg

Salix fragilis

3e

Laurierwilg

Salix pentandra

2e

Amandelwilg

Salix triandra

1e

Katwilg

Salix viminalis

1e

Wilde lijsterbes

Sorbus aucuparia

2e

Zomerlinde

Tilia platyphyllos

3e

Gladde iep (veldiep)

Ulmus minor

3e