Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR703293
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR703293/2
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024 Voerendaal
Geldend van 22-12-2023 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024 VoerendaalDe raad van de gemeente Voerendaal;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 oktober 2023;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en artikel 156, eerste lid en tweede lid, aanhef en onderdeel h van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
besluit:
vast te stellen de
‘VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN LEGES 2024 Voerendaal’
(Legesverordening 2024)
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
-
a. 'dag': de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
-
b. 'jaar': het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n–1)e dag in het volgende kalenderjaar;
-
c. 'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december;
-
d. 'maand': het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n–1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n–1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
-
e. 'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:
-
a. het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
-
b. het verlenen van een dienst op aanvraag; of
-
c. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
-
1. Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
- b.
beschikkingen of afschriften die betrekking hebben op een subsidie uit de gemeentekas, waaronder begrepen beslissingen op een aanvraag, die worden uitgereikt aan belanghebbenden;
- c.
het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, voor zover deze uitsluitend betrekking heeft op het plaatsen van zonnepanelen, niet zijnde zonnepanelen in zonneweides/energietuinen;
- d.
opgaven en stukken, verstrekt aan de pers voor bekendmakingen in de nieuwsbladen;
- e.
de uitreiking aan belanghebbenden van beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging daarvan betreffende enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;
- f.
beschikkingen op verzoek- en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen of retributies;
- g.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
- h.
diensten waarvan de kosten krachtens de afdelingen 13.6 of 13.7 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald.
- a.
-
2. Geen leges worden geheven van openbare besturen, ambtenaren en instellingen voor nasporingen, inlichtingen of andere diensten en stukken, door hen in het openbaar belang gevraagd.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 14 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 14 dagen na dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden
-
1. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:
- •
van zuiver redactionele aard zijn;
- •
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- •
artikel 4.5a (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);
- •
hoofdstuk 9 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaarten);
- •
hoofdstuk 10 (rijbewijzen);
- •
hoofdstuk 11 (Wet op de kansspelen);
- •
artikel 16.1.1 (verklaring omtrent het gedrag);
- •
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
- •
-
2. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van de in artikel 2.1, vierde lid van deel B van de tarieventabel genoemde Bijlage I bij de tarieventabel.
Artikel 10 Overgangsrecht
-
1. De ‘Legesverordening 2023’ van 8 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 11, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 11 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Artikel 12 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening 2024”.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 9 november 2023.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOERENDAAL,
Namens deze,
De griffier,
F. Meijerink
Bijlage Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2024 – Deel A
Indeling tarieventabel:
Titel 1Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1 Algemeen
Hoofdstuk 2 Bestuursstukken
Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen in het kader van de Basisregistratie personen
Hoofdstuk 5 Vervallen
Hoofdstuk 6 Vervallen
Hoofdstuk 7 Vervallen
Hoofdstuk 8 Vervallen
Hoofdstuk 9 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaarten
Hoofdstuk 10 Rijbewijzen
Hoofdstuk 11 Wet op de kansspelen
Hoofdstuk 12 Vervallen
Hoofdstuk 13 Vervallen
Hoofdstuk 14 Vervallen
Hoofdstuk 15 Verkeer en vervoer
Hoofdstuk 16 Diversen
Hoofdstuk 17 Telecommunicatiewet
Hoofdstuk 18 Naturalisatie
Titel 2Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning
Vervallen
Titel 3Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 20 Horeca
Hoofdstuk 21 Evenementen / markten
Hoofdstuk 22 Seksbedrijven
Hoofdstuk 23 Winkeltijdenwet
Hoofdstuk 24 Exploitatie opvanglocatie
Hoofdstuk 25 Overige bedrijfsmatige activiteiten
Hoofdstuk 26 In de titels 1 en 3 niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
TITEL 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING
Hoofdstuk 1 Algemeen
1.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.1.1 |
gewaarmerkte afschriften van stukken of uittreksels, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
0,45 |
1.1.2 |
Fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
1.1.2.1 |
per pagina op papier van A4-formaat |
0,30 |
1.1.2.2 |
per pagina op papier van een ander formaat |
0,30 |
1.1.2.3 |
kleurenkopie per pagina op papier van A4 of ander formaat |
1,00 |
Hoofdstuk 2 Bestuursstukken
2.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
2.1.1 |
een afschrift van de gemeentebegroting |
50,00 |
2.1.2 |
een afschrift van de toelichting op de gemeentebegroting |
50,00 |
2.1.3 |
een afschrift van de gemeenterekening |
47,00 |
|
||
2.2 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
2.2.1 |
tot het verstrekken van een exemplaar van de Algemene Plaatselijke Verordening (A.P.V.), per pagina |
0,35 |
|
||
2.3 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
2.3.1 |
een afschrift van de Bouwverordening, per pagina |
0,35 |
2.3.2 |
een afschrift van andere dan de hierboven genoemde verordeningen, per pagina |
0,35 |
2.3.3 |
aanvullingen op de verordening, per pagina |
0,35 |
Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand
3.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk, een registratie van een partnerschap of omzetting van een huwelijk in een partnerschap en omgekeerd, op: |
|
3.1.1 |
dinsdag en donderdag om 9.00 uur als lokethandeling en zonder enig decorum |
|
3.1.2 |
maandag tot en vrijdag van 09.30 uur tot 18.30 uur |
236,00 |
3.1.3 |
