Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR703329
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR703329/2
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024
Geldend van 01-01-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024De raad van de gemeente Dalfsen
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 oktober 2023, nummer 1677,
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
b e s l u i t :
vast te stellen de “Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024”
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024
Artikel 1. Begripsbepalingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- c.
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;
- d.
maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- e.
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
verklaringen omtrent inkomen en vermogen;
- b.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- c.
diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
- d.
de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een aanvraag om subsidie uit de gemeentekas;
- e.
in de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemde omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen die na tevoren reeds verleend, doch vervallen respectievelijk ingetrokken te zijn andermaal verleend worden en die welke dienen ter vervanging van dezelfde doch voor bepaalde proeftijd verleende vergunningen, één en ander indien geen uitbreiding of verandering van de oorspronkelijke aanvraag heeft plaatsgehad, noch geheel of gedeeltelijk terugbetaling heeft plaatsgevonden van de voor de eerste vergunning geheven leges;
- f.
diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlenging of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
- 1.
De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.
- 2.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
- 3.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen dertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van kennisgeving.
- a.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
- 1.
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
- 2.
Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
Paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- 2.
paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
- 3.
Artikel 1.17 (Schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 4.
Artikel 1.25 (onder a verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
Artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);
- 1.
- c.
betrekking heeft op de ROEB-lijst zoals beschreven in artikel 2.1.4 van de tarieventabel;
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11. Nadere regels
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12 Overgangsrecht
- 1.
De “legesverordening 2023” van 19 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 13 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
- 3.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Legesverordening 2024".
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Dalfsen 2024.
Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Dalfsen 2024
Paragraaf 1.1 |
Burgerlijke stand |
|
Artikel 1.1 |
Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap |
|
1. |
Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap op: |
|
a. |
werkdagen met uitzondering van de maandag- en dinsdagochtend om 9.00 uur, indien de voltrekking plaatsvindt in de trouwzaal van het gemeentehuis: |
€ 0,00 |
b. |
werkdagen indien de voltrekking plaatsvindt in het gemeentehuis of het servicepunt Nieuwleusen: |
€ 430,75 |
c. |
werkdagen indien de voltrekking plaatsvindt op een door de aanvragers bepaalde locatie naar keuze niet zijnde de door de gemeente hiertoe aangewezen ruimten: |
€ 546,60 |
2. |
Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap op zaterdag op de tijden zoals genoemd in het Reglement burgerlijke stand: |
|
a. |
zaterdag indien de voltrekking plaatsvindt in het gemeentehuis of het servicepunt Nieuwleusen: |
€ 814,20 |
b. |
zaterdag indien de voltrekking plaatsvindt op een door de aanvragers bepaalde locatie naar keuze niet zijnde de door de gemeente hiertoe aangewezen ruimten: |
€ 714,90 |
Artikel 1.2 |
Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk [gereserveerd] |
|
Artikel 1.3 |
Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis [gereserveerd] |
|
Artikel 1.4 |
Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis [gereserveerd] |
|
Artikel 1.5 |
Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag [gereserveerd] |
|
Artikel 1.6 |
Beschikbaar stellen getuige door gemeente |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het van gemeentewege beschikbaar stellen van getuigen, per getuige |
€ 38,85 |
2. |
Het tarief genoemd in lid 1 wordt verhoogd met het bedrag van: |
€ 84,90 |
|
indien de voltrekking plaatsvindt tussen 17.00 en 20.00 uur. |
€ 0,00 |
Artikel 1.7 |
Annuleren of wijzigen datum |
|
1. |
Het tarief bedraagt: |
|
a. |
indien het huwelijk of de registratie van een partnerschap vanaf het registreren van de datum tot 1 maand vóór het tijdstip van voltrekking wordt geannuleerd: |
€ 164,90 |
b. |
indien het huwelijk of de registratie van een partnerschap binnen 1 maand vóór het tijdstip van voltrekking wordt geannuleerd: |
€ 247,40 |
c. |
