Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur stadsdeel Centrum 2024

Geldend van 26-10-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2023

Intitulé

Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur stadsdeel Centrum 2024

Het dagelijks bestuur van stadsdeel Centrum van Amsterdam,

Gelet op onderdeel W.4 van het Bevoegdhedenregister behorende bij de verordening op het lokaal bestuur en artikel 5 van de Subsidieregeling gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten 2021-2024,

besluit vast te stellen de volgende regeling:

Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur stadsdeel Centrum 2024

Dit besluit treedt met terugwerkende kracht in werking per 1 juli 2023.

Artikel I

Het Uitwerkingsbesluit Kunst en Cultuur is opgesteld op basis van de door het college van B en W vastgestelde stedelijke subsidieregeling Gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten en wordt vastgesteld door het dagelijks bestuur. In dit Uitwerkingsbesluit is vastgelegd hoe de subsidieregeling ‘Gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten’ wordt toegepast in relatie tot de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur, het Kunstenplan 2021-2024, de gebiedsagenda’s en/of gebiedsplannen. Het dagelijks bestuur bepaalt, met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in bovengenoemde subsidieregeling, per soort activiteit de kaders waarbinnen de subsidie wordt verleend (onderdeel IV).

I

Kunst- en cultuurprofiel

Amsterdam is de culturele hoofdstad van Nederland en de meeste kunst- en cultuurinstellingen, velen van regionaal en zelfs (inter-)nationaal belang, bevinden zich in de binnenstad. Stadsdeel Centrum ondersteunt een aanvullend, buurtgericht en laagdrempelig cultuuraanbod gericht op de binnenstadbewoners. Een goede spreiding van de activiteiten over het stadsdeel wordt daarbij nagestreefd, zo ook een afwisselend aanbod waarbij uiteenlopende kunstdisciplines aan bod komen. De te subsidiëren cultuuractiviteiten spelen aantoonbaar in op de behoeften van de bewoners, zonder dat er wordt ingeboet aan artistiek-inhoudelijke kwaliteit. De activiteiten zijn qua thematiek en/of setting gericht op de buurt en dragen bij aan culturele buurtontmoeting. Het is een pré als de productie van werk van lokale kunstenaars en artiesten met de activiteit wordt bevorderd. Evenzo hebben activiteiten die door lokale bewoners, kunstenaars of organisaties worden georganiseerd ‘(voor- de- buurt-door-de-buurt’) een streepje voor.

II

Subsidieplafond (totaal)

€ 145.000,-

III

Subsidiabele activiteiten

  • a.

    Lokale en laagdrempelige culturele activiteiten voor buurtbewoners (eenmalig).

  • b.

    Open Ateliers (eenmalig)

IV

ACTIVITEIT A

Cultuuractiviteiten en –programma’s voor buurtbewoners (eenmalig).

Eenmalige activiteiten komen in aanmerking voor een subsidie van maximaal € 5.000,-. Indien er sprake is van een cultuurprogramma (zie definitie onder ad 3) geldt er een hogere maximale bijdrage van € 10.000,-.

De volgende aanvragen komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • Activiteiten met een besloten karakter (ofwel niet openbaar toegankelijk).

  • Activiteiten met een winstoogmerk.

  • Opdrachten voor kunst in de openbare ruimte.

  • Stadsdeeloverstijgende activiteiten waarbij het zwaartepunt buiten stadsdeel Centrum ligt.

  • Activiteiten die weliswaar in stadsdeel Centrum plaatsvinden, maar die een stedelijk, regionaal of landelijk bezoekersbereik beogen.

  • Indien andere fondsen zoals het Amsterdams Fonds voor de Kunst beter geëigend zijn om de activiteit te financieren, vormt dit een weigeringsgrond. Hetzelfde geldt als een andere subsidieregeling beter van toepassing is om de activiteit te subsidiëren dan de regeling Kunst en Cultuur

  • 1.

    doelgroep

Bewoners en bezoekers van stadsdeel Centrum

  • 2.

    soort subsidie

Eenmalige subsidie

  • 3.

    maximaal te subsidiëren bedrag per aanvraag

  • a.

    € 5.000,- voor eenmalige activiteiten

  • b.

    € 10.000,- voor een cultuurprogramma

  • definitie cultuurprogramma: ‘minimaal 3 activiteiten van wisselende kunstenaars c.q. artiesten, die in samenhangend verband over meerdere weken of maanden worden aangeboden (zoals een expositie- of concertreeks)‘

  • 4.

    deelplafond(s)

€ 62.500,- voor het subsidietijdvak 1 januari – 1 juli 2024

€ 62.500,- voor het subsidietijdvak 1 juli – 31 december 2024

  • 5.

    samenwerking vereist met een of meer partners bij uitvoering activiteiten

Samenwerking met andere (maatschappelijke en culturele) organisaties en/of met bewonersgroepen wordt aangemoedigd maar dit is niet vereist.

  • 6.

    eigen inkomsten en / of bijdragen van derden vereist

Eigen inkomsten en inkomsten van derden worden aangemoedigd maar hier wordt geen minimumnorm aan verbonden.

  • 7.

    behandeling op volgorde van binnenkomst of toepassing verdeelsleutel (artikel 7)

Toepassing verdeelsleutel (artikel 7 van de subsidieregeling, zie hierna bij 9).

  • 8.

    instelling adviescommissie

Geen formele commissie. Wel hebben de gebiedsteams een adviserende rol.

  • 9.

    beoordelingscriteria uit artikel 7 lid 3 waarop minimaal 3 punten gescoord moet worden

D. De mate waarin de activiteit past binnen het Uitwerkingsbesluit gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten van het stadsdeel (zie onderdeel I)

F. De zakelijke kwaliteit van de aanvrager en de uitvoerbaarheid van het plan.

  • 10.

    indieningstermijnen eenmalige subsidies van toepassing

Ja, twee indientermijnen per jaar:

  • vóór 1 oktober voorafgaand aan het subsidietijdvak lopende van 1 januari tot 1 juli;

  • vóór 1 april voorafgaand aan het subsidietijdvak lopende van 1 juli tot en 1 januari.

  • 11.

    natuurlijke personen mogen aanvragen voor deze regeling (naast rechtspersonen)

Ja

ACTIVITEIT B

Open Ateliers (eenmalige activiteiten)

Het gaat hierbij om evenementen georganiseerd door de 5 open atelierorganisaties in de binnenstad en onderling tussen deze organisaties afgestemd, die ten doel hebben bewoners en bezoekers van stadsdeel Centrum in contact te brengen met lokale kunstenaars en hun werk.

  • 12.

    doelgroep

Bewoners en bezoekers van stadsdeel Centrum

  • 13.

    soort subsidie

Eenmalige subsidie

  • 14.

    maximaal te subsidiëren bedrag per aanvraag

€ 10.000,-

  • 15.

    deelplafond(s)

€ 20.000,-

  • 16.

    samenwerking vereist met een of meer partners bij uitvoering activiteiten

Samenwerking met andere (maatschappelijke en culturele) organisaties en/of met bewonersgroepen wordt aangemoedigd maar dit is niet vereist.

  • 17.

    eigen inkomsten en / of bijdragen van derden vereist

Deelnemende kunstenaars dienen een eigen bijdrage te betalen, liefst rekening houdend met de financiële draagkracht van individuele kunstenaars (bijvoorbeeld korting voor Stadspasbezitters). Inkomsten van derden worden aangemoedigd maar hier wordt geen minimumnorm aan verbonden. Initiatieven met een winstoogmerk komen niet voor subsidie in aanmerking.