zaterdag van 09.30 uur tot 18.30 uur |
446,00 |
3.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het inzetten van een ambtenaar als getuige per ambtenaar/getuige |
40,00 |
3.1.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag, mits beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden |
25,00 |
3.1.6 |
Het tarief bedraagt voor een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als lokethandeling en zonder enig decorum, anders dan op de uren die door de ambtenaar van de burgerlijke stand zijn aangewezen als kosteloze uren |
39,00 |
|
||
3.2.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, boek 1, van het Burgerlijk Wetboek de tarieven genoemd in artikel 3.1.1 t/m 3.1.3 verhoogd met |
157,00 |
3.2.2.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van de beoordeling en de administratieve afhandeling van een verzoek om op locatie te mogen trouwen/partnerschap te laten registreren |
105,00 |
3.2.2.2 |
De tarieven ter zake van de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap op een vooraf goedgekeurde andere locatie binnen de gemeentegrenzen bedragen: |
|
|
op maandag tot en met vrijdag (met uitzondering van een nationaal erkende feestdag) van 10.00 uur tot 21.00 uur |
236,00 |
|
op zaterdag (met uitzondering van een nationaal erkende feestdag) van 10.00 uur tot 21.00 uur |
446,00 |
|
||
3.3 |
Het tarief bedraagt ter zake van het verstrekken van: |
|
3.3.1 |
een trouw- of partnerschapsboekje |
42,00 |
3.3.2 |
elk afschrift van een akte van de burgerlijke stand als bedoeld in artikel 23b, tweede lid van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek |
16,60 |
3.3.3 |
elk uittreksel als bedoeld in artikel 23b, eerste lid van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek |
16,60 |
3.3.4 |
elke verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 49a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek |
29,00 |
3.3.5 |
elk meertalig uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand |
16,60 |
|
||
3.4 |
Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand (Stb. 1879, 72), niet zijnde een stuk als bedoeld in de onderdelen 3.3.2 t/m 3.3.5 en 16.1.2.1, geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand (Stb. 1969, 36) of zoals dit Besluit laatstelijk is vervangen of gewijzigd |
|
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen in het kader van de Basisregistratie personen
4.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 4.3 en 4.4, wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd |
|
|
||
4.2 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
4.2.1 |
tot het verstrekken van gegevens uit de Basisregistratie personen, per verstrekking |
10,50 |
|
||
4.3 |
Voor de toepassing van onderdeel 4.4 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen |
|
|
||
4.4 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking, voor ieder daaraan besteed kwartier |
25,00 |
|
||
4.5 |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp van alternatieve media in artikel 16, tweede lid van het Besluit basisregistratie personen |
22,69 |
|
||
4.5a |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid van het Besluit basisregistratie personen |
7,50 |
|
||
4.6 |
Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier |
25,00 |
Hoofdstuk 5 Vervallen
Hoofdstuk 6 Vervallen
Hoofdstuk 7 Vervallen
Hoofdstuk 8 Vervallen
Hoofdstuk 9 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
9.1 |
Voor het in behandeling nemen van een in dit hoofdstuk genoemde aanvraag bedraagt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond naar beneden op vijf cent), zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden: |
|
9.1.1 |
van een nationaal paspoort: |
|
9.1.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
83,85 |
9.1.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
63,40 |
9.1.2 |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 9.1.1 (zakenpaspoort): |
|
9.1.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
83,85 |
9.1.2.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
63,40 |
9.1.3 |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
9.1.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
83,85 |
9.1.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
63,40 |
9.1.4 |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
63,40 |
9.1.5 |
van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
9.1.5.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
75,80 |
9.1.5.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
40,90 |
9.1.6 |
van een vervangende Nederlandse Identiteitskaart: |
|
9.1.6.1 |
voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon |
36,90 |
9.2 |
Voor een spoedlevering van een in onderdeel 9.1 genoemd reisdocument of Nederlandse identiteitskaart wordt het betreffende tarief verhoogd met de toeslag, zoals die is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden (afgerond naar beneden op vijf cent) |
57,05 |
Hoofdstuk 10 Rijbewijzen
10.1 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs geldt het tarief, zoals dat is opgenomen in artikel 104b van het Reglement rijbewijzen, vermeerderd met de rijkskostencomponent, zijnde het bedrag dat de gemeente moet afdragen aan de Dienst Wegverkeer als vergoeding van de produktiekosten van het rijbewijs (afgerond naar beneden op vijf cent) |
51,10 |
10.2 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs via de Rijksdienst voor het Wegverkeer geldt het tarief, zoals dat is opgenomen in de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer (afgerond naar beneden op vijf cent) |
51,10 |
10.3 |
Voor een spoedlevering van een in onderdeel 10.1 of 10.2 genoemd document geldt het tarief, zoals dat is opgenomen in artikel 104b van het Reglement rijbewijzen, vermeerderd met de rijkskostencomponent (afgerond naar beneden op vijf cent) |
90,75 |
Hoofdstuk 11 Wet op de kansspelen
11.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b, eerste lid van de Wet op de kansspelen: |
|
11.1.1 |
voor een bepaalde tijd van minimaal twaalf maanden en maximaal vier jaar, per 12 maanden of naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning: |
|
11.1.1.1 |
voor één speelautomaat |
56,50 |
11.1.1.2 |
voor twee of meer speelautomaten: |
|
11.1.1.2.1 |
een basisbedrag van |
34,00 |
11.1.1.2.2 |
per automaat vermeerderd met |
22,50 |
11.1.2 |
voor onbepaalde tijd: |
|
11.1.2.1 |
voor één speelautomaat |
95,00 |
11.1.2.2 |
voor twee of meer speelautomaten: |
|
11.1.2.2.1 |
een basisbedrag van |
64,00 |
11.1.2.2.2 |
per automaat vermeerderd met |
56,00 |
|
||
11.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning, met een totaal prijzengeld van minder dan € 4.500,00) |
25,00 |
|
||