indien het gratis huwelijk of de registratie van een partnerschap vanaf het registreren van de datum tot 1 maand vóór het tijdstip van voltrekking wordt geannuleerd: |
€ 41,20 |
d. |
indien het gratis huwelijk of de registratie van een partnerschap binnen 1 maand vóór het tijdstip van voltrekking wordt geannuleerd: |
€ 82,50 |
2. |
Eenmalig kan de voltrekkingsdatum, het tijdstip of de locatie tot 3 maanden voor het huwelijk of de registratie van een partnerschap kosteloos gewijzigd worden, daarna wordt het volgende tarief aan wijzigingskosten in rekening gebracht: |
€ 74,25 |
Artikel 1.8 |
Trouwboekje of partnerschapsboekje |
|
|
Het tarief bedraagt ter zake van het verstrekken van: |
|
a. |
een trouwboekje of een partnerschapsboekje: |
€ 41,00 |
b. |
een duplicaat van het trouw- of het partnerschapsboekje: |
€ 41,00 |
Artikel 1.8a |
Verrichtingen ambtenaar van de burgerlijke stand |
|
1. |
De tarieven bedragen: |
|
a. |
voor elk afschrift van een akte van de burgerlijke stand: |
€ 16,60 |
b. |
voor elk uittreksel van een akte van geboorte, van huwelijk, van registratie van een partnerschap, van omzetting van een huwelijk in een registratie van een partnerschap*, van omzetting van een registratie van een partnerschap in een huwelijk of van overlijden: |
€ 16,60 |
c. |
voor elke verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 49a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (een Nederlander wenst buiten Nederland een huwelijk aan te gaan): |
€ 29,00 |
d. |
voor een attestatie de vita als bedoeld in artikel 19k van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek: |
€ 16,60 |
e. |
voor elk meertalig uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand: |
€ 16,60 |
f. |
voor een meertalig modelformulier van een onder a, b, d en e genoemd stuk: |
€ 16,60 |
g. |
voor een meertalig modelformulier van een onder c genoemd stuk: |
€ 22,30 |
h. |
voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand: |
€ 16,60 |
i. |
ter zake van het doen van nasporingen in de registers van de Burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier: |
€ 18,45 |
2. |
Het op grond van het onderdeel i verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 1.2 |
Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
|
Artikel 1.9 |
Paspoorten of andere reisdocumenten |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
a. |
van een nationaal paspoort: |
|
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 83,85 |
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 63,40 |
b. |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort): |
|
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 83,85 |
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 63,40 |
c. |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 83,90 |
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 63,40 |
d. |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: |
€ 63,40 |
Artikel 1.10 |
Nederlandse identiteitskaart |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
a. |
een Nederlandse identiteitskaart: |
|
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 75,80 |
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 40,90 |
b. |
voor een vervangende Nederlandse identiteitskaart van een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon: |
€ 36,90 |
Artikel 1.11 |
Modaliteiten |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
a. |
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen: |
€ 57,05 |
2. |
De tarieven genoemd in de artikelen 1.9 en 1.10, onder de onderdelen a, b en c worden vermeerderd met: |
|
a. |
voor het laten bezorgen van één reisdocument voor één persoon op het huisadres of het werkadres bedraagt het tarief: |
€ 18,00 |
b. |
voor het gelijktijdig laten bezorgen van meerdere reisdocumenten voor een gezin of samenlevingsvorm op hetzelfde adres en op hetzelfde tijdstip bedraagt het tarief vanaf het tweede document, per document: |
€ 3,50 |
Paragraaf 1.3 |
Rijbewijzen |
|
Artikel 1.12 |
Rijbewijzen |
|
|
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van: |
|
a. |
een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: |
€ 51,10 |
b. |
een aanvraag om een gezondheidsverklaring CBR: |
€ 41,00 |
Artikel 1.13 |
Modaliteiten |
|
|
Het tarief genoemd in artikel 1.12, onder onderdeel a wordt: |
€ 0,00 |
a. |
bij een spoedlevering vermeerderd met: |
€ 39,65 |
b. |
voor het laten bezorgen van één rijbewijs voor één persoon op het huisadres of het werkadres vermeerderd met: |
€ 18,00 |
c. |
voor het gelijktijdig laten bezorgen van meerdere rijbewijzen voor een gezin of samenlevingsvorm op hetzelfde adres en op hetzelfde tijdstip vanaf het tweede document, per document, vermeerderd met: |
€ 3,50 |
Paragraaf 1.4 |
Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens |
|
Artikel 1.14 |
Definities |
|
1. |
Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
2. |
Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen. |
|
Artikel 1.15 |
Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
|
|
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking: |
€ 7,95 |
b. |
het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het eenmalig verstrekken van een overzicht door middel van het geautomatiseerde systeem: |
|
|
tot 100 verstrekkingen: |
€ 75,20 |
|
voor elke verstrekking meer, per verstrekking: |
