Subsidieregeling gemeentelijke monumenten gemeente Maashorst 2023

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling gemeentelijke monumenten gemeente Maashorst 2023

Het College van burgemeester en wethouders;

overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan behoud en herstel van gemeentelijke monumentale objecten en groenmonumenten;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Maashorst 2022 en artikel 4:81 van de Algemene Wet Bestuursrecht;

b e s l u i t

vast te stellen de volgende

Subsidieregeling gemeentelijke monumenten gemeente Maashorst 2023

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening gemeente Maashorst 2022;

  • b.

    Besluit subsidieplafonds: De verzameling van subsidieplafonds zoals jaarlijks vastgesteld door het college;

  • c.

    Commissie, de monumentencommissie ingesteld bij de Verordening Monumentencommissie 2017 (tot 01-02-2024) of commissie omgevingskwaliteit, ingesteld bij de Verordening op de commissie Omgevingskwaliteit (vanaf 01-02-2024);

  • d.

    College: College van burgemeester en wethouders van de gemeente Maashorst;

  • e.

    Deskundig boomverzorger: een deskundige ter zake van de verzorging van bomen en houtopstanden, die lid is van Kring van Praktiserende Boomverzorgers (KPB) en/of lid is van de Nederlandse Vereniging van Beëdigde Taxateurs van Bomen (NVBTB);

  • f.

    Eigenaar: een natuurlijke of rechtspersoon, die in de kadastrale registers als eigenaar, erfpachter of houder van het recht van opstal van een gemeentelijk monument staat ingeschreven;

  • g.

    Gebouwd monument: een onroerend monument dat overeenkomstig de Monumentenverordening 1994 of de verordening Fysieke Leefomgeving gemeente Maashorst als beschermd gemeentelijk monument op de gemeentelijke monumentenlijst is geplaatst;

  • h.

    Groenmonument: monumentale houtopstand, vastgesteld door het college;

  • i.

    Monumentenwacht: de Stichting Monumentenwacht Noord-Brabant;

  • j.

    Monumentenwet: Monumentenwet 1988;

  • k.

    Onderhoud: werkzaamheden die noodzakelijk zijn om een monument in goede staat te houden en/of om toekomstig groot onderhoud en kostbare restauraties te voorkomen of te verminderen;

  • l.

    Omgevingsvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, of 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • m.

    Subsidiabele kosten: kosten die in het kader van deze subsidieregeling in aanmerking komen voor subsidie.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op subsidieaanvragen die betrekking hebben op onderhoudswerkzaamheden aan gemeentelijke monumenten, die beogen de monumentale waarden van het gemeentelijk monument, of het groenmonument in stand te houden.

Artikel 3. Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond is het bedrag dat in enig jaar ten hoogste beschikbaar is voor het verstrekken van subsidies op basis van deze subsidieregeling, zoals vastgesteld in het vigerende besluit subsidieplafonds.

  • 2. Aanvragen worden beoordeeld op volgorde van binnenkomst.

  • 3. Het college kan voor gebouwde monumenten en groenmonumenten afzonderlijke maxima vaststellen. Mits het totaalbedrag bedoelde in het eerste lid niet wordt overschreden.

Artikel 4. Subsidiariteit

Een subsidie wordt niet verstrekt voor zover uit een andere bron middelen worden of kunnen worden verkregen.

Hoofdstuk 1: Gebouwde monumenten

Paragraaf 1.1 Inspectie

Artikel 5. Subsidie voor inspectie

Eigenaar van een gemeentelijk monument kan zich abonneren op de monumentenwacht Noord-Brabant.

De kosten van het abonnement en de bijhorende periodieke bouwkundige inspecties aan het monument kunnen worden vergoed door de gemeente.

Om in aanmerking te komen voor vergoeding zoals bedoeld in artikel 5, lid 2 geeft de eigenaar toestemming voor het delen van de inspectierapporten met een gemeentelijk bestuursorgaan.

Paragraaf 1.2 Onderhoud

Artikel 6. Subsidie voor onderhoud

  • 1. De subsidie bedraagt ten hoogste 35% van de vastgestelde subsidiabele kosten, met een maximum van € 5.000.

  • 2. Een subsidie die kleiner is dan € 300 wordt niet verstrekt.

  • 3. Het college kan per gemeentelijk monument eenmaal per jaar éen subsidie verlenen: deze subsidie mag maar eenmaal per vijf jaar hetzelfde onderdeel betreffen.

Artikel 7. Subsidiabele kosten

  • 1. Subsidie kan worden verleend voor de noodzakelijk geachte onderhoudskosten van een gemeentelijk monument. Onderhoudskosten worden noodzakelijk geacht indien ze geadviseerd zijn in een actueel inspectierapport van de Monumentenwacht Noord-Brabant.

  • 2. Indien de eigenaar het onderhoud geheel of gedeeltelijk zelf uitvoert, zijn diens loonkosten niet subsidiabel, tenzij hij die werkzaamheden verricht in het kader van een door hem gedreven onderneming.

  • 3. Indien onderhoudskosten op grond van een verzekering worden gedekt, worden de subsidiabele kosten verminderd met het bedrag dat ontstaat door het bedrag van de verzekeringspenningen te vermenigvuldigen met de breuk die ontstaat door de subsidiabele restauratiekosten te delen door de restauratiekosten.

Artikel 8. Overige kosten

  • 1. College kan in afwijking van, of ter aanvulling op de in artikel 3.1 bedoelde onderhoudskosten incidenteel subsidie verstrekken voor restauraties, reconstructies of specifieke onderdelen van beschermde objecten of gebieden als volgens het college daar in het belang van de monumentenzorg aanleiding voor is.

  • 2. In het kader van dit artikel te verstrekken subsidies kunnen mede begrepen worden:

    • a.

      Legeskosten

    • b.

      Kosten voor het opstellen van een haalbaarheidsonderzoek;

    • c.

      Kosten voor het opstellen van een bouwhistorisch en/of waarde stellend onderzoek

Artikel 9. Weigeringsgronden

  • 1. Een subsidie wordt in elk geval geweigerd, indien:

    • a.

      de kosten niet in redelijke verhouding staan tot het te verwachten resultaat en het wenselijke onderhoud;

    • b.

      Het onderhoud noodzakelijk is geworden door een aan de eigenaar te verwijten nalatigheid of achterstallig onderhoud.

    • c.

      Met de uitvoering van het onderhoud is begonnen voordat het college over de subsidieaanvraag heeft beslist;

    • d.

      In geval de voor het verrichten van het onderhoud noodzakelijke vergunningen niet zijn verleend;

    • e.

      In geval de gemeente op voet van een andere regeling subsidie heeft verleend;

    • f.

      In geval er geen actuele inspectierapport kan worden overlegd waarin de onderhoudswerkzaamheden als noodzakelijk worden aangemerkt.

  • 2. Een subsidie wordt geheel of gedeeltelijk geweigerd, indien het in artikel 2, eerste lid bedoelde subsidieplafond is bereikt. Aanvrager kan in het volgende jaar opnieuw in aanmerking komen voor subsidie.

Artikel 10. Doelgroep

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan de eigenaar.

Artikel 11. Aanvraag

  • 1. Een subsidieaanvraag moet worden ingediend op het daartoe door of namens het College vastgestelde formulier.

  • 2. De aanvraag gaat vergezeld van een offerte, een actueel inspectierapport van de Monumentenwacht Noord-Brabant en tekeningen en/of foto’s van de bestaande toestand en tekeningen waarop de voorgenomen herstellingen of wijzigingen staan aangegeven

  • 3. De offerte omvat alle kosten van het onderhoudswerk, is niet ouder dan één jaar gespecificeerd in hoeveelheden uren en materialen en maakt inzichtelijk:

    • a.

      De uit te voeren onderhoudswerkzaamheden.

    • b.

      een bestek of werkomschrijving gebaseerd op de onder a. bedoelde beschrijving per onderdeel van de toe te passen constructie, materialen, afwerkingen en kleuren, alsmede van de wijze van verwerking daarvan.

  • 4. Het inspectierapport toont aan dat de geplande onderhoudswerkzaamheden noodzakelijk zijn.

  • 5. De begroting omvat alle kosten van het onderhoudswerk, is niet ouder dan één jaar en is gespecificeerd in hoeveelheden uren en materialen.

  • 6. Het College geeft een voorlopig besluit op een aanvraag binnen 8 weken na ontvangst.

Artikel 12. Voorschriften

  • 1. Aan het verlenen van een subsidie worden ten minste de volgende voorschriften verbonden:

    • a.

      de werkzaamheden dienen oordeelkundig te worden uitgevoerd;

    • b.

      binnen negen maanden na het verlenen van de subsidie moet met de onderhoudswerkzaamheden zijn begonnen;

    • c.

      de werkzaamheden moeten binnen achttien maanden na het verlenen van de subsidie zijn voltooid.

  • 2. Het College kan in bijzondere gevallen afwijking van de in het eerste lid, onder b en c, vermelde termijnen toestaan.

Artikel 13. Gereedmelding en vaststelling van de subsidie

  • 1. De aanvrager aan wie het college op grond van artikel 2.1 van deze verordening subsidie hebben verleend, moet binnen drie maanden na het gereedkomen van de werkzaamheden schriftelijk aangeven dat de werkzaamheden zijn afgerond.

  • 2. De gereedmelding als bedoeld in het eerste lid wordt tevens aangemerkt als een aanvraag tot definitieve vaststelling van de verleende subsidie.

  • 3. De gereedmelding c.q. het verzoek om de subsidie definitief vast te stellen gaat vergezeld van een specificatie van de kosten en kopieën van alle nota's en betalingsbewijzen die op de uitgevoerde werkzaamheden betrekking hebben.

  • 4. Indien na afloop van de termijn als bedoeld in het eerste lid geen volledige aanvraag tot vaststelling van de subsidie is ingediend, kan het college de subsidie ambtshalve vaststellen.

  • 5. Binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag, als bedoeld in artikel 5.1 lid 2, besluit het college omtrent de vaststelling van de subsidie.

  • 6. Vaststelling van het definitieve subsidiebedrag vindt pas plaats nadat:

    • a.

      de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden conform het bepaalde in artikel 5.1 lid 1 schriftelijk zijn gereed gemeld, onder overlegging van de daarop betrekking hebbende gegevens als bedoeld in artikel 5.1 lid 3;

    • b.

      de onder a. bedoelde werkzaamheden namens het college zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;

    • c.

      de nota's en betalingsbewijzen inzake de uitgevoerde werkzaamheden alsmede de totale kostenopstelling door het college zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

  • 7. Indien de werkelijke uitvoeringskosten lager zijn dan waar de (voorlopige) beschikking is gebaseerd gaat het college bij de vaststelling van de definitieve subsidie uit van de werkelijk gemaakte kosten.

  • 8. Het definitieve subsidiebedrag wordt uitbetaald uiterlijk acht weken na de beslissing als bedoeld in lid 1. Uitbetaling vindt plaats op een door de aanvrager op te geven bankrekening.

Artikel 14. Accountantsverklaring

  • 1. Indien rekeningen en bewijzen van betaling betrekking hebben op kosten van personeel dat in loondienst is bij de eigenaar, gaat de financiële verantwoording vergezeld van een verklaring van een accountant waaruit blijkt hoeveel uren door dat personeel besteed zijn aan subsidiabele werkzaamheden.

  • 2. Het College kan ook in andere gevallen vorderen dat een verklaring wordt overgelegd van een accountant.

Hoofdstuk 2: Groenmonumenten

Artikel 15: Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt voor maatregelen die noodzakelijk zijn voor het duurzaam in stand houden van een groenmonument

  • 2. Onder duurzame maatregelen, als bedoeld in het eerste lid, worden uitsluitend begrepen:

    • a.

      Kroonsnoei (herstel- en stabilisatiesnoei)

    • b.

      Kroonverankering

    • c.

      Eenmalige groeiplaatsverbetering

Artikel 16: Weigeringsgronden

Onverminderd de weigeringsgronden van artikel 9 van de algemene subsidieverordening gemeente Maashorst, wordt de subsidie voor groenmonumenten in elk geval geweigerd indien:

  • 1.

    Met de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd is begonnen voordat de aanvraag is ontvangen.

  • 2.

    De levensverwachting van het groenmonument is minder dan 10 jaar, te bepalen door een deskundige

  • 3.

    De toekenning van de subsidie kan worden ingetrokken, indien:

    • a.

      Degene aan wie de subsidie is toegekend ophoudt eigenaar te zijn of anderszins onbevoegd wordt over de boom of houtopstand te beschikken;

    • b.

      De boom of houtopstand teniet is gegaan;

    • c.

      Niet wordt voldaan aan de bepalingen van deze subsidieregeling;

    • d.

      Niet wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij toekenning van de subsidie;

    • e.

      De eigenaar een privaatrechtelijke rechtspersoon is die ontbonden wordt

Artikel 17: Doelgroep

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan:

  • 1.

    De eigenaar van de grond waarop zich het groenmonument bevindt;

  • 2.

    Een natuurlijk rechtspersoon die krachtens een persoonlijk of zakelijk recht het feitelijk gebruik heeft van de grond waarop zich het groenmonument bevindt

Artikel 18: Aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor subsidie moet worden ingediend op het daartoe door of namens het college vastgestelde formulier

  • 2. De aanvraag moet worden ingediend minimaal tien weken voor aanvang van de werkzaamheden waarvoor subsidie wordt gevraagd

  • 3. De aanvraag dient ondertekend te zijn door zowel de eigenaar als de gebruiker van de grond waarop het groenmonument zich bevindt

  • 4. Het college beslist op een aanvraag voor subsidie binnen achter weken na ontvangst van de volledige aanvraag

Artikel 19: Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Subsidiabel zijn de kosten voor de werkzaamheden opgenomen in artikel 15, lid 2

  • 2. Niet subsidiabel zijn de kosten voor het opruimen en/of afvoeren van snoeihout en ander vrijgekomen materialen

  • 3. De subsidie wordt alleen verstrekt door de kosten die vooraf bij de aanvraag om subsidie zijn goedgekeurd door het college

Artikel 20: Berekening van de subsidie

  • 1. De subsidie kan eenmaal in de drie jaar worden verstrekt voor knot- en leibomen en voor alle overige bomen eenmaal in de zes jaar

  • 2. De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten, met een maximum subsidiebedrag van € 750 per boom of houtopstand

  • 3. In afwijking van het tweede lid, bedraagt de subsidie van het knotten van knot- en leibomen € 75 per boom, indien de eigenaar de maatregelen zelf uitvoert

Artikel 21: Betaling van de subsidie

De subsidie wordt uitbetaald indien:

  • 1.

    Het college is gebleken dat de maatregelen naar behoren en conform voorwaarden zijn uitgevoerd

  • 2.

    De in de aanvraag opgenomen maatregelen schriftelijk zijn gereed gemeld: binnen twee maanden na uitvoering van de maatregelen, met overlegging van een betalingsbewijs

Artikel 22: Voorwaarden

De subsidie wordt verstrekt onder de voorwaarden dat:

  • 1.

    De maatregelen worden uitgevoerd door een deskundig boomverzorger, met uitzondering van knot- en leibomen;

  • 2.

    De maatregelen binnen één jaar na subsidietoekenning worden uitgevoerd;

  • 3.

    Het groenmonument in alle opzichten behoorlijk in stand wordt gehouden

Artikel 23: Inspectie

  • 1. Op verzoek of met instemming van de eigenaar van een groenmonument voorziet het college in een periodieke inspectie van de staat van onderhoud van een groenmonument

  • 2. De kosten van de inspectie en daarmee verband houdende kosten komen ten laste van het jaarlijks beschikbare budget, zoals bedoeld in artikel 3, derde lid

  • 3. De inspectie wordt uitgevoerd door een deskundig boomverzorger die geen deel uitmaakt of werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het college

  • 4. De deskundige brengt de inhoud van een inspectierapport uitsluitend met toestemming van de eigenaar van het monument ter kennis van een gemeentelijk bestuursorgaan

Artikel 24: Verdeelsystematiek

Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager op basis van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

Hoofdstuk 3: Slotbepalingen

Artikel 25. Slotbepalingen

  • 1. Subsidieregeling gemeentelijke monumenten (Uden) wordt ingetrokken per 1 januari 2024.

  • 2. Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2024

  • 3. De regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Gemeentelijke Monumenten gemeente Maashorst 2023.

Ondertekening

Maashorst, 10 oktober 2023

de secretaris

J.A.G.M. van Aken

de burgemeester,

M.J.D. Donders-de Leest (wnd.)