11.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2.27 van de Algemene plaatselijke verordening |
378,00 |
Hoofdstuk 12 Vervallen
Hoofdstuk 13 Vervallen
Hoofdstuk 14 Vervallen
Hoofdstuk 15 Verkeer en vervoer
15.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
15.1.1 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb. 459) voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten |
36,00 |
15.1.2 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen |
36,00 |
15.1.3 |
tot het verkrijgen en/of verlengen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (Stb. 1990, 460): |
|
|
a. indien geen medisch advies vereist is |
26,00 |
|
b. indien een medisch advies op basis van een dossierstudie toereikend is, excl. werkelijke kosten dossierstudie |
26,00 |
|
c. indien een medisch advies op basis van een geneeskundig onderzoek vereist is, excl. werkelijke kosten geneeskundig onderzoek |
26,00 |
15.1.4 |
tot het nemen van een tijdelijke verkeersmaatregel |
26,00 |
15.1.5 |
tot afgifte van een verklaring van geen bezwaar: |
|
15.1.5.1 |
t.b.v. een provinciale ontheffing als bedoeld in artikel 148, eerste lid van de Wegenverkeerswet (wedstrijd met voertuigen op de weg) |
53,00 |
15.1.5.2 |
voor het gebruik van de openbare weg ten behoeve van een wedstrijd op of aan de weg anders dan met voertuigen |
53,00 |
15.1.5.3 |
voor het gebruik van de openbare weg, niet zijnde een wedstrijd op of aan de weg en niet zijnde een wielertoertocht |
26,00 |
15.1.6 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 148, eerste lid van de Wegenverkeerswet (wedstrijd met voertuigen op de weg) |
53,00 |
15.1.7 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2.5, vierde lid van de Algemene plaatselijke verordening (plaatsen voorwerpen op, aan of boven de weg) |
26,00 |
Hoofdstuk 16 Diversen
16.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
16.1.1 |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag incl rijkscomponent |
41,35 |
16.1.2.1 |
tot het verkrijgen van een attestatie de vita (internationaal) |
16,60 |
16.1.2.2 |
tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn (leges) |
10,50 |
16.1.2.3 |
tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn (gratis pensioen) |
|
16.1.3. |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent nationaliteit |
10,50 |
16.1.4 |
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening |
10,50 |
16.1.5 |
tot het ter legalisatie zenden van stukken naar een andere gemeente in Nederland, in het persoonlijk belang van de aanvrager |
10,50 |
16.1.6 |
tot het afgeven van een verklaring dat de foto op een stuk, de foto is van degene, te wiens name het stuk is gesteld of van degene die in dat stuk wordt bedoeld |
10,50 |
|
||
16.3 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
16.3.1 |
tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening |
31,00 |
|
||
16.4 |
Vervallen |
0,00 |
|
||
16.5 |
Vervallen |
|
|
||
16.6 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een vergunning of ontheffing als bedoeld in artikel 4.4 van de Algemene plaatselijke verordening (ontheffing geluidshinder): |
|
16.6.1 |
geldig voor 1 dag |
25,00 |
16.6.2 |
geldig voor 1 week of een gedeelte daarvan dat langer duurt dan 1 dag |
25,00 |
16.6.3 |
geldig voor 1 maand of een gedeelte daarvan dat langer duurt dan 1 week |
26,00 |
16.6.4 |
geldig voor 1 jaar of een gedeelte daarvan dat langer duurt dan 1 maand |
53,00 |
|
||
16.7 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|
16.7.1 |
het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 15, eerste lid van de Leegstandwet i.v.m. het aangaan van een tijdelijke huurovereenkomst |
144,00 |
16.7.2 |
verlenging van de onder 16.7.1 genoemde vergunning |
48,00 |
Hoofdstuk 17 Telecommunicatiewet
17.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid van de Telecommunicatiewet |
|
|
sleuflengte 0 - 100 m |
315,00 |
|
sleuflengte 101 - 1000 m |
368,00 |
|
sleuflengte 1001 m en langer |
420,00 |
17.1.1 |
Indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf vermeerderd met |
1,60 |
|
en per lasgat vermeerderd met |
1,85 |
17.1.2 |
Indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf vermeerderd met |
1,50 |
|
en per lasgat vermeerderd met |
1,85 |
|
||
17.2 |
Het in onderdeel 17.1 genoemde bedrag wordt: |
|
17.2.1 |
Indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met |
47,00 |
17.2.2 |
Indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die terzake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
||
17.3 |
Indien een begroting als bedoeld in onderdeel 17.2.2 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
||
17.4 |
Het tarief bedoeld in onderdeel 17.1 wordt verminderd met de van de melder verkregen of te verkrijgen privaatrechtelijke vergoeding voor beheerskosten in verband met de werkzaamheden, met dien verstande dat de uitkomst van de vermindering niet minder dan nihil kan bedragen. |
|
Hoofdstuk 18 Naturalisatie
18.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek: |
|
18.1.1 |
tot naturalisatie tot nederlander (enkelvoudig verzoek standaard) |
1.023,00 |
18.1.2 |
tot naturalisatie tot nederlander (enkelvoudig verzoek verlaagd) |
760,00 |
18.1.3 |
tot naturalisatie tot nederlander (gezamenlijk verzoek standaard) |
1.305,00 |
18.1.4 |
tot naturalisatie tot nederlander (gezamenlijk verzoek verlaagd) |
1.044,00 |
18.1.5 |
tot het afleggen van een optie ter verkrijging van het nederlanderschap (enkelvoudig) |
217,00 |
18.1.6 |
tot het afleggen van een optie ter verkrijging van het nederlanderschap (gezamenlijk) |
370,00 |
18.1.7 |
tot het afleggen van een optie ter verkrijging van het nederlanderschap (medeopterend kind) |
24,00 |
18.1.8 |
tot meenaturalisatie tot Nederlander van een minderjarige |
151,00 |
TITEL 2 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER FYSIEKE LEEFOMGEVING / OMGEVINGSVERGUNNING
Vervallen
TITEL 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER EUROPESE DIENSTENRICHTLIJN
Hoofdstuk 20 Horeca
20.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3, eerste lid van de Alcoholwet |
131,00 |
20.2 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een gewijzigde vergunning naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet |
53,00 |
20.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van het aanhangsel, als bedoeld in artikel 30a, tweede lid van de Alcoholwet |
53,00 |
20.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet |
26,00 |
20.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid van de Alcoholwet |
25,00 |
20.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een exploitatievergunning horecabedrijf als bedoeld in artikel 2.18 van de Algemene plaatselijke verordening |
105,00 |