€ 0,60 |
Artikel 1.16 |
Verstrekking van aangehaakte gegevens |
|
|
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking: |
€ 7,95 |
Artikel 1.17 |
Schriftelijke verstrekking |
|
|
In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen: |
€ 7,50 |
Artikel 1.18 |
Op aanvraag doornemen basisregistratie personen |
|
1. |
Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier: |
€ 23,35 |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 1.5 |
Bestuursstukken |
|
Artikel 1.19 |
Afschriften van bestuursstukken |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
a. |
een exemplaar van een andere dan Algemene plaatselijke verordening Dalfsen 2023, met uitzondering van de in deze verordening afzonderlijk genoemde verordeningen: |
€ 18,80 |
b. |
een exemplaar van de door de gemeenteraad vastgestelde verordening of door het College van Burgemeester en Wethouders vastgestelde nadere regelen, per pagina: |
€ 0,65 |
Artikel 1.20 |
Abonnement op bestuursstukken [gereserveerd] |
|
Paragraaf 1.6 |
Vastgoedinformatie [gereserveerd] |
|
Artikel 1.21 |
Plan- of kaartinformatie [gereserveerd] |
|
Artikel 1.22 |
Informatie uit registers [gereserveerd] |
|
Artikel 1.23 |
Informatie uit adressenbestanden [gereserveerd] |
|
Paragraaf 1.7 |
Overige publiekszaken |
|
Artikel 1.24 |
Gemeentegarantie [gereserveerd] |
|
Artikel 1.25 |
Overige publiekszaken |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag |
€ 41,35 |
b. |
tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn |
€ 16,60 |
c. |
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening |
€ 7,10 |
d. |
tot het verkrijgen van een optieverzoek: |
|
|
enkelvoudig: |
€ 217,00 |
|
gemeenschappelijk: |
€ 370,00 |
|
medeopterende minderjarige: |
€ 24,00 |
e. |
tot het verkrijgen van een naturalisatieverzoek: |
|
|
enkelvoudig; standaard: |
€ 1.023,00 |
|
gemeenschappelijk; standaard: |
€ 1.305,00 |
|
enkelvoudig; verlaagd: |
€ 760,00 |
|
gemeenschappelijk; verlaagd: |
€ 1.044,00 |
|
meenaturaliserende minderjarige: |
€ 151,00 |
Paragraaf 1.8 |
Gemeentearchief |
|
Artikel 1.26 |
Naspeuringen in gemeentearchief [gereserveerd] |
|
Artikel 1.27 |
Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief |
|
1. |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen een digitaal afschrift of digitale kopie van een in het gemeentearchief berustend stuk: |
€ 17,40 |
2. |
Het tarief genoemd in lid 1 wordt: |
|
a. |
indien het origineel op papier een A3 formaat heeft of kleiner, per pagina vermeerderd met: |
€ 0,35 |
b. |
indien het origineel op papier een groter formaat heeft dan A3, per pagina vermeerderd met: |
€ 3,00 |
Artikel 1.28 |
Uitlenen archiefbescheiden [gereserveerd] |
|
Paragraaf 1.9 |
Bijzondere wetten |
|
Artikel 1.29 |
Huisvestingswet 2014 [gereserveerd] |
|
Artikel 1.30 |
Leegstandwet |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet: |
€ 131,50 |
b. |
tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet: |
€ 86,90 |
Artikel 1.31 |
Wet op de kansspelen |
|
1. |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen geldt het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000 (Stb. 2000, 223). |
|
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning): |
€ 27,50 |
Artikel 1.32 |
Telecommunicatiewet |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag, als bedoeld in artikel 2.2 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur: |
€ 524,70 |
a. |
als het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met: |
€ 2,80 |
b. |
als het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met: |
€ 2,25 |
c. |
als met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met: |
€ 55,20 |
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard , als bedoeld in artikel 2.2 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur zoals verder uitgewerkt in artikel 1.4 van de Nadere regels kabels en leidingen gemeente Dalfsen. |
€ 107,25 |
3. |
Indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, wordt het tarief verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
4. |
Indien een begroting als bedoeld in lid 2. is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde dag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
5. |
Indien het betreft werkzaamheden buiten de bebouwde kom, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, en bij een kabellengte van 40.000 meter of meer wordt het tarief zoals bedoeld in lid 1 verhoogd met het bedrag, blijkend uit een ter zake opgestelde begroting door het college van burgemeester en wethouders. Voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding wordt dit bedrag aan de melder meegedeeld. |
|
Artikel 1.33 |
Wegenverkeerswetgeving |
|
|
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990: |
€ 58,30 |
b. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen: |
€ 62,35 |
c. |
tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van artikel 22 lid 1 WVGS: |
€ 193,90 |
d. |
tot het verlenging van reeds verkregen ontheffing op grond van artikel 22 lid 1 WVGS: |
€ 97,40 |
e. |
tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW): |
€ 118,35 |
f. |
tot het verkrijgen van een duplicaat gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) bij verlies of diefstal: |
€ 32,10 |
g. |
tot het verkrijgen van een toekenning om een gehandicaptenparkeerplaats incl. plaatsing en bebording: |
