Regeling vervalt per 31-12-2026

Nadere regel ‘Vervolg stimuleringsregeling afkoppelen private terreinen’

Geldend van 17-11-2023 t/m 30-12-2026

Intitulé

Nadere regel ‘Vervolg stimuleringsregeling afkoppelen private terreinen’

Nadere regel van het dagelijks bestuur van Waterschap Limburg d.d. 7 december 2021 en aangepast op 31 oktober 2023 omtrent het verstrekken van een bijdrage voor het afkoppelen van private terreinen;

Het dagelijks bestuur van het Waterschap Limburg,

Overwegende dat:

  • -

    Het Waterschap Limburg door een gezamenlijke stimuleringsregeling voor het afkoppelen van private terreinen een bijdrage wil leveren aan klimaatadaptatie (het verminderen van wateroverlast en droogte) en het verbeteren van waterkwaliteit;

  • -

    Het Waterschap Limburg door een gezamenlijke stimuleringsregeling voor het afkoppelen van private terreinen het klimaatbewustzijn van burgers en bedrijven wil vergroten én hen wil stimuleren om het verhard oppervlak van hun kadastrale eigendommen af te koppelen van het riool;

  • -

    Het Waterschap Limburg hier een belangrijke opgave ziet voor zowel zichzelf als de binnen het beheersgebied van het Waterschap gelegen gemeenten en hen in deze nadere regel wil stimuleren tot het nemen van maatregelen;

  • -

    De looptijd van deze nadere regel 5 jaar bedraagt, te weten van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2026.

  • -

    Het bijdrageplafond voor de looptijd van de nadere regel op 31-10-2023 nagenoeg is bereikt, waardoor ophoging van het bijdrageplafond nodig is om de regeling tot de beoogde einddatum te kunnen continueren.

Gelet op het voorstel van het dagelijks bestuur;

Gelet op het bepaalde in titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 59 en 78 van de Waterschapswet en artikel 1.2, derde lid, van de Algemene subsidieverordening Waterschap Limburg;

Overwegende dat artikel 4:21, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, bepaalt dat de subsidietitel niet van toepassing is op de aanspraak op financiële middelen die worden verstrekt op grond van een wettelijk voorschrift dat uitsluitend voorziet in verstrekking aan rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld;

Overwegende dat het dagelijks bestuur van het Waterschap Limburg op grond van artikel 1.2, derde lid, van de Algemene Subsidieverordening Waterschap Limburg bevoegd is om bij nadere regel te bepalen dat het bepaalde in artikel 4:21, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht toepassing vindt;

Overwegende dat het dagelijks bestuur via deze nadere regel besluit dat de subsidietitel uit de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is op de verstrekking van financiële middelen, zoals in deze nadere regel is voorzien;

BESLUIT

Vast te stellen de navolgende nadere regel ‘Vervolg stimuleringsregeling afkoppelen private terreinen’:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze nader regel wordt verstaan onder:

  • 1.

    Aanvrager: gemeente binnen het beheersgebied van het Waterschap Limburg;

  • 2.

    Afkoppelen: het loskoppelen van verhard oppervlak en/of het hierop aangesloten leidingsysteem, zodat al het hemelwater dat op dit verhard oppervlak valt niet langer op het riool wordt geloosd;

  • 3.

    ASV: Algemene Subsidieverordening Waterschap Limburg;

  • 4.

    Gemeente: gemeenten binnen het beheersgebied van het Waterschap Limburg;

  • 5.

    Gezamenlijke (communicatie)-activiteiten: gezamenlijke activiteiten van het Waterschap Limburg en de gemeenten (per regio of provincie breed) ten behoeve van de uitvoering en de bekendheid van de stimuleringsregeling op basis van een gezamenlijk opgesteld communicatie-, participatie- en uitvoeringsplan. Hieronder vallen gezamenlijke communicatieactiviteiten, evaluaties en het voorbereiden van een eventuele vervolgregeling;

  • 6.

    Private partijen: kadastrale eigenaren van private terreinen;

  • 7.

    Private terreinen: terreinen in eigendom van burgers of privaatrechtelijke rechtspersonen;

  • 8.

    Proces- en projectkosten: kosten die door een aanvrager, of door haar ingeschakelde derden, worden gemaakt voor de uitvoering van de subsidieregeling;

  • 9.

    Riool: zowel gemengd riool, vuilwaterriool van (verbeterd) gescheiden stelsel en drukriolering waar legaal een afvoer van regenwater op is aangesloten.

  • 10.