20.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van het aanhangsel bij de exploitatievergunning, als bedoeld in artikel 2.18b van de Algemene plaatselijke verordening: |
53,00 |
20.8 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek om tijdelijk een andere sluitingstijd voor een horecabedrijf vast te stellen krachtens artikel 2.19 van de Algemene plaatselijke verordening |
25,00 |
Hoofdstuk 21 Evenementen / snuffelmarkten
21.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van de benodigde vergunningen en ontheffingen (incl. ontheffing artikel 35 Alcoholwet, ontheffing geluidhinder, tijdelijke verkeersmaatregelen en brandveilig gebruik) voor een evenement, als bedoeld in artikel 2.14 van de Algemene plaatselijke verordening (niet zijnde een wielertoertocht of pelotonstocht als bedoeld in onderdeel 21.3): |
|
21.1.1 |
minder dan 3 dagen (exclusief op- en afbouw) |
131,00 |
21.1.2 |
vanaf 3 dagen (exclusief op- en afbouw): |
|
21.1.2.1 |
een basisbedrag van |
131,00 |
21.1.2.2 |
per dag vermeerderd met |
26,00 |
|
||
21.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van de benodigde vergunningen en ontheffingen (incl. ontheffing artikel 35 Alcoholwet, ontheffing geluidhinder, tijdelijke verkeersmaatregelen en brandveilig gebruik) voor een snuffelmarkt, als bedoeld in artikel 5.19 van de Algemene plaatselijke verordening |
26,00 |
|
||
21.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een evenementenvergunning voor een wielertoertocht of pelotonstocht, als bedoeld in artikel 2.14 van de Algemene plaatselijke verordening |
53,00 |
Hoofdstuk 22 Seksbedrijven
22.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen of wijzigen van een vergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening (anders dan bedoeld in onderdeel 22.2) |
341,00 |
22.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een vergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening in verband met een wijziging van de in de vergunning vermelde beheerder(s) |
184,00 |
Hoofdstuk 23 Winkeltijdenwet
23.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
23.1.1.1 |
tot het verlenen van een permanente ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet |
26,00 |
23.1.1.2 |
tot het verlenen van een eenmalige ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet |
26,00 |
23.1.2 |
tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 23.1.1.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander |
26,00 |
23.1.3 |
tot het intrekken of wijzigen van een in de vorige onderdelen bedoelde ontheffing |
26,00 |
Hoofdstuk 23A Standplaatsen
23A.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
23A.1.1 |
voor een vergunning voor een vaste standplaats op een markt, als bedoeld in artikel 5 van de Marktverordening |
26,00 |
23A.1.2 |
tot het overschrijven van een vergunning voor een vaste standplaats op een markt, als bedoeld in artikel 12 van de Marktverordening |
26,00 |
23A.1.3 |
voor een dagplaatsvergunning op een markt, als bedoeld in artikel 14 van de Marktverordening |
25,00 |
23A.1.4 |
voor een standwerkersplaats, als bedoeld in artikel 15 van de Marktverordening |
25,00 |
23A.1.5 |
voor een ontheffing van de verplichting tot het innemen van de vergunde standplaats, als bedoeld in artikel 19, eerste lid van de Marktverordening |
25,00 |
23A.1.6 |
voor een vergunning voor vervanging van de inname van een standplaats, als bedoeld in artikel 19, tweede lid van de Marktverordening |
25,00 |
|
||
23A.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing voor een (losse) standplaats, als bedoeld in artikel 5.16 van de Algemene plaatselijke verordening |
25,00 |
Hoofdstuk 24 Exploitatie opvanglocatie
24.1 |
Het in exploitatie nemen van een locatie voor kinderopvang, buitenschoolse opvang, gastouderopvang of een peuterspeelzaal |
153,00 |
Hoofdstuk 25 Overige bedrijfsmatige activiteiten
25.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een exploitatievergunning bedrijfsmatige activiteit als bedoeld in artikel 2.59 van de Algemene plaatselijke verordening |
105,00 |
25.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot bijschrijving van een beheerder op het aanhangsel bij de exploitatievergunning, als bedoeld in artikel 2.61 van de Algemene plaatselijke verordening |
105,00 |
Hoofdstuk 26 In de titels 1 en 3 niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
26.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in de titels 1 en 3 niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
26,00 |
Behorende bij raadsbesluit van 9 november 2023
De griffier van de gemeente Voerendaal,
Bijlage Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2024 – Deel B (na inwerkingtreding Omgevingswet)
DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
Paragraaf 1 Gereserveerd
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1 Definities |
|||
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
||
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
||
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
||
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
||
- |
buitenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan of een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan; |
||
- |
o mgevingsoverleg : a. in de vorm van een intaketafel: overleg, waarin een ruimtelijk en maatschappelijk initiatief (gericht op de fysieke leefomgeving) wordt besproken en beoordeeld en de wenselijkheid van het initiatief wordt bepaald; b. in de vorm van een omgevingstafel: overleg, waarin een complex ruimtelijk en maatschappelijk initiatief ruimtelijk wordt beoordeeld en de haalbaarheid van het initiatief wordt bepaald. |
||
4. |
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: - onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; - onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; - onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting, waarbij als ondergrens voor de berekening van de bouwkosten worden gehanteerd de in bijlage I bij deze tarieventabel opgenomen normkosten. |
||
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|||
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|||
a. |
om beoordeling van een principeverzoek c.q. conceptaanvraag om een omgevingsvergunning inclusief het houden van omgevingsoverleg; |
||
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit inclusief het houden van omgevingsoverleg; |
||
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
||
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
||
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
||
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
||
g.. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
||
