Verordening nautisch beheer Zuid-Holland 2022

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening nautisch beheer Zuid-Holland 2022

Provinciale staten van Zuid-Holland,

Gelezen het voorstel van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 5 juli, PZH-2021-778600107

Gelet op artikel 145 en 146 Provinciewet en artikel 2 Scheepvaartverkeerswet;

Overwegende,

dat provinciale staten het raadzaam vinden dat gedeputeerde staten als bevoegd gezag worden aangewezen voor het nautisch beheer op provinciale vaarwegen, voor zover zij krachtens de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening als vaarwegbeheerder worden aangewezen en geen wijziging in de sinds 1992 bestaande toedeling van het nautisch beheer wensen aan te brengen;

dat provinciale staten het raadzaam vinden dat gemeenten en waterschappen als bevoegd gezag worden aangewezen voor het nautisch beheer op regionale vaarwegen, voor zover zij krachtens de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening als vaarwegbeheerder worden aangewezen en geen wijziging in de sinds 1992 bestaande toedeling van het nautisch beheer wensen aan te brengen;

dat provinciale staten het vooralsnog raadzaam vinden de besluiten uit 1992 waarin waterschappen en gemeenten als beheerder en daarmee als nautisch beheerder zijn aangewezen zoveel mogelijk in stand te laten;

dat provinciale staten het raadzaam vinden dat gedeputeerde staten ter uitvoering van de hen gedelegeerde taak als nautisch beheerder tevens de bevoegdheid krijgen om nadere regels te stellen ter uitvoering van deze taak;

dat provinciale staten het raadzaam vinden dat de gemeenten en waterschappen ter uitvoering van de aan hen (in vrij medebewind) opgedragen taken als vaarwegbeheerder en nautisch beheerder tevens de bevoegdheid krijgen om in aanvulling van de door gedeputeerde staten gestelde regels nadere regels te stellen ter uitvoering van deze taken;

dat onverlet het hiervoor overwogene, provinciale staten het raadzaam vinden dat gedeputeerde staten besluiten ten aanzien van openingstijden en bedieningstijden van bruggen en sluizen voor sluis- en brugbeherende instantie(s) kunnen vaststellen, welke onverkort worden uitgevoerd door deze instantie(s), zodat het functioneren van het vaarwegennetwerk kan worden gewaarborgd;

dat de regeling van het nautisch beheer voorheen onderdeel was van de Omgevingsverordening Zuid-Holland en deze verordening met de inwerkingtreding van de Omgevingswet ingetrokken zal worden;

dat de regeling van het nautisch beheer zich niet verhoudt tot de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening vastgesteld op grond van de Omgevingswet en het wenselijk is de regeling van het nautisch beheer te continueren in een separate verordening;

Besluiten vast te stellen:

Verordening nautisch beheer Zuid-Holland 2022

Artikel 1 Begripsbepalingen

Begripsbepalingen die van toepassing zijn op de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening zijn ook van toepassing op dit besluit.

Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: nautisch beheer: de zorg voor de regeling van het verkeer op het water, op grond van de Scheepvaartverkeerswet en de daarop berustende regelgeving en besluiten.

Artikel 2 Doel van de verordening

Deze verordening en de daarop berustende bepalingen hebben tot doel aanvullende regels te stellen in het belang van de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer op de vaarwegen, zoals beoogd in artikel 3 van de Scheepvaartverkeerswet.

Artikel 3 Toepassingsbereik

  • 1. Deze verordening en daarop gebaseerde regelingen en besluiten zijn, tenzij hierin anders is bepaald, van toepassing op de provinciale en regionale vaarwegen.

  • 2. Deze verordening ziet niet op de vaarweg de Amstel, voor zover deze is gelegen in Zuid-Holland.

Artikel 4 Nautisch beheer

  • 1. Het openbaar lichaam dat ingevolge afdeling 6.2 van de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening is belast met het beheer van een vaarweg, draagt ook zorg voor het nautisch beheer van deze vaarweg.

