Verordening op de heffing en de invordering van leges waterschap Noorderzijlvest 2023

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges waterschap Noorderzijlvest 2023

Het algemeen bestuur van het waterschap Noorderzijlvest;

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 14 december 2022;

gelet op art. 115 lid 1, aanhef en onderdeel b en c Waterschapswet en art. 13.1a lid 1 en lid 3 Omgevingswet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Artikel 1 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag of verzoek tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit of een maatwerkvoorschrift, een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2. De heffing van leges, bedoeld in het eerste lid, geschiedt vanaf de dag waarop de Omgevingswet in werking treedt.

Artikel 2 Belastingplichtige

Belastingplichtig is de aanvrager, verzoeker, initiatiefnemer, degene voor wie de aanvraag of het verzoek is gedaan of degene aan wie het besluit of maatwerkvoorschrift wordt bekendgemaakt.

Artikel 3 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

a. voor het in behandeling nemen van een door het waterschap Noorderzijlvest ingediende aanvraag of verzoek tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

b. diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.

Artikel 4 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van aanslag.

Artikel 6 Termijnen van betaling

  • 1. Een aanslag moet worden betaald binnen zes weken na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 7 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 8 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of maatwerkvoorschrift wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of maatwerkvoorschrift in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag waarop de Omgevingswet in werking treedt.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening waterschap Noorderzijlvest 2023.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van waterschap Noorderzijlvest, gehouden op 14 december 2022 te Groningen.

R. van der Schaaf,

Dijkgraaf

B. Tammes,

Secretaris-directeur

Tarieventabel

Art. 1 Advies

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van de tarieventabel bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan advies als bedoeld in artikel 16.15 Omgevingswet moet uitbrengen, het bedrag van de voorafgaand aan de belastingplichtige, bedoeld in artikel 2 van de verordening, meegedeelde kosten, die blijken uit een begroting die door de heffingsambtenaar is opgesteld. In dit geval wordt een aanvraag of verzoek in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de belastingplichtige ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag of het verzoek voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Art. 2 Instemming

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van de tarieventabel bedraagt het tarief, als een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een daartoe aangewezen bestuursorgaan;

  • 1.

    het bedrag dat het Rijk aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn, naar de tarieven die daarvoor zijn opgenomen in de Omgevingsregeling, Stcrt. 2019, 56288, nadien gewijzigd in Stcrt. 2020, 64380, Stcrt. 2021, 15868, Stcrt. 2021, 28102, Stcrt. 2021, 31421, Stcrt. 2021, 34636, Stcrt. 2021, 21610, Stcrt. 2021, 34775, Stcrt. 2021, 35025, Stcrt. 2021, 37138, Stcrt. 2021, 48236, Stcrt. 2022, 713, Stcrt. 2022, 3912, Stcrt. 2022, 11749, Stcrt. 2022, 15886, Stcrt. 2022, 10295, Stcrt. 2022, 18273, Stcrt. 2022, 19875;

  • 2.

    het bedrag dat de Provincie Groningen aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn, naar de tarieven die daarvoor zijn opgenomen in de Legesverordening Provincie Groningen 1993, Provinciaal blad 1992, 49, nadien gewijzigd in Provinciaal Blad 2010, 15, Provinciaal blad 2010, 22, Provinciaal blad 2011, 31, Provinciaal blad 2012, 18, Provinciaal blad 2013, 59, Provinciaal blad 2014, 3382, Provinciaal blad 2015, 7592, Provinciaal blad 2016, 3951, Provinciaal blad 2016, 6231, Provinciaal blad 2017, 5478, Provinciaal blad 2018, 8751, Provinciaal blad 2019, 7613, Provinciaal blad 2020, 9850, Provinciaal blad 2021, 11120;

  • 3.

    het bedrag dat de Provincie Drenthe aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn, naar de tarieven die daarvoor zijn opgenomen in Hoofdstuk 6 en Bijlage 1 van de Belastingverordening Drenthe 2022, Provinciaal blad 2021, 11079;

  • 4.

    het bedrag dat de Provincie Fryslân aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn, naar de tarieven die daarvoor zijn opgenomen in de Legesverordening Provincie Fryslân 2019, Provinciaal blad 2018, 9630, nadien gewijzigd in Provinciaal Blad 2019, 7910, Provinciaal Blad 2020, 9250, Provinciaal Blad 2021, 11469;

  • 5.

    voor de niet onder de onderdelen a t/m d vallende situaties, het bedrag van de voorafgaand aan de belastingplichtige meegedeelde kosten, die blijken uit een begroting die door de heffingsambtenaar is opgesteld. In dit geval wordt een aanvraag of verzoek in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de belastingplichtige ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag of het verzoek voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.