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
||
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
|||
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
||
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
||
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
||
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
||
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
||
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
Paragraaf 2.2 Voorfase
Artikel 2.4 Omgevingsoverleg |
|||
Het tarief bedraagt: |
|||
a. |
voor het in behandeling nemen van een aanvraag om beoordeling van een principeverzoek c.q. conceptaanvraag om een omgevingsvergunning, inhoudende het toetsen aan het omgevingsplan, regelgeving en beleid en, indien noodzakelijk, een behandeling door de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Omgevingskwaliteit, alsmede de administratieve afhandeling: |
||
- wanneer geconcludeerd wordt dat het verzoek vergunningvrij gerealiseeerd kan worden: |
€ 100 |
||
- in alle andere andere gevallen: |
€ 360 |
||
b. |
voor elke volgende behandeling door de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Omgevingskwaliteit, alsmede de administratieve afhandeling |
€ 180 |
|
c. |
voor het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving in het kader van een concept-aanvraag/principe-verzoek, een aanvraag om een omgevingsvergunning of een aanvraag om een deel van het omgevingsplan te wijzigen: |
||
1. |
voor een overleg aan de intaketafel: |
PM |
|
2. |
voor een eerste overleg aan de omgevingstafel: |
€ 500 |
|
3. |
voor elk volgend overleg aan de omgevingstafel: |
€ 250 |
|
4. |
per in te schakelen adviseur verhoogd met de door de adviseur gefactureerde kosten: |
PM |
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, met uitzondering van de aanvraag, die uitsluitend betrekking heeft op het plaatsen van zonnepanelen, niet zijnde zonnepanelen in zonneweides/energietuinen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
over de bouwkosten: |
3,5 % |
|
|
met een minimum van: |
€ 360 |
|
met een maximum van: |
€ 210.000 |
||
Als ondergrens voor de berekening van de bouwkosten worden gehanteerd de in bijlage I bij deze tarieventabel opgenomen normkosten |
|||
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, met uitzondering van de aanvraag, die uitsluitend betrekking heeft op het plaatsen van zonnepanelen, niet zijnde zonnepanelen in zonneweides/energietuinen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 360 |
|
1. |
als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.50, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is, verhoogd met: |
NVT |
|
2. |
als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met: |
€ 720 |
|
3. |
als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met: |
€ 720 |
|
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
||
1. |
voor het verbouwen van bouwwerken: |
€ 720 |
|
2. |
voor nieuwbouw: |
€ 1.440 |
|
3. |
voor een functiewijziging: |
€ 1.440 |
|
Het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
||
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 360 |
|
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 360 |
|
Het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
||||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, met uitzondering van de aanvraag, die uitsluitend betrekking heeft op het plaatsen van zonnepanelen, niet zijnde zonnepanelen in zonneweides/energietuinen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de gemeentelijke erfgoedverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
|||
1 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 360 |
||
2 |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 360 |
||
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|||
1 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 1.440 |
||
2 |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 1.440 |
||
2. |
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met: |
€ 360 |
||
3. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de gemeentelijke erfgoedverordening is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing: als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven. |
|||
Het op grond van de leden 1, 2 of 3 verschuldigde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
|||
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument of met uitzondering van de aanvraag, die uitsluitend betrekking heeft op het plaatsen van zonnepanelen, niet zijnde zonnepanelen in zonneweides/energietuinen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 360 |
||
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 360 |
||
Het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
|||
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
||||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de gemeentelijke erfgoedverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
€ 360 |
||
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 1.440 |
||
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
|
||
Het op grond van lid 1 of lid 2 verschuldigde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
|||
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 360 |
|||
Het vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 360 |
|
Het vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL (zie bijlage II bij deze tarieventabel) en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
|
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.2 van de Omgevingswet van toepassing is (reguliere voorbereidingsprocedure): |
€ 360 |
b. |
voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.3 van de Omgevingswet van toepassing is (uniforme openbare voorbereidingsprocedure), in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: zie artikel 2.48 |
PM |
c. |
het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL (zie bijlage II bij deze tarieventabel) en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.2 van de Omgevingswet van toepassing is (reguliere voorbereidingsprocedure): |
€ 360 |
b. |
voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.3 van de Omgevingswet van toepassing is (uniforme openbare voorbereidingsprocedure), in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: zie artikel 2.48 |
PM |
c. |
het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL (zie bijlage II bij deze tarieventabel) en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.2 van de Omgevingswet van toepassing is (reguliere voorbereidingsprocedure): |
€ 360 |
b. |
voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.3 van de Omgevingswet van toepassing is (uniforme openbare voorbereidingsprocedure), in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: zie artikel 2.48 |