    Verhard oppervlak: bestaand verharde oppervlakten, zoals daken, betegelde opritten en voortuinen, verharde erven en wegen waarvan het regenwater tot afstroming komt op de riolering. Halfverharding, zoals grindtuinen, vallen hier niet onder;

  • 11.

    Waterschap: Waterschap Limburg;

  • 12.

    Wet: Algemene wet bestuursrecht

Artikel 2 Buiten toepassing laten subsidietitel Awb

Op deze nadere regel zijn titel 4.2 van de Wet en de ASV niet van toepassing.

Artikel 3 Doel

Het doel van deze nadere regel is om het klimaatbewustzijn van private partijen te vergroten door hen te stimuleren om het verhard oppervlak van hun private terreinen af te koppelen van het riool.

Artikel 4 Doelgroep

Een bijdrage op grond van deze nadere regel kan enkel worden verstrekt aan gemeenten binnen het beheersgebied van het Waterschap.

Artikel 5 Vereisten voor een bijdrage

  • 1. Om voor een bijdrage voor het afkoppelen van private terreinen in aanmerking te komen, dient de aanvrager te beschikken over een subsidie- of bijdrageregeling voor het afkoppelen van private terreinen, waarin in ieder geval het volgende is vastgelegd:

    • a.

      Het private terrein moet zijn gelegen binnen het beheersgebied van het Waterschap;

    • b.

      Een vierkante meter verhard oppervlak op privaat terrein komt slechts eenmalig voor een bijdrage in aanmerking;

    • c.

      De bijdrage wordt berekend per horizontaal gemeten vierkante meter afgekoppeld terrein;

    • d.

      Private partijen komen niet voor een bijdrage in aanmerking als de afkoppeling op het moment van inwerkingtreden van deze nadere regel reeds al is gestart of is uitgevoerd;

    • e.

      Private partijen komen niet voor een bijdrage in aanmerking indien de afkoppeling gerealiseerd had moeten worden in het kader van een andere wettelijke verplichting;

    • f.

      De aanvrager is gehouden om een aanvraag van een private partij voor de afkoppeling van een privaat terrein te toetsen op uitvoerbaarheid en risico’s op, onder meer, het gebied van (grond)wateroverlast;

    • g.

      De subsidie- of bijdrageregeling dient het normbedrag te bevatten dat per afgekoppelde vierkante meter wordt uitgekeerd aan private partijen, en;

    • h.

      De afkoppeling moet, behoudens overmacht, binnen zes maanden na het verstrekken van de bijdrage zijn uitgevoerd en dient na realisatie ervan in stand te worden gehouden en naar behoren te blijven functioneren.

  • 2. In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid, kan een aanvrager eveneens in aanmerking komen voor een bijdrage voor gezamenlijke (communicatie-) activiteiten.

Artikel 6 Aanvraagformulier

  • 1. Voor het aanvragen van een bijdrage maakt de aanvrager gebruik van het door het dagelijks bestuur ter beschikking gestelde aanvraagformulier, inclusief bijbehorende factuur.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan aanvullende informatie verlangen.

Artikel 7 Looptijd nadere regel en bijdrageplafond

  • 1. Deze nadere regel heeft een looptijd van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2026.

  • 2. Aanvragen die betrekking hebben op deze periode kunnen tot 1 oktober 2027 bij het Waterschap worden ingediend.

  • 3. Het dagelijks bestuur stelt het bijdrageplafond voor deze periode vast op een bedrag van € 2,2 mln.

  • 4. Het Waterschap reserveert maximaal 10% van het beschikbaar gestelde bijdrageplafond voor activiteiten als benoemd in artikel 5, lid 2.

  • 5. Het dagelijks bestuur kan de in het voorgaande artikellid bedoelde reservering zo nodig (tussentijds) herverdelen. Daarbij mag het in lid 4 genoemde maximale percentage niet worden overschreden. Indien het dagelijks bestuur tot een herverdeling besluit, dan wordt de wijziging zo spoedig mogelijk per brief aan de in artikel 4 van deze nadere regel omschreven doelgroep kenbaar gemaakt.

  • 6. Het dagelijks bestuur is eveneens bevoegd om bij besluit de looptijd van deze nadere regel en het bijdrageplafond te wijzigen. Het dagelijks bestuur deelt een dergelijke wijziging voor inwerkingtreding daarvan mee aan de in artikel 4 van deze nadere regel omschreven doelgroep.

Artikel 8 Hoogte van de bijdrage

  • 1. Indien een aanvrager voldoet aan de in deze nadere regel gestelde eisen, dan komt hij in aanmerking voor een bijdrage.

  • 2. Een bijdrage als bedoeld in artikel 5, lid 1 bedraagt maximaal 50% van de aan een private partij verstrekte bijdrage, met een maximum van € 10, - per vierkante meter afgekoppeld verhard oppervlak.

