Kwijtscheldingsregeling Waterschap De Dommel 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Kwijtscheldingsregeling Waterschap De Dommel 2024

Het algemeen bestuur van Waterschap De Dommel;

op voordracht van het dagelijks bestuur van 5 september 2023;

gelet op de artikelen 144 van de Waterschapswet, artikel 26 invorderingswet 1990, de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen;

gelet op de door het Algemeen Bestuur genomen besluiten op 19 december 1990, 20 december 1995, 26 oktober 1994, 11 november 1998, 29 september 2021 en 4 oktober 2023;

overwegende dat het gewenst is regels vast te leggen in een kwijtscheldingregeling voor het verlenen van kwijtschelding van de waterschapsbelastingen;

B E S L U I T

vast te stellen de Kwijtscheldingsregeling Waterschap De Dommel 2024.

Artikel 1. Heffingen waarvoor kwijtschelding kan worden verleend

Op verzoek wordt uitsluitend kwijtschelding verleend voor de op basis van de desbetreffende belastingverordening opgelegde aanslagen betrekking hebbende op:

  • a.

    de watersysteemheffing ingezetenen, bedoeld in artikel 117, eerste lid, onder a van de Waterschapswet;

  • b.

    de zuiveringsheffing ter zake van het afvoeren van stoffen vanuit een woonruimte (ten behoeve van het zuiveren van afvalwater) bedoeld in artikel in artikel 122d, tweede lid onder a, van de Waterschapswet;

  • c.

    de verontreinigingsheffing als bedoeld in artikel 7.2 derde lid onder a van de Waterwet, voor zover deze wordt geheven ter zake van het lozen vanuit een woonruimte.

Artikel 2. Gehele kwijtschelding

In het geval een belastingplichtige voor kwijtschelding in aanmerking komt, wordt de aanslag volledig kwijtgescholden.

Artikel 3. Kosten van bestaan

  • a.

    In afwijking van artikel 16 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan vastgesteld op 100%.

  • b.

    In afwijking van het eerste lid worden de kosten van bestaan van de in artikel 1a van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen bedoelde AOW-gerechtigde personen gesteld op 100% van de toepasselijke in artikel 1a bedoelde netto AOW bedragen.

Artikel 4. Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel

  • a.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • b.

    De ingangsdatum van deze regeling is 1 januari 2024.

  • c.

    Met ingang van de in het tweede lid genoemde datum, wordt de, bij besluit van het Algemeen Bestuur van Waterschap De Dommel van 24 november 2021, vastgestelde Kwijtscheldingsregeling Waterschap De Dommel 2022 ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op aanvragen die voor die datum zijn ingediend.

  • d.

    Deze regeling wordt aangehaald als “Kwijtscheldingsregeling Waterschap De Dommel 2024”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 4 oktober 2023.

E. de Ridder

(watergraaf)

H.J. Kielenstijn

(secretaris)

Toelichting op de Kwijtscheldingsregeling Waterschap De Dommel 2024

Algemeen

Op grond van artikel 144, tweede lid Waterschapswet wordt voor waterschapsbelastingen kwijtschelding verleend met toepassing van de krachtens artikel 26 Invorderingswet 1990 geldende regels (Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990).

Het algemeen bestuur kan echter binnen bepaalde grenzen afwijkende regels stellen die ertoe leiden dat in het geheel géén dan wel gedeeltelijk kwijtschelding wordt verleend of dat in ruimere mate kwijtschelding wordt verleend op basis van artikel 144 Waterschapswet, Uitvoeringsregeling Invorderingswet en de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen.

In deze kwijtscheldingsregeling zijn vastgelegd en geactualiseerd de door het bestuur eerder genomen besluiten in de kwijtschelding. Het betreft het besluit van 19 december 1990 waarin het waterschap besloot kwijtschelding te gaan verlenen in de verontreinigingsheffing. Deze kwijtschelding werd op 26 oktober 1994 uitgebreid voor de verontreinigingsheffing ingezetenen. Op 20 december 1995 besloot het bestuur tot een verhoging van de kwijtscheldingsnorm van 90% naar 95%. De kwijtschelding is bij besluit van 29 september 2021 verder uitgebreid voor AOW-gerechtigden. Bij besluit van 4 oktober 2023 is de kwijtscheldingsnorm tot slot verhoogd van 95% naar 100% van het bijstandsniveau.

Artikel 1

In dit artikel worden de waterschapsbelastingen genoemd waarvoor kwijtschelding mogelijk is. De aanslagen watersysteemheffing gebouwd/ongebouwd komen niet voor kwijtschelding in aanmerking ongeacht welk (gedifferentieerd) tarief de aanslag betreft.

Artikel 2

Het algemeen bestuur kan aangeven of gehele of gedeeltelijke kwijtschelding wordt verleend. Dit artikel geeft weer dat het bestuur ervoor gekozen om de aanslag volledig kwijt te schelden.

Artikel 3

Onderdeel a

Dit artikel leidt ertoe dat in ruimere mate kwijtschelding wordt verleend dan in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 is geregeld. De ministeriële regeling gaat er namelijk vanuit dat 90% van de bijstandsuitkering moet worden beschouwd als minimale kosten van bestaan (de zogenaamde 90%-kwijtscheldingsnorm). Het waterschap verruimt deze norm tot 100%, met als gevolg dat de belastingplichtige eerder voor kwijtschelding in aanmerking komt. In dit artikel is daarom het percentage, genoemd in artikel 16 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, bepaald op 100% van de bijstandsnorm.

Onderdeel b

In dit artikel wordt een verruiming toegepast voor AOW-gerechtigden. Voor hen worden de kosten van bestaan gesteld op 100% van de in artikel 1a van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen bedoelde netto AOW-bedragen.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2024. Met ingang van 1 januari 2024 vervalt de eerder opgestelde kwijtscheldingsregeling. De eerdere kwijtscheldingsregeling blijft wel van toepassing op kwijtscheldingsverzoeken die voor de ingangsdatum van dit besluit zijn ingediend.