PM |
c. |
het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL (zie bijlage II bij deze tarieventabel) en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.2 van de Omgevingswet van toepassing is (reguliere voorbereidingsprocedure): |
€ 360 |
b. |
voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.3 van de Omgevingswet van toepassing is (uniforme openbare voorbereidingsprocedure), in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: zie artikel 2.48 |
PM |
c. |
het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL (zie bijlage II bij deze tarieventabel) en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.2 van de Omgevingswet van toepassing is (reguliere voorbereidingsprocedure): |
€ 360 |
b. |
voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.3 van de Omgevingswet van toepassing is (uniforme openbare voorbereidingsprocedure), in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: zie artikel 2.48 |
PM |
c. |
het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL (zie bijlage II bij deze tarieventabel) en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.2 van de Omgevingswet van toepassing is (reguliere voorbereidingsprocedure): |
€ 360 |
b. |
voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.3 van de Omgevingswet van toepassing is (uniforme openbare voorbereidingsprocedure), in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: zie artikel 2.48 |
PM |
c. |
het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL (zie bijlage II bij deze tarieventabel) en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.2 van de Omgevingswet van toepassing is (reguliere voorbereidingsprocedure): |
€ 360 |
b. |
voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.3 van de Omgevingswet van toepassing is (uniforme openbare voorbereidingsprocedure), in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: zie artikel 2.48 |
PM |
c. |
het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL (zie bijlage II bij deze tarieventabel) en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten |
||
1. |
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast. |
|
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt. |
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 360 |
Het vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 360 |
Het vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven |
||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in artikel PM van het omgevingsplan bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
NVT |
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in artikel PM van het omgevingsplan, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
NVT |
3. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met [normwaarde archeologische verwachtingswaarde OF archeologische verwachtingen], als bedoeld in artikel PM van het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
NVT |
4. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in artikel PM van het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
NVT |
5. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde. als bedoeld in artikel PM van het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
NVT |
6. |
De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met: |
NVT |
7. |
De op grond van dit artikel verschuldigde leges wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het: aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting, indrijven van voorwerpen, ophogen van de grond, of verharden van de grond, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel PM van het omgevingsplan: |
NVT |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
NVT |
Het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
|
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 360 |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 1.440 |
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.6 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 360 |
|
Het vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
|
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.7 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 180 |
|
Het vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
|
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 360 |
en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met: |
€ 720 |
|
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 1.440 |
Het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het in, op of aan een onroerende zaak hebben van een alarminstallatie die een voor de omgeving opvallend geluid of lichtsignaal kan produceren, bedoeld in artikel PM van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
NVT |
||
Het vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
||
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in de ter zake vigerende verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 68 |
||
Het vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
|||
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel PM van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame: |
NVT |
|
b. |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd: |
NVT |
|
Het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
||
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: opslag roerende zaken |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel PM van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
a. |
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,: |
NVT |
|
b. |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen: |
NVT |
|
Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen |
|||
GERESERVEERD; zie onderdeel A, titel 3, hoofdstuk 23A Standplaatsen |
|||
Artikel 2.34 Andere activiteiten |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
|
||
a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 360 |
|
b. |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
1 |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 360 |
|
2 |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 1.440 |
|
3 |
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit: |
€ 360 |
|
Het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief: |
|||
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift: |
€ 37 |
|
b. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
€ 37 |
|
De op grond van dit artikel verschuldigde leges wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
||
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|||
1. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: |
||
a. |
één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ 360 |
|
b. |
