Eenmalige energietoeslag 2023 gemeente Kerkrade

Geldend van 01-11-2023 t/m heden

Intitulé

Eenmalige energietoeslag 2023 gemeente Kerkrade

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kerkrade, gelet op:

- titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

- artikel 35 van de Participatiewet;

overwegende dat:

- het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden huishoudens in aanmerking kunnen komen voor een eenmalige energietoeslag 2023;

- het daarom wenselijk is voor dit doel aanvullende beleidsregels vast te stellen op de Beleidsregels bijzondere bijstand Kerkrade.

besluit vast te stellen de beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2023 gemeente Kerkrade

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

1. a. wet: Participatiewet;

b. BRP: Basis Registratie Personen;

c. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kerkrade;

d. inkomen: totaal van het inkomen, bedoeld in artikel 1 van de Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Kerkrade;

e. huishouden: een alleenstaande, alleenstaande ouder of een gezin, zoals bedoeld in artikel 4 van de wet, woonachtig in de gemeente Kerkrade en ingeschreven in het BRP;

f. hoofdbewoner: de bewoner die het hoofdverblijf heeft in de woning en op wiens naam het huurcontract, niet zijnde onderhuur, of de koopovereenkomst van de woning staat ofwel iemand die officieel als bewoner van een woning of ander gebouw geregistreerd is en daarmee onder andere verantwoordelijk is voor het betalen van bepaalde lasten;

g. adres: Is een adres ingeschreven in het BRP;

h. onzelfstandige woonruimte: woning zonder eigen toegang, waarbij er sprake is van het delen van een of meerdere woonruimtes zoals het delen van een woonkamer, keuken, douche en toilet.

i. peildatum: 1 november 2023;

j. referteperiode:

• de volledige kalendermaand voorafgaand aan de peildatum;

• bij wisselende inkomsten drie maanden voorafgaand aan de peildatum voor personen in loondienst;

• voor huishoudens met een eigen onderneming geldt dat deze hun inkomsten in eerste instantie aannemelijk kunnen maken op basis van de aangifte omzetbelasting van de drie maanden, dan wel het kwartaal, voorafgaand aan de peildatum.

2. Begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet.

Artikel 2: Doelgroep eenmalige energietoeslag 2023

  • 1. Voor de toepassing van deze regeling wordt het vermogen niet in aanmerking genomen.

  • 2. Een huishouden (alleenstaande of gezin) heeft een laag inkomen als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 120 % van de toepasselijke bijstandsnorm.

  • 3. Huishoudens die zijn toegelaten tot schuldhulpverlening bij de Kredietbank Limburg of een schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, komen eveneens voor de tegemoetkoming in aanmerking.

  • 4. Tot een huishouden wordt niet gerekend de persoon die op de peildatum:

    a. in een inrichting verblijft als bedoeld in artikel 1 aanhef en onderdeel f van de wet, mits de inrichting voorziet in de energiekosten en deze energiekosten niet in rekening brengt bij de bewoners;

    b. jongeren van 18 t/m 20 jaar komen niet in aanmerking, tenzij zij een bijstandsuitkering ontvangen aangevuld met bijzondere bijstand als bedoeld in artikel 12 Participatiewet;

    c. is ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) met alleen een briefadres (dak- en thuislozen).

    d. kamerbewoner is, waaronder wordt verstaan een bewoner van een onzelfstandige woonruimte. Uitzondering hierop is de kamerbewoner met een eigen energiecontract of die kan aantonen dat energiekosten in de huurkosten zijn opgenomen;

    e. student is en die in aanmerking komt voor studiefinanciering als bedoeld in artikel 3.1, eerste of tweede lid, van de Wet studiefinanciering 2000;

    f. een kostendeler is waarbij een andere huisgenoot de toeslag al heeft ontvangen.

Artikel 3: Hoogte en duur energietoeslag

  • 1. De eenmalige energietoeslag 2023 van € 800 respectievelijk € 1.300 is bedoeld voor een zelfstandig huishouden (alleenstaande of gezin) met een laag inkomen en wordt ambtshalve of op aanvraag als bijzondere bijstand verleend, waarbij:

    a. Huishoudens die in 2023 reeds als energietoeslag € 500 hebben ontvangen, nog in aanmerking komen voor € 800 als ze aan de voorwaarden voldoen van deze beleidsregels;

    b. Huishoudens die in 2023 nog geen energietoeslag hebben ontvangen, in aanmerking komen voor € 1.300 als ze aan de voorwaarden voldoen van deze beleidsregels.

  • 2. a. In het geval dat meerdere personen/huishoudens op één adres wonen, wordt de energietoeslag toegekend aan de persoon/huishouden welke op de peildatum de hoofdbewoner is.

    b. Om als hoofdbewoner te kunnen worden aangemerkt, kan bij onduidelijkheid worden gevraagd om een kopie van het bankafschrift waarop de (laatste) termijnbetaling staat vermeld. Ook kan gevraagd worden naar het energiecontract voor het betreffende woonadres op de peildatum, dat de bewoner op zijn naam heeft staan.

  • 3. a. De energietoeslag is een bedrag voor de gestegen energiekosten en wordt voor 2023 toegekend. Bij verhuizing vanuit een andere gemeente waar de energietoeslag 2023 is ontvangen, ontstaat geen nieuw recht.

    b. Voor de inwoner, die in een vorige woongemeente reeds een bedrag van € 500 heeft ontvangen als voorschot op de toeslag voor 2023 of als toevoeging aan de toeslag voor 2022, bedraagt de toeslag € 800.

Artikel 4: Ambtshalve toekenning

  • 1. Huishoudens die voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 2, en:

    a. die een uitkering algemene bijstand levensonderhoud van de gemeente ontvangen,

    b. die algemene bijstand ontvangen van de Sociale Verzekeringsbank op grond van artikel 47a van de wet; of

    c. een uitkering ontvangen op grond van de IOAW en IOAZ; of

    d. ondernemers met een Bbz-uitkering voor levensonderhoud;

    ontvangen de eenmalige energietoeslag 2023 ambtshalve.

  • 2. In afwijking van het eerste lid vindt geen ambtshalve toekenning plaats aan huishoudens waarbij het college op voorhand kan vaststellen dat er geen recht op een energietoeslag meer bestaat. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan een verhuizing of wanneer er een wijziging in de woon- en/of leefsituatie is ontstaan.

Artikel 5: Aanvraag

  • 1. Huishoudens die niet in aanmerking komen voor een ambtshalve toekenning van de energietoeslag 2023 kunnen een aanvraag indienen met gebruikmaking van het door het college daartoe ter beschikking gestelde aanvraagformulier.

  • 2. De referteperiode betreft het inkomen voorafgaand aan de peildatum. Ook als de aanvraag in 2024 ligt, is de peildatum van toepassing.

  • 3. Er zijn situaties denkbaar waarbij de aanvrager op de peildatum weliswaar niet voldeed aan de voorwaarden voor de energietoeslag, maar de (enige) uitsluitingsgrond slechts van korte duur was. In deze gevallen kan maatwerk geleverd worden.

  • 4. Een aanvraag voor de eenmalige energietoeslag 2023 kan worden ingediend tot en met 31 maart 2024.

Artikel 6: Hardheidsclausule

  • 1.

    Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.

Artikel 7. Inwerkingtreding en duur beleidsregels

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 november 2023.

  • 2. Deze beleidsregels vervallen in beginsel op 1 april 2024. Ze behouden hun gelding alleen als en voor zover dat nodig is voor de afdoening van nog niet afgehandelde aanvragen, bezwaarschriften en beroepschriften.

Artikel 8. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Eenmalige energietoeslag gemeente Kerkrade 2023.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kerkrade op 31 oktober 2023.

Het College, De secretaris,

dr. T.P. Dassen Housen R.M.J.S. Stijns

Toelichting

De beleidsregel eenmalige energietoeslag 2023 staat niet op zich zelf, maar is gebaseerd op artikel 35

van de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet,

bijvoorbeeld omdat die persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een

uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op de energietoeslag. Soms kan dat een hardheid

inhouden. Daar voorziet artikel 5 in.

Artikel 2

Hoogte van de energietoeslag

De energietoeslag wordt uitgekeerd door de gemeente, en de gemeente bepaalt het bedrag. Voor een

grote groep huishoudens is de energietoeslag 2023 bepaald op € 800. Om de eerste helft van 2023 te

overbruggen heeft onze gemeente namelijk de energietoeslag van 2022 verhoogd met een bedrag

van € 500. Dit ging uit het budget voor de Energietoeslag 2023. Huishoudens die deze € 500 in 2023

niet hebben ontvangen, komen in aanmerking voor de volledige €1300, net als in 2022.

Kamerbewoner

Wat is een zelfstandige woning en wat is een onzelfstandige woning?

Een zelfstandige woning is een woning met eigen toegang en eigen keuken en toilet. Heeft u geen

eigen toegang of deelt u keuken of toilet met de bewoners van andere woningen/kamers? Dan is het

een onzelfstandige woning.

Zelfstandige woningen

Voorbeelden van zelfstandige woningen zijn: eengezinswoningen (vrijstaande woningen,

hoekwoningen, tussenwoningen); appartementen; portiekwoningen; maisonettes; galerijflats.

Onzelfstandige woningen (kamers)

Voorbeelden van onzelfstandige woningen zijn: kamers in studentenhuizen; hospitakamers (kamer in

huis van hoofdbewoner).

Studenten

Het wetsvoorstel kent daarnaast een aparte regeling voor studenten waarvan de ouders niet kunnen

bijspringen om de hogere energiekosten te betalen. Zij ontvangen een eenmalige tegemoetkoming

van € 400 via de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Dit geldt voor studenten met een uitwonende

basisbeurs en een aanvullende beurs, én voor studenten die langer studeren en eerder een

aanvullende beurs kregen. DUO betaalt deze tegemoetkoming vanafjanuari 2024 automatisch uit

aan de studenten die er recht op hebben.

Inkomen

Onder inkomen wordt in ieder geval verstaan: a. inkomen uit arbeid; b. inkomen uit de eigen

onderneming; c. inkomen uit een uitkering; d. pensioen of een uitkering uit een ander land dan

Nederland; e. inkomen uit verhuur;f inkomen uit partneralimentatie; g. inkomsten uit een PGB; h.

inkomsten uit studiefinanciering (WSF) of WTOS volgens het normbedrag genoemd in artikel 33, 2e lid

van de wet.