Deelverordening Samenleving: beleidsregels 2011

Beleidsregels behorend bij de Deelverordening Samenleving - 2011

Cultuur

1.Amateurkunst

Harmonie-, fanfarekorpsen en brassbands (hafabra)

Ingevolge artikel 2.5 van de Deelverordening Samenleving is het subsidieplafond voor de hafabra vastgesteld op € 13.000.

Het beschikbare budget wordt als volgt verdeeld:

fanfare: een basisbedrag van € 1.176

een bedrag per jeugdlid van € 60

brassband: een basisbedrag van € 735

een bedrag per jeugdlid van € 60

Drumbands en majorettekorpsen

Ingevolge artikel 2.10 van de Deelverordening Samenleving is het subsidieplafond voor de drumbands en majorettekorpsen vastgesteld op € 2.000.

Het beschikbare budget wordt als volgt verdeeld:

drumband: een basisbedrag van € 588

een bedrag per jeugdlid van € 34

majorettekorps: een basisbedrag van € 270

een bedrag per jeugdlid van € 34

Zangverenigingen

Ingevolge artikel 2.15 van de Deelverordening Samenleving is het subsidieplafond voor de zangverenigingen vastgesteld op € 1.500.

Het beschikbare budget wordt als volgt verdeeld:

• -

  een basisbedrag van € 270

• -

  een bedrag per jeugdlid van € 34

Toneelverenigingen

Ingevolge artikel 2.20 van de Deelverordening Samenleving is het subsidieplafond voor toneelverenigingen vastgesteld op € 2.000.

Het beschikbare budget wordt als volgt verdeeld:

• -

  een basisbedrag van € 270

• -

  een bedrag per jeugdlid van € 34

  • 2.

    Culturele activiteiten

Ingevolge artikel 2.23 van de Deelverordening Samenleving is het subsidieplafond voor het organiseren van culturele activiteiten vastgesteld op € 23.000.

Het beschikbare budget wordt als volgt verdeeld:

Eenmalige culturele activiteiten

• -

  voor eenmalige culturele activiteiten is een bedrag van € 10.000 beschikbaar;

• -

  maximaal de helft van de noodzakelijk gemaakte kosten wordt gesubsidieerd met een maximum van € 1.500 per activiteit, dit ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

Activiteiten voor jongeren op het terrein van de amateurkunst

• -

  voor activiteiten voor jongeren georganiseerd door verenigingen amateurkunst is een bedrag van € 5.000 beschikbaar;

• -

  maximaal de helft van de noodzakelijk gemaakte kosten wordt gesubsidieerd met een maximum van € 1.000 per activiteit, dit ter beoordeling van burgemeester en wethouders;

• -

  de activiteit dient ter stimulering van het binden van jongeren aan de amateurkunst;

• -

  samenwerking met het onderwijs en/of culturele instellingen, zoals de muziekschool, is een voorwaarde.

Activiteiten voor jongeren op het terrein van podiumkunsten

• -

  voor activiteiten voor jongeren op het terrein van podiumkunsten is een bedrag van € 5.000 beschikbaar;

• -

  maximaal de helft van de noodzakelijk gemaakte kosten wordt gesubsidieerd met een maximum van € 1.000 per activiteit, dit ter beoordeling van burgemeester en wethouders;

• -

  de activiteiten moeten een vernieuwend karakter hebben, dit ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

Begeleiding van koren

• -

  voor het begeleiden van koren door een professioneel orkest is een bedrag van € 1.000 beschikbaar;

• -

  maximaal de helft van de noodzakelijk gemaakte kosten wordt gesubsidieerd met een maximum van € 1.000 per activiteit, dit ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

Kunstprojecten in het basisonderwijs

• -

  voor kunstprojecten in het basisonderwijs is een bedrag van € 2.000 beschikbaar;

• -

  maximaal de helft van de noodzakelijk gemaakte kosten wordt gesubsidieerd met een maximum van € 500 per activiteit, dit ter beoordeling van burgemeester en wethouders;

• -

  de subsidie wordt verleend voor de kunstprojecten die in de Prikcultgids 'Kidscult' worden aangeboden aan het basisonderwijs.

3.Friese taal en cultuur

Ingevolge artikel 2.26 van de Deelverordening Samenleving is het subsidieplafond voor het organiseren van activiteiten op het terrein van de Friese taal en cultuur vastgesteld op € 3.000.

-maximaal de helft van de noodzakelijk gemaakte kosten wordt gesubsidieerd met een maximum van € 1.000 per activiteit, dit ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

Sport

1.Jeugdsport

Ingevolge artikel 3.5 van de Deelverordening Samenleving is het subsidieplafond voor een bijdrage in de loonkosten van het sporttechnisch kader ten behoeve van de training van jeugdleden vastgesteld op € 7.965.

Het beschikbare budget wordt als volgt verdeeld:

• -

  een bedrag per trainer(ster)/leider(ster) van € 68.

  • 2.

    Sportactiviteiten

Ingevolge artikel 3.9 van de Deelverordening Samenleving is het subsidieplafond voor het organiseren van activiteiten die voortvloeien uit gemeentelijke stimuleringsprojecten vastgesteld op € 4.950.

• -

  maximaal de helft van de noodzakelijk gemaakte kosten wordt gesubsidieerd met een maximum van € 450 per activiteit, dit ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Cursussen en trainingen

Ingevolge artikel 3.14 van de Deelverordening Samenleving is het subsidieplafond voor het deelnemen aan cursussen en trainingen vastgesteld op € 1.500.

-maximaal de helft van de noodzakelijk gemaakte kosten wordt gesubsidieerd met een maximum van € 300 per cursus of training, dit ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

Samenlevingszaken

1.Evenementen

Ingevolge artikel 4.5 van de Deelverordening Samenleving is het subsidieplafond voor de evenementen vastgesteld op € 24.490. Het beschikbare budget wordt als volgt verdeeld:

categorie 'nationaal' : € 1.350,00

categorie 'regionaal' : € 809,00

Beoordelingsvragen

Aan de hand van de volgende vragen wordt beoordeeld in welke categorie een evenement thuishoort.

Op welke wijze komt het evenement door middel van een redactioneel verslag in de publiciteit?

• -

  via regionale kranten 1 punt

• -

  via provinciale dagbladen / radio / tv 2 punten

• -

  via landelijke dagbladen / radio / tv 3 punten

Waar komen de deelnemers vandaan?

• -

  uit de gemeente 1 punt

• -

  uit de regio / provincie 2 punten

• -

  uit heel Nederland / buiten Nederland 3 punten

Wat is het aantal bezoekers van het evenement?

• -

  minder dan 5000 1 punt

• -

  tussen de 5000 en 8000 2 punten

• -

  meer dan 8000 3 punten

Bij een totaal van 3 tot en met 6 punten komt het evenement in categorie 'regionaal'

Bij een totaal van 7 tot en met 9 punten komt het evenement in categorie 'nationaal'

2.Leefbaarheid

Ingevolge artikel 4.11 van de Deelverordening Samenleving is het subsidieplafond voor leefbaarheid vastgesteld op € 45.162.

Het beschikbare budget wordt als volgt verdeeld:

• -

  per vereniging plaatselijk belang een bedrag van € 4.105.

  • 3.

    Sociaal-cultureel werk

Ingevolge artikel 4.17 van de Deelverordening Samenleving is het subsidieplafond voor het sociaal-cultureel werk vastgesteld op € 101.845.

• -

  het activiteitenbudget wordt vastgesteld op € 24.000

• -

  het budget voor subsidiabele kosten wordt vastgesteld op € 77.845.

Het beschikbare activiteitenbudget wordt als volgt verdeeld:

• -

  een bedrag van € 5,14 per jongere (5 t/m 17 jaar) per dorp.

  • 4.

    Ouderenwerk

Ingevolge artikel 4.21 van de Deelverordening Samenleving is het subsidieplafond voor het organiseren van activiteiten voor ouderen vastgesteld op € 3.000.

• -

  maximaal de helft van de noodzakelijk gemaakte kosten wordt gesubsidieerd met een maximum van € 1.000,-- per activiteit, dit ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

  • 5.

    EHBO-verenigingen

Ingevolge artikel 4.25 van de Deelverordening Samenleving is het subsidieplafond voor EHBO-verenigingen vastgesteld op € 900.

Het beschikbare budget wordt als volgt verdeeld:

-per vereniging een bedrag van € 244.