€ 255,15 |
Paragraaf 1.10 |
Diversen |
|
Artikel 1.34 |
Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels [gereserveerd] |
|
Artikel 1.35 |
Diverse vergunningen of beschikkingen |
|
1. |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor het luiden van de klokken, eigendom van de burgerlijke Gemeente Dalfsen: |
€ 48,90 |
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een inzamel- of collectevergunning als bedoeld in artikel 5.13 van de Algemene plaatselijke verordening Dalfsen 2023: |
€ 42,65 |
|
Indien: |
|
a. |
een aanvrager zijn aanvraag om vergunning als bedoeld onder lid 2, intrekt terwijl deze reeds in ontvangst is genomen door de gemeente, wordt: |
20% |
|
van het tarief van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges in rekening gebracht. |
|
b. |
op een aanvraag om een vergunning als bedoeld onder lid 2 afwijzend wordt beschikt, wordt op verzoek teruggaaf van de geheven leges verleend van: |
15% |
3. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing van het verbod tot recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen als bedoeld in artikel 4:18 van de Algemene plaatselijke verordening Dalfsen 2023: |
€ 130,15 |
4. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
€ 131,50 |
Hoofdstuk 2 |
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
Paragraaf 2.1 |
Algemene bepalingen |
|
Artikel 2.1 |
Definities |
|
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
|
4. |
bouwkosten: alle bouwkosten van het bouwen en of verbouwen, inclusief de afwerking, op basis van marktprijzen, exclusief 21% omzetbelasting, zoals deze marktprijzen zijn opgenomen in de ROEB-lijst (Regionaal Overleg Eindhoven Bouwtoezicht), bijgevoegd als bijlage 1 bij deze verordening. Wijzigingen op de ROEB-lijst kunnen door het college van burgemeester en wethouders van toepassing worden verklaard voor deze verordening. Voor zover deze vastgestelde lijst niet voorziet in een passende hoofdcategorie (vetgedrukt in de lijst) wordt onder bouwkosten dan verstaan, de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen. In dit laatste geval zullen de overgelegde gegevens getoetst worden aan hun wettelijke kaders. |
|
buitenplanse omgevingsplanactiviteit groot (grote BOPA): het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning in strijd met het omgevingsplan met toepassing van Sloop voor Kansen, VAB-beleid, boerenerf wonen, Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving of inbreidingslocaties in de categorie ‘stedenbouwkundige visie van toepassing’, waarbij voldaan wordt aan een evenwichtige toedeling van functies aan locaties en de instructieregels uit het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). |
||
buitenplanse omgevingsplanactiviteit klein (kleine BOPA): het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning in strijd met het omgevingsplan waarbij voldaan wordt aan een evenwichtige toedeling van functies aan locaties en de instructieregels uit het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). |
||
wijzigen omgevingsplan – grote ontwikkeling: het wijzigen van het omgevingsplan met toepassing van Sloop voor Kansen, VAB-beleid, boerenerf wonen, Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving of inbreidingslocaties in de categorie ‘stedenbouwkundige visie van toepassing’. |
||
wijzigen omgevingsplan - normale ontwikkeling: het wijzigen van het omgevingsplan waarbij niet is toegepast Sloop voor Kansen, VAB-beleid, boerenerf wonen, Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving of inbreidingslocaties in de categorie ‘stedenbouwkundige visie van toepassing’ |
||
Eenvoudige omgevingstafel: Het beoordelen van een initiatief waarbij niet is toegepast Sloop voor Kansen, VAB-beleid, boerenerf wonen, Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving of inbreidingslocaties in de categorie ‘stedenbouwkundige visie van toepassing |
||
Complexe omgevingstafel: Het beoordelen van een initiatief waarbij is toegepast Sloop voor Kansen, VAB-beleid, boerenerf wonen, Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving of inbreidingslocaties in de categorie ‘stedenbouwkundige visie van toepassing |
||
5. |
zonnepark: een zonnepark is een grondgebonden zonne-energiesysteem met een minimale opwekking van 0,5 MW (circa 0,6 ha) voor zonneparken wordt voor het vaststellen van de bouwleges onder artikel 2.6 uitgegaan van 25% van de totale bouwkosten zoals omschreven in artikel 2.1.4. |
|
Artikel 2.2 |
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
conceptverzoek; |
|
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
Artikel 2.3 |
Bepalen tarief |
|
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
Paragraaf 2.2 |
Voorfase |
|
Artikel 2.4 |
Conceptverzoek |
|
|
Voordat een formele aanvraag om een besluit als bedoeld in de overige paragrafen van deze titel wordt ingediend en betrekking heeft op een conceptverzoek over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief voor een: |
|
a. |
informatie overleg - Check op de vergunning om te bepalen of deze nodig is, zo ja, welke informatie is benodigd: |
€ 361,70 |
b. |
intaketafel - Indicatie betreffende de wenselijkheid van het initiatief: |
€ 0,00 |
c. |
eenvoudige Omgevingstafel - Indicatie / principeverzoek betreffende de haalbaarheid van een initiatief met daarbij enkel een stedenbouwkundige beoordeling: |
€ 562,70 |
d. |
complexe Omgevingstafel - Indicatie/ principeverzoek betreffende de haalbaarheid van een initiatief met daarbij een bredere beoordeling: |
€ 1.201.90 |
Paragraaf 2.3 |
Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
|
Artikel 2.5 |
Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
indien de bouwkosten minder dan € 1.000 bedragen: |
€ 116,59 |
b. |
indien de bouwkosten € 1.000 tot € 10.000 bedragen: |
0,97% |
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 116,59 |
|
c. |
indien de bouwkosten € 10.000 tot € 50.000 bedragen: |
0,68% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 96,92 |
d. |
indien de bouwkosten € 50.000 tot € 100.000 bedragen: |
0,66% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 338,24 |
e. |
indien de bouwkosten € 100.000 tot € 250.000 bedragen: |
0,61% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 662,63 |
f. |
indien de bouwkosten € 250.000 tot € 500.000 bedragen: |
0,59% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 1.518,11 |
g. |
indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen: |
0,49% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 2.967,00 |
h. |
indien de bouwkosten € 1.000.000 of meer bedragen: |
0,36% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 4.945,00 |
|
en met een maximum van: |
€ 19.780,00 |
Artikel 2.6 |
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit (ruimtelijke deel) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
indien de bouwkosten minder dan € 1.000 bedragen: |
€ 196,30 |
b. |
indien de bouwkosten € 1.000 tot € 10.000 bedragen: |
3,93% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 196,30 |
c. |
indien de bouwkosten € 10.000 tot € 50.000 bedragen: |
2,74% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 393,08 |
d. |
indien de bouwkosten € 50.000 tot € 100.000 bedragen: |
2,69% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 1.371,76 |
e. |
indien de bouwkosten € 100.000 tot € 250.000 bedragen: |
2,46% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 2.687,37 |
f. |
indien de bouwkosten € 250.000 tot € 500.000 bedragen: |
2,41% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 6.156,88 |
g. |
indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen: |
2,01% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 12.033,00 |
h. |
indien de bouwkosten € 1.000.000 of meer bedragen: |
1,44% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 20.055,00 |
|
en met een maximum van: |
€ 80.220,00 |
Artikel 2.6a |
Welstandstoets |
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in artikel 2.6 wordt het tarief verhoogd met de advieskosten van de stadsbouwmeester van “Het Oversticht”. Deze bedragen, minimaal € 90, ongeacht of deze al dan niet gevolgd wordt door het verlenen van een omgevingsvergunning, waarvoor overigens de normale leges als boven vermeld onverkort verschuldigd zijn, over de bouwkosten bepaald overeenkomstig artikel 2.1.4. |
|
a. |
indien de bouwkosten € 0 tot € 230.000 bedragen: |
3,0 ‰ |
b. |
indien de bouwkosten € 230.000 tot € 455.000 bedragen: |
0,5 ‰ |
c. |
indien de bouwkosten € 455.000 tot € 680.000 bedragen: |
0,25 ‰ |
d. |
indien de bouwkosten € 680.000 of meer bedragen: |
0,125 ‰ |
Artikel 2.7 |
Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 415,40 |
Artikel 2.7.a |
Planologische strijdigheid met het omgevingsplan (waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit) |
|
|
Het tarief bedraagt: |
|
a. |
als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet dan bedraagt het tarief (binnenplanse omgevingsplanactiviteit waarbij gebruik wordt gemaakt van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid, wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht): |
€ 442,40 |
b. |
als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan dan bedraagt het tarief (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit): |
€ 442,40 |
c. |
als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan dan bedraagt het tarief (buitenplanse omgevingsplanactiviteit): |
€ 8.382,40 |
d. |
voor een zonnepark en een inbreidingslocatie, die binnen de lijst van de Notitie Inbreidingslocaties valt, bedraagt het verschuldigde bedrag voor een ambtelijke haalbaarheidstoets voorafgaand aan een aanvraag onder lid c: |
€ 1.180,70 |
e. |
Aanpassing geometrie omgevingsplan (annotatie/xml) na verlening van de omgevingsvergunning |
423,30 |
Paragraaf 2.4 |
Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
Artikel 2.8 |
Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief zijnde de advieskosten van de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit, minimaal € 90, ongeacht of deze al dan niet gevolgd wordt door het verlenen van een omgevingsvergunning, over de bouwkosten bepaald overeenkomstig artikel 2.1.4, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen, wijzigen herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
|
a. |
indien de bouwkosten € 0 tot € 230.000 bedragen: |
7,5 ‰ |
b. |
indien de bouwkosten € 230.000 tot € 455.000 bedragen: |
1,25 ‰ |
c. |
indien de bouwkosten € 455.000 tot € 680.000 bedragen: |
0,625 ‰ |
d. |
indien de bouwkosten € 680.000 of meer bedragen: |
0,3125 ‰ |
Artikel 2.9 |
Rijksmonumentenactiviteit [opgenomen in artikel 2.8] |
|
Artikel 2.10 |
Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht [gereserveerd] |
|
Artikel 2.11 |
Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed [opgenomen in artikel 2.8] |
|
Paragraaf 2.5 |
Milieubelastende activiteiten |
|
Artikel 2.12 |
Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteiten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten: |
|
a. |
voor een aanvraag van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet: |
€ 4.144 |
b. |
voor een aanvraag van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande een activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving: |
€ 4.144 |
Artikel 2.13 t/m 2.20 |
[opgenomen in artikel 2.12] |
|
Paragraaf 2.6 |
Lozingsactiviteiten |
|
Artikel 2.21 |
Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 415,40 |
Artikel 2.22 |
Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 415,40 |
Paragraaf 2.7 |
Aanlegactiviteiten |
|
Artikel 2.23 |
Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven [gereserveerd] |
|
Artikel 2.24 |
Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde [gereserveerd] |
|
Artikel 2.25 |
Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 415,40 |
Artikel 2.26 |
Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Dalfsen 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet, artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit of artikel 22.278 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 44,00 |
Artikel 2.27 |
Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit [gereserveerd] |
|
Artikel 2.28 |
Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|
a. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 896,10 |
b. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit) met betrekking tot het aanbrengen van landschappelijke (groen)elementen, hieronder begrepen aanplant van houtwallen, hagen, singels, (fruit)bomen en/of aanleg van (kikker)poelen, niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 0,00 |
Paragraaf 2.8 |
Overige activiteiten |
|
Artikel 2.29 |
Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie [gereserveerd] |
|
Artikel 2.30 |
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening gemeente Dalfsen 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 145,20 |
Artikel 2.31 |
Omgevingsplanactiviteit: reclame [gereserveerd] |
|
Artikel 2.32 |
Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Dalfsen 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 129,20 |
Artikel 2.33 |
Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen [gereserveerd] |
|
Artikel 2.34 |
Andere activiteiten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
€ 44,00 |
Paragraaf 2.9 |
Maatwerkvoorschriften |
|
Artikel 2.35 |
Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: |
|
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: 1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of 4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift: |
€ 632,00 |
b. |
in andere gevallen dan bedoeld in lid a, per maatwerkvoorschrift: |
€ 632,00 |
Artikel 2.36 |
Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: |
|
a. |
een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ 2.240,00 |
b. |
als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 2.240,00 |
Artikel 2.37 |
Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 632,00 |
Paragraaf 2.10 |
Gelijkwaardigheid |
|
Artikel 2.38 |
Gelijkwaardige maatregel |
|
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in voorgaande onderdelen, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 2.11 |
Overige tarieven |
|
Artikel 2.39 |
Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 234,00 |
Artikel 2.40 |
Wijzigen omgevingsvergunning |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
a. |
een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
€ 234,00 |
b. |
een aanvraag om andere wijzigingen van een omgevingsvergunning dan genoemd onder lid a is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
|
Artikel 2.41 |
Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
€ 234,00 |
Artikel 2.42 |
Intrekken omgevingsvergunning |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is: |
€ 44,80 |
Artikel 2.43 |
Beoordeling aanvullende gegevens [gereserveerd] |
|
Artikel 2.44 |
Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
Artikel 2.44a |
Stedenbouwkundige visie |
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het opstellen van een stedenbouwkundige visie volgens de notitie inbreidingslocaties geldt het vaste bedrag van: |
€ 3.572,40 |
Artikel 2.44b |
Voorbereidingsbesluit |
|
|
Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het nemen van een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 4.14 van de Ow: |
€ 1.441,00 |
Artikel 2.45 |
Wijzigen van het omgevingsplan |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: |
|
a. |
voor een normale ontwikkeling: het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning |
€ 10.678,80 |
b. |
voor een grote ontwikkeling: het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning een bedrag van |
€ 13.285,20 |
Artikel 2.45a |
Ontheffing op basis omgevingsverordening Overijssel |
|
|
Indien voor het behandelen van een aanvraag om een vergunning, een aanvraag om ontheffing op basis van de Omgevingsverordening Overijssel noodzakelijk is wordt het desbetreffende legesbedrag verhoogd met het bedrag van |
€ 772,30 |
Artikel 2.45b |
Uitgestelde betaling zonneparken |
|
1. |
Het percentage van de bouwleges onder artikel 2.6 dat in rekening wordt gebracht voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een zonnepark bedraagt: |
50,00% |
2. |
Het percentage van de bouwleges onder artikel 2.6 dat in rekening wordt gebracht, 26 weken na het onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning, bedraagt: |
50,00% |
Artikel 2.46 |
Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan. |
€ 131,40 |
Paragraaf 2.12 |
Modaliteiten |
|
Artikel 2.46a |
Planologische wijziging bij omgevingsplanactiviteit (waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit) |
|
|
Het tarief bedraagt: |
|
a. |
als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet dan bedraagt het tarief (binnenplanse omgevingsplanactiviteit waarbij gebruik wordt gemaakt van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid, wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht): |
€ 821,60 |
b. |
als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet voor het gebruiken van de bedrijfswoning van een voormalig (agrarisch) bedrijf voor ‘wonen’ dan bedraagt het tarief: (binnenplanse omgevingsplanactiviteit waarbij gebruik wordt gemaakt van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid, wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht): |
€ 1.112,90 |
c. |
als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan dan bedraagt het tarief (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit): |
€ 821,60 |
d. |
als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan dan bedraagt het tarief (buitenplanse omgevingsplanactiviteit): |
€ 8.382,40 |
e. |
voor een zonnepark en een inbreidingslocatie, die binnen de lijst van de Notitie Inbreidingslocaties valt, bedraagt het verschuldigde bedrag voor een ambtelijke haalbaarheidstoets voorafgaand aan een aanvraag onder artikel 2.3.2.3: |
€ 1.180,70 |
f. |
Aanpassing geometrie omgevingsplan (annotatie/xml) na verlening van de omgevingsvergunning |
423,30 |
Artikel 2.47 |
Achteraf ingediende aanvraag |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
10,00% |
Artikel 2.48 |
Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit: |
€ 2.576.00 |
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
c. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b en c, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 2.49 |
Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 415,40 |
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
c. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 415,40 |
d. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ 415,40 |
e. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
f. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 4.144,00 |
g. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 415,40 |
h. |
Als een aanvraag waarbij in het kader van externe veiligheid een aandachtsgebied (verantwoording groepsrisico) moet worden gemaakt als bedoeld in artikel 5.15 van het Bkl voor een omgevingsvergunning (al dan niet met afwijking) of wijziging van het omgevingsplan wordt het onder respectievelijk 2.45 of 2.46a bedoelde tarief verhoogd met |
€ 150,00 |
Artikel 2.50 |
Advies |
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
€ 2.435,80 |
b. |
voor een advies van de ervenconsulent, de regioarcheoloog of de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit (erfgoed en welstand) gemeente Dalfsen 2022] in andere gevallen dan bedoeld in artikel 2.8: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
c. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in onderdelen a en b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b of c, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 2.51 |
Instemming |
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
|
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
|
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 2.13 |
Vermindering |
|
Artikel 2.52 |
Vermindering na omgevingstafel [gereserveerd] |
|
Artikel 2.53 |
Vermindering bij meervoudige aanvraag [gereserveerd] |
|
Paragraaf 2.14 |
Teruggaaf |
|
Artikel 2.54 |
Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
85,00% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.55 |
Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
85,00% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.56 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat |
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen twee weken na de in behandeling name van de aanvraag: |
75,00% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de in behandeling name van de aanvraag: |
50,00% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de in behandeling name van de aanvraag: |
25,00% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.57 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht wel van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat |
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de in behandeling name van de aanvraag: |
75,00% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zestien weken na de in behandeling name van de aanvraag: |
50,00% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zestien weken na de in behandeling name van de aanvraag: |
25,00% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.58 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
10,00% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.59 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
25,00% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
|
b. |
Onder een weigering bedoeld in lid a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
Artikel 2.60 |
Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|
Artikel 2.61 |
Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
Een bedrag minder dan € 35,00 wordt niet teruggegeven. |
|
Hoofdstuk 3 |
Dienstverlening waarop de dienstenrichtlijn van toepassing is |
|
Paragraaf 3.1 |
Horeca |
|
Artikel 3.1 |
Exploitatie openbare inrichting |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Dalfsen 2023: |
€ 412,10 |
Artikel 3.2 |
Uitoefenen horeca of slijtersbedrijf |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
a. |
een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet: |
€ 412,10 |
b. |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet: |
€ 108,45 |
c. |
een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet: |
€ 58,85 |
d. |
een melding voor het bijschrijven van nieuwe leidinggevenden op het aanhangsel bij de vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet: |
€ 108,45 |
e. |
een aanvraag tot het verkrijgen van een structurele ontheffing schenktijden op grond van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Dalfsen 2023: |
€ 58,85 |
f. |
een aanvraag tot het verkrijgen van een incidentele ontheffing schenktijden op grond van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Dalfsen 2023: |
€ 58,85 |
Paragraaf 3.2 |
Seksbedrijven |
|
Artikel 3.3 |
Vergunning seksbedrijf |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Dalfsen 2023: |
€ 3.074,05 |
Artikel 3.4 |
Wijzigingen vergunning seksbedrijf |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.15, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Dalfsen 2023: |
€ 213,40 |
Paragraaf 3.3 |
Winkeltijdenwet |
|
Artikel 3.5 |
Ontheffing winkeltijden |
|
|
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet: |
€ 131,50 |
b. |
tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel a bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander: |
€ 131,50 |
c. |
tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel a bedoelde ontheffing: |
€ 131,50 |
Paragraaf 3.4 |
Organiseren evenement of markt |
|
Artikel 3.6 |
Organiseren evenement [gereserveerd] |
|
Artikel 3.7 |
Organiseren markt |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een marktvergunning als bedoeld in artikel 5:50 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Dalfsen 2023: |
€ 131,50 |
Paragraaf 3.5 |
Standplaatsen |
|
Artikel 3.8 |
Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt [gereserveerd] |
|
Artikel 3.9 |
Overige administratieve dienstverlening markt [gereserveerd] |
|
Artikel 3.10 |
Losse standplaatsen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Dalfsen 2023: |
€ 131,50 |
Paragraaf 3.6 |
Huisvestingswet 2014 [en Wet goed verhuurderschap] [gereserveerd] |
|
Paragraaf 3.7 |
In dit hoofdstuk niet benoemd besluit |
|
Artikel 3.18a |
Kinderopvang |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|
a. |
het in exploitatie nemen van een kindercentrum (kinderdagopvang en/of buitenschoolse opvang) als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid en artikel 1.46 eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (inclusief houderwijziging en de verhuizing van een kindercentrum): |
€ 1.014,50 |
b. |
het in exploitatie nemen van een gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid en artikel 1.46 eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen: |
€ 1.014,50 |
c. |
het bieden van gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid en artikel 1.46 eerste lid van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen: |
€ 326,55 |
Artikel 3.18b |
Geluidshinder |
|
|
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing geluidhinder op grond van artikel 4.6 van de Algemene plaatselijke verordening of een ontheffing geluidhinder op grond van art. 8.3 van het Bouwbesluit 2012 voor nachtelijke werkzaamheden binnen, bijv. het vlinderen van een betonvloer. |
€ 67,05 |
Artikel 3.18c |
Terrasvergunning |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: een aanvraag om een terrasvergunning als bedoeld in artikel 2:28a van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Dalfsen: |
€ 131,50 |
Artikel 3.18d |
Zondagswet |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van artikel 3 lid 1 en artikel 4 lid 1 van de zondagswet: |
€ 67,05 |
Artikel 3.18e |
Ander sluitingsuur |
|
|
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een ander sluitingsuur op grond van artikel 2.29 lid 4 van de Algemene plaatselijke verordening Dalfsen 2023 of op grond van de beleidsregel evenementen: |
€ 67,05 |
Artikel 3.19 |
Niet benoemd besluit op aanvraag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking: |
€ 131,50 |
Ondertekening
Aldus besloten door de raad van de gemeente Dalfsen in zijn openbare vergadering van 9 november 2023
De raad voornoemd,
de voorzitter, de griffier,
drs. E. van Lente drs. J. Leegwater
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl