Verordening op de auditcommissie gemeente Oirschot

Geldend van 03-11-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening op de auditcommissie gemeente Oirschot

De raad van de gemeente Oirschot;

gelezen het voorstel van het Presidium van 6 september 2022, nummer 22.I000791;

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet

b e s l u i t

  • 1.

    Vast te stellen de Verordening op de auditcommissie gemeente Oirschot

  • 2.

    Op te heffen de huidige de commissie van de rekening, zoals ingesteld bij raadsbesluit van 24 april 2007

Artikel 1. De commissie

Er is een commissie van advies aan de raad, genaamd auditcommissie

Artikel 2 – Samenstelling en benoeming

  • 1. De auditcommissie bestaat uit ten minste 3 leden.

  • 2. Van elke in de raad vertegenwoordigde fractie kan maximaal één raadslid of één burgerraadslid in de auditcommissie worden benoemd. De artikelen 10, 11, 12 en 13 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op commissieleden die geen raadslid zijn.

  • 3. De leden worden door de raad benoemd op voordracht van de fracties.

  • 4. De benoeming geschiedt voor de zittingsperiode, gelijk aan die van de leden van de zittende raad. Dit geldt eveneens voor tussentijdse benoemingen.

  • 5. Het lidmaatschap van de auditcommissie vervalt door het verlies van de hoedanigheid van raadslid, door ontslagname, of door een met redenen omkleed besluit van de raad.

  • 6. Indien door een vacature het aantal leden onder het in het eerste lid benoemde minimum is gekomen, voorziet de raad onverwijld in de ontstane vacature.

  • 7. Leden van de auditcommissie worden bij afwezigheid niet vervangen.

  • 8. Het Presidium doet een voordracht van een technisch voorzitter en een plaatsvervangend technisch voorzitter. Een lid van de raad is voorzitter danwel plaatsvervangend voorzitter van de auditcommissie .De griffier (of diens plaatsvervanger) is vaste adviseur van de commissie.

  • 9. De auditcommissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris, die door de griffier wordt aangewezen.

  • 10. De auditcommissie heeft de volgende vaste adviseurs: de griffier, de portefeuillehouder financiën en de controller.

  • 11. De commissie kan besluiten te vergaderen zonder adviseurs.

  • 12. De commissie kan andere in- en externe adviseurs verzoeken de vergadering bij te wonen en advies uit te brengen aan de commissie.

Artikel 3 – Taken en bevoegdheden

  • 1. De commissie is belast met advisering aan en overleg namens de raad over alle activiteiten die van belang zijn voor een goede beheersing op het gebied van financiële rechtmatigheid en doelmatigheid, en het kunnen vervullen van haar toezichthoudende en controlerende bevoegdheid.

  • 2. Onder de in het eerste lid bedoelde activiteiten wordt in ieder geval begrepen:

    • a.

      De advisering over het Programma van Eisen voor de aanbesteding van de accountantscontrole en de voorbereiding van het aanbestedingstraject voor het contract met de accountant.

    • b.

      De bespreking van het rapport van bevindingen over de controle van de jaarrekening met de accountant en de advisering hierover aan de raad.

    • c.

      Het zo nodig aan de accountant kenbaar maken van onderzoeksonderwerpen voor de tussentijdse controle inclusief de evaluatie van de werkzaamheden van de accountant en de eventuele advisering hierover aan de raad.

    • d.

      De advisering over de vaststelling van het controleprotocol voor de accountantscontrole, met daarin eventuele bijzondere onderzoeksonderwerpen namens de raad.

    • e.

      De advisering over de vaststelling van het normenkader voor de rechtmatigheidsverantwoording.

    • f.

      De advisering over de kwaliteitsverbetering van de planning- en controlcyclus.

    • g.

      De advisering over de verordeningen gebaseerd op artikelen 212, 213 en 213a van de Gemeentewet.

    • h.

      Het toezicht op de opvolging van door de raad aangenomen aanbevelingen voortvloeiend uit de accountantscontrole, rekenkamercommissie onderzoeken en beleidsevaluaties.

  • 3. De auditcommissie is bevoegd aan de raad over de in het eerste en tweede lid genoemde taken voorstellen uit te brengen, voorzien van een ontwerp van de door de raad te nemen besluiten.

Artikel 4 – Vergadering, quorum, besluitvorming en verslaglegging

  • 1. De auditcommissie vergadert afhankelijk van de behoefte tot een vergadering, maar minimaal viermaal per jaar.

  • 2. De vergadering van de auditcommissie gaat niet door indien tenminste de helft plus één van de leden afwezig is.

  • 3. De voorzitter bepaalt in samenspraak met de griffier plaats, datum, uur en agenda van de vergadering.

  • 4. De oproepingen worden – spoedeisende gevallen uitgezonderd – ten minste een week voor de aanvang van de vergadering verstuurd. De voor de behandeling van die onderwerpen relevante stukken worden tegelijkertijd met de oproepingen aan de leden toegezonden.

  • 5. De vergaderingen van de auditcommissie zijn openbaar, tenzij de commissie anders bepaalt.

  • 6. In haar adviezen en voorstellen aan de raad streeft de commissie naar consensus. Indien er een minderheidsstandpunt is, wordt daarvan met redenen omkleed melding gemaakt.

  • 7. De secretaris maakt een beknopt verslag van het besprokene in de vergadering en draagt zorg voor agendering van dit verslag in de eerstvolgende vergadering van de auditcommissie.

  • 8. De verslagen van de auditcommissie zijn openbaar.

Artikel 5 – Geheimhouding

  • 1. De technisch voorzitter kan in een vergadering geheimhouding opleggen, op grond van een belang genoemd in artikel 5.1 van de Wet open overheid, over het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van aan hem overgelegde stukken. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig zijn en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen in acht genomen totdat de technische voorzitter haar opheft.

  • 2. Indien de auditcommissie zich ter zake van het behandelde waarvoor een verplichting tot geheimhouding geldt tot de raad heeft gericht, wordt de geheimhouding in acht genomen totdat de raad haar opheft.

  • 3. De auditcommissie kan op grond van een belang genoemd in artikel 5.1 van de Wet open overheid, geheimhouding opleggen ten aanzien van stukken die zij aan het college of de leden van de raad overlegt.

Artikel 6 – Slotbepaling

Bij twijfel over de betekenis of toepassing van de in deze verordening opgenomen bepalingen en in gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de auditcommissie.

Artikel 7 –Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 september 2022.

De voorzitter,

Judith Keijzers

De griffier,

Han Struijs