  • 18.

    behandeling op volgorde van binnenkomst of toepassing verdeelsleutel (artikel 7)

Volgorde van binnenkomst

  • 19.

    instelling adviescommissie

Nee

  • 20.

    beoordelingscriteria uit artikel 7 lid 3 waarop minimaal 3 punten gescoord moet worden

Nee

  • 21.

    indieningstermijnen eenmalige subsidies van toepassing

Nee

  • 22.

    natuurlijke personen mogen aanvragen voor deze regeling (naast rechtspersonen)

Nee

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 12 september 2023,

De voorzitter

Amelie Strens

De secretaris

Wolfgang Hövelmann

Bijlage

Uitwerking van de beoordelingscriteria uit artikel 7 lid 3 waar de aanvragen onder Activiteit A op worden beoordeeld (NB. De genoemde sub-criteria zijn aandachtspunten, tenzij er ‘weigeringsgrond’ wordt vermeld).

Algemene weigeringsgronden:

  • Stadsdeeloverstijgende activiteiten of programma’s waarbij het zwaartepunt buiten stadsdeel Centrum ligt, komen niet voor subsidie in aanmerking.

  • Hetzelfde geldt voor activiteiten of programma’s die in stadsdeel Centrum plaatsvinden maar een stedelijk bezoekersbereik beogen.

  • Opdrachten voor kunst in de openbare ruimte vallen buiten de reikwijdte van dit Uitwerkingsbesluit.

  • Indien andere fondsen zoals het Amsterdams Fonds voor de Kunst beter geëigend zijn om de activiteit te financieren, vormt dit een weigeringsgrond. Hetzelfde geldt als een andere subsidieregeling beter van toepassing is om de activiteit te subsidiëren dan de regeling Kunst en Cultuur.

Criteria:

a) “de mate waarin de activiteit bijdraagt aan het bevorderen van de kwaliteit van de leefomgeving in buurten en gebieden in het stadsdeel”

  • De activiteit is openbaar toegankelijk (weigeringsgrond)

  • Er is sprake van een “door de buurt – voor de buurt” – activiteit.

  • De activiteit helpt bewoners meer voeling te krijgen met hun eigen buurt (inspelend op de geschiedenis van de buurt / voor de buurt revelante thema’s).

  • De activiteit is laagdrempelig voor buurtbewoners en draagt bij aan culturele buurtontmoeting.

  • De initiatiefnemer maakt aannemelijk dat wordt ingespeeld op de behoeften van buurtbewoners / ondernemers / lokale kunstenaars.

b) “de mate waarin de activiteit gericht is op het in stand houden, verbreden en vernieuwen van aanbod van gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten waaraan zoveel mogelijk (groepen) bewoners actief en/of passief kunnen deelnemen”

Behoud van het goede (herhaalde activiteit)

  • De eerdere activiteit was succesvol en…

  • De activiteit is qua vorm en inhoud nog actueel en voldoende prikkelend.

Vernieuwing van aanbod (nieuwe activiteit)

  • Er is sprake van een nieuwe activiteit met meerwaarde t.o.v. het bestaande (qua vorm en inhoud)

  • Er valt te verwachten dat er nieuwe bewoners worden bereikt met deze activiteit.

c) “de mate waarin de activiteit zich onderscheidt door de artistiek-inhoudelijke kwaliteit en professionaliteit”

  • De initiatiefnemer heeft een duidelijke artistieke visie (CV en/ of activiteitenplan)

  • Verwacht wordt dat er een zekere kwaliteit wordt geleverd (CV en/ of activiteitenplan)

  • Er is sprake van een interessant artistiek concept (activiteitenplan)

  • Indien er sprake is van een herhaalde activiteit: er wordt gereflecteerd op de uitvoering van eerdere activiteiten (activiteitenplan)

d) “de mate waarin de activiteit past binnen het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur van het stadsdeel”

NB: aanvraag wordt afgewezen indien hierop minder dan 3 punten wordt gescoord.

  • Stedelijke / landelijke activiteiten zonder duidelijk afgebakende buurtcomponent worden afgewezen (enkel gebruik maken van een podium in de binnenstad is onvoldoende).

  • De activiteit is onderscheidend en voegt iets (buurtgerichts) toe aan de stedelijk en landelijk georiënteerde culturele aanbod in de binnenstad.

  • De activiteit heeft plaats in een buurt waar weinig cultureel aanbod is.

  • De activiteit is qua thematiek en/of setting lokaal gericht.

  • De activiteit is laagdrempelig voor de buurt zonder dat er wordt ingeboet op artistieke kwaliteit.

  • De activiteit heeft plaats in een buurt waar de leefbaarheid onder druk staat (bijvoorbeeld door toerisme, horeca etc).

e) “de mate waarin de activiteit een positieve bijdrage levert aan het kunstklimaat in een of meer gebieden”

  • de activiteit brengt lokale bewoners met kunstenaars en/of kunstenaars onderling in contact.

  • de activiteit stimuleert de productie van werk door lokale artiesten en stimuleert onderlinge kruisbestuiving.

  • de activiteit voegt iets nieuws toe aan het lokale kunstaanbod (onderbelichte discipline, gericht op andere doelgroep, etc -> een afwisselend aanbod wordt nagestreefd).

  • Er is sprake van (vernieuwende) samenwerkingsverbanden tussen (wijk)partners.

f) “de zakelijke kwaliteit van de aanvrager en de uitvoerbaarheid van het plan”

NB: aanvraag wordt afgewezen indien hierop minder dan 3 punten wordt gescoord.

Bedrijfsvoering:

  • Sluitende begroting.

  • Haalbaarheid (organisatie, plan is realistisch en uitvoerbaar)

  • Verhouding kosten/kwaliteit.

  • Mate van cofinanciering dan wel de mate waarin aantoonbaar moeite is gedaan om aanvullende fondsen te verwerven.

Communicatieparagraaf

  • Er wordt duidelijk gemaakt hoe lokale bewoners worden betrokken / geworven / bereikt.

TOELICHTING

Het Uitwerkingsbesluit Kunst en Cultuur, vastgesteld door het college van B en W, maakt integraal onderdeel uit van de stedelijke subsidieregeling Gebiedsgebonden Kunst- en Cultuuractiviteiten en wordt vastgesteld door het dagelijks bestuur. Dit betekent dat voor elk stadsdeel een apart Uitwerkingsbesluit geldt. Een aantal variabele componenten van de stedelijke regeling Gebiedsgebonden Kunst- en Cultuuractiviteiten wordt per stadsdeel ingevuld of gedefinieerd.

In onderdeel I van het Uitwerkingsbesluit wordt een korte beschrijving opgenomen van het kunst- en cultuurprofiel van het stadsdeel gerelateerd aan de gebiedsagenda’s en/of gebiedsplannen en binnen het kader van de Hoofdlijnen en het Kunstenplan 2017-2020.

In onderdeel II neemt het dagelijks bestuur het subsidieplafond op. Het gaat daarbij om het bedrag dat in totaal beschikbaar is voor de uitvoering van deze subsidieregeling. Het subsidieplafond is opgedeeld is in deelplafonds.

Gebaseerd op het kunst- en cultuurprofiel, volgt in onderdeel III een opsomming van de subsidiabele activiteiten.

Van elke soort activiteit die voor subsidie in aanmerking komt bepaalt het dagelijks bestuur in onderdeel IV van het uitwerkingsbesluit de kaders waarbinnen de subsidie wordt verleend. De onderdelen van de kaders die het dagelijks bestuur zelfstandig kan invullen dan wel definiëren zijn vastgelegd in artikel 5 lid 3 van de regeling.

In Hoofdstuk 3, artikel 7, lid 3, staan 6 criteria die de basis vormen van de beoordeling van subsidieverzoeken. Door middel van een verdeelsleutel kan niet alleen een toekenningsgrond, maar ook een weigeringsgrond worden onderbouwd.