Verordening afvoer grond- en hemelwater gemeente Zwijndrecht 2023

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening afvoer grond- en hemelwater gemeente Zwijndrecht 2023

De raad van gemeente Zwijndrecht;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 augustus 2023, nr. 2023-0074979;

gelet op artikel 10.32a van de Wet milieubeheer en de artikelen 149 en 156 van de Gemeentewet;

overwegende dat de Wet milieubeheer de bevoegdheid biedt bij verordening regels te stellen over het brengen van afvloeiend hemel- of grondwater op of in de bodem of in een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater en over het beëindigen van het lozen van afvloeiend hemel- en grondwater in een voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater;

overwegende dat het gewenst is met het oog op het beperken van wateroverlast, het beperken van verdroging en het doelmatig beheer van afvalwater regels te stellen over het beëindigen van lozingen van grond- en hemelwater op de vuilwaterriolering en een verplichte waterbergingscapaciteit bij zowel nieuwbouw als uitbreiding van verhard oppervlak;

besluit vast te stellen de:

Verordening afvoer grond- en hemelwater gemeente Zwijndrecht 2023

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    bebouwd oppervlak: oppervlak waarop gebouwen aanwezig zijn;

  • -

    bouwwerk: constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren, met inbegrip van de daarvan deel uitmakende bouwwerkgebonden installaties, anders dan een schip dat wordt gebruikt voor verblijf van personen en dat is bestemd en wordt gebruikt voor de vaart;

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwijndrecht;

  • -

    gebouw: bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

  • -

    groen dak: een begroeid dak dat tenminste bestaat uit een wortelwerende-, een drainage-, een substraat- en een vegetatielaag. Ook een groen dak systeem met cassettes voldoet hieraan;

  • -

    grondwaterscheidingsgebied: door het college aan te wijzen, geometrische begrenst gebied;

  • -

    hemelwaterscheidingsgebied: door het college aan te wijzen, geometrische begrenst gebied;

  • -

    nieuw gebouw: gebouw dat wordt opgericht na inwerkingtreding van deze verordening;

  • -

    nieuwe lozing van grondwater: lozing van grondwater die is gestart na inwerkingtreding van deze verordening;

  • -

    nieuw verhard oppervlak: verhard oppervlak dat wordt aangelegd na inwerkingtreding van deze verordening;

  • -

    openbaar hemelwaterstelsel: voorziening voor de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater, niet zijnde een openbaar vuilwaterriool, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast;

  • -

    openbaar ontwateringsstelsel: voorziening voor de inzameling en verdere verwerking van grondwater, niet zijnde een openbaar vuilwaterriool, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast;

  • -

    openbaar riool: openbaar vuilwaterriool, openbaar hemelwaterstelsel en openbaar ontwateringsstelsel;

  • -

    openbaar vuilwaterriool: voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast;

  • -

    verhard oppervlak: oppervlak waarop bouwwerken of verhardingen aanwezig zijn;

  • -

    waterberging: voorziening voor het tijdelijk vasthouden van hemelwater.

Hoofdstuk 2 Afkoppelen

Artikel 2 Lozingsverbod grondwater

  • 1.

    Met het oog op het doelmatig beheer van afvalwater is het verboden een nieuwe lozing van grondwater op het openbaar vuilwaterriool te starten.

  • 2.

    In het, nader door het college aan te wijzen, grondwaterscheidingsgebied is het verboden een bestaande lozing op het openbaar vuilwaterriool in stand te houden.

  • 3.

    De bestaande lozing van grondwater op het openbaar vuilwaterriool wordt beëindigd binnen 2 jaar nadat het verbod op een perceel van toepassing is geworden.

  • 4.

    Het college kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de verboden in dit artikel, als van degene die loost of de eigenaar van het bouwwerk of van het perceel redelijkerwijs geen andere wijze van afvoer van grondwater kan worden gevergd.

Artikel 3 Lozingsverbod hemelwater

  • 1.

    Met het oog op het doelmatig beheer van afvalwater is het, in het nader door het college aan te wijzen, hemelwaterscheidingsgebied verboden hemelwater te lozen op het openbaar vuilwaterriool.

  • 2.

    De lozing van hemelwater op het openbaar vuilwaterriool wordt beëindigd binnen 2 jaar nadat het verbod op een perceel van toepassing is geworden.

  • 3.

    Het college kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het verbod, als van de eigenaar van het bouwwerk of van het perceel redelijkerwijs geen andere wijze van afvoer van hemelwater kan worden gevergd.

Hoofdstuk 3 Waterberging

Artikel 4 Verplichting tot waterberging bij nieuwbouw en uitbreiding

  • 1.

    Met het oog op het beperken van wateroverlast, het beperken van verdroging en het doelmatig beheer van afvalwater wordt alleen hemelwater vanaf nieuwe gebouwen in een openbaar riool geloosd, als een hemelwaterberging is aangebracht en in stand gehouden op het betreffende perceel.

  • 2.

    De minimale capaciteit van de hemelwaterberging op het perceel is:

    • a.

      50 l per m2 bebouwd oppervlak op een particulier perceel dat voor wonen wordt gebruikt; en

    • b.

      50 l per m2 verhard oppervlak op andere percelen.

  • 3.

    Het eerste lid en tweede lid, aanhef en onder b, zijn ook van toepassing op de uitbreiding van verhard oppervlak op een perceel dat niet wordt gebruikt voor wonen, als het verharde oppervlak met meer dan 30% toeneemt en de toename meer dan 250 m2 bedraagt.

  • 4.

    De hemelwaterberging wordt bij andere percelen dan particuliere percelen zo ontworpen en in stand gehouden dat:

    • a.

      deze weer voor 90% beschikbaar is tussen:

      • i.

        1 en 2 dagen als het opgevangen hemelwater niet is bedoeld voor hergebruik; of

      • ii.

        3 en 4 dagen als het opgevangen hemelwater is bedoeld voor hergebruik; en

    • b.

      controle door de gemeente op de werking en het onderhoud kan plaatsvinden.

  • 5.

    De hoeveelheid hemelwater die niet kan worden geborgen, kan worden geloosd in het openbare riool of in de openbare ruimte, met uitzondering van achterpaden.

  • 6.

    Het college kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de verplichting om een hemelwaterberging aan te brengen, voor zover het aanbrengen of in stand houden van de hemelwaterberging redelijkerwijs niet mogelijk is.

  • 7.

    Bij de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt onderbouwd waarom het aanbrengen of in stand houden van de hemelwaterberging redelijkerwijs niet mogelijk is.

Artikel 5 Maatwerkvoorschriften

Het college kan maatwerkvoorschriften stellen over de inrichting en het beheer van de hemelwaterberging.

Artikel 6 Ontwerp- en revisietekening

Binnen vier weken na de realisatie van de hemelwaterberging wordt aan het college een ontwerp- en revisietekening van de hemelwaterberging toegestuurd, waaruit blijkt dat:

  • a.

    controle van de werking mogelijk is; en

  • b.

    onderhoud door de gemeente kan plaatsvinden.

Hoofdstuk 4 Overige bepalingen

Artikel 7 Werkingsgebieden

  • 1.

    Het college is bevoegd het grondwaterscheidingsgebied en het hemelwaterscheidingsgebied aan te wijzen.

  • 2.

    Het college houdt bij het wijzigen van de gebieden rekening met het gemeentelijk rioleringsplan of gemeentelijk rioleringsprogramma.

Artikel 8 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van de bepalingen bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen of groep van personen.

Artikel 9 Overgangsrecht

Artikel 4 is niet van toepassing op nieuwe gebouwen:

  • a.

    waarvoor een aanvraag om een omgevingsvergunning voor bouwen is ingediend voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening; of

  • b.

    waarover voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordeningen financiële afspraken zijn gemaakt tussen de gemeente en de initiatiefnemer.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening afvoer grond- en hemelwater gemeente Zwijndrecht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadvergadering van 10 oktober 2023.

de griffier, de voorzitter,

I.M. Odinot, T.J. Haan