twee of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 1.440 |
|
2. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 53 |
|
De op grond van dit artikel verschuldigde leges wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL (zie bijlage II bij deze tarieventabel) en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
||
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 53 |
||
De op grond van dit artikel verschuldigde leges wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel |
|||
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
||
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 105 |
|
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 105 |
|
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 105 |
|
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 105 |
|
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||
De op grond van dit artikel verschuldigde leges wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 360 |
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning |
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
|
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
€ 720 |
Het vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is: |
€ 360 |
Het vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL (zie bijlage II bij deze tarieventabel) en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens |
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel c, in behandeling is genomen: |
€ 180 |
Het vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit. |
|
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan. |
€ 2.880 |
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan, per uur: |
€ 105 |
Het vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
25 % |
||
met een maximum van |
€ 12.600 |
||
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|||
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit: |
€ 1.440 |
|
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 1.440 |
|
c. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€ 1.440 |
|
De op grond van dit artikel verschuldigde leges wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL (zie bijlage II bij deze tarieventabel) en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
||
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
||
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 360 |
|
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 360 |
|
c. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 360 |
|
d. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ 360 |
|
e. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ 360 |
|
f. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 1.440 |
|
g. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 360 |
|
De op grond van dit artikel verschuldigde leges wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering |
PM |
||
Artikel 2.50 Advies |
|
||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies uitbrengt in het kader van een omgevingsoverleg en/of over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
||
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
€ 1.440 |
|
b. |
vanaf het derde advies: voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Omgevingskwaliteit dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: per advies |
€ 80 |
|
c. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Omgevingskwaliteit in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b: |
€ 80 |
|
d. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
||
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||
Artikel 2.51 Instemming |
|
||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
||
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
PM |
||
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 2.13 Vermindering
Artikel 2.52 Vermindering na conceptaanvraag/principeverzoek enomgevingsoverleg |
||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel c, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een conceptaanvraag/principeverzoek en/of omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
|
De ter zake van de conceptaanvraag/het principeverzoek en/of het omgevingsoverleg geheven leges wordt geheel of deels in mindering gebracht tot een maximum van de voor de aanvraag om omgevingsvergunning verschuldigde leges, met uitzondering van de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in het kader van dat omgevingsoverleg in rekening heeft gebracht voor de advisering |
PM |
|
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop de conceptaanvraag/het principeverzoek en/of het omgevingsoverleg betrekking had; in overeenstemming met de uitkomst van de beoordeling van conceptaanvraag/principeverzoek en/of het omgevingsoverleg; en binnen 3 maanden na dagtekening van de kennisgeving van de uitkomst van beoordeling van conceptaanvraag/principeverzoek en/of binnen 3 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. |
|
Artikel 2.53 |
||
GERESERVEERD |
|
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
||
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges, met uitzondering van de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in het kader van de aanvraag in rekening heeft gebracht voor de advisering |
85 % |
|
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
||
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges, met uitzondering van de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in het kader van de aanvraag in rekening heeft gebracht voor de advisering |
85 % |
|
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen 4 weken na de indiening van de aanvraag: |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met uitzondering van de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in het kader van de aanvraag in rekening heeft gebracht voor de advisering |
75 % |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf 4 weken tot 6 weken na de indiening van de aanvraag: |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met uitzondering van de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in het kader van de aanvraag in rekening heeft gebracht voor de advisering |
50 % |
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf 6 weken na de indiening van de aanvraag: |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met uitzondering van de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in het kader van de aanvraag in rekening heeft gebracht voor de advisering |
25 % |
|
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
||
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen 6 weken na de indiening van de aanvraag: |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met uitzondering van de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in het kader van de aanvraag in rekening heeft gebracht voor de advisering |
75 % |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met uitzondering van de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in het kader van de aanvraag in rekening heeft gebracht voor de advisering |
50 % |
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met uitzondering van de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in het kader van de aanvraag in rekening heeft gebracht voor de advisering |
25 % |
|
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaren na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met uitzondering van de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in het kader van de aanvraag om de verleende omgevingsvergunning in rekening heeft gebracht voor de advisering |
25 % |
|
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges, met uitzondering van de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in het kader van de aanvraag omgevingsoverleg in rekening heeft gebracht voor de advisering |
10 % |
|
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak |
|
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|
|
Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
Een bedrag minder dan € 250,00 wordt niet teruggegeven. |
|
Behorende bij raadsbesluit van 9 november 2023
De griffier van de gemeente Voerendaal,
Bijlage I bij onderdeel 19.1.1.1 van Deel A en artikel 2.1, vierde lid van Deel B van de Tarieventabel Legesverordening 202: Tabel ter bepaling van de bouwkosten ten behoeve van een omgevingsvergunning
type bouwwerk en kenmerk |
per m3 |
WOONGEBOUWEN (3 laags en meer) |
|
Appartement |
330,05 |
Flat |
290,95 |
Serviceflat |
307,05 |
Urban Villa |
351,90 |
WONINGEN - NORMAAL |
|
Drive-in woning (3 laags) |
213,90 |
Geschakeld eenlaags (plat dak) |
277,15 |
Geschakeld eenlaags (met kap) |
249,55 |
Geschakeld tweelaags (plat dak) |
253,00 |
Geschakeld tweelaags (met kap |
227,70 |
Geschakeld tweelaags (met kap houtskeletbouw) |
259,90 |
Vrijstaand 2 laags (met kap) |
282,90 |
WONINGEN - BETER |
|
Landhuis eenlaags (plat dak) |
331,20 |
Twee onder een kap (met schuin dak) |
277,15 |
Vrijstaand eenlaags (recreatiewoning met kap) |
254,15 |
Vrijstaand eenlaags (met kap) |
296,70 |
Vrijstaand tweelaags (houtskeletbouw met kap) |
261,05 |
Vrijstaand tweelaags (met kap) |
293,25 |
WONINGEN - LUXE |
|
Bungalow (met kap) |
333,50 |
Herenhuis (tussenwoning) |
300,15 |
Herenhuis (halfvrijstaand) |
328,90 |
Herenhuis (vrijstaand) |
328,90 |
Landhuis eenlaags (met kap) |
404,80 |
Landhuis tweelaags (met kap) |
440,45 |
AANVULLINGEN WONINGEN |
|
Aan- en uitbouw woonruimte (> 100m3) |
427,80 |
Carport / overkapping (per m2) |
227,70 |
Garage / berging (plat dak, aangebouwd) |
189,75 |
Garage / berging (plat dak, vrijstaand) |
259,90 |
Garage / berging (met kap, aangebouwd) |
172,50 |
Garage / berging (met kap, vrijstaand) |
196,65 |
Kelder |
359,95 |
Serre (géén woonruimte) |
318,55 |
Serre (woonruimte) |
535,90 |
Tuinhuisje (hout) |
124,20 |
Dakkapel (2,50x1,40x1,45) |
469,20 |
BIJEENKOMSTGEBOUWEN |
|
Multifunctioneel centrum |
342,70 |
GEZONDHEIDSZORGGEBOUWEN |
|
Gezondheidscentrum |
366,85 |
Verzorgingsflat (vier- of vijflaags) |
284,05 |
Woonzorgcentrum (drielaags) |
242,65 |
Ziekenhuis |
379,50 |
HORECAGEBOUWEN |
|
Café (taria) met bovenwoning |
311,65 |
Restaurant |
307,05 |
Wegrestaurant, eenlaags |
349,60 |
INDUSTRIEGEBOUWEN |
|
Agrarisch bedrijfsgebouw metselwerk spouw (bruto vloeropp. ca. 250 m2) |
292,10 |
Agrarisch bedrijfsgebouw metselwerk spouw (bruto vloeropp. ca. 750 m2) |
213,90 |
Agrarisch bedrijfsgebouw metselwerk spouw (bruto vloeropp. ca. 1250 m2) |
185,15 |
Agrarisch bedrijfsgebouw gevelplaten (bruto vloeropp. ca. 250 m2) |
170,20 |
Agrarisch bedrijfsgebouw gevelplaten (bruto vloeropp. ca. 750 m2) |
132,25 |
Agrarisch bedrijfsgebouw gevelplaten (bruto vloeropp. ca. 1250 m2) |
121,90 |
Bedrijfshal (5,4 m. hoog inhoud ca. 500 m3) |
178,25 |
Bedrijfshal (7,2 m. hoog inhoud ca. 750 m3) |
135,70 |
Bedrijfshal (5,4 m. hoog inhoud ca. 1500 m3) |
135,70 |
Bedrijfshal (7,2 m. hoog inhoud ca. 2000 m3) |
97,75 |
Bedrijfshal (5,4 m. hoog inhoud ca. 5000 m3) |
110,40 |
Bedrijfshal (7,2 m. hoog inhoud ca. 10000 m3) |
82,80 |
Loods (eenvoudig) |
45,00 |
Veldschuur (ca. 250 m2) |
73,60 |
Veldschuur (ca. 750 m2) |
66,70 |
Veldschuur (ca. 1250 m2) |
62,10 |
KANTOORGEBOUWEN |
|
Kantoorgebouw, normaal ontwerp (eenlaags, inhoud tot 2500 m3) |
415,15 |
Kantoorgebouw, normaal ontwerp (tweelaags, inhoud tot 2500 m3) |
385,25 |
Kantoorgebouw, normaal ontwerp (tweelaags, inhoud 2500 tot 7000 m3) |
320,85 |
Kantoorgebouw, normaal ontwerp (drielaags, inhoud 2500 tot 10000 m3) |
331,20 |
Kantoorgebouw, normaal ontwerp (vierlaags, inhoud 4500 tot 12500 m3) |
296,70 |
Kantoorgebouw, normaal ontwerp (vijflaags, inhoud 10000 tot 17500 m3) |
272,55 |
Kantoorgebouw, normaal ontwerp (zeslaags, inhoud 30000 tot 55000 m3) |
225,40 |
LOGIESGEBOUW |
|
Hotel |
430,10 |
Motel |
301,30 |
ONDERWIJSGEBOUWEN |
|
School (tweelaags) |
267,95 |
School (semi permanent, eenlaags) |
294,40 |
SPORTGEBOUW |
|
Gymzaal |
135,70 |
Kleedgebouw (al dan niet met kantine) |
371,45 |
Tennishal, met kantine |
97,75 |
WINKELGEBOUW |
|
Doe-het-zelf hal |
135,70 |
garage met showroom |
202,40 |
Meubelhal |
198,95 |
Warenhuis, drielaags |
284,05 |
Winkel, tweelaags |
359,95 |
Winkel met bovenwoning |
274,85 |
Winkelcentrum, eenlaags |
219,65 |
Winkelcentrum met bovenwoningen |
311,65 |
Behorende bij raadsbesluit van 9 november 2023
De griffier van de gemeente Voerendaal,
Bijlage II bij Deel B van de Tarieventabel Legesverordening 2024: Tarieven RUDZL voor advisering
Artikelnummer |
Activiteit |
Kostprijs |
Artikel 2.4 |
Omgevingsoverleg |
€ 1.776 |
Artikel 2.12 |
Omgevingsplanactiviteit milieubelastende activiteit |
€ 2.997 vergunning regulier € 7.992 vergunning complex* |
Artikel 2.13 |
Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen |
€ 2.997 vergunning regulier € 7.992 vergunning complex* |
Artikel 2.14 t/m 2.19 |
Variatie aan sectoren |
€ 2.997 vergunning regulier € 7.992 vergunning complex* |
Artikel 2.36 |
Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
€ 1.998 |
Artikel 2.42 |
Intrekken vergunning |
€ 1.887 |
Artikel 2.48 |
Vermeerdering wanneer de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is |
€ 4.995 |
* Een vergunning complex betreft een vergunning waarop de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van toepassing is
Behorende bij raadsbesluit van 9 november 2023
De griffier van de gemeente Voerendaal,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl