Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelasting Purmerend 2024

Geldend van 08-10-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 27-09-2024

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelasting Purmerend 2024

De raad van de gemeente Purmerend,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 september 2023,

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, artikel 225 van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelasting Purmerend 2024

(Verordening parkeerbelastingen Purmerend 2024)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Het RVV 1990: het reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990, Staatsblad 459;

  • 2.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder verstaan wordt in het RVV 1990, met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990;

  • 3.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen, voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • 4.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register ingeschreven was;

  • 5.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer voor het verlenen van diensten op het gebied van telefonische betaling, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur verstaan wordt;

  • 6.

    centrale computer: computer van een of meer bedrijven waarmee de gemeente Purmerend een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of een ander communicatiemiddel;

  • 7.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats behorend bij parkeerapparatuur;

  • 8.

    parkeervergunning: een op grond van de parkeerverordening verleende vergunning krachtens welke het toegestaan is een motorvoertuig op daartoe aangewezen parkeerplaats te parkeren.

  • 9.

    vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning verleend is.

  • 10.

    dag: etmaal

  • 11.

    week: een tijdvak van 7 etmalen aanvangende maandag 0.00 uur;

  • 12.

    maand: kalendermaand;

  • 13.

    kwartaal: kalenderkwartaal;

  • 14.

    dagkaart: parkeerticket aangeschaft bij parkeerautomaat, internet, belparkeren, of via app verkregen, voor het parkeren op een specifieke dag.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig met dien verstande dat:

      • als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder, wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

      • als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig gebruik heeft gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven door voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven door voldoening op aangifte.

  • 3. Bij de voldoening op aangifte moet het kenteken van het motorvoertuig waarmee wordt geparkeerd of waarvoor de vergunning geldt worden opgegeven, indien de aangifte wordt gedaan bij parkeerautomaten die zodanig zijn geprogrammeerd dat de aangifte moet worden gedaan met opgave van het kenteken.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobiele telefoon inloggen of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. 1.De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald na het einde van het parkeren, als het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobile telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 4. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 8 Restitutie

  • 1. Bij tussentijdse opzegging van een onder artikel 2, lid b bedoelde parkeervergunning kan restitutie worden verleend over de nog volle kalendermaanden die in het kwartaal resp. het jaar nog overblijven.

  • 2. De periode waarover restitutie wordt verleend is afhankelijk van de dag waarop de vergunning is ingeleverd bij het team Vergunningen, Beleid en Advies.

Artikel 9 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.

Artikel 10 Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 11 Bevoegdheid tot naheffingsaanslag, wielklem en wegsleepregeling

  • 1. Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, kan aan het voertuig ook een wielklem worden aangebracht, waardoor wordt verhinderd dat het voertuig wordt weggereden.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders wijst in alle gevallen de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast.

  • 3. Van de in lid 1 bedoelde bevoegdheid kan gebruik worden gemaakt indien:

    • voor een voertuig met een Nederlands kenteken waarvan de persoonsgegevens van de kentekenhouder kunnen worden verkregen, vier of meer niet-betaalde naheffingsaanslagen zijn opgelegd.

    • voor een voertuig met een buitenlands kenteken, één of meer geregistreerde waarschuwing(en) parkeren zonder te betalen is uitgedeeld.

  • 4. Indien na het aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken kan het voertuig naar de in art. 12 lid 5 genoemde plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.

Artikel 12 Aanbrengen wielklem en overbrenging voertuig

  • 1. De wielklem wordt aangebracht door de medewerker die is ingehuurd of aangesteld als handhaver bij de gemeente.

  • 2. De wielklem wordt op een zodanige wijze aangebracht dat het motorvoertuig niet wordt beschadigd.

  • 3. Op het motorvoertuig wordt bij het aanbrengen van de wielklem tevens een sticker aangebracht om personen die van het motorvoertuig gebruik willen gaan maken, op de wielklem te attenderen.

  • 4. Schade veroorzaakt doordat met de wielklem aan het voertuig wordt gereden komt niet voor rekening en risico van de gemeente.

  • 5. Voor het overgebrachte en in bewaring genomen voertuig zoals bedoeld in artikel 11, vierde lid van deze verordening wordt gebruik gemaakt van het terrein van garagebedrijf Cees Jonk en zn, gevestigd aan de Neckerstraat 1, 1441 KT in Purmerend.

Artikel 13 Verwijderen wielklem en teruggave voertuig

  • 1. De wielklem wordt verwijderd na telefonisch contact en als de opgelegde naheffingsaanslagen, eventuele kosten van (dwang)invordering en de kosten als bedoeld in de bij deze verordening behorende tarieventabel zijn voldaan.

  • 2. Als met de overbrenging ter bewaring van het voertuig is aangevangen, kan het voertuig door de kentekenhouder weer in gebruik worden genomen nadat de opgelegde naheffingsaanslagen, eventuele kosten van (dwang)invordering en de kosten als bedoeld in de bij deze verordening behorende tarieventabel zijn voldaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening Parkeerbelastingen Purmerend 2023”, vastgesteld door de gemeenteraad op 3 november 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4. De datum van ingang van de heffingen uit de verordening is 1 januari 2024.

  • 5. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Parkeerbelastingen Purmerend 2024".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 2 november 2023.

de raadsgriffier,

R.J.C. van der Laan

de voorzitter,

E. van Selm

Bijlage: Tarieventabel behorende bij de “Verordening parkeerbelastingen Purmerend 2024”.

Tarieventabel 2024 behorend bij de ‘ Verordening Parkeerbelastingen Purmerend 2024’

  • 1.

    Parkeerapparatuurplaatsen:

    Voor de parkeerapparatuurplaatsen in onderstaande tabel geldt voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, het volgende parkeertarief:

 
 
 

Parkeertarief per uur

Nr.

Locatie (wijk/straat)

Plaatsaanduiding

maandag t/m vrijdag

zaterdag

1. Centrum

 

Achterdijk

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Bierkade

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Beemsterburgwal

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Emmakade

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Gedempte Singelgracht

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Gedempte Where

Het parkeerterrein ter hoogte van de Gedempte Where 1 inclusief de parkeervakken parallel aan de Where.

€ 3,05

€ 3,05

 

Hoornsebuurt

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Houttuinen

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Kanaalkade

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Kanaalschans

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Kanaalstraat

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Kanaalstraat parkeerterrein

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Liduinatuin

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Looiersplein

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Molenplantsoen

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Nieuwstraat

Inclusief het parkeerterrein tussen de Nieuwstraat en de Plantsoenstraat, grenzend aan de Schapenmarkt

€ 3,05

€ 3,05

 

Oude Vismarkt

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Parkeerterrein Schapenmarkt

Inclusief het parkeerterrein tussen de Nieuwstraat en de Plantsoenstraat, grenzend aan de Schapenmarkt

€ 3,05

€ 3,05

 

Plantsoengracht

Het parkeerterrein bij de oude begraafplaats/Bolwerk

€ 3,05

€ 3,05

 

Plantsoenstraat

Het parkeerterrein bij de oude begraafplaats/Bolwerk met uitzondering van de camper parkeerplaatsen

€ 3,05

€ 3,05

 

Schipperspad

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Slotplein

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Tuinhof

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Tramplein

Ter hoogte van Tramplein 5

€ 3,05

€ 3,05

 

Venediën

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Wagenbeurs

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Weerwal

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Westerstraat

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Whereplantsoen

 

€ 3,05

€ 3,05

 
 
 
 
 

2. Zuiderpolder/Bloemenbuurt

 

B. Nieuwentijtstraat

 

€ 1,45

€ 1,45

 

Beukenstraat

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Brantjesoever

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Esdoornstraat

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Herengracht

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Fresiastraat

 

€ 1,45

€ 1,45

 

Hyacintenstraat

 

€ 1,45

€ 1,45

 

Jasmijnstraat

 

€ 1,45

€ 1,45

 

Julianaplein

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Julianastraat

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Kastanjelaan

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Oranjestraat

 

€ 1,45

€ 1,45

 

Populierenstraat

Inclusief het parkeerterrein achter stadhuis

€ 3,05

€ 3,05

 

Purmersteenweg

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Stationsweg

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Stationsweg

Parkeerterrein

€ 3,05

€ 3,05

 

Vooruitstraat

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Wilhelminalaan

 

€ 3,05

€ 3,05

 

Wolthuissingel

 

€ 3,05

€ 3,05

 
 
 
 
 

3. De Gors

 

Broekerhof

 

€ 1,45

 
 

Ilpendamstraat

 

€ 1,45

 
 

Jisperstraat

 

€ 1,45

 
 

Katwoudestraat

 

€ 1,45

 
 

Markerkade

 

€ 1,45

 
 

De Oeverlanden

Parkeerterrein voor complex De Dommel

€ 1,45

 
 

Purmerweg

 

€ 1,45

 
 

Rijperhof

 

€ 1,45

 
 

Waterlandlaan

Beide zijden van de parallelweg, ter hoogte van Waterlandlaan 40 (bibliotheek)

Eerste uur € 0,55

Daarna € 2,15 p/uur.

-

 

Waterlandplein

Parkeerterreintje ter hoogte van Waterlandplein 5

€ 1,45

-

 

Zeevangstraat

 

€ 1,45

 
 
 
 
 
 

4. Hazepolder

 

Hugo de Grootstraat

 

€ 1,45

€ 1,45

 

Kanaaldijk

Huisnummers 11 t/m 48

€ 1,45

€ 1,45

 

Neckerstraat

 

€ 1,45

€ 1,45

 

Schaepmanstraat

 

€ 1,45

€ 1,45

 

Thorbeckekade

 

€ 1,45

€ 1,45

 

Troelstraplein

 

€ 1,45

€ 1,45

 
 
 
 
 

5. Weidevenne

 

Kanaaldijk

Tussen Neckerstraat en melkweg

€ 1,45

€ 1,45

 

Kromme Wijzend

Parkeerplaatsen ter hoogte van Voorbuurt en Pleinbuurt

€ 1,45

€ 1,45

 

Mont Saint Michel

 

€ 1,45

€ 1,45

 

Neckerstraat

Tussen Wolgalaan en Kanaaldijk

€ 1,45

€ 1,45

 

Oosterbinnenpad

Tijdelijke parkeervakken

€ 1,45

€ 1,45

 

Piraeushaven

Binnenterrein van de Piraeushaven

€ 1,45

€ 1,45

 

Pleinbuurt

 

€ 1,45

€ 1,45

 

Rotterdamhaven

Parkeerplaats tussen Wolgalaan en Vuurtorengracht

€ 1,45

€ 1,45

 

Rotterdamhaven

Binnenterrein van gebouw Rotterdamhaven

€ 1,45

€ 1,45

 

Singelbuurt

 

€ 1,45

€ 1,45

 

Tussenbuurt

 

€ 1,45

€ 1,45

 

Wales

 

€ 1,45

€ 1,45

 

Wolgalaan

Tussen Mont Saint Michel en Vuurtoren-gracht

€ 1,45

€ 1,45

 

Zuiderbinnenpad

Tijdelijke parkeervakken

€ 1,45

€ 1,45

 
 
 
 
 

6. Wagenweggebied

 

Chris Lanooystraat

 

€ 1,45

€ 1,45

 

Lambertus Huisengastraat

 

€ 1,45

€ 1,45

 

Gerrit Offermanstraat

 

€ 1,45

€ 1,45

 

Overweerse Polderdijk

Het gedeelte tussen Hoornselaan en Schipperslaan

€ 1,45

€ 1,45

 

Plateellaan

 

€ 1,45

€ 1,45

 

Prinsenhof

 

€ 1,45

€ 1,45

 

Toon Dupuisstraat

 

€ 1,45

€ 1,45

 

Veilinghof

 

€ 1,45

€ 1,45

 

Wagenweg

 

€ 1,45

€ 1,45

 

Wagenweg

Parkeerterrein Wagenweg 12

€ 1,45

€ 1,45

 

Wherekant

 

€ 1,45

€ 1,45

 

Wherekant

Parkeerterrein Wherekant 30

€ 1,45

€ 1,45

  • 2.

    Parkeervergunningen:

    Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt met betrekking tot:

 

Type vergunning

 

Tarief

 
 
 
 

a.

Een bewonersvergunning geldig voor een parkeervergunninggebied als bedoeld in het vigerende Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening.

 
 

per kwartaal

22,00

per jaar

73,00

 

b.

Een tweede bewonersvergunning geldig voor een parkeervergunninggebied als bedoeld in het vigerende Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening.

 
 

per kwartaal

22,00

per jaar

73,00

 

c.

Een bedrijfsvergunning geldig voor een parkeervergunninggebied als bedoeld in het vigerende Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening

 
 

per kwartaal

142,00

per jaar

531,25

 

d.

Het tarief voor 80 uur parkeertijd met een mantelzorgvergunning bedraagt:

11,65

 

Per jaar kan maximaal 640 uur parkeertijd worden afgenomen

 
 
 
 
 
 

e.

Een zorgverlenersvergunning geldig voor alle parkeervergunninggebieden als bedoeld in het vigerende Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening

 
 

per kwartaal

209,50

per jaar

755,60

 

f.

Een functionele vergunning geldig voor alle parkeervergunninggebieden als bedoeld in het vigerende Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening.

 
 

per kwartaal

209,50

per jaar

755,60

 

g.

Het tarief voor 80 uur parkeertijd voor bewoners met een bezoekersvergunning bedraagt

17,50

 

Per jaar kan maximaal 400 uur parkeertijd worden gekocht.

 
 
 

h.

Een autodeelvergunning.

 
 

per jaar

73,00

inrichten van een autodeelplaats

€ 

336,60

 

J.

Een Werknemersvergunning geldig voor een parkeervergunninggebied als bedoeld in het vigerende Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening

 
 

per kwartaal

105,00

per jaar

420,00

 
 

Kosten naheffingsaanslag

 

Tarief

 
 
 
 
 

De kosten van de naheffingsaanslag bedragen

€ 

76,70

 
 
 
 
 

Kosten wielklem

 
 
 

De kosten voor het aanbrengen en verwijderen van de wielklem bedragen

229,00

 
 
 
 
 

Kosten wegslepen voertuigen

 
 
 

De kosten voor het overbrengen en in bewaring nemen van een voertuig met een maximumgewicht van 3500 kg bedragen:

 
 
 
  • a.

    Uitrijden

€ 

103,10

 
  • b.

    Werkzaamheden-laden

68,70

 
  • c.

    Transport en in bewaring nemen

€ 

114,50

 
  • d.

    Het bewaartarief bedraagt per etmaal of een gedeelte daarvan

13,50

 

Wanneer het voertuig binnen 3 maanden na het in bewaring stellen niet is afgehaald en de eigenaar niet bekend is, worden de kosten voor het in bewaring brengen bepaald door het bergingsbedrijf na voorafgaand overleg met het college.

 
 
 

Het tarief voor het overbrengen en in bewaring nemen wordt ook in rekening gebracht als door het wegsleepbedrijf met de overbrenging is aangevangen.

 
 
 

De kosten voor het overbrengen en in bewaring nemen van een voertuig met een gewicht boven de 3500 kg naar de bewaarplaats en het aldaar bewaren, worden bepaald door het bergingsbedrijf na voorafgaand overleg met het college.

 
 
 

De kosten wielklem en de kosten wegslepen voertuig zoals bovenstaand vermeld zijn incl BTW.

 
 

K.

Een Parkeervergunning voor Kampeervoertuigen, geldig voor de parkeerlocatie(s) als bedoeld in het vigerende Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening.

Per dag

9,15

 

Behoort bij besluit van de raad van de gemeente Purmerend, d.d. 19 oktober 2023

de raadsgriffier,