  • 2. Gedeputeerde staten kunnen regels stellen over het uit te voeren nautisch beheer op provinciale en regionale vaarwegen.

  • 3. Het openbaar lichaam dat op grond van de voorgaande leden is belast met het nautisch beheer, kan in aanvulling op door gedeputeerde staten gestelde regels, regels stellen ter uitvoering van die taak.

Artikel 5 Scheepvaartafmetingen

  • 1. Gedeputeerde staten kunnen regels stellen over de soort, het type, de afmetingen of de manoeuvreerbaarheid van schepen die worden toegelaten op de provinciale vaarwegen.

  • 2. De vaarwegbeheerder kan, in aanvulling op de door gedeputeerde staten ingevolge het eerste lid gestelde regels, regels stellen inhoudende een verbod om zonder vergunning zich op de vaarweg te bevinden, ten aanzien van de onder de vaarwegbeheerder gestelde vaarwegen.

Artikel 6 Vergunningplicht scheepvaartafmetingen

  • 1. Het is verboden zich zonder vergunning op een provinciale vaarweg te bevinden met een schip dat niet voldoet aan de regels over de soort, het type, de afmetingen of de manoeuvreerbaarheid van schepen die worden toegelaten op de provinciale vaarwegen.

  • 2. Op de aanvraag om vergunning als bedoeld in het eerste lid zijn afdeling 3.1, 3.7 en paragraaf 7.5.1 van de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Bedieningstijden van bruggen en sluizen

  • 1. Gedeputeerde staten kunnen de bedieningstijden vaststellen van de beweegbare bruggen en sluizen in of over provinciale en regionale vaarwegen.

  • 2. De sluis- en brugbeherende instanties van de in het eerste lid bedoelde bruggen en sluizen nemen de bedieningstijden als bedoeld in het eerste lid in acht.

  • 3. Dit artikel is niet van toepassing op spoorbruggen bedoeld in de Spoorwegwet.

Artikel 8 Strafbaarstelling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens artikel 4, 5 en artikel 7, het in artikel 6 gestelde verbod en van de aan een vergunning als bedoeld in artikel 6 verbonden voorschriften en beperkingen, is een strafbaar feit en wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie, als bedoeld in artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht.

Artikel 9 Toezicht en opsporing

  • 1. Met het toezicht op de naleving van de op grond van deze verordening gestelde voorschriften zijn belast de door gedeputeerde staten aangewezen personen.

  • 2. Met de opsporing van de feiten, strafbaar gesteld bij of krachtens deze verordening, bedoeld in artikel 6, zijn behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde personen, belast de op grond van het eerste lid aangewezen personen, die in het bezit zijn van de buitengewone opsporingsbevoegdheid.

Artikel 10 Overgangsrecht

  • 1. Voor zover de aanwijzing van een waterschap als nautisch beheerder op grond van artikel 4, in strijd is met de aanwijzing bij besluit van Provinciale Staten Zuid-Holland uit 1992 van een waterschap of diens rechtsvoorganger als het nautisch bevoegd gezag op grond van de Scheepvaartverkeerswet, dan is het in dat aanwijzingsbesluit aangewezen waterschap of diens rechtsopvolger de nautisch beheerder.

  • 2. Regels gesteld over de soort, het type, de afmetingen of de manoeuvreerbaarheid van schepen die worden toegelaten op de provinciale vaarwegen als bedoeld in artikel 6 gesteld op basis van voorgaande regelingen worden geacht te zijn gesteld op basis van deze verordening.

  • 3. Vastgestelde bedieningstijden als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de verordening genomen op basis van voorgaande regelingen worden geacht te zijn gesteld op basis van deze verordening.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt gelijktijdig met de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening in werking.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening nautisch beheer Zuid-Holland 2022.

Ondertekening

Den Haag, 15 december 2021,

Provinciale staten van Zuid-Holland,

griffier,

drs. E.W.K. Meurs

voorzitter,

drs. J. Smit