  • 3. Maximaal 10% van de aan een private partij verstrekte bijdrage als bedoeld in artikel 5, lid 1, mag door de aanvrager worden opgevoerd als proces- en projectkosten, waarbij de totale bijdrage van het Waterschap aan de aanvrager (de som van de aan private partijen verstrekte bijdrage + bijdrage proces-en projectkosten) nooit meer is dan het maximum van € 10, - per vierkante meter.

  • 4. Een bijdrage als bedoeld in artikel 5, lid 2 bedraagt maximaal 50% van de totale kosten, waarbij het totaal aan te verstrekken bijdragen het maximum als genoemd in artikel 7 lid 4 niet mag overschrijden.

Artikel 9 Reservering budget en uitkering bedrag

  • 1. Bij de aanvang van de looptijd van deze nadere regel reserveert het dagelijks bestuur per gemeente een individueel maximaal startbudget waarop zij als aanvrager aanspraak kan maken.

  • 2. De hoogte van het gereserveerde startbudget is afhankelijk van het inwonertal per gemeente en bedraagt maximaal € 50.000, - per gemeente.

  • 3. De exacte hoogte van het gereserveerde startbudget wordt aan het begin van de looptijd van deze nadere regel per brief aan iedere gemeente toegezonden.

  • 4. Het dagelijks bestuur keert maximaal het gereserveerde budget op aanvraag uit indien is voldaan aan het bepaalde in deze nadere regel en na indiening van het in artikel 6 van deze nadere regel bedoelde aanvraagformulier. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst.

  • 5. Indien aan een gemeente 80% van het gereserveerde budget is uitbetaald, dan kan de betreffende gemeente het dagelijks bestuur verzoeken om een aanvullende reservering, gelijk aan het bepaalde in artikel 9, lid 2.

  • 6. Het dagelijks bestuur beslist binnen 8 weken op een daartoe strekkend verzoek van een gemeente. Het verzoek wordt in ieder geval afgewezen als daardoor het bijdrageplafond van artikel 7 van deze nadere regel zou worden overschreden.

  • 7. Het dagelijks bestuur kan reeds toegekende reserveringen aan gemeenten zo nodig (tussentijds) herverdelen. Indien het dagelijks bestuur tot een herverdeling besluit, dan wordt de wijziging van de reservering zo spoedig mogelijk per brief aan de betreffende gemeente(n) kenbaar gemaakt.

Artikel 10 Weigering, verlaging, intrekking of wijziging bijdrage

  • 1. De bijdrage kan in ieder geval worden geweigerd, verlaagd, ingetrokken of gewijzigd als:

    • a.

      Het in artikel 6 van deze nadere regel bedoelde aanvraagformulier niet volledig of onjuist is ingevuld;

    • b.

      Er een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat een aanvraag niet voldoet of zal voldoen aan de in deze nadere regel opgenomen vereisten;

    • c.

      Door verstrekking van de bijdrage het bijdrageplafond wordt overschreden;

    • d.

      De aanvrager onder preventief financieel toezicht is geplaatst of onder toezicht staat op grond van artikel 12 van de Financiële-verhoudingswet.

  • 2. De bijdrage kan niet meer worden ingetrokken of ten nadele van de aanvrager worden gewijzigd indien er vijf jaren zijn verstreken sinds de dag waarop hij is uitgekeerd aan de aanvrager.

  • 3. Eventuele wijzigingen ten opzichte van de aanvraag, of ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat niet of niet geheel aan de in deze nadere regel opgenomen vereisten kan worden voldaan, dienen zo snel mogelijk, doch uiterlijk binnen drie maanden nadat de wijziging aan de orde is, bij het Waterschap te worden gemeld.

Artikel 11 Terugvordering onverschuldigde betaling

  • 1. Het dagelijks bestuur kan onverschuldigd betaalde bijdragen terugvorderen.

  • 2. Het dagelijks bestuur is bevoegd om het terug te vorderen bedrag te verrekenen met ingediende aanvragen van dezelfde aanvrager.

  • 3. Terugvordering vindt niet plaats voor zover na de dag waarop de bijdrage is uitgekeerd aan de aanvrager vijf jaren zijn verstreken.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het dagelijks bestuur kan gemotiveerd van deze nadere regel afwijken indien deze nadere regel voor een aanvrager gevolgen zouden hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze nadere regel treedt in werking met ingang van 1 januari 2022 en loopt t/m 31-12-2026.

Artikel 14 Citeertitel

Deze nadere regel wordt aangehaald als ‘Vervolg stimuleringsregeling afkoppelen private terreinen’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur in de vergadering van 7 december 2021 en aangepast in de vergadering van 31 oktober 2023.

De secretaris-directeur,

ir. E.J.M. Keulers MMO

De waarnemend dijkgraaf,

drs. L.H.J. Verheijen

Toelichting bij nadere regel ‘Vervolg stimuleringsregeling afkoppelen private terreinen’

Algemene toelichting

Afkoppelen is een maatregel waarbij het hemelwater dat afstroomt van verhard oppervlak en dat is aangesloten op de gemeentelijke (vuilwater)riolering, wordt afgekoppeld. Het afgekoppelde regenwater wordt bij voorkeur geïnfiltreerd of hergebruikt en indien dit niet mogelijk is (vertraagd) afgevoerd naar het oppervlaktewater. Met deze stimuleringsregeling willen waterschap, Provincie Limburg en gemeenten de oppervlaktewaterkwaliteit verbeteren, wateroverlast in of als gevolg van het stedelijk gebied verminderen, verdroging tegengaan en de efficiëntie en doelmatigheid van het zuiveren van afvalwater - nu en in de toekomst - vergroten. De urgentie voor afkoppelen neemt steeds verder toe in de context van de klimaatveranderingen, waardoor er langere perioden van droogte zullen zijn en er vaker hevigere piekbuien zullen vallen.

Deze regeling is tot stand gekomen op basis van gezamenlijk bepaalde uitgangspunten door het Waterschap en een afvaardiging van de Limburgse gemeenten. Deze uitgangspunten zijn opgenomen in een Uitgangspuntennotitie (WLDOC-2066690340-12558) en is zowel door het Dagelijks Bestuur van het Waterschap als door de vier afzonderlijke regio overleggen vastgesteld.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 – Begripsbepalingen

Voor een eenduidig begrip van de in deze nadere regel gebruikte benamingen wordt in dit artikel aangegeven wat hieronder verstaan wordt. Hieronder wordt een aantal begrippen nader toegelicht.

Artikel 1, lid 2 Afkoppelen:

Hiermee wordt bedoeld dat met het afkoppelen het hemelwater niet langer op het rioolstelsel wordt geloosd en wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuivering, maar in de bodem wordt geïnfiltreerd op eigen terrein, wordt hergebruikt of naar andere daarvoor bestemde voorzieningen in de openbare ruimte wordt afgevoerd (zoals b.v. een wadi of infiltratieriool).

Artikel 1, lid 9. Riool

Dit is een algemene omschrijving van de rioolsystemen waarin vuilwater naar de RWZI wordt afgevoerd. De regeling geldt voor het afkoppelen van bestaand verhard oppervlak van het gemengd riool. Maar ook het afkoppelen van hemelwater (mits legaal aangesloten) van een drukriolering of vuilwater riool van een gescheiden stelsel kan in aanmerking komen voor deze regeling, omdat ook dit een bijdrage levert aan de klimaatdoelstellingen (aanpak wateroverlast, droogte, waterkwaliteit). Dit is afhankelijk van de gemeentelijke regels of een hemelwateraansluiting hierop al dan niet geoorloofd (legaal) is en daarmee in aanmerking komt voor de regeling. De gemeente kan in de gemeentelijke verordening deze mogelijkheden beperken of uitsluiten.

Artikel 2 – Buiten toepassing laten subsidietitel Awb

In dit artikel wordt aangegeven dat de nadere regel geen subsidieregeling betreft. Het dagelijks bestuur is namelijk bevoegd om de subsidietitel uit de Algemene wet bestuursrecht buiten toepassing te verklaren als er alleen financiële middelen worden verstrekt aan publiekrechtelijke rechtspersonen. Aan die voorwaarde voldoet deze nadere regel. Door de subsidietitel uit de Algemene wet bestuursrecht buiten toepassing te verklaren, worden de administratieve lasten voor de uitvoering van deze regeling aanzienlijk verlaagd.

Artikel 3 – Doel

Het hoofddoel van deze regeling is het vergroten van klimaatbewustzijn van burgers, bedrijven en woningbouwcorporaties én om hen te stimuleren om bestaand verhard oppervlak van private terreinen af te koppelen van het riool. In artikel 1, lid 9 wordt gedefinieerd wat wordt verstaan onder riool.

De regeling biedt overigens ook ruimte om de aansluiting van privaat verhard oppervlak op een gemeentelijke regenwatervoorziening mee te nemen, zowel in het geval dat de private terreineigenaar dit doet als ook in het geval dat de gemeente dit voor de betreffende eigenaar uitvoert (meeneemt in een gemeentelijk project). Ook in het laatste geval mag voor de afgekoppelde private percelen een aanvraag voor een bijdrage van het waterschap worden ingediend.

Binnen de regeling wordt ingezet op de realisatie van het hoofddoel via 3 sporen:

  • 1.

    Bewustwording vergroten via Waterklaar

  • 2.

    Financiële prikkel geven met de stimuleringsregeling afkoppelen regenwater private terreinen

  • 3.

    Gemeenten motiveren en faciliteren om hier hun rol richting afkoppelen particulieren te versterken.

Gemeenten kunnen de afkoppelregeling desgewenst ook combineren of stapelen met andere gemeentelijke regelingen, zoals bijvoorbeeld een groenregeling. Hiermee kunnen groene oplossingen voor afkoppelen extra (door stapeling hoger bedrag per m2 afgekoppeld verhard oppervlak) worden gestimuleerd. Als er geen sprake is van afkoppelen verhard oppervlak, dan draagt het waterschap niet bij en ontvangt een private partij alleen een bijdrage van de gemeente uit de betreffende (vergroenings)regeling. Daarnaast zal via Waterklaar en de gemeentelijke afkoppeladviseurs (nog) meer aandacht worden besteed aan de meerwaarde van groene oplossingen voor afkoppelen, omdat groene oplossingen tevens bijdragen aan het versterken van biodiversiteit, verminderen van hittestress en zorgen voor een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving.

Artikel 4 – Doelgroep

De bijdrage van het Waterschap wordt uitsluitend verstrekt aan gemeenten binnen het beheersgebied van Waterschap Limburg. Dit betreft alle Limburgse gemeenten.

Artikel 5 – vereisten voor een bijdrage voor afkoppelen

Dit artikel beschrijft de voorwaarden waaraan de gemeente en de gemeentelijke afkoppelregeling/verordening moeten voldoen om aanspraak te kunnen maken op een bijdrage van het waterschap in het kader van deze regeling.

In dit artikel heeft het waterschap bewust geen voorwaarden zoals een maximum bedrag per doelgroep of maximum of een maximaal of minimaal oppervlak per aanvraag opgenomen. Bijdrageontvangers (gemeenten) kunnen hiertoe (al dan niet regionaal) eigen doelmatigheidseisen stellen in hun verordening. Hiermee biedt het waterschap gemeenten maximaal ruimte voor maatwerk zodat gemeenten in kunnen spelen op lokale omstandigheden. Afkoppelen is in heel Limburg mogelijk, maar vasthouden van het afgekoppelde regenwater op eigen terrein is niet overal mogelijk/makkelijk en vereist gebieds-specifiek maatwerk. Regionaal zijn er namelijk verschillen in maatschappelijke activiteit, gebiedskenmerken (zoals waterdoorlatendheid van de bodem), mate van stedelijke inrichting en hellingsgraad van het terrein.

Als hulpmiddel voor gemeenten is een modelverordening opgesteld. Deze modelverordening is gebaseerd op de door de bestuurlijke regio’s en het waterschap vastgestelde uitgangspuntennotitie en deze nadere regel van het waterschap. Gemeenten zijn dus niet verplicht deze te hanteren. Zij kunnen desgewenst een eigen regeling hanteren, mits deze voldoet aan de voorwaarden uit deze nadere regel van het waterschap.

In deze nadere regel zijn geen bergingseisen opgenomen. Waterschap en gemeenten onderschrijven wel het belang van het stellen van bergingseisen (zie ook uitgangspuntennotitie) en adviseren nadrukkelijk wel bergingseisen op te nemen in de gemeentelijke verordeningen.

Verder vragen wij gemeenten aandacht te hebben voor het verantwoord afkoppelen van regenwater. Door verantwoord af te koppelen wordt verontreiniging van het grond- en oppervlaktewater voorkomen. In tegenstelling tot de vorige regeling is hier geen verwijzing opgenomen naar de beslisboom afkoppelen uit 2005 en de voorkeurstabel afkoppelen uit 2005 (Regenwater schoon naar beek en bodem). Deze wordt in 2021/2022 geactualiseerd door het BROL. Hierbij wordt ook een advies opgesteld ten aanzien van de beleidsmatige en juridische borging van de nieuwe voorkeurstabel. Daarom is in deze nadere regel (nog) geen verwijzing naar de voorkeurstabel opgenomen. Verantwoord afkoppelen wordt gestimuleerd door gemeenten en waterschap via Waterklaar (communicatie), (afkoppel)adviezen en regelgeving.

Artikel specifieke toelichting

Artikel 5, lid 1:

Met verwijzing naar artikel 1 begrip 7. ‘Private terreinen’ is het volgende van belang: de private partij die de bijdrage van een aanvrager (lees de gemeente) ontvangt, dient zelf kadastraal eigenaar te zijn van het perceel waarvoor zij de bijdrage van de gemeente ontvangt. De gemeentelijke bijdrage kan worden verstrekt aan kadastrale eigenaren van private percelen (rechtspersoon of natuurlijk persoon), te weten: burgers, bedrijven en woningbouwcorporaties. Hiervoor is gekozen omdat de regeling is gericht op het stimuleren van duurzame afkoppelmaatregelen. Afkoppelmaatregelen hangen samen met het gebouw en de perceelriolering. Omdat dit een aangelegenheid is van gebouw- en perceeleigenaren, worden huurders en andere gebouweigenaren uitgesloten binnen de regeling.

Dit betekent ook dat gebouweigenaren die niet ook de perceeleigenaar zijn niet in aanmerking komen voor een bijdrage op basis van deze regeling. Denk hierbij aan:

  • Huurders bij een woningbouwcorporatie;

  • Scholen die geen eigenaar zijn van het perceel waarop de school zich bevindt;

  • Woning- of pandeigenaren waarbij de ondergrond niet in eigendom is (erfpachtsituaties). In dat geval kan alleen de eigenaar van het perceel een bijdrage bij de gemeente aanvragen en ontvangen.

Gemeenten kunnen desgewenst differentiëren binnen deze doelgroepen in hun gemeentelijke regeling. Zo kunnen zij er bijvoorbeeld voor kiezen om bedrijven uit te sluiten van deze regeling door bijvoorbeeld een maximum te stellen aan het aantal m2 per aanvraag.

Artikel 5, lid 1b: In de basis geldt dat er geen maximum aantal aanvragen per privaat terrein geldt. Wel kan een bepaalde vierkante meter slechts één maal voor een bijdrage op grond van deze nadere regel in aanmerking komen. Per privaat terrein kunnen er dus meerdere aanvragen worden ingediend, zolang er maar steeds andere vierkante meter worden afgekoppeld. Een en ander is duidelijk gemaakt met deze voorwaarde.

Artikel 5, lid 1 e: De bijdrage geldt alleen voor bestaande bouw en niet voor nieuwbouw omdat hemelwater bij nieuwbouw niet meer aangesloten mag worden, maar op eigen terrein verwerkt moet worden. Dit, tenzij er hiervoor bestemde gemeentelijke voorzieningen zoals wadi’s of infiltratie/hemelwaterriolen aanwezig zijn. Sommige gemeenten hanteren een jaartal in hun vergunningen of verordeningen voor het moment dat bebouwing als nieuwbouw wordt aangemerkt en regenwater wettelijk niet meer aangekoppeld mag zijn en dus niet meer voor een bijdrage in het kader van deze regeling in aanmerking komen.

In het proces als genoemd in artikel 5, lid 1f, is het van belang om ook de uitvoerbaarheid en mogelijke risico’s van (grond)wateroverlast voor belendende percelen, privaat en openbaar, verbonden aan de maatregelen in beeld te hebben en mee te nemen in de beoordeling van de aanvraag. Zeker in gebieden met een minder goed doorlatende bodem is het belangrijk hier voldoende oog voor te hebben om overlast in aangrenzende percelen of openbare ruimte te voorkomen. Hier zal in de trainingen voor afkoppeladviseurs aandacht aan worden besteed.

Artikel 5, lid 1g: Het staat gemeenten vrij om het normbedrag dat zij per m2 afgekoppeld verhard oppervlak aan de private partijen willen uitkeren zelf te bepalen. De gemeente legt dit bedrag vast in haar gemeentelijke subsidieverordening. Hierbij kan de gemeente ook kiezen voor tariefdifferentiatie, zoals bijvoorbeeld een hoger bedrag voor het afkoppelen en infiltreren op eigen terrein en een lager bedrag voor het aansluiten van bijv. de voorzijde van de woning op een gemeentelijke voorziening.

Artikel 5, lid 1h: De concrete invulling hiervan is aan de gemeente. Door deze voorwaarde op te nemen in de gemeentelijke subsidieverordening en in de afspraken van de gemeente met de betreffende private partij als voorwaarde voor de subsidieverstrekking door de gemeente, is dit punt in principe geborgd.

De regeling biedt ruimte om de aansluiting van privaat verhard oppervlak op een gemeentelijke regenwatervoorziening mee te nemen, zowel in het geval dat de private terreineigenaar dit doet als ook het geval dat de gemeente dit voor de betreffende eigenaar uitvoert (meeneemt in een gemeentelijk project). Ook in het laatste geval mag voor de betreffende afgekoppelde private percelen een aanvraag voor een bijdrage van het waterschap worden ingediend. Hiervoor zijn ook de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 6 van toepassing.

Artikel 5, lid 2

Het waterschap heeft een bedrag van maximaal 10 % van het beschikbaar gestelde bijdrageplafond gereserveerd voor gezamenlijke (communicatie-) activiteiten. Dit betreft activiteiten t.b.v. de promotie en uitvoer van de stimuleringsregeling, zoals gezamenlijke publiekscampagnes, informatiemateriaal, evaluaties en voorbereiding van een mogelijke vervolgregeling. Activiteiten gericht op andere thema’s, zoals bijv. goed rioolgebruik of vetcampagnes, komen niet voor een bijdrage vanuit deze regeling in aanmerking.

In de praktijk zullen gezamenlijke (communicatie-) activiteiten meestal worden opgepakt via het regiospoor. De uitwerking en gemeentelijke financiering van deze activiteiten vindt ook plaats via het regiospoor. Belangrijk aandachtspunt: een gemeente kan ook namens meerdere gemeenten optreden en mede namens hen een bijdrage voor de betreffende gezamenlijke activiteit indienen op dezelfde wijze als voor activiteiten conform artikel 5 (factuur en aanvraagformulier). Andere partijen dan gemeenten kunnen geen aanvraag indienen.

In voorkomende gevallen kan het waterschap het voor gezamenlijke (communicatie-)activiteiten gereserveerde budget inzetten voor afkoppelaanvragen van gemeenten. Artikel 7 lid 5 ziet op die mogelijkheid. Die situatie kan onder meer aan de orde zijn als blijkt dat het gereserveerde bedrag voor gezamenlijke (communicatie-)activiteiten niet (volledig) wordt benut en/of wanneer er onvoldoende budget beschikbaar is voor afkoppelen.

Artikel 6 – Aanvraagformulier

Een aanvraag voor een bijdrage van het waterschap bestaat uit een factuur en een ingevuld aanvraagformulier. Hierbij dienen gemeenten gebruik te maken van het door het dagelijks bestuur ter beschikking gestelde aanvraagformulier. Hierbij is de verantwoording van de gemeente aan het waterschap tot een minimum beperkt; datum toekenning subsidie project, adres, bedrag en afgekoppelde m2. Deze informatie is nodig om te voldoen aan de interne financiële- en accountants voorwaarden van WL.

De verantwoording en toetsing van subsidieaanvragen van de private partijen ligt bij de gemeenten. In de gemeentelijke modelverordening zullen de meest voorkomende verantwoordingsaspecten worden opgenomen. Hoewel het waterschap in het aanvraagformulier om minimale informatie vraagt, kan het waterschap desgewenst om aanvullende informatie vragen.

Artikel 7 – Looptijd nadere regel en bijdrageplafond

Artikel 7, lid 1: Deze nadere regel heeft een looptijd van 1-1-2022 t/m 31-12-2026. Dit betekent dat aanvragen van gemeenten t/m 31-12-2026 voor een bijdrage van het waterschap in aanmerking komen. De afhandeling van aanvragen van private partijen door de gemeente en de declaratie van het uitgekeerde bedrag bij het waterschap mag - binnen de voorwaarden van de nadere regel – plaatsvinden tot en met 1 oktober 2027.

Artikel 7, lid 4: Zie toelichting artikel 5, lid 2.

Artikel 8 – Hoogte van de bijdrage

Artikel 8, lid 1 Aanvragen worden in volgorde van binnenkomst behandeld. Indien een aanvraag aan de in deze nadere regel opgenomen eisen voldoet, zal het waterschap het de aangevraagde bijdrage uitkeren aan de betreffende aanvrager. Aanvragen die incompleet of incorrect zijn ingevuld worden niet in behandeling genomen.

Artikel 8, lid 3: Gemeenten mogen ook project- en/of proceskosten opvoeren voor de bijdrage van het Waterschap. De bijdrage voor de project- en proceskosten bedraagt ook maximaal 50% van de proceskosten en nooit meer dan 10% van het uitgekeerde bedrag per m2. Uitgangspunt daarbij blijft dat de uit te keren bijdrage van het Waterschap, inclusief bijdrage voor project- en proceskosten, nooit meer dan € 10, - per m² bedraagt. Eventuele meerkosten zijn voor eigen rekening van de betreffende gemeente.

Rekenvoorbeeld:

  • Gemeente keert € 10, - per m² uit. Zij kan op dat moment nog eens 10% hiervan aan proceskosten opvoeren. De maximaal op te voeren subsidiabele kosten bedragen dan € 11, 00 per m² (€ 10, - bijdrage aan private partij + € 1, - proceskosten) en de bijdrage van het Waterschap bedraagt € 5, 50.

  • Gemeente keert € 19, - per m² uit. Zij wil 10% proceskosten opvoeren. De subsidiabele kosten bedragen dan € 20, 90 (€ 19, - bijdrage private partij en € 1, 90 proceskosten) De bijdrage van het Waterschap bedraagt 50% van deze kosten, maar nooit meer dan € 10, - per m². In dit geval bedraagt de bijdrage van het Waterschap dus € 10, - per m².

  • Gemeente keert € 20, - per m2 uit. De bijdrage van WL bedraagt 50 % met een max van € 10, - per m2. De gemeente kan in dit geval geen proceskosten declareren bij WL omdat het maximale bedrag is bereikt.

Artikel 8, lid 4: Zie ook toelichting artikel 5, lid 2. De essentie van artikel 8, lid 3 is dat de bijdrage van het Waterschap maximaal 50% van de totale kosten voor deze activiteit bedraagt. Een gemeente kan daarbij namens meerdere gemeenten een aanvraag indienen. Per aanvraag geldt geen maximum bijdrage, anders dan dat het Waterschap nooit meer uitkeert dan via artikel 7 lid 4 voor gezamenlijke (communicatie-)activiteiten beschikbaar is gesteld.

Artikel 9 - Reservering budget en uitkering bedrag

Artikel 9, lid 1: Binnen de regeling wordt door het waterschap per gemeente een startbudget gereserveerd. Dit biedt de gemeente zekerheid omtrent de hoogte van het bedrag dat bij het waterschap gedeclareerd kan worden, namelijk het gereserveerde budget. In artikel 9.5 leest u wanneer u een volgende reservering kunt aanvragen.

Voordeel van het werken met opeenvolgende reserveringen is dat het beschikbare WL-bijdrage niet bij aanvang volledig wordt gereserveerd met een vast bedrag per gemeente, maar op deze manier zoveel mogelijk wordt ingezet op plaatsen waar de regeling goed loopt en daarmee de kans op uitputting wordt verhoogd. Het voorkomt zoveel mogelijk dat de regeling stilvalt in de ene gemeente doordat het gereserveerde budget op is, terwijl in een andere gemeente het gereserveerde budget niet (volledig) wordt uitgegeven.

Artikel 9, lid 2: De hoogte van het gereserveerde (basis)budget bedraagt maximaal € 50.000, - per gemeente. In de uitgangspuntennotitie afgesproken dat de hoogte van het gereserveerde (basis)budget van het waterschap 50% van de benodigde reservering van iedere gemeente voor de regeling o.b.v. scenario 3 bedraagt, met een maximum van € 50.000 per gemeente. De benodigde reservering per gemeente is gebaseerd op het inwonersaantal, conform huidige beleidsregel die eindigt op 31-12-2021.

Artikel 9, lid 3: Het exacte (basis) budget (zie ook artikel 9.2) wordt aan het begin van de looptijd van deze regeling schriftelijk aan iedere gemeente toegezonden.

Artikel 9, lid 4: Gemeenten kunnen een aanvraag voor een bijdrage indienen ter hoogte van maximaal het gereserveerde budget. Aanvragen worden in volgorde van binnenkomst behandeld.

Artikel 9, lid 5: Indien een gemeente 80% van het gereserveerde budget heeft aangevraagd, kan de gemeente een nieuwe reservering aanvragen. De hoogte van de reservering bedraagt maximaal het (basis)budget (zie artikel 9.3). Het staat de gemeente ook vrij een lager bedrag aan te vragen. Indien de gemeente dit niet expliciet vraagt, zal opnieuw een reservering ter hoogte van het basisbedrag worden afgegeven.

Artikel 9, lid 6: Indien het bijdrageplafond van het waterschap bijna is bereikt, kan de allerlaatste reservering dus lager uitvallen dan het normale (basis)budget van de betreffende gemeente.

Artikel 9, lid 7: Ook biedt de regeling ruimte voor herverdeling van de voor iedere gemeente gereserveerde bedragen bij onderbenutting van het gereserveerde (basis) budget.

Artikel 12 – Hardheidsclausule

In artikel 12 is tot slot nog een algemene hardheidsclausule opgenomen die het dagelijks bestuur de bevoegdheid geeft om van de nadere regel af te wijken. Denkbaar is dat van deze hardheidsclausule gebruikt wordt gemaakt indien een gemeente grote projecten oppakt en er meerdere beschikkingen tegelijk moeten